LEYDSCHE
De Courant wordt Maandags Woensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
vit Zuturdug Avond
WOENSDAG, 25 FEBRUARIJ.
Vc Prijs der Courant is f12 in het jaar
de afzonderlijke tiommers worden tegen 10
Centen afgegeven
BINjVENLANDSCIlE BERIGTEN.
LEY DEN, 24 Februarij.
Eergisteren avond omstreeks balf aelit ure ontstond er brand ten huize
van den Majoor Kocb, Commandant van liet Invalidenhuis, naast dat geslicht
op den Middelweg. Door dadelijk aangewende pogingen is men den brand
spoedig meester gewordendie daardoor weinige schade heeft aangerigt.
De Zendeling van het Rhijnsche Genootschap, Lobscheid, die vóór 4
jaren van Barmen naar China was gezonden, doch om redenen van gezond
heid dat land moest veria'en en eenigen tijd in Duitschland vertoefde, heeft
te Botterdam in hel Schotsche kerkje in de Lombardstraat, bij de Iloog-
duitsche gemeente in gebruikZondag avond eene godsdienstige rede uitge
sproken. Hij is voornemens om naar Engeland over te stekenen eerlang
naar China terug te keeren.
De Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Utrecht heeft bij den Ste
delijken Raad een adres ingezonden, strekkende om te verzoeken, dat de
Kermis zou worden afgeschaft.
Te Kampen zal in Augustus eene Tentoonstelling van schilder-, teeken-,
graveer- en beeldliouwkundige werken worden gehoudenvan nog in leven
zijnde Nederlandsche Meesters. De stukken moeten van 1022 Julij vracht
vrij worden ingezonden. Eene loterij zal aan die Tentoonstelling kunnen
verbonden worden.
Men herinnert zichzegt het Ilandelsbl.dat de dagbladen in het
voorgaande jaar berigten mededeelden aangaande een belangrijken gouden
schat, te Velpbij Arnhem, gevonden. Die berigten waren uit hunnen
aard zeer onvolledig en onjuist. Het gevolg daarvan was, dat aanvankelijk
allerlei verkeerde begrippen aangaande de opgedolven voorwerpen bleven rond-
loopenen dat men die later schier ten eenen male uit bet oog verloor. In-
tussehen bleven zij niet verborgen voor het onderzoekend oog van een onzer
beroemdste oudheidkundigen. De Heer Dr. L. J. F. Janssen heeft ze met
wetenschappelijke naauw keurigheid beschreven en er den ouderdomde af
komst en de bestemming van nagespoord. Het blijkt daaruit onder anderen,
dat de vondst bestaat in zeven zware halsringen en vier vingerringen, meest
van 18 karaats goud en te zamen eene goudswaarde hebbende van bijna
ƒ700; dat zij waarschijnlijk uit de eerste helft der vijfde eeuw afkomstig zijn
en zóó geheel eenig in hunne soort, dat zij alleen met voorwerpen, in Lijf
land en Fühnen gevondeneenigermate kunnen vergeleken worden. Het
uitvoerig verslag hiervanmet naauw keurige afbeeldingen opgehelderd is
door genoemden geleerde geplaatst in het nu verschenen stuk der Bijdragen
voor Vaderlmidsche Geschiedenis en Oudheidkundewelke verzameling
zich voortdurend door inhoud en vorm gunstig onderscheidt en de algemeene
belangstelling verdient.
Het tweede Hoofdstuk van het Verslag van het beheer en den staat van
Ned. Indië (zie ons nommervan 23 dezer) vangt aan met de beschrijving der
inrigting van de Regering.
Het hoogste gezag in Ned. Indië wordt uitgeoefend door eenen Gouv.-Ge
neraalondergeschikt aan het Opperbestuur in Nederland.
Indien de Gouv.-Generaal bevelen uit Nederland ontvangtwelker uit
voering bij ongeraden of strijdig met 's Lands belangen acht te zijn, wegens
omstandigheden, welke op het oogenblik van het geven dier bevelen in Ne
derland niet konden bekend wezen, kan hij ze, op zijne verantwoordelijk
heid, behoudens dadelijk berigt aan den Minister van Koloniën, voorloopig
zonder gevolg laten of wijzigen.
Alle voorstellen en mededeelingen welke de Gouv.-Generaal aan het Opper
bestuur in Nederland wenscht, of verpligt is te doen, worden door hem aan
den Minister van Koloniën gerigt.
De Gouv.-Generaal houdt zijn gewoon verblijf te Batavia of wel te Buitenzorg.
Hij kan zich naar onderscheidene deelen van Java en Madura begeven,
zoo dikwijls hij zulks in 's Lands belang geraden acht, doch naar de Buiten
bezittingen alleen na toeslemming van het Opperbestuur in Nederland ten
vare gewiglige aangelegenheden zulks noodzakelijk maakten.
Aan den Gouv.-Generaal is toegevoegd een adviserende raad, dien hij, zoo
dikwijls hij verkiest, kan presideren, en bestaal uit eenen Vice-President en
vier ledenallen door den Koning benoemd.
