BUITENLANDSCUE BERIGTEN.
EUfGEliAlSD.
LONDEN, 29 Maart.
In de zitting van het Lagerhuis heeft de Procureur-Generaal een wets
ontwerp ingediend tot instelling van eenon raad van toezigl opliet beheer van
weldadige stichtingen. Dij herinnerde dat de behoefte van staatstoezigt op
het bestuur der fondsen, bestemd voor armen en hulpeloozen, welke zeiven
niet toezien noch hun regt handhaven kunnenreeds lang erkend en gedurig
door voorbeelden van achteloos beheer of van ergerlijke verdonkering was be
wezen dat echter vroegere pogingen om in die behoefte te voorzienmislukt
waren. Die raad zou een raadgevend en loezigt-houdend collegie voor de
weldadige stichtingen zijn; hij zon niet zelf reglsmagt uitoefenen, doch naar
aanleiding van eigen bevindingen of van aangiften van anderen, aanklagten
te<ren ontrouwe beheerders kunnen instellen. Aan dit loezigt zouden alle
weldadige instellingenook bijv. het fonds tot ondersteuning van behoeftige
letterkundigen het Londensche Christus-hospitaal (eene instelling tot opvoe
ding van kinderen van arme geestelijken en van gepensioneerde en gesneu
velde Officieren van bet leger of de vloot) onderworpen zijn: doch uitgezon
derd worden de aan de hoogescholen en aan eenige der voornaamste kerken
van het Anglikaansche kerkgenootschap verbonden stichtingen, het Britsch
Museumen alle instellingen die uitsluitend van vrijwillige bijdragen bestaan
terwijl instellingen die deels uit vrijwillige bijdragen en deels uit eigen fond
sen bestaan, alleen wat dit laatste gedeelte barer inkomsten betreft, aan bet
staatstoezigt onderworpen zijn zouden.
Eenige leden keurden de voordragt in beginsel af, zij zou, vreesden zij,
de gewilligheid om met belangelooze diensten en met edelmoedige bijdragen
weldadige en algemeen nuttige doeleinden te bevorderen, doen afnemen; het
zou voor zoo menigeen die geld en tijd voor armen en hulpbehoevenden op
offerde en gruwde van het denkbeeld van oneerlijkheid, eene slechte belooning
zijnalle stukken van hun beheer aan rijks-ambtenaren te moeten bloot leg
gen en zich aan een loezigt te onderwerpen, waarvoor zij zei ven dan nog
betalen moesten.
De meeste sprekers achtten deze bezwaren niet afdoendehet toezigt was
hnns inziens volstrekt noodig; het zou aan eerlijke heheerders niet dan eere
kunnen geven; en in allen gevalle moest ook hier de goede om den kwade
lijden. Zij vereenigden zich dus in beginsel met de voordragt, hoewel ecnigen
hunner eene uitbreiding der uitzonderingen wenschelijk achtten.
Ten slotte is den Procureur-Generaal verlof gegeven de uitgewerkte voor
dragt in eene volgende zitting in te dienen.
FEAHHRIJK.
PARIJS, 30 Maart.
Gisteren heeft de plegtige inhuldiging plaats gehad van de Wetgevende
Vergadering, den Senaat en den Staatsraad.
In de zaal der Maarschalken, op het paleis der Tuileriën, waren de Minis
ters de beambten van bet hnis van Lodewijk Napoleonhet Corps Diplo
matique een groot aantal DamesHoofdredacteurs van de voornaamste
Parijsche dagbladen en eenige der beroemdste kunstenaren vereenigd.
Lodewijk Napoleon plaatste zich op eene soort van troon, en sprak eene
redevoering uitwaaruit wij bet volgende ontleenen
Mijne Heeren de Senatoren en Afgevaardigden
Heden eindigt het dictatorschap, hetwelk het volk mij toevertrouwde.
