LEYDSCHE
COURANT
ND. 7,
VRIJDAG, 16 JANUARIJ.
BIMENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zuturdag Avond.
6l.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 15 Januarij.
De Juridische faculteit aau onze Hoogeschool heeft aan den Heer J. A.
Fruin, Jur. Cand., de gouden medaille toegekend, wegens zijne ingezondene
Yerhandcling, op een der twee door haar uitgesclirevene prijsvragen. De be
kroonde is kweekeling aan onze Hoogeschool.
De Staats-Cour. behelst bet volgende Koninkl. besluit, van den 10lIcn
dezer, n°. 16, houdende bepalingen omtrent de premien voor de onderschei
dene zeevisscherijen o\er 1852.
Wij WILLEM IIIenz.
Willendein afwachting dat de premientot biertoe van regeringswege
voor onderscheidene takken der zeevisscherij verleendgeheel ingetrokken
worden, voortgaan met de krachtens Ons besluit, van den 27stcn Februarij
1851, n°. 177, begonnen inkrimping dier premien;
Hebben besloten en besluiten
Art. 1. Voor onderscheidene zeevisscherijen, waaraan, tot over 1850 in
gesloten, van Regeringswege premien waren toegezegd, zullen ook over bet
jaar 1852, voor zoover die visscherijer. overeenkomstig de bestaande bepalin
gen zijn uitgeoefend, premien worden verleend, te betalen uit lioofdst. V,
artikel 158 der Staatsbegrooting voor 1852vastgesteld bij de wet van den
26slen December 1851.
Art. 2. Om bet bedrag dier premien te berekenenwordtvoor elk
schip, tot grondslag genomen het beloop der premie, die voor de soort van
visscherijdoor dat schip in 1852 uitgeoefendtot over 1850 ingesloten
was uitgeloofd.
Van dit beloop worden daar, waar het te pas komt, afgetrokken de kor
tingen die tot hiertoe plaats hadden wanneer de schepenbetzij niet vol
doende ingerigt of uitgerust, hetzij te laat naar de visscherij vertrokken of
te vroeg van daar teruggekeerd, hetzij in eenig ander opzigt bij de uitoefe
ning der visscherij, van de bestaande bepalingen afgeweken waren.
Vervolgens wordtwanneer er geen aftrek om eene dier redenen te pas
komtde volle premie en anders het beloopdat na dien aftrek is overge
bleven met 25 ten honderd verminderden het hierdoor verkregen bedrag
maakt de premie uit voor 1852.
Art. 3. De som van 6400sedert eenige jaren jaarlijks als subsidie
voor een hospitaalschip ten dienste van de zoutharingvisscherij bewilligd
wordt ook voor bet loopende jaar 1852 toegestaan.
Onze Minister van Binnenl. Zaken, enz.
De Staatsbladen n°. 206 en 207 van 1851 behelzen twee wetten van
den 26stcn December 11.ter bekrachtiging van provinciale belastingen in
Zuidholland. Bij eene dier beide wetten wordt de Koninklijke bekrachtiging
verleend, tot het heffen van provinciale belastingen, over de drie volgende
dienstjaren, om te voorzien in de uitgaven ten behoeve van ambtenaren in
dienst der provincie, van publieke werken en inrigtingen van provinciaal
belang en andereop den bij de wet gevoegden staat vermeldegewone en
blijvendeenkel huishoudelijke behoeften.
De beffing bestaat uita. 3 opcenten op de hoofdsom van de grondbe
lasting over de jaréh 1852, 1853 en 1854; en b. 4} opcenten op de hoofd
som van de belasting op het personeel over de diensten 1852/53 1853/54
en 1854/55.
Bij de tweede wet wordt bekrachtiging verleend tot bet heffen van pro
vinciale belastingenover het volgende dienstjaarten einde te voorzien in
de uitgaven voor buitengewone werken aan de stranden en zeeweringen van
Goedereede, nabij het Flaauwe Werk, voor bet uitdiepen van den IJssel
en voor buitengewone subsidien tot verbetering der wegen van Oudorp naar
Middelbarnis en van den hoofdweg in den Znidplaspolder.
De beffing beslaat uit ééne opcent op de hoofdsom van de grondbelasting
over 1852 en van de belasting op het personeel over den dienst 1852/53.
De beide wellen vangen aan te werken met 1°. Januarij 1852.
Sedert de ontbinding der Rijks-commissiën hebben de Staten van Fries
land en van Utrecht besloten tot het vormen ieder van eene provinciale com
missie van landbouw.
De Commissaris des Konings in de Provincie Znidholland beeft bepaald,
dat de loting voor de Nationale Militie, welke, volgens art. 73 der wet van
8 Januarij 1817, in de hoofdplaatsen der onderscheidene militie-kantons moet
plaats hebben, voor de ligting van 1852 zal geschieden op de dagen hier
onder, nevens den naam van iedere kantonnale hoofdplaats vermeld, als: te
Dordrecht op Donderdag 26 FebruarijVianen Zaturdag 6 MaartGorincbem
Vrijdag 5 id.'s Gravendeel Dingsdag 2 id.Oud-Beijerland Maandag 1 id.
