van het gebruik van hel koloniaal batig slot over 1849, zegt aan het einde
van-haar verslag, gecne gronden te vinden, om de aanneming van dit -wets
voorstel der Kamer af te raden.
Uit liet verslag der commissie van rapporteurs over het voorstel der
Heeren de Fremery en 9 andere leden, lot wijziging van den accijns op liet
geslagt, blijkt dat in eene der afdeelingen door sommige leden de vraag is op
den voorgrond gesteld, of zoodanig gebruik van het regt van initiatief, als
hier plaats vond, door niet minder dan 10 leden namelijk, waardoor men
den schijn op zich laadde, alsof men tegen de Regering eene soort van dwang
wilde uitoefenen. of dit initiatief wel ware goed te keuren, en of, inte
gendeel, daardoor niet een gevaarlijk antecedent wierd gesteld. Deze beden
kingen werden door verscheidene andere leden geoordeeld ongegrond of niet
van genoegzaam gewigt te zijn. Eene andere voorafgaande bedenking gold de
ontijdigheid van het voorstel. Men antwoordde hierop echter, dat het ter
zijde schuiven van het voorstel niet meer in aanmerking kon komen, na bet
besluit der Kamer op den 23stcn Febr. Na deze voorafgaande opmerkingen
is men tot de overweging van het voorstel zelf toegetreden, hetgeen tot ver
schillende beschouwingen aanleiding gaf. Men zag in hel voorstel een greep
in het belastingsstelsel', men had bezwaar, dat eene gedeeltelijke opheffing
van den accijns op het geslagt zou plaats hebben, zonder daarvoor behoorlijk
te stellen equivalent. Tegen de afschaffing van den accijns op het geslagt
der varkens en schapen zelve verklaarden velen zich, als in bun oog minder
noodzakelijk, en wenschten die leden eerder afschaffing van den accijns op
liet gemaalanderen gaven de voorkeur aan de afschaffing van de belasting
op de brandstoffen.
'S'tueede KVmier de»' Staten-Blrenea'aal.
Zitting van Maandag 22 Maart.
In deze zilting is de beraadslaging over het wetsontwerp tot verbetering van
den accijns op het zout acht dagen uitgesteld, ten einde de leden de in dat
wetsontwerp laatstelijk aangebragte wijzigingen zouden kunnen nagaan.
Daarna is bepaald, dat op morgen zullen plaats hebben de beraadslagingen
over het voorstel van den Heer Sloct. tot Oldhuis betrekkelijk de behandeling
van het wetsontwerp omtrent de regterlijkc organisatie; over het wetsontwerp
lol regeling der afkondiging van maatregelen van algemeen bestuur en over
het wetsontwerp omtrent het gebruik van bet koloniaal batig slot over 1849.
In deze zitting is ingekomen een wetsontwerp tot verhooging van hoofd
stuk VI der Staatsbegrooting voor 1851, voor de polieic.
Zitting van Dingsdag 2-3 Maart.
In deze zitting is ingekomen een adres van het bestuur der Holl. Maats,
van Landbouw over het ontwerp nopens het te keer gaan van besmettelijke
veeziekten. Verzending aan de Commissie voor de verzoekschriften.
De beraadslagingen zijn gehouden over het voorstel van den Heer Sloet tot
Oldhuis, strekkende om de aanhangige wet nopens de Regt. Org. dadelijk
na het reces van Paasschen in behandeling te nemen, indien namelijk de
wetten, die daarmede in verband staan, vóór dien tijd niet zijn ingediend.
De Heer Dullert stelt voor, met wijziging van de gedane motie som de wet
op de Reg. Org. onmiddelijk na het reces van Paasschen in behandeling te
nemen, als de ontwerpen tot aanvulling dier wet, nog niet zullen zijn in
gediend." De Heer Sloet beeft zich met dat gewijzigd voorstel vercenigd.
De Hoeren van Dam en v. Akerlaken hebben zich daartegen verklaard, daar
de Kamer onlangs heeft bepaalddat zij alvorens den dag der beraadslagingen
over de Reg. Org. vast te stellenzou afwachten de indiening der aanvul-
lingswettcn. Ten slotte dezer woordenwisseling is het voorstel van den Heer
Sloetzooals het door den Heer Dullert was gewijzigd verworpen met eene
meerderheid van 32 tegen 25 stemmenzoodat het bij 't vroeger besluit blijft.
