MAOE1IIE-MEÜWS. PROMOTIE AAN DE GRONINGSCHK HOOGESCHOOL. Den 30stcn Maart de Heer H. M. M. Heldewier, van 's Gravenhagein de Regtenmet Theses. De Ondcrgeteekendendeel genomen hebbende aan cene bijeenkomstden 27skn Maart alhier gehoudenwaarin de lieer A. Vattemare was uitgenoodigd bet doel van zijn bezoek bier te lande bekend te makenhebbennevens vele andere zeer belangrijke mededeelingen, ook van hem vernomen: Dat er te New-Brunswick, in den Staat New-Jersey in Noord-Amerika eene Holiandsche school Hollandish Collegebestaat, waar de afstammelin gen der oud-Hollandscbe kolonistenuit gehechtheid aan het moederland hunne zonen in de taalgeschiedenis en letterkunde onzes Vaderlands laten onderwijzen. Dat deze school jaarlijks geregeld door een 200-tal studenten bezocht wordt. Dat er echter groote behoefte bestaat aan voortbrengselen zoowel van onze oudere als van onze nieuwere letterkunde. Dat de Heer Vattemare op zich genomen heeft, in Nederland ook deze be hoeften te doen kennen, en zóó mede te werken om den band van verwant schap lusscben de Nederlanders en bunne Overzeesche stamgeuooten naauwer te hechten. En wenschende tot dit werk van genegenheid het hunne bij te dragen Roepen bij deze al hunne landgenootendie zich bewogen mogten gevoe len, om bieraan deel te nemen, op, om voor de Holiandsche school te New- Brunswick, onder het adres van den Boekhandelaar E. AV. Brill, alhier, franco te willen inzenden zoodanig boekwerk of boekwerken van Nederduitsche taal- en letterkundevan dichtkunstvan geschiedenis en andere vakken van wetenschap, welke zij daartoe zouden kunnen en willen afzonderen. Leyden, 27 Maart 1852. S. Vissering. B. IV. AVttewaal. L. J. F. Janssen. J. T. Bodel Nijenhdis. L. Ph. C. van den Bergh. N. C. Kist. J. H. Scholten. C. P. Temjiinck. J. Geel. P. o. van der Chijs. G. J. Verdam. J. M. Presburg. ABVEaiENTÏEN. hen krachtelooze overeenkomsten te sluiten, als door hen, welke Plaatsver vangers verlangen te geven, onder voorwending van alles voor hen te zullen bezorgen, een aantal onnoodige kosten te doen maken, ja die zelfs veelal, door bedin» van al de gelden daartoe benoodigd, dadelijk in eens of kort op elkan der voleende termijnen te moeten ontvangen, hun voor het vervolg in vele onaangenaamheden wikkelen; alzoo van het geld, door de Lotelingen ten be hoeve der Plaatsvervangers te gevenvolgens Art. 98 der Wet van den 8sten Januarij 1817nimmer ineer dan een vijfde aan denzelven ma» worden uit betaald en de overige vier vijfde in de kas van het Korps moeten worden ge hort- Pn als dan zoodanige Commissionairs, na het volle geld genoten te hebben, dikwijls (zoo als de ondervinding heeft doen zien) niet in staat zijn de betaling der verdere termijnen aan het Korps te voldoen, de belangheb benden genoodzaakt worden die gelden nog eenmaal te betalen. Eindelijk wor den de belanghebbenden nog herinnerd aan de bepaling van Art. 33 der Wet, van den 27ste" April 1820, houdende: dat hij, wiens Plaatsvervanger gedu rende 18 maanden gediend heelt, (de dienst bij de reserve niet mede gerekend) van alle verdere verantwoordelijkheid voor denzelven bevrijd zal kunnen blij ven, mits stortende eene som van ƒ150, wanneer in de aanvulling van den Plaatsvervanger, ingeval hij mogl komen te ontbreken, door vrijwillige wer- vin» zal worden voorzien. En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courant wor den afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voorn. Leyden den lsten April 1852. De Burgemeester VAN LIMBURG STIRUM. De Secretaris v. PU 'f T K A M M E R. HER-IJK, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente LEYDEN, gezien hebbende de Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland, in dato den 13,|en Januarij jI.Provinciaalblad N°. 