De zaken zullen dus hunnen geregelden loop herkrijgen.
r) Naauwelijks eenige maanden geleden heeft men mijne magt trachten te
bekorten, in dezelfde male, als ik alles aanwendde, om binnen de mij
voorgeschreven grenzen te blijven.
Toen ik geholpen door eenige moedige mannen en de krachtige houding
van het leger, alle gevaar binnen eenige uren had bezworen, vroeg ik het
eerst aan het volk om instellingen. Te lang toch geleek de maatschappij op
eene pyramide, die op zijn top rust; ik heb de pyramide weder omgekeerd.
«Voor staatkundige instellingen is de juiste afbakening van hare magt en
haren werkkringeen waarborg voor haren duuralleen daardoor komt
men tot eene nuttige en weldoende toepassing der vrijheid". Tot staving hier
van doorloopt hij de gebeurtenissen van 1814 tot nu en zegt verder.
Ikhet hoofd van den Staat, ben dus verkozen door den wil des volks.
»De constitutie, die heden in werking treedt, spruit dus niet uit theorie
of despotismus voort, maar ondervinding en rede strekken haar ten grondslag.
Wij zullen haar trachten te bestendigen, uit te breiden en te verbeteren.
In geheel het land is het vertrouwen hersteldde arbeid is overal her
vat en de algemeene bezittingen zijn voor het eerst na eene omwenteling
toegenomen, in plaats van te verminderen.
Gedurende vier maanden heeft mijne Regering vele nuttige ondernemin
gen aangemoedigd, vele diensten beloond, veel ellende verzacht, den toe
stand van de meeste ambtenaren verbeterd en dat al zonder de belastin
gen te verboogen of het evenwigt der begrooting te verbreken,
»De vreemde mogendheden eerbiedigen onze onafhankelijkheid en wij heb
ben groot belang om de onderlinge vriendschappelijke betrekkingen te bewaren.
Zoolang de eer van Frankrijk niet op het spel wordt gezet, is het onze pligt om
met zorg te waken voor het behoud van den vrede in Europa, en meer onze
aandacht op de verbetering der binnenlandsche aangelegenheden te vestigen.
»Men zegt: ik wil het Keizerrijk herstellen; doch wanneer ik zulks wilde,
dan ware dit sedert lang geschied, want de middelen evenmin, als de gele
genheid hebben mij ontbraken.
»Even als vroeger hen ik besloten om alles voor Frankrijk, niets voor
nnj zeiven te doen en zal van dien stelregel alleen dan afwijken, wanneer
ik daartoe klaarblijkelijk genoodzaakt word.
En die noodzakelijkheid kan alleen door de partijen in het leven geroe
pen worden. Onderwerpen zij zichniets wordt veranderd. Verzetten zij
zich, dan, maar ook eerst dan, zou het raadzaam voor mij kunnen worden
om aan het volk in naam van de rust van Frankrijk, een nieuwen titel te
vragendie onherroepelijk op mijn hoofd de magt vestigtwaarmede het
mij reeds bekleed heeft.
Behouden wij de republiekzij bedreigt niemand en kan iedereen gerust
stellen. Onder hare banier wil ik een nieuw tijdperk Van verbroedering in
wijden, en ik roep zonder onderscheid iedereen op, om mét mij aan het al
gemeen welzijn te arbeiden.
»De Voorzienigheid, die tot hiertoe zoo zigtbaar mijn pogingen heeft ge
zegend zal haar werk niet onvoltooid willen laten. Zij zal ons bijstaan en
de noodige wijsheid en kracht schenken om het geluk van ons land en den
vrede van Europa te verzekeren."
Daarna had de eedafneming plaats. De gansche plegtigheid was in drie
kwartier uur afgeloopen. De beide Kamers zijn verzocht den volgenden dag
bare werkzaamheden te beginnen. De President groet, dekt zich en vertrekt
in een gesloten coupé omringd door carabiniers. Zijne redebreedvoerig ge
noeg over 't verledene, vrij onbestemd en onverwacht over de toekomst,
maakte weinig indruk over 't geheel is de plegtigheid vrij koel afgeloopen.