Daarna is aangenomen het ontwerp tot regeling der afkondiging van alge-
meene maatregelen van inwendig bestuur. Vervolgens zijn de beraadslagin
gen aangevangen over het ontwerp tot vaststelling van het koloniaal batig
slot over 1849.
AMSTERDAM, 22 Maart.
Dezer dagen zijn op last des Konings uit 's Hage naar het paleis alhier
gezonden twee marmeren borstbeelden van Rembrandt en Rubbens, door onzen
beeldhouwer Roy er gebeiteld. Deze borstbeelden zijn door den Koning uit
eigen beweging aangeboden tot opluistering van het ophanden zijnde Rem-
brandtsfeest.
Den 17deM dezer overleed alhier de Heer M. "Westermandie eene lange
reeks van jaren, zoowel als Tooneelspeler en Dichter, als door zijn onbespro
ken wandel en godsdienstigen zin, een sieraad was van den Amsterdamschen
Schouwburg. Hij bereikte met altijd helderen geest eenen 77-jarigen ouder
dom, en laat, behalve zijne kinderen, eene weduwe na met wie bij 56 jaren
vercenigd was.
Naar men verneemt zullen de Redemptoristen op het afgebrande erf
der suikerraffinaderij van Rupe, op de Keizersgracht bij de "Westermarkt,
ccne groote prachtige kerk doen bouwen, en zal reeds eerstdaags een begin
gemaakt worden met het leggen van liet fundament, hetwelk, naar men
wilvoor 12,000 is aanbesteed.
IVij vernemen uit eene goede brondat er belangrijke veranderingen
te wachten zijnin de opleiding van de Officieren voor 's lands zeedienst.
Onder anderen schijnt reeds bepaald te zijn, dat de leerlingen, vóór dat zij
op de Academie te Breda toegelaten worden, ccne of meer zeereizen moeten
doen op 14-jarigen leeftijd, om zich te beter van den lust voor de dienst te
verzekeren. Immers bet blijkt maar al te dikwijls, dat die lust na de
voleindiging der studie ontbreekt, tot schade van 'slands dienst.
MJITENLAIVnSClIE BER1GTEN.
El* «E KAN».
LONDEN, 20 Maart.
In de bank van Engeland lag in het begin dezer maand aan goud
voor eene waarde van ruim 224 millioen, en aan zilver voor eene waarde
van nog geen half millioen guldens.
Lord Beaumont en zijne zuster Lady Stadleton hebben het voorbeeld
van den Hertog van Norfolk gevolgd en zijn van de Roomsch Katholieke
tot de Engelschc Episcopale kerk overgegaan.
ES E S-, «2 S E.
BRUSSEL, 21 Maart.
De Kamer vordert snel met het voorloopig onderzoek der staatsbegrooting
voor 1853. De centrale afdeeling dringt aan op de eindelijke indiening der
lang beloofde wet op de liefdadigheid en de weldadige stichtingen. Zij be-
rigtdat in de afdeelingen vele gebreken in de bestaande wetten op het
onderstands-domicilie en de bedelarij en ook in de uitvoering derzelvedoch
weinig middelen tot verhelping dier gebreken aangewezen zijnzij beveelt
deze aangelegenheid aan de zorg en het toezigt der Regering, en zegt: «De
toeneming der voor het armwezen in België noodige uilgaven is een onwe-
dersprekelijk en bedroevend feit; het wijst eene gevaarlijke wonde der maat
schappij aan en vestigt daarop de aandacht van het algemeenhet is de
pligt der Regering, voor de genezing dier wonde te waken."
Gisteren is voor het Ilof van Assises, het rcglsgeding tegen de schrijvers
van het Fransche dagblad Ic Bulletin Frangais begonnen. De zaal was ge
vuld door een talrijk publiek, onder welke de verbannen Fransche staatslieden
de Lainoricière, Creton en anderen. De beschuldigden de Thomas en d'IIaus-
sonville hadden geen anderen verdediger dan den bekenden Brusselscben Ad
vocaat Barthels. De Parijssche Advocaten Berryer cu O. Barrot zijn niet
verschenen, omdat zij, volgens de bepaalde verklaring der beschuldigden,
zich niet er aan wilden blootstellen om uit Frankrijk te worden verbannen.
