LEYDSCHE
De Courant wordt MaandagWoensdag en De Prijs der Courant is/IS in het jaar
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt "V I51 D 1G 3 OCTOH FII afzonderlijke nommers worden tegen 10
vit Zaturdag Avond. J 9 Centen afgegeven.
1851.
BINNENLANBSCHE BERIGTEN.
LEYDEN2 October.
Gewoon zijnde, om ter gedachtenis aan de heugelijke verlossing dezer stad,
uit de magt van Spanje op den 3llen October 1574, jaarlijks in ons blad
van dien dag, een of ander tol die gebeurtenis betrekkelijk mede te deelen
geven wij hier, gelijk wij in 'tvorig jaar dat van van de We rif hebben ge
geven, thans een kort levensberigt van den Bevelhebber der stad Jhr. JOHAN
van der DOESHeer van Noordwijkbij welks zamenstelling ons van groole
dienst is geweest de Laudatio Jani Douzae, door den nu Oud-Hooglceraar
M. Siegenbeek, bij zijn aftreden als Rector in het jaar 1310 uitgesproken en
van vele belangrijke aanteekeningen voorzien. De Overste der Schutterij
Andrics Allertsz, in eenen uitval zijnde omgekomen, aanvaardde van der
Does den 29stcB Mei op verzoek der Stads-Regering die betrekkingen later
in de laatste en moeijelijkste maand van het belegop den O'1™ September
bij het overlijden van 's Prinsen Bevelhebber Dirk Bronkhorst, wiens strenge
krijgstucht de tot oproergezinden tot hiertoe had weten te beteugelen zag
hij zich ook deze gewigtige betrekking opdragen welke diensten hijzegt Orlers
in zijne Besclirijv. der Stad LegdenOm de Stad Leydenzijn Vader
land, en alle Vrijheid liefhebbende menscben in hunne rechtvaerdige en ge
oorloofde zaake en Vrijheid te helpen mainleneerenmet gewilliger herten
aangenomen, en met grooter eeren en contcntement van een iegelijk geduu-
rende de ganlsche Belegering bedienden vroomelijk uitgevoert heeft. Waarom
de Prins van Oranje de Stad ontzet zijnde, hem voor zijne getrouwe diensten
grootelijks bedankt, gelooft en gepreezen heeft."
«ij werd geboren te Noordwijk of te 's Ilage, den G'Icn December 1545.
Zijn vader was Jhr. Johan v. d. Does. Zijne moeder Anna van Nyenrode.
Vroeg verloor hij zijne ouders. In 1564 zond hem zijn oom "Werner v. d.
Dees, die kinderloos was en zich zijner aantrok, na vroeger onderwijs te
Delft en Doornik te hebben genoten, naar de Ilooge School te Parijs, van
waar hij reeds in 't volgende jaar terugkeerde, en in 't huwelijk trad met
Elisabeth van Zuylenwelk huwelijk voltrokken werd op den huize Ter Haer
bij Utrecht.
Reeds spoedig werd hij van wege zijne bekwaamheid in staatszaken ge
trokken. Op zijn 27ste jaar in 1572vertrok hij aan 't hoofd van een
Gezantschap aan Koningin Elisabeth naar Engeland, om hare hulp tegen
Spanje in te roepen, en werd later nog in verscheidene moeijclijke zaken, onder
anderen in een tweede Gezantschap derwaarts in 1584na den dood van
Willem Igebruikt.
Zijne betrekking als Bevelhebber der stad tijdens het beleg, was bij den
toenmaligen verwarden en vegen staat van zaken, uiterst moeilijk.
Buiten dreigde de Spanjaard; binnen gebrek, hongersnood, pest, moede
loosheid en verraad. Drie Burgemeesters en Raadsleden neigden op de vlcijende
en dreigende brieven van den Spaanschen Bevelhebber Valdez, tot overgave
der stad; doch v. d. Does bleef onbewegelijk. Geen vleitaal, noch bedrei
ging, noch goud van Spanje, geen smekingen van kleinmoedigendie alles
verloren achtten, geen gerucht van verraders kon hem doen wijken, en zijne
standvastigheid bra°;t wellurt het meeste bij ter volharding der fel benaauwde
O CJ Cl J u
stad. Zijne betrekking biedt uit den aard der zaak, bij al den dagelijks
meer bczwarenden last dien zij op hem deed drukkennogtans geene schitte
rende bedrijven ter vermelding aan. Ilij was een man die ook in de ge
leerde wereld vermaard was, 'tgeen aanleiding gaf dat een gedenkpenning,
ter zijner eere geslagen, een pen en een degen vertoonde met het omschrift:
Utroque clarescere rarum.
Dat is:
In heide uit te munten zeldzaam.