De Piaad wordt door den Gouv.-Generaal geraadpleegd in alle zaken, be
halve: a. die, wnaromtrent zulks wegens de volstrekte ontwijfelbaarheid of
de min-belangrijkheid voor overbodig is te houden; b. die betrekking hebben
tot de land- en zeemagl; c. spoedvereischende zaken, zonder onderscheid.
De Gouv.-Generaal kan echter strijdig met het advies van den Raad beslis
sen, in welk geval zijne motivcn opgenomen worden in het besluit, de
beslissing bevallende.
Op ultimo 1819 was de Raad alzoo zamengesteldals volgt: Jhr. J. C.
Reynst, Vice-President, C. S. AV. Graaf van Hoogendorp, J. du Puy, Jhr. J.
P. Cornets de Groot, J. P. C. Rulofls, nog niet in Indië aangekomen.
Aan den Gouv.-Generaal is toegevoegd een algemeene Secretaris, benevens
bet noodige getal Adjunct-Secretarissen en verder bureau-personeel, te zamen
uitmakende de algemeene secretarie.
De algemeene Secretaris is, volgens zijne instructie, de vraagbaak en voor
lichter van het bestuur. Hij doet aan de Regering voorstellen of herinnerin
gen, tot bevordering van de dienst. Ilij zorgt voor de redactie, expeditie,
registrering en bewaring der beschikkingen van den Gouv.-Generaalvoor de
zamenstelling van bet Staatsblad van Nederlandsch-Indiè'gedeeltelijk voor
de uitgave van het Naamregister van Nederlandsch-Indië en voor de bekend
making van de daartoe in aanmerking komende beschikkingen van- en berig
ten aan den Gouv.-Generaal in de Javasche Courant.
De algemeene secretarie is alzoo het bureau van den Gouv.-Generaal, het
brandpunt, waar zich alles vereenigt, zoowel wat het dagelijksch bestuur in
Indië aangaat, als de veelomvattende briefwisseling met hel Opperbestuur in
Nederland.
De landschappen, of groepen van landschappen, in welke Nederlandsch-Indië
verdeeld is, worden, onder het algemeen toevoorzigt van den Gouv.-Generaal,
beheerd door burgerlijke ambtenaren, den titel voerende van: Gouverneur,
in de landschappen, bij de beschrijving van het Nederlandsch grondgebied in
Indië aangeduid onder de benaming Gouvernement; Resident, in de land
schappen aldaar genaamd Residentie; Adsistent-Residentin de landschappen
genaamd: Op zich zelve staande Adsistent-Residentie.
In stede van burgerlijke ambtenaren, worden voor deze betrekkingen,
vooral buiten Java, ook wel Officieren gekozen.
De Lampongschc districten worden beheerd door eenen civilen en militairen
gezaghebber.
Overal wordt het beginsel nageleefdomvoor zooveel de omstandigheden
dit gedoogen, de inlandsche bevolking te laten onder de leiding en het on-
middelijk bestuur barer eigen hoofden.
Chinezen, Mooren, Arabieren en andere vreemdelingen, niet tot de Euro
pezen behoorende, welke zich in Nederlandsch Indie met der woon vestigen,
worden, zooveel mogelijk, onder hoofden van hunne natiën gesteld.
Vervolg hierna).
's GRAVENIIAGE 24 Februarij.
Z. M. heeft van den President der Fransche Republiek het Grootkruis van
de Orde van het Legioen van Eer in brillanten ten geschenke ontvangen.
Z. M. heeft eergisteren namiddag de Commissie der Tweede-Kamer ont
vangen heiast met het aanbieden der lijst van Candidaten voor de open
staande plaats in den Hoogen Raad.
Z, M. heeft op verzoek eervol ontslag verleend aan de Burgemeesters te
Arnerongen en Hasseltde Heeren II. Y'os en G. Freislichen in hunne plaats
benoemd, de Heeren Mr. E. A. Sandbrink en A. NI. Pont; en tot Burge
meester te Aalten, Mr. A. F'. Roelvink.
Z. M. heeft den Adelborst der !ste kl. J. M. Broers benoemd tot
Luitenant ter Zee der 2de kl. Yerder heeft Z. M. den Colonel G. J. J.
Rochell, Commandant van hel 8ste regiment infanterie, op aanvraag, en op
grond van langdurige dienst een pensioen verleend van 1,800met toeken
ning van den rang van Generaal-Majoor. Nog heeft Z. M. onderscheiden
benoemingen gedaan bij bet wapen der ruiterij en infanterie.
Dezer dagen is alhier eene vergadering gehouden van een groot aantal
papier-fabriekanten uit alle oorden des rijks, met bet doel, zoo het. schijnt,
om van den Minister van Financieneenigc vermindering uit te lokkenop
den thans nog gcvolgden voet van invoerregten van eenige artikelenvoor
bet papier-fabrickaat.
De Minister van Financiën beeft bekend gemaakt, dat gedurende het
jaar 1851 aan 's Rijks Munt, de volgende speciën zijn vervaardigd en afge-
i' leverd: A. A'oor rekening van bet Rijk: 18,015 rijksdaalders, ƒ45,037.50;