natuurlijke en langzame ontwikkeling van dat verkeer belemmerd werd, zelfs
een geheel jaar nog een betrekkelijk zeer kort tijdvak is.
Eene gewigtige uilkomst (de vermeerdering van het aantal niet slechts
der nieuw in de vaart gehragtc schepen in het algemeen, maar ook van de
hier te lande gebouwde in het bijzonder,) is reeds bij de aanbieding der be
grooting onder de aandacht der Kamer gebragt. Daardoor is gebleken: voor
eerst, dat de vaart onder Nedcrl. vlag nog altijd genoegzame voordeelen aan
biedt, om nieuwe ondernemingen aan te moedigen; en ten andere, dat de
vrijheidden Neder], reeder gelaten om, des verkiezende, ook buiten 's lands
te doen bouwenniet tot nadeel van den Nedcrl. scheepsbouw gestrekt heeft.
De uitkomst van onderhandelingen ten deze mag zeer voldoende genoemd
wordenwant de Nedcrl. vlag geniet thans ook bij indirectie vaart gelijkstel
ling met de nationale vlag in de meeste Staten van Europa en eenige van Amerika.
»Met andere Staten zijn nog onderhandelingen aanhangig, zoo als met de
Vcreenigde Statende Republiek der Jonische Eilandenmet die van Costa
Rica, welk land bij de eventuele opening cener gemeenschap tussclien den
Atlantischen Oceaan en de Stille Zuidzee voor den handel van meer belang
kan worden.
«Met België, waar het differentieel stelsel nog wordt vastgehouden, is een
tractaat van den handel en scheepvaart geteekerid.
«Voorts met Frankrijk, Spanje en Portugal."
Op eenige beschouwingen omtrent de consulaten in vreemde landen werd
in de nota des Ministers geantwoord
«Men legt er zich steeds op toe om, daarvoor zooveel mogelijk, Nederlan
ders op te sporenen in elk geval kundige en ter goeder naam staande per
sonen. Men gelooft niet, afgezien van het bezwaar dat zulks voor 's Rijks
schatkist zoude hebben, dat in de bezoldiging van een grooter aantal consu
laire agenten veel nut zoude gelegen zijn. Menigmaal toch werden er be
langrijke diensten gedaan door, en tevredenheid betuigd over niet betaalde
personenterwijl het daarentegen wel gebeurd is dat bezoldigden stoffe tot
moeijelijkheden opleverden. Wanneer echter later aanleiding mogt gevonden
worden om tegen vaste jaarwedden, op bepaalde punten, van hier uit perso
nen te zendendan zoude zulks bij volgende begrootingen in aanmerking
kunnen worden gebragt. Hiermede zal echter altijd met de meeste omzig-
tigfeid moeten worden te werk gegaan, vermits het meer of minder belang
rijke van ter sprake gebragtc punten al ligt afhankelijk kan zijn van bijzon
dere inzigten, en de deur eenmaal opengezet zijnde, het niet ontbreken zoude
aan gedurig herhaalde aanzoeken tot dat einde. Het consulaat te New-York
wordt sedert 32 jaren bekleed door den Ileer J. C. Zimmerman, die men
meent Nederlander te zijn, althans in onze taal correspondeert, en die als
een ijverig en verdienstelijk man bij het Departement bekend is, dat te New-
Orleans door den Heer P. J. Gildemeester, eenen Nederlander."
De Commissie heeft ook gevraagd of men albehalve te Cantonin eene
of meer der voor den handel opengestelde zeehavens van China Neder!Con
suls heeft gevestigddan wel of onze belangen alleen door Engelschen of
Noord-Amerikanen worden voorgestaan en of bij de veranderde rigting van
den handel met Oostelijk Azie de vestiging van meerdere Nedcrl. Consuls in
de havens van den Stillen Oceaan niet van wezenlijk belaDg zou worden?
waarop geantwoord is dat:
«In de havens Shanghai en Amoy tot Nedejd. Vice-Consuls zijn benoemd,
de llcercn Thomas Clay Beale en James Tait, beiden leden van Engelsche
handelshuizen. Dat hunne benoeming heeft plaats gehad op de voorstellen
van den Nedcrl. Consul te Canton en van de factorij der Ilandel-Maatschappij
welke beiden verklaardendat in die havens gcenc Nederlanders gevestigd waren.