Prins Willem I benoemde hem dan ook bij de stichting der Iloogeschool
terstond tot Curator, welk ambt hij 29 jaren, tot aan zijn dood, met veel
ijver en getrouwheid bekleedde, terwijl hij tevens dat van Bibliothecaris
waarnam, tot dat zijne benoeming als Raadsheer bij het Ilooge Gcregtshof te
Ss Hage in 1591, hem derwaarts deed vertrekken, en hij bij de Academische
bibliotheek door zijnen zoon werd opgevolgdeen jongeling van groole ver
wachting, die echter reeds op zijn 2Gstcn jaar tot onuitsprekelijke droefheid
zijns vaders, overleed. Aan twaalf kinderen die hem geboren werden, zag
hij er negen vóór zich ten grave dalen. Eene dochter huwde in Friesland,
zijn zoon Stephanus werd Raadsheer te 's Hage, zijn zoon DiderikSchepen te
Utrecht. Hij heeft vele werken uitgegeven, die van zijne geleerdheid en
van zijne bekwaamheid in de Latijnsche dichtkunst getuigen onder anderen
Nederl. Jaarboeken in 't Latijnbevattende de geschiedenis der Grafelijke
tijdentot Gravin Ada in 1203 welk werk hij aan de Staten van Holland
en West-Friesland opdroeg, die hem daarvoor een gouden kelen vereerden.
Voorts bestaan er nog verspreide Latijnsche prozastukken uitgaven van La
tijnsche Dichters met zijne aanleekeningeu en verscheidene bundels Latijn
sche poezij en heeft hij ook enkele Nedcrd. gedichten gemaakt.
Ilij leefde in innige vriendschap met den Secretaris der stad Jan van Hont
en de beroemde Hoogleeraren Ileinsius, Lipsius, Scaliger, Bertius en andere
geleerden. De laatste geeft in zijne Latijnsche redevoering over het leven en
sterven van den Edelen Ileere Johan van der Doeshem den lof van opregt-
heid, eenvoudigheid, wellevendheid en een buitengewoon sterk geheugen,
en deelt met roerende eenvoud hel verhaal zijner laatste oogenblikken
mede, in welke bij de heerlijkste getuigenis gaf van zijn Christelijk geloofs
vertrouwen, welk verhaal de Hoogleeraar Bertius aldus besluit:
»En als hij dit alles gesproken had, omstreeks 4 ure in den morgen van
den 8stcB October 1604, steeg zijne gelukzalige ziel tot zijnen God, Dien hij
boven alles liefhad, op Wien alleen hij hoopte, op Wien hij eeniglijk zijn
vertrouwen steldetot zijnen Godzijnen Vadertot de gemeenschap der
Heiligen, lot het verblijf der Ilemelsche Geesten."
Zoo leefde en stierf Jhr. Johan van der Does, wien zijne nakomelingen
in de kerk te Noordwijk een kostbaar marmeren grafieeken hebben opgerigt,
en wiens naam in de geschiedenis des vaderlands en vooral in die van Leydens
beleg, steeds met eere zal genoemd worden.
Wij vernemendat de Heer W. F. EnderléOrganist te Utrecht
voornemens is, binnen kort, hier ter stede, onder medewerking van den
bekende Bassist, den Heer Krantz, een Orgel-Concert met Zang, te geven.
Tot Rector van hel Gymnasium te Winschoten is benoemd Dr. W.
Doornbos te Zaandam.
Den 6deB zal te Haarlem in de Stads Doelen de jaarlijksche Tentoon
stelling van jong vee plaats hebben, voor rekening der Haarlemsche afdeeling
van de llollandsche Maatschappij van Landbouw.
's GRAVENHAGE1 October.
Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden is gisteren Dingsdag naar
Rotterdam vertrokkenten einde zich van daar naar Londen te begeven om
er de Tentoonstelling te bczigtigen.
De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben gis
teren een aanvang gemaakt met het onderzoek van het ontwerp der staats-
begrooling voor den jare 1852 w aarmede heden is voortgegaan.
In deze residentie is van Brussel aangekomen en aan het Hotel de 1'Eu
rope afgestapt, de Ridder de Silva Tellez GironSecretaris van Legatie van
II. M. de Koningin van Spanje bij het Nederlandsehe Hof.
De heden alhier gehoudene Algcmeene Vergadering der Ned. Vereeni-
ging tot afschaffing van sterken drank door een vijftigtal Afgevaardigden
bijgewoond, heeft hoofdzakelijk geleid tot bekrachtiging van het besluit,
in de voorgaande algem. vergadering genomenbetrekkelijk de erkenning
van het voormalig Amslcrdamsche Matigheids genootschap als eene afdeeling
der Ned. vcreeniging, en tot voortzetting der herziening van het algemeen
reglement. Die herziening is laat in den avond ten einde gebragt. In plaats
van den aftredenden niet verkiesbaren Hoofdbestuurdei', Prof. Schroeder v. d.
Kolk is benoemd de Heer Mr. C. C. E. d'Engelbronnerals lid der Commissie
van redactie is herkozen de Heer I!1'. Montyn.
Den 27stcn September 11. werd alhier in de ijzergieterij van de Heeren
L. J. Enthoven en Comp.gegoten het kolossale standbeeld van Rembrandt
bestemd om een der pleinen van 's Lands hoofdstad te versieren. In afw ach
ting dat het publiek dit kunststuk zal kunnen bezigtigen, kunnen wij voor-
loopig de verzekering gevendat de zuivere en in alle opzigtcu uitmuntende
gieting geheel in overeenstemming ismet het schoon uitgedrukte ontwerp
van den Beeldhouwer Roijer; zij getuigt van het hooge standpunt dat de fa
briek van de UIL Enthoven en C°. in de nijverheid heeft ingenomen omdat