De Procureur-Generaal de Bavay wees op de gevaren voor België door het
verblijf daar te lande der vijanden van den Voorzitter van Frankrijk, die in
een dagblad hem dagelijks heleedigden. De fleer d'Haussonville heeft aan
gevoerd, dat hij steeds de waarheid gesproken had. De Heer de Thomas heeft
zelfs beweerd, dat zij hun pligt hadden betracht. Het publiek heeft her
haaldelijk en niettegenstaande de krachtige vermaningen des Voorzitters van
het Hof, de beschuldigden toegejuicht.
In den toestand van den Bisschop van Luik bad zich den 203tcn eenige
beterschap opgedaan.
FRANKRIJK.
PARIJS, 20 Maart.
De bij besluit van den President vastgesteld begrooting voor 1852 (zie ons
vorig nommer) bepaalt de uitgaven der gewone dienst als volgt: voor de
staatsschuld 317,227,542 fr.hooge staats-collegiën enz. 5,775,600 fr.mi
nisterie van staat 7,259,100 fr.justitie 26,415,634 fr.buitenl. zaken
8,273,976 fr.onderwijs 17,101,907 fr.eeredienst 42,141,292 fr.binnenl.
zaken, enz. 51,115,274 fr.algemeene policie 3,872,465 fr.openbare wer
ken 67,860,165 fr.oorlog 327,416,651 fr.zeewezen 108,899,094 fr.finan
ciën 18,497,006 fr.te zamen 1,001,855,706 fr. Onder de vorenstaande pos
ten is niet begrepen het bedrag der daartoe betrekkelijke uitgaven die alleen
ordeshalve worden uitgetrokken, en der kosten van inning, welk bedrag
428,507,538 fr. beloopt, onder welke som een post van 151,594,180 fr. voor
de kosten van inning der rijks-middelen en een post van 80,791,660 fr. vooï
teruggaven, kwade posten en premiën voortkomt.
Waartegen de volgende inkomstendirecte belastingen 323,643,340 fr.
domeinen 11,970,564 fr.staatswouden en der visscherij 40.976,940 fr.in
directe belastingen en inkomsten 781,361,000 fr.verschillende inkomsten
18,215,156 fr.verschillende opbrengsten van de begrooting 14,596,573 fr.
speciale middelen, bestaande in de opbrengst van den verkoop van staats
wouden, ten bedrage van 15.000,000 fr.en in terugbetalingen van spoor
wegmaatschappijenten bedrage van 44,195,000 fr. Van het gezamenlijk
bedrag dezer middelen, 1,249,958,573 fr.moet het boven opgegeven bedrag
van perceptiekostenterugbetalingenkwade posten en premien worden af
getrokken.
De nieuwe begrooting verschilt in het wezenlijke niet van de laatste. De
geruchten van belangrijke wijzigingen der begrootingen aanzienlijke inkrim
ping van het leger, zijn dus voor alsnog niet bewaarheid.
Integendeel is voor het departement van oorlog zeven en voor dat van
marine twaalf millioen meer uitgetrokken dan over 1851vermeerdering
grootendeels door uitbreiding der inlandsche legercorpsen in Algerië, en over
brenging van boosdoeners naar Algerië en Guyana.
Bij de toelichting dezer wijzigingen zegt de Minister, dat bij daarbij steeds
heeft voor oogen gehouden dat men aan alles wat de belastingen betreft
niet dan met de uiterste omzigtigheid de hand mag slaan." De nieuwe be
palingen betreffende de belasting op de dranken strekken vooral om bet ver
bruik in kroegen meer te belastenhet verbruik te huis te ontheffen en eene
billijker verhouding tusschen liet belastingbedrag en de waarde van het belast
bare voorwerp, door verhooging der belasting op fijne wijnendaar te stellen.
De geraamde uitgaven bedragen 54 millioen meer dan de inkomsten: tot
goedmaking rekent de Regering op vermeerdering der opbrengst en op het over
schietende op vele posten van uitgave. Daarentegen echter komt het tracte-
ment van den Voorzitter niet op de uitgaven voor.
Alzoo zal, volgens het verslag des Ministers, het ongedekte bedrag van