«De vestiging van een grooter aantal Nedcrl. Consulaten in de havens aan
den Stillen Oceaanwordt geenszins uit het oog verloren. Reeds is bij de
Mcmoiie van Toelichting gewaagd, behalve van de vroeger ingestelde Consula
ten te Valparaiso en San Francisco, van de vestiging van een nieuw Consulaat
(c Panama (hetwelk onlangs erkend is door de Regering van Nieuw Grenada).
Maar ook op andere punten blijft men opmerkzaam, cn daar het is toege
schenen dat eene zoodanige instelling in Peru doelmatig zoude kunnen we
zen zijn voor eenigen tijd de noodige stappen gedaanomter bereiking
van dat doel, te Lima of Callao het noodige onderzoek in te stellen.
«Hierbij verdient vermelding, dat men zich onledig houdt om een verdrag
van vriendschap, handel en scheepvaart met de Sandwich-eilanden aan te
gaan, en dat, zoo dit tot stand komt, de vestiging van een Nederlandsch
Consulaat op dezelvehetwelk dan echter waarschijnlijk bezoldigd zal moeten
wezendaarvan het gevolg kan zijn."
Ook de kostbare inrigting van hel Consulaat te Smyrna, die meer op his
torische herinneringen, dan op behoefte schijnt te steunen, is door de Com
missie weder ter sprake gebragt. Met name heeft zij gevraagd of de Predi
kantsplaats bij het Gezantschap niet zou kunnen worden opgeheven, onder
bijvoeging echter, dat zij op dit punt niet verder zou willen aandringen,
indien haar blijken mogt, dat werkelijk te Smyrna ccnc Nederduitsch-Her-
vormde gemeente bestaat.
In dc nota van den Heer Minister is geantwoord:
«De Regering kan de verlangde verzekering geven, dat er te Smyrna eene
Nedcrlandsch-Protestanschc gemeente bestaat, welke in 1850, volgens opgave
van den Consul-Generaal aldaar, G6 zielen telde.
Het zal in overweging worden genomenof niet voortaan de bezoldiging
van den Predikant bij de bedoelde gemeente, zoo als eigenaardiger schijnt,
ten laste zal kunnen worden gebragt van het hoofdstuk der Staats-begrooting
betreffende het Departement voor de Zaken der Hervormde Eeredienst, even
als plaats heeft met het 1/3 van het jaargeld, hetwelk door de Ncderlandsche
Groot-Brittannische en Pruissische Regeringen gezamenlijk is toegekend aan
den Hervormden Lecraar te Turyn."
In het verslag der Commissie van Rapporteurs voor Hoofdstuk VII,
R. Kath. Eeredienst, verklaart zich de Commissie tegen alle inmenging der
Regeling in sacra. Zij gelooft echter dat de stappen tot regeling van de
aangelegenheden der II. K. Kerk hier te lande, welke van die Kerk zelve
moeten uitgaandoor de Regering krachtig kunnen en moeten bevorderd
worden, omdat naar haar eenparig oordeel het belang van den Staat mede
brengt, dat de abnormale toestand, waarin hel 11. K. Kerkgenootschap tot
heden verkeertophondc.
Bij het onderhoud, hetwelk op den ll',ctl October plaats vond, heeft zij
daarom aan den Minister de navolgende vragen gedaan
Bestaat hij de Regering gegrond vooruitzigt op eene eenigzins spoedige
regeling van den hiervoor bedoelden toestand; dan wel, doen zich bezwaren
op tegen die regeling, tot welker opheffing of wegruiming van Staatswege
maatregelen zouden kunnen worden genomenen zoo jawaarin zouden die
maatregelen bestaan
Door den Minister is hierop geantwoord
«Dat de Regering vroeger en ook thans openlijk en duidelijk had verklaard,
dat de II. K. Kerk de vrijheid had hare aangelegenheden op den normalen
voet te regelendat het niet in de bedoeling der Regering lag de vrijheid
dier Kerk ten opzigte harer organisatie in iets te belemmerendat door deze
herhaalde verklaringen aan den Heiligen Stoel aanleiding gegeven was, om,
zoo Hij de zaak wenschelijk acht, tot verwezenlijking daarvan aan de Rege
ring de noodige openingen te doen, doch dat zij van hare zijde gemeend had
lot gecne officiële mededeelingen daaromtrent te moeten overgaan dat zij
echter gegronde redenen heeft om te gelooven dat van de zijde van den
Heiligen Stoel openingen ten opzigte dier regeling aan haar gedaan zullen
wordenen tevens om het er voor te houden dat die openingen niet lang
achterwege zullen blijven."
