LEYDSCHE
COURAN
YRIJDAG, 31 OCTOBER.
BIMEIVLANDSGOE BERIGTEiV.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
LEY DEN 30 October.
De Staats-Cour. van Woensdag bevat bet volgende Besluit van Z. M. den
Koning van 26 dezer ten opzigte van het Kon. Ned. Instituut
Wij AVillem IIIenz. Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenl.
Zaken van den 6dcn dezer. Gezien zijn nadere rapporten van den 21slcn en
25slen dezer.
Hebben goedgevonden en verstaan
Art. 1. Het Koninklijk Nederlandsche Instituut van AVetenschappenLet
terkunde en Sehoone Kunsten wordt opgeheven.
Art. 2. Aan de ledengeassocieerden en correspondenten wordt eervol
ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de door lien in die betrekking aan
het Land, aan de AVetenschappen, Letterkunde en Sehoone Kunsten bewe-
zene diensten.
Art. 3. Er wordt eene Koninklijke Academie van AVetenschappen opgerigt,
welker doel is bevordering der AVis- en Natuurkunde in haren geheelen omvang.
Art. 4. Voor die Academie wordt vastgesteld het bij dit besluit gevoegd
reglement.
Art. 5. Aan die Academie wordt een Rijkssubsidie toegekend van ƒ6000
'sjaars, met ingang van 1 Januarij 1852.
Uit dat subsidie worden ook voldaan de onkosten voortvloeiende uit de be
palingen van het reglement.
Art. 6. Bij die Academie worden benoemd:
a. Tot gewone ledende Heeren A. van BeekA. II. van der Boon Mesch
A. Brants, J. G. S. van Breda, J. P. Delprat, J. van Geuns, C. J. Glavi-
mans, II. C. van Hall, J. van der Hoeven, F. Kaiser, L. J. A. van der Kun,
R. LobattoC. J. MatthesF. A. W. MiguelG. J. MulderC. Pruys van
der HoevenR. van ReesAV. N. RoseJ. L. C. Schroeder van der Kolk
G. Simons, F. J. Stamkart, D. J. Storm Buysing, G. J. Verdam, AV. II.
de Vriese en AV. Vrolik.
b. Tot buitengewone leden, de Heeren J. Badon GhybenC. L. Blume
F. W. Conrad, F. C. Donders, F. Dozy, C. M. van Dijk, J. AV. Ermerins,
II. C. Focke, P. J. J. de Fremery, A. Goekoop, AV. de Haan, P. Harting,
G. A. van Kerkwyck, L. A. van MeertenCl. Mulder, A. S. Rueb, II. Scble-
gelA. A. SebastianH. G. SeeligAV. C. II. Staring en C. Swaving.
c. Tot rustende leden, de Heeren A. Numan, C. G. C. Reinwardt, J. C.
Rijk, C. J. Temminck en G. Vrolik.
d. Tot buitenlandsche leden, de Heeren F. Arago, BecquerelII. K. AV.
Berghaus, R. Brown, M. Dumas, Baron d'EspineAI. Faraday, C. F. Gauss,
Th. Ilorsfield, A. von Humboldt, J. Liebig, B. A. von Lindenau II. von
AIolil, J. J. d'Omalius, R. Owen, A. Quelelet, Ramon de la Sagra, F. Tie-
demannde Hertog van Urselgeassocieerden en buitenlandsche correspon
denten der eerste klasse van bet Instituut.
De Academie doet geene benoeming van buitenlandsche ledenalvorens
bovenstaand getal beneden dat van tien zal zijn gedaald.
Art. 7. De bezittingen van het Instituut worden aan de Academie over
gegeven, die Ons, voor zooveel noodig, omtrent hare bestemming voorstel
len doet.
Art. 8. De opheffing van het Instituut en op de oprigting der Akademie,
de invoering van het nieuwe reglementhet ontslag der ledengeassocieer
den en correspondenten, en de benoeming der nieuwe leden worden gerekend
plaats te hebben op den 31sten December 1851. Op dien dag geschiedt mede
de overgave der bezittingen van het Instituut,
Art. 9. In de eerste vergadering der Academie te houden onder leiding
van den Voorzitter der Eerste Klasse van het Instituut, op zoodanigen dag
in Januarij 1852, als hij meest geschikt zal oordeelen, wordt onmiddelijk
«overgegaan tot de keuze van eenen Voorzitter en Secretaris. De eerste blijft
.zijne betrekking waarnemen tot de gewone aftreding in 1853, de laatste
tot die in 1857.
Bij dit Besluit behoort het volgende Reglement.
Art. 1. Er is eene Koninklijke Akademie, waarvan het doel is de bevorde
ring van de AVis- en Natuurkunde in haren geheelen omvang.
De zetel is in Amsterdam.