25) betreffende den Herijk der Maten en Gewigten in Zuid-Holland, en gelet op de voordragt van den Arron- dissements-IJker alhier, van den 15de" dezer maand, geven mitsdezc den In gezetenen dezer Gemeente hunne verpligting te kennen, tot. het doen Herijken van alle de bereids te voren geijkte Lengte- en Inhoudsmaten en Gewigten, bene vens de bij de Inhoudsmaten van drooge waren hehoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig Art. 8 van Zr. Ms. besluit van den 21stPD December 1822 Staatsblad N°. 54) moeten worden afgestreken. En worden zijlieden ti^rs dien einde opgeroepen, ter bezorging der gemelde Maten en Gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan het Lokaal van den Ijk, in de Lange School steeg. Zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk I, op den 13dm en 14dcn April, II, j> 15dco en lGdel1 April. III, 19den20slen en 21stcn April, v IV, 22steo, 23stcn, 26stcD en 27slen April, V, 3den4dc°, 5den6deD en 7den Mei. VI, n 1 lden, I2dc". 13den, 14de®, 18den. 19de® en 21ste® Mei, VII, 25sten, 26ste®27stcn en 283tcn Mei en op den 2den, 3den en 4deo Junij, VIII,» 7den 8dcn, 9den en 10deD Junij. Het Buitenwijk op den 14d6n en 15de° Junij. met uitzondering echter van de Goud- en Zilversmids-benevens de Apothe kers- of Medicinale Gewigten, voor welker herijking afzonderlijk zitting zal gehoudén worden, te welen: Voor de Goud- en Zilversmids-Gewigten voor Wijk I, II, III en IV, op den 1stcn April, V en VIop den 2den April VII en VIII, op den 5deD April, Voor de Medicinale-Gewigten voor Wijk I, II, III en IV, op den 6d<® April, V en VI, op den 7den April, VII en VIII, op den 8sten April, telken dage des morgens van 9 tot des namiddags 2 ure. En waarschuwen Burgemeester en Wethouders voornoemd, allen en een' iegelijk wien het aangaat, met herinnering tevens aan Art. 2 van Zr. Ms. Be sluit, in dato 30 Maart 1827, StaatshlN°. 13) om op bovengemelde da gen, (na welke de Arrondissements-IJker zich, overeenkomstig Art. 10 der Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandin dato 18 Januarij 1822, tot oefening van den Herijk naar de Buitengemeenten van het Arron dissement moet begeven, en alzoo huiten de mogelijkheid is, om gereedelijk aan het verlangen der verzuimdhehhenden te voldoen,) zich overeenkomstig hnnne verpligting omtrent dezen Herijk stiptelijk te gedragen, ten einde huiten bekeuring te blijven zullende er. na den bepaalden termijn, ingevolge dis positie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato 22 November 1831, geene verlenging van tijïl of zoogenaamde nadagen, gegeven worden. Wordende de belanghebbenden in het algemeen hij deze voorts herinnerd aan de Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato 4 Augustus 1320, volgens welke de ijkpligligheid zich uitstrekt tot alle han del- en neringdoende lieden. Fabrikeurs en Ambachtslieden, die, in hunnen handel of hun bedrijf, eenige maten of gewigten gebruiken, en de Apothe kers of Medicijnhereiders in het bijzonder, aan Art. 3 en 5 van Z. M. Besluit dd. 21 October 1819, StaatshlN°. 