Bij besluit van den President van den 26sten is een raad van hoofdbe
stuur der Hervormde kerkgemeenten opgerigt, en nadere bepalingen betreffende
de aangelegenheden van dat kerkgenootschap vastgesteld, v Deze bepalingen
zijn zegt de voordragt des Ministers de toepassing der groote beginselen
die in 1789 en 1802 omhelsd zijn ter verzekering van de godsdienstvrijheid
en tevens van den behoedenden invloed van het staatsgezag. Die beginselen
zijn thans wederom bevestigd. De onderscheidene belangen, dienen met bil
lijkheid in evenwigt gebragt te worden: ter verzekering van de waardigheid,
der kerkgenootschappen en der regelmatigheid der betrekkingen welke de Staat
met deze dient aan te houden." De raad zal te Parijs gevestigd zijn en
de Hervormde gemeenten bij het gouvernement vertegenwoordigen. Hij bc-
bcstaat uit aanzienlijke Protestanten, wier benoeming voor ditmaal door het
gouvernement geschiedt, en uit de beide oudste Predikanten te Parijs. De
Admiraal Baudin is tot Voorzitter van dien raad benoemd.
Het AVetgevend Ligchaam heeft heden eene eerste zitting gehouden
waarin men is overgegaan tot de zamenstelling van de bureaux. De President
heeft bezit genomen van zijn zetel, met het houden van eene toespraak tot
de vergadering. Daarna werd een brief voorgelezenonderteekend door Gene
raal Cavaignac, de Heeren Carnot en Hcnon, die daarin verklaren, dat zij
niet voornemens zijn den eed af te leggenwaarop de vergadering besloten
heeft, dat deze Heeren beschouwd 2ouden worden als hebbende hun ontslag
ingezondenwaarna de vergadering is gescheiden.
De Patrie berigt dat de Minister van Binnenl. Zaketl de Persigny
eerlang zijn ontslag zal nemen.
De Prins de Canino, die in 1848 te Rome President van de consti
tuerende vergadering was en later zich hier te lande heeft opgehouden, wilde
dezer dagen naar Rome terugkeeren, zoo men meent met eene zending van
onze Regering belast, doch werd in den kerkdijken Staat niet toegelaten. «ij
bevindt zich echter te Civita Vecchia en zou daar op nadere beschikkingen
onzer Regering wachten.
AKADEiJfflE-lVIEUWS.
Door Rector en Senaat der Iloogeschool te Utrecht zijn, voor het Acade
miejaar 18521853, uitgeschreven de navolgende Prijsvragen, van welke
de antwoorden vóór den 10den Januarij 1853, vrachtvrij, moeten ingezonden
worden aan den Secretaris van den Senaatden Hoogleeraar C. AV. Opzoomer
te Utrecht.
OrdO MedicorüM sequentem proponit quaestionem:
Experiments cum aliis turn microscopiois institutis indagentur et
quantum fieri possitexpUcentwr mutationesquaeUgatis arteriog
ram truncisserius ocius contingent in Utmine et iextura ramorum
collateralium
Ad quam qnaostionem aut latinsautsi scriptori fiecesse visum fuerit
patrio sermone respondealuf.
Ordo DiscipukarüM MilHBMATiCAfebir ét PBïSlCARüffl hasce proponit
quaestiones
I. Instituatur inquisitlo in legei electrolyseosa Faraday aliisque
Physicis propositusqua examineturquaenam harum legum expe
rimentis frmataequaenam duhiae eel fallaces habendae videantur.
II. Quaenam mineraliaquae in natura exstantarte etiam conficere
conati sunt Physiciet quo successu? Quid inde de rationequa
ea natura genueritsuspicari licet?
Ad utramque quaestionem etiam patrio sermone respondere licebit.
Ordo Theologorum hanc proponit quaestionem
Potioresquibus Epislolae orationem illustrat Jacobusimagines com-
parationesque grammatice explicentur atque aestbetic.e judicentur.