De Commissie van Rapporteursbestaande uit de II. II. LuybenMeiman
Dullert, Dommer van Poldersveldt en van Nispen van Sevenaer, heeft ge
meend bij dit antwoord te moeten berusten.
riTweede Kamer tier Staten-fieneracal.
Zitting van Woensdag 12 November.
In deze zitting is ingekomen een ontwerp van wet betreffende het verdrag
van handel en scheepvaart, den 20stc" September jl. tussclien Nederland en
België gesloten. Door de Commission van Rapporteurs is verslag uitgebragt
omtrent de Hoofdstukken V, IX A. en 1X5. der Staatsbegrooting voor 1852,
alsmede omtrent de wet tot vaststelling der middelen voor dat jaar. Nadat
de beraadslaging over het wets-ontwerp betreffende dadingen omtrent kapita
len ten laste van groote wegen in het Hertogdom Limburg geopend was,
heeft de Regering dat wets-ontwerp ingetrokken. De Regering achtte onder
de bestaande omstandigheden eene afzonderlijke wet omtrent dit onderwerp
onnoodig en zal thans een nieuwen post brengen op het IXtlc Hoofdstuk A
der Staatsbegrooting voor 1852.
Het wets-ontwerp tot aanvulling der wet tot vaststelling van Hoofdstuk IV
der Staatsbegrooting voor 1851 (pensioenen) cn dat tot vaststelling der be
grooting wegens den arbeid der gevangenen over 1852 zijn achtereenvolgens
zonder beraadslaging met algemecne stemmen aangenomen.
l'rovinciale Staten van Zuidholtand.
Zitting van Maandag 10 November.
In deze zitting is ingekomen eene missive van Gedeputeerde Staten, be
trekkelijk de toepassing van bepalingen van het reglement omtrent de borg-
togten van rekcnpliglige ambtenaren in Zuidholland. Verzonden naar eene
Commissie van de Heeren Iluyservan den Berg van HeinenoordHeinvan
den Broek en Nedcrburgh.
De Commissiein wier handen gesteld w as het verzoekom magtiging op
Gedeputeerde Statentot het doen eener af- en overschrijving op den post
voor onvoorziene uitgavenheeft haar rapport uitgebragtbij monde van den
Heer van der Burgh, en tot inwilliging geadviseerd.
Vervolgens zijn de discussien, over het reglement op de wegen en voetpa
den in deze provincie, voortgezet en ten einde gebragt.
De zitting is daarna opgeheven tot Woensdag, als wanneer aan de orde is
gesteld de beraadslaging over het reglement, nopens het Hoogheemraadschap
van Schieland.
Zitting van Woensdag 12 November.
In deze zitting is ingekomen eene missive van den Minister van B. Zaken
houdende dat voortaan alle reglementen door de Provinciale Staten gearres
teerd en welke 's Konings goedkeuring behoevenreglstreeks aan den Koning
zullen moeten worden toegezonden. (Daartoe strekte ook het voorstel door den
Heer Léon in de zomervergadering gedaandoch alstoen met eene geringe
meerderheid van stemmen verworpen).
Daarna was aan de orde de behandeling van het ontwerp-reglement voor
het Hoogheemraadschap van Schieland.
Alvorens daartoe over te gaan, is eene langdurige beraadslaging ontstaan
over de vraagin hoe verre men de bevoegdheid hadbij dit of andere regle
menten af te wijken van de bepalingen der algemeene beginselen, vroeger
door de Provinciale Staten, onder bekrachtiging des Konings, aangenomen.
Ten slotte is de bevoegdheid daarvan erkenden zijn toen de beraadslagingen
over gemeld ontwerp-reglement begonnen.
In den verderen loop dezer zitting is: 1°. met eene meerderheid van 36
tegen 25 stemmen beslistdat de vergadering bevoegd isveranderingen te
brengen in dc grensscheiding van waterschappen, cn 2°. met eene meerder-