52) bepalende hunne gehondenheid tot het bezit van een vol stel Gewigten, en medeverpligting tot den jaarlijkschen Herijk van hetzelve, alsmede aan liet Koninklijk Besluit van den 5den Fe bruary 1826, N°. 153, volgens hetwelk de, bij derzelver eersten Ijk gestem pelde greingewigten, zonder die eene nadere stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht. En wordt wijders, door deze, ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat tot jaariettergedurende 1852, voor den Ijk der Maten en Gewigten be paald is de letter JE). En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courant wor den afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voorn., Leyden, 20 Maart 1852. De Burgemeester, van LIMBURG STIRUM, De Secretaris. v. i'UTTKAMMER. KERKNIEUWS. Uit het vroeger medegedeelde twaalftal Predikanten heeft de Kerkeraad der Hervormde gemeente te Edam het volgend alphabetisch gestelde zestal ge formeerd: DD. Begemann, te Landsmeer; van Bell, Th. Dr. te Noordwijker- houtvan den HonertTh. Dr. te Moerdijkvan Loonte MijdrechtAlingh Prins, te Kampereiland; en Schogt, te Buiksloot. Op den 26stcn Maart 1852 is te Leyden, aan de gevolgen eener korte doch zeer hevige zen uw-zinkingkoorts, ten huize van zijnen broeder overleden, de Hoog Welgeboren Heer GERLACII CORNELIS JOHANNES Baron van MASSOW, in leven lid der Ridderschap van de provincie Zuid-Holland Hoogheemraad van Rhijnland en Raad der Stad Leyden. Eenige Kennisgeving. De Ondergeteekende betuigt zijnen welmeenenden dank, voor de belang stelling hem betoond bij de bevalling zijner Echtgenoot. Leyden, 3 April 1852. AV. POTTUM. Voor de vele blijken van deelneming betoond gedurende de ziekte en bij het overlijden van Vrouwe C. M. W. de MAUR.EGNAULT AVcdc. den Wel-Eerw. lieer D. Mounier, betuigt de Familie haren opreglen dank. Ten Kantore van LEZAVYN EIGEAIAN, op het Rapenburg, AVijk I. N°. 240, te Leydenwordt gevaceerd DingsdagsWoensdags en Donder dagsvan 9 tot 11 ure, ter Betaling van al de COUPONS, verschenen primo April 1852van de 4 pCts. CERTIFICATEN der volgende Admi nistratie-Kantoren. als van De Ileeren KETAVICII VOOMBERGII AVed. AV. BORSKI. A. K. P. K. van HARPEN en I'LUYM en BACKER. S. D. SAPORTAS, van MAARSEVEEN le JOLLE en BUYS KERKHOVEN. En De AVed. II. F. TJEENCK, c. s. DIRECTEUREN van het Kantoor van Administratie van Nationale Fondsengevestigd te Leydenherigten dat van heden af zal worden ge vaceerd tot SJetaliEsgj der Coupons verschenen 1 April 1852 van de Certificaten 4 pCt. Nationale Schuld hunner Administratie, en wel behalve Dingsdag van 12 tot 2 ure, ten Kantore der Administratie op de Hooglandsche Kerkgracht, ook des AVoensdags, Donderdags en Vrijdagsvan 10 tot 12 ure, ten Kantoren van IIARTEVEJjT ROSKES en van van der SPRUYT de GRAAF. De Ondergeteekende den HIJKB4ES.tBïSC Ej voor en ten behoeve van zijnen minderjarigen halven Broeder op denzelfden voet zullende blijven voortzetten, beveelt zich, voor hembij voortduring aan in de protectie zijner geëerde Begunstigers. Leyden, 31 Maart 1852. C. A. van IMMERS EEL MOUNIER. Ten Kantore van NJ. WA.THA1VS te Leydenalwaar in de afgeloopen 216dc Staats-Loterijzijn getrokken, op N°. 162915,9MJO, N°. 3012, 3,5l»a», N». 1500 en N®. 1598, ieder ƒ1.25», N». 3404 en N». 3465 ieder B ,000zijn wederom te bekomen GEDEELTEN van KOOPLOTEN voor de 217dc Staats-Loterij, waarvan de Trekking der Eerste Klasse ge schiedt op den 3den Mei aanstaande.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 3