plus minus 1,173,717 Ned. d. i. 16,767 mudden of 558 lasten. Er wordt dus door de bevolking der stad niet slechts half zooveel rogge aan sterken drank verdaan als er aan brood verbakken wordtmaar nog 87 lasten of 2610 mud den daarenboven! Van die rogge voor alle inwoners, zijn echter uitsluitend voor de bedeelden aangegeven 274,050 Ned. d. i. 3915 mudden of 1301 lasten in het jaar. En wat volgt daar nu uit? Dat hier jaarlijks op na, driemaal zooveel rogge meer aan drank dan aan brood voor de bedeelden verslondenom niet te zeggenmoedwillig verdorven en in een vloek veranderd wordt! Wil men nog een' anderen maatstaf? welnu, dan herleide men de 770.534 Ned. rogge tot brooden. Ieder Ned. rogge vee/ staat gelijk met een roggebrood van II Ned. zonder toevoeging van eenige grint of zemelen. Naar die bereke ning zou de rogge, die hier binnen één jaar aan sterken drank verdaan wordt, 1,155,801 (zegge: één millioen hon derd vijf en vijftig duizend acht honderd en één) brooden van een Ned. het stuk uitleverendat is ruim 32 voor iederen inwoner of 161 brooden van een Ned. voor ieder huisgezin in de stadrijk of arm. Schat menniet de eigenlijk bedeeldenmaar de armen van Leyden eens op 10,000 zielen, dan zouden uit de rogge, thans voor drank in ons midden benoodigdaan onze armen, de kinderen medegerekendper hoofd 1151 Ned. best en zuiver rogge brood kunnen uitgedeeld worden. Wil men in plaats van het zielental de huisgezinnen der armen stellen, dan zou elk van die 2000 huisgezinnen 's jaars 5771 Ned, best roggebrood ontvangen, d. i. indien er eens 1/2 jaar of 26 weken lang bedeeld werd, meer dan 22 Ned. in de week voor ieder gezin. Hebben deze opgaven en berekeningen reeds wat ons moet verbazen, niet minder zullen de uitkomsten treffen, wanneer wij ons eens bij de geldswaarde bepalen. De gemiddelde waarde van al het gedistilleerd is per kan 55 Cts. binnen en 4b Cts. buiten de stadde accijns er onder begrepen. Naar dezen maatstaf wordt hier jaarlijks de enorme som van f 255,703 voor sterken drank uitgegeven. Dat bedraagt 7,13 voor iederen inwoner; 25,50 voor ieder van de 10,000 armen en 127 in 't jaar voor ieder huisgezin van de armen, of f 4,88, d. i. nagenoeg f 5 per week, als men den tijd van bedeeling een 1/2 jaar laat duren. Is het wel te verwonderen, dat diaconiën zich verpligt ge voelen aan armen, die sterken drank gebruiken, allen on derstand te weigeren? Indien die som van ruim derde halve ton niet voor sterken drank, maar voor roggebrood besteed ware geworden, dan zou het behoeftige Leyden naar de tegenwoordige zetting, die (terwijl de rogge duur is) I75 Ct. de 1| Ned. bedraagt er voor in de plaats gehad heb ben 2,191,740, zegge: meer dan twee millioenen brooden van een Ned. d. i. niet slechts veel meer dan er door de gansche bevolking gebruikt, maar ruim vijf maal zooveel als er jaarlijks aan de bedeelden uitgereikt zijn. Over de gansche bevolking verdeeld, zou ieder inwoner ruim 61 of ieder gezin ruim 305 brooden van een Ned. ontvangen. Over de gezamenlijke 10,000 armen verdeeld, zou ieder hoofd voor hoofd ruim 219 en ieder huisgezin 1095 bx-ooden van een Ned. ontvangend. i. 42 Ned. roggebrood in de week of 6 per dag voor ieder gezinals de bedeeling een half jaar aanhield. Die berekening is gemaakt naar de laatste brood zetting en die zetting bepaalt den hoogsten prijs waarvoor het brood verkocht mag wordenen sluit dus tevens in of zorgt voor de behoorlijke verdiensten of winsten van hem, die het bereidt en verkoopt. Wil men de geldswaarde van het gedistilleerd eenvoudig tot rogge herleidendan zouden er voor die 255,703 naar den marktprijs die te genwoordig hoog is en voor een mud van 70 Ned. ge middeld f 6,75 bedraagtgekocht kunnen worden 37,882 mudden d. i. nagenoeg 1263 lasten roggen, d. i. meer dan éénmaal zooveel als door de geheele bevolking of ruim 9 en 1/2 maal zooveel meer als er voor de bedeelden in onze stad gebruikt is geworden. En waartoe nu dit alles? Om de stad onzer inwoning in een ongunstig daglicht te plaatsen Ongelukkig, wie daarop zich verdedigen moet. Buitendien is het elders welligt nog treuriger dan hier. Liefst wil ik het betere gelooven. Het zou niet ondienstig zijn verschillende groote steden op dit punt eens met elkander te vergelijken. Doch al ware het elders veel treuriger gesteld dan te Leyden wat zou hiermede gewonnen zijn? Mijne mededeelingen en berekeningen veranderen er niet door. Waarom het hier te doen is en wat de hoofdzaak uitmaakt, blijft toch waar heid, want echte statistieke opgaven ben ik gevolgd. Ja, opdat zelfs geen schijn van overdrijving de kracht der waar heid belemmere, zoo noodig ik iedereen uit, waar ik mis tastte of iets voorbijzag, mij in te lichten of teregt te wijzen, zoo als de zaak dat eischt en mijn pogen dat verdient. Het zijn echter in 't algemeen onbetwistbare feitendie tot U spreken, stad genootenEn waar zulke feiten spreken, kan men van gevolgtrekkingen en redeneringen zich bijkans ont slagen rekenen. Het was mij alléén te doen, om, vooral bij de naderende wisseling van den jaarkring, de opmerk zaamheid te vestigen op en aller oogen te openen voor het vreesselijk misbruik van den sterken drank; om de welgezinden bij de nieuwe orde van zakendie een' nieuwen beteren geest moet aanbrengenin tijds bedacht te maken op eene nieuwe en vereenigde poging, zoo niet tot afschaf fing althans tot verplaatsing der kermisom allendie in het pauperisme een dreigend teeken des tijds ziente wapen te roepen tegen den eersten en gevaarlijksten vijand die daartoe bestreden moet worden; en om een ieder, die het wèl meent met vaderland en volk en wieu het hart warm voor menschenheil klopt, ernstig en krachtig te drin gen, dat hij toch in zijnen kring door voorbeeld en invloed het gebruik lielpe weren van een' drank, die een vloek van onzen tijd is geworden en zooveel jammer en verderf uitstort over het tegenwoordig en toekomend geslacht! Chr. KRABBE. Aangenaam is het mij hier le hunnen aanteekenendat van de 30 ambtenaren, die van stadswege met de surveillance heiast zijn, tien den sterhen drank in 't geheel niet gebruiken en de overige slechts zeer weinig. Waarom ontbreken de namen van dat tiental en van zoovelendie gelijke onthouding oefenennog onder de leden onzer Kederl. Vereeniging tot Af schaffing

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 6