LEYDSCHE COURANT 1851. MAANDAG, 1 DECEMBER. N°. 144».' BIi\iVEi\LAi\DSCnE BERIGTES. De Courant wordt Maandag9 Woensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt vit ZaturdaAvond. Do Prijs der Courant is f 12 in het jaar do afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven* LEYDEN29 November. Zitting van den Sledelijken Raad van heden. Afwezig de lleeren Prof. H. Cock en P. 11. Taets van Amerongen. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en goedgekeurd. De Heer van der Boon Mesch vraagt het woord en dringt er op aan, dat I liet rapport in de zaak van de verpleging der zieke armen zoo spoedig mo- I gelijk in beraadslaging gebragt worde. De Burgemeester verklaart dit in de eerstvolgende vergadering aan de orde te zullen stellen. De Burgemeester brengt de volgende onderwerpen in behandeling, die met j; algemeene stemmen worden aangenomen. 1°. Den rooster van aftreding van de leden van den Raad zullende in I 1853, 1859 en zoo vervolgens om de zes jaren acht, in 1855, 1861 enz. I mede acht en in 1863 enz. negen leden aftreden. De loting zal in eenc I volgende Vergadering plaats hebben. 2°. Den borglogt van den ontvanger. Deze wordt ƒ30,000.bepaald I te stellen gedeeltelijk in onroerende goederengedeeltelijk in inschrijvingen op I het grootboek der 2 pCts nationale werkelijke schuld. 3°. Twee voorwaarden van verhoogingen. 4°. De overeenkomst van huur van een huis aan de Naakte Sluis. 5\ Die van het gebruik der Stads-Gehoorzaal door het Muziekgezelschap I Sempre-Crescendo. 6°. Een dergelijk voor het Muziekgezelschap Vermaak door Toonkunst. 7°. De overeenkomst van huur van een huis in de Weddesteeg. Bij het in behandeling komen van 8°. het bestek tot het onderhoud van I de Haarlemmer trekvaart, 9°. dat tol het onderhoud der bruggen enz. van I het Utrechtsche trekpad, 10°. dat tot het onderhoud van het puinpad van I gemeld trekpad wordt besloten te beproeven of de tegenwoordige aannemer daarmede gedurende een jaar zou willen voortgaan, en inmiddels eene Com missie te benoemen tot onderzoek, in hoe verre de stad zich van het onder houden dier trekvaarten kan ontslaan. Worden verder met algemeene stemmen aangenomen 11°. het bestek we gens het bemelselen van kolkenw aterloozingen enz. 12°. dat wegens het schoonmaken en schoonhouden van do waterengrachten enz. binnen de ge meente. De Heer van der Hoeven deelt aan de vergadering mededat de commissie uit den Raad zich op 1.1. Dingsdag op de audiëntie des Konings had ver voegd en daar het verlangen van den Raad had medegedeeld. De Koning had de commissie met belangstelling aangehoord en verzekerd de zaak ter harte te zullen nemen. Naar aanleiding der in de Amst. Couranten van den 15dcn en 21stcn November 1. 1. geplaatste Verslagen van de Tentoonstelling der Leydsche De kens te Londen, waaruit wij in onze Nommers van 17 en 24 November een en ander hebben medegedeeld, werd ons heden de plaatsing verzocht der vol gende beschouwing over dit onderwerp: In de artikelen over de Tentoonstelling te Londen in de Amsterd. Cour. N°. 271 en 276 komt een breedvoerig Verslag voor, over de inzenders van wollen dekens, aan wie de eer der bekrooning is te beurt gevallen, aan wel ker slot men het volgende leest: «Immers, wanneer wij zien, dat sommige dagbladen in ons land zóó weinig warmtezóó weinig belangstellingzóó weinig gevoel voor de eer der Nederlandsche industriehier zoo ovcrschitterend geblekenhebben aan den dag gelegd, dat zij zich niet hebben gehaast, het belang uit een te zetten van de etablissementen hunner bekroonde stadgenootendan kunnen wij daar geenc verblijdende gevolgen uit trekken." De juistheid van de uitspraak der Jury daar latende, zou de uitbundige lof den Heeren J. C. Zaalberg Zoon toegezwaaid, bij enkelen de gedachte kunnen doen opkomen, of men welligt alzoo het welverdiende dezer bekrooning boven allen twijfel wilde verheffen. De Verslaggever in de Amsterd. Cour. beeft althans wel den schijn van partijdigheid en ongenoegzame kennis ter beoordeeling der zaken. Hiortoe dient men het volgende te weten Dat de door de 11H. .J. C. Zaalberg Zoon opgegevene modellen, niet de soorten zijn, welke voor de respective markten gevraagd worden. AVil men zich hiervan overtuigen, men raadplege eenen deskundige die de modellen met de geleidende prjjsnota van genoemde firma heeft gezien. De dekens a 5.zijn niet het gewilde soort voor de Indische markt, hetzelfde