Art. 2. De Akademie bestaat ten hoogste uit 25 gewone, 25 buitengewone
«n 10 buitenlandsche Leden.
Art. 3. AVanneer er plaatsen openvallen bepaalt de Akademie, of zij al
dan niet zullen worden vervuld en of het noodig isdat de keuze geschiede
voor een bepaald vakzoo jawordt dat vak aangewezen.
Vervolgens wordt door de gewone Leden eene voordragt opgemaakt van
twee of drie personen zoo het vak is aangewezenen anders van niet minder
dan drie en niet meer dan vijf.
Uil deze voordragt doen de buitengewone Leden eene keuze.
Art. 4. De gewone Leden worden gekozen uit de buitengewone.
Art. 5. De buitenlandsche Leden worden gekozen door de gewone Leden.
Art. 6. De Voorzitter en de Secretaris worden door de Akademie uit de
gewone Leden gekozen", de A'oorzitter voor den tijd van een jaar, de Secreta
ris voor dien van vijf jaren. Beiden zijn dadelijk op nieuw verkiesbaar.
Art. 7. De wijze van stemming bij keuze van personen wordt bij het
Reglement van Orde geregeld.
Art. 8. Van de keuzen wordt mcdedeeling gedaan aan den Alinister van
Binnenlandsche Zaken. Zij worden door hem aan de bekrachtiging des
Konings onderworpen.
Art. 9. Behalve in de gevallen bij dit Reglement aangewezenhebben
de buitengewone Leden slechts eene raadgevende stem.
De buitenlandsche Leden hebben de regtcn, zonder de verpligtingen dei-
gewone Leden.
Art. 10. De betrekking van Voorzitter is onbezoldigd.
Buiten Amsterdam wonende heeft de Voorzitter aanspraak op eene vergoe
ding voor reiskosten van 0.75 per uur afstand en voor vacatie van 8 per
dag, de dagen der reis medegerekend.
Art. 11. De Secretaris, die verpligt is in Amsterdam te wonen, geniet eene
jaarwedde van ƒ500.
Art. 12. De Akademie houdt, met uitzondering der maanden Junij, Julij
en Augustuselke maand eene vergadering.
Bovendien kunnen buitengewone vergaderingen plaats hebben.
Art. 13. De gewone vergaderingen worden in het openbaar gehouden, des
voormiddags ten elf ure geopend en uiterlijk ten drie ure gesloten.
Art. 14. In de vergadering der maand Aprilwaarvan de duur onbepaald
is, heeft al wat tot de keuzen behoort plaats. Dit geschiedt met gesloten deu
ren en in tegenwoordigheid van minstens dertien gewone en dertien buitenge
wone Ledenwelke laatste zich echter gedurende de beraadslaging over de
voordragt verwijderen.
Art. 15. Tot het nemen van een besluit omtrent zaken, waarin de bui
tengewone Leden slechts eene raadgevende stem hebben, wordt de tegenwoor
digheid van minstens negen gewone Leden vereischt.
Art. 16. Een gewoon Lid, gedurende negen achtereenvolgende vergaderin
gen zonder wettige redenen afwezig gebleven, houdt op Lid te zijn. De wet
tigheid der redenen wordt door de gewone Leden beoordeeld.
Art. 17. AVanneer een gewoon Lid den ouderdom van 70 jaren heeft be
reikt wordt hij rustend Lid.
Op grond van ligehaamsgebreken kan aan een gewoon Lid, dal dien ouder
dom nog niet heeft bereikt, door de Akademie hetzelfde voorregt worden
toegekend.
In beide gevallen behoudt het Lid al zijne regten.
Art. 18. Een Lid zijn ontslag nemende geeft hiervan kennis aan de Akademie.
Art. 19. De Akamemie looft om de twee jaren een prijs uit ter waarde van
ƒ600, voor het antwoord op eene prijsvraag.
Eene commissie, door de gewone Leden benoemd, onderwerpt drie prijs
vragen aan de Akademie, die daaruit bij volstrekte meerderheid een keuze doet.
Het is den gewonen Leden niet geoorloofd naar den prijs te dingen.
Art. 20. De antwoorden worden beoordeeld door drie gewone Leden, door
de gewone Leden benoemd.
Deze beoordeelingen, benevens een daarop gegrond praeadvies van den Voor
zitter en Secretaris, worden voorgelezen in de vergadering van April, waarna
bij volstrekte meerderheid door de gewone Leden wordt besloten, of dat prae
adviesdat alleen strekken mag om al of niet. te bekroonen, in een besluit
zal worden veranderd.
Art. 21. De Akademie geeft elk jaar een deel harer werken uit. In de
vergadering van April kiest zij uit de verhandelingen, door de Leden of door
welken Nederlander ook aangeboden, die welke in het deel van dat jaar zul
len worden opgenomen.