Ridderkerk Zaturdag 28 Februarij, IJsselmonde Vrijdag 27 id., Alblasserdam
Donderdag 4 MaartSliedrecht Woensdag 3 id.Rotterdam WoensdagDon
derdag en Vrijdag 3, 4 en 5 Maart, Brielle Woensdag 10 id., Dirksland
Donderdag 11 id., Overschie Maandag 1 id., Zevenhuizen Dingsdag 2 id.,
Leyden Woensdag en Donderdag 25 en 26 FebruarijWoerden Vrijdag 5
Maart, Schoonhoven Woensdag 3 id., Gouda Maandag 1 id., Alpben Maandag
23 Februarij, Oudshoorn Dingsdag 24 id., Sassenheiin Vrijdag 27 id., 'sGra-
venhage Woensdag, Donderdag en Vrijdag 25, 26 en 27 FebruarijNaaldwijk
Vrijdag 5 Maart, Vlaardingen Donderdag 4 id., Schiedam Woensdag 3 id.,
Delft Dingsdag 2 id.Stompwijk Maandag 1 id.en heeft voorts bepaalddat
de opening van de zittingen der Militieraden, voor de ligting van 1852, in
de hoofdplaats van ieder militiedistrict zal plaats hebben, als volgt: de lstc
zitting op Maandag den 9 Februarij de 2den op Maandag 22 Maart, de 3,lc"
op Dingsdag 13 April en de 4den op Maandag 26 April 1852.
De hoeren C. de Bruin en Zonen en L. J. Enthoven en Co. hebben bij
de regering der stad Groningen ieder voor zich, aanvraag gedaan om de on-
derhandsche vergunning tot verlichting der stad door gaz. De raad oordeelde
echter die aanvragen te onbepaald gestelden benoemde eene commissie tot
onderzoek van deze aangelegenheid.
De stormen van 9, 10 en 11 Januarij hebben aan de zeeweringen,in
de provincie Noordbolland hier en daar nog al eenige, hoezeer geene zeer
belangrijke schade toegebragt, niettegenstaande de vloed de buitengewone
hoogte van 1,94 tot 2 ellen boven A. P. had bereikt.
Het adres der algemeene Synodale Commissie, inhoudende bedenkingen
tegen bet ontwerp van wet op het armbestuur, vraagt en erzoekt van de
Tweede Kamer het volgendedat bet regt van eigendomten, behoeve der Ilerv.
gemeentenvoor bet tegenwoordige tegen miskenning gehandhaafd en voor
de toekomst, zoo veel dit bij de wetgeving geschieden kan, tegen schennis
gewaarborgd wordedat het vrij en zelfstandig beheer dier Kerk erkend en
in bescherming genomen worde; dat de kerkelijke instellingen van welda
digheid niet in het Staats-armbestuur begrepen worden; dat art. 1 van de
concept-armenwet in dien zin gewijzigd, en de overige inhoud der wet met
die wijziging in overeenstemming gebragt, of dat anders de armenwet niet
aangenomen wordedat alzoo de Grondwet van bet Koningrijk der Nederlan
den, bepaaldelijk art. 3 en 147, art. 170 en art. 195, getrouwelijk nage
leefd worden.
Uit Hardenberg, in Overijssel wordt als eene bijzonderheid medege
deeld, dat in de nabijgelegen buurtschap Brucbt reeds een ooijevaar was
aangekomen.
Te Rameldingen, in het Groot-Hertogdom Luxemburg, leeft thans een
zeer merkwaardig echtpaar. De vrouw is 96 jaren ouden ofschoon door
ouderdom gebogen, is zij nog tamelijk krachtig. De man, geboren in 1745,
is ruim 106 jaren oud. Ilij is nog frisch, opgeruimd, geniet eene volmaakte
gezondheid en al zijne verstandelijke vermogens; hij leest zonder bril en kan
nog op zijn gemak uren lang loopen. De Bijbel is zijne geliefkoosde lektuur.
Aan zijne roodkleurige wangen, levendigen blik en goed uiterlijk zou men
hem nog 20 jaren leeftijd voorspellen.
's GRAVENHAGE15 Jannarij.
Bij besluit van den lldcn dezer, beeft Z. M.1". eervol ontslag verleend,
met ingang van 1°. Mei aanst.aan de Hoofdingenieurs van den Waterstaat
van de lste klasseM. G. Beyerinckop het daartoe door hem gedaan ver
zoek, J. W. de Thomèze, A. C. Kros, onder dankbetuiging voor hunne
veeljarige aan den lande bewezenc diensten, en 2". benoemd, met ingang
van 1°. Mei aanst., lot Hoofdingenieurs van den Waterstaat van de lsle
klassede Hoofdingenieurs van de 2de klasseJ. W. Conrad M. II. Conrad
II. F. Fynje van Salverda; tot Hoofdingenieurs van den Waterstaat van de
j 2<*e klasse, de Ingenieurs van de lste klasse, F. W. Conrad, A. Greve, C. J.