kon ook van de Chinesche modellen gezegd worden. Men verbeelde zich niet dat van die soorten, zijnde witte en gekleurde dekens van 9.en 10.het paar, jaarlijks partijen naar China worden verzonden. Naar Japan zijn zoo ver men weet, in de laatste jaren en misschien nooit, Leydsche dekens uit gevoerd. Wat de dekens voor de Fransche en Belgische markten betreft, (daarge laten de gevolgtrekking of dieeven als de vroeger genoemde markten door de IIH. J. C. Zaalberg Zoon, worden voorzien) er was in de Fransche afdeeling wel eene aanzienlijke hoeveelheid dekens voorhanden, de meeste bestemd voor gebruik in Frankrijk en waarvan de eigenaardige kleur donker rood is, maar geene derzelven was met dubbele kleuren, zelfs geen enkele met gele streep, zoo als die welke voor eerstgenoemde markt door de IIII. J. C. Zaalberg Zoon was opgegeven. Deze hing onopgemerkt achter de anderen en hield zich schuilals vreezende met het Fransche product zelve in vergelijking te komen. Het ensemble der door de genoemde firma ten toon gestelde dekens, moge dus een onkundig en oppervlakkig beschouwer voldoen, eenen deskundige, geenszinswant indien de tentoonstellende zich niet op waarheid grondt waar blijft dan de verdienste en waarde er vanen zal de buitenlandsche deskundige niet in zijn vuist er om lagchen, dat men in Leyden zoo slecht of verkeerd omtrent de behoeften van verschillende markten is ingelicht. Voorts is 't nog al vreemd dat de Jury de medaille bepaaldelijk voor eene pronkdeken toekent; al de dekens van de IIII. J. C. Zaalberg Zoon, wa ren aan paren de duurste 15 per deken. Zou die benaming niet eerder toekomen aan dekens van andere inzenders, waaronder er waren van 22.a 42.Uit het Verslag der Amst. Cour., zou men kunnen opmaken dat de pronkdeken die iswelke met dubbele kleuren is geweven. Een dergelijke deken (uit eene andere fabriek) nu nog in Leyden in gebruik, is reeds in het jaar 1825 met eene zilveren medaille bekroond. De Verslaggever heeft welligt die bevreemdende qualificatie van pronkdeken ingezien en wel uit de eene of andere bedoeling er eenen goeden glimp aan trachten te geven. j Ten slotte nog eenige regelen over het zwavelen, waarvan de Verslaggever, even als de IIII. J. C. Zaalberg Zoon, een voorstander schijnt te zijn. Het is er mede gelegen zoo als met meer zakenaan welkehoezeer ze ver keerd en schadelijk en somtijds onvermijdelijk zijntoch nog wel eene goede zijde te vinden is. Het valt echter niet te ontkennen dat de zwavel onze zoo schoone inlandsche wol niet verbetert, daar integendeel, deze door de I zwavel de haar zoo eigenaardige zachtheid en veerkracht mistzoodat de Leydsche deken bijgevolg door de zwavel van hare goede eigenschappen ver- I best, en meer gelijk staat met die van vreemde landen. Het is eene dwaling te beweren, dat men vroeger onze Leydsche dekens I niet zwavelde, omdat de houtkleur die men toen voor de strepen gebruikte, I de zwavel niet verdragen kandie kleur werd wel gebezigd voor de mindere I soorten, doch voor de beste gebruikte men dezelfde carmozijnklcur, die nu I nog in zwang en zeer goed tegen de zwavel bestand is. U llet is overigens genoeg bekend dat onze dekens hare vermaardheid hebben H gehad en jaren lang hehouden vóór men ze zwavelde; om aan den geest des I tijds (waarvan de eisch is mooi en goedkoop) te voldoenmoge het zwavelen B dienstig zijn; maar, verlangt men iets dat wezentlijk mooideugdzaamen I tevens aangenaam in het gebruik is, men lette niet alleen op het uiterlijke, I maar neme een ongezwavelde of onvervalschte Leydsche wollen deken. Voor ieder die belang stelt in de Fabriek- en handwerknijverheid bin- j! nen ons vaderland zal het berigt aangenaam geweest zijn, dat de vereeniging I die zich de bevordering daarvan ten doel stelt, den 19dcn dezer maand te I 's Hage is gevestigd geworden. Ook in deze stad heeft zich reeds een twingtal I ledenvan het hoog belang der zaak doordrongenvereenigd en vormt eene afdeeling om tot het voorgestelde doel werkzaam te zijn. Gewisselijk zal ieder industrieel het zijne willen bijdragen tot bevordering van fabriek- en handwerknijverheid in een' tijd, waarin schier alle takken van volksbestaan uitgebreider kundeopscherping en ontwikkeling van geest- I vermogen en aaneensluiting vereisehen; in eenen tijd, waarin de vooruitgang II bij den buitenlander onze navolging gebiedend vordert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 1