feestdronken ingesteld op het heil van Koning en Vaderland en op den bloei dezer maatschappij. Tot laat in den avond bleef men bijeen. Bereids zijn van de ingekomen begrootings-wetten aan de leden gedrukt rondgedeeld 4 HoofdstakkenHuis des Koningsde Hooge Collegiën van Staat en bet Kabinet des Konings, Departement van Buitenl. Zaken en van Justitie. Hoofdstuk I wordt vastgesteld als volgt: Inkomen van den Koningƒ600,000. Inkomen van de Koningin-AVeduwe-150,000. Onderhoud der Koninklijke paleizen- 50,000. ƒ800,000. Hoofdstuk II bevat de volgende acht afdeelingen Iate Afd. De Statcn-Generaalƒ224,315. IIde De Raad van State- 87,242. IIId0 De Algemeene Rekenkamer-114,260. IVde De Kanselarij der beide Orden- 70,100. Vdc De Hooge Raad van Adel- 7,490. VIdc Het Kabinet des Konings- 30,035. VIIdc Pensioenen en AVachtgelden- 31,514. VIII8,l; Onvoorziene uitgaven- 9,000. ƒ573,956. Vroeger is reeds gezegddat op dit hoofdstukwaarvan de uitgaven steeds van blij venden aard zijnwel geene belangrijke besparingen te verkrijgen aijn; niettemin blijft de raming voor 1852 8272 beneden het voor 1851 toegestane cijfer. Deze besparingen zijn verkregen op de navolgende afdee lingen te weten Staten-Generaal3,435. Algemeene Rekenkamer- 450. Kanselarij der Orden- 3,700. Hooge Raad van Adel- 145. Kabinet des Konings- 895. te zamen ƒ8,625. doch welk cijfer moet worden verminderd met de meerdere be hoefte voor pensioenen en wachtgelden, ad- 353. zoodat de raming voor 1852vergeleken met die over 1851min der bedraagt.-8,272. Hoofdstuk III bevat de volgende vijf afdeelingen late Afd. Kosten van het Departement62,500. Hde Kosten van de Buitenl. zendingen en Consulalen - 328,820. HIde A'erschillende uitgaven - 20,400. IVde Pensioenen, wachtgelden en afloopende betalingen - 63,355. Vd« Onvoorziene uitgaven- 10,000. ƒ485,075. Uit de memorie van toelichting blijkt, dat de Regering van oordeel is, dat, wil men niet in het bezwaar van belangrijke pensioenen en in andere ongelegenheden vervallen, men niet dadelijk tot groote veranderingen moet overgaanmaar naar gelang der omstandigheden. Op dezen weg hoopt de Regering te blijven voortgaan, steeds met het tweeledige doel, èn van dege lijke verbetering van de dienst, èn van besparing van 's lands gelden. Het IVdc Hoofdstuk wordt vastgesteld als volgt: jstc AfdcelingKosten van het Departement 64,950. IId* Kosten van de regterlijke magt - 1,217,972. IIId* Kosten van het Hoog Militair Gcregtshof en der militaire audilien - 72,500. IVdc Gercgtskosten in strafzaken - 170,000. A'd* Kosten van algemeene policic - 16,360. A Ide Kosten der gevangenissen- 432,725. VIId* Gebouwen- 254,000. 47Ilt,te Pensioenen, wachtgelden, gratificatiën, onderstanden, schadeloosstellingen en belooningen- 75,514. l\d« Onvoorziene behoeften- 20.000. ƒ2,324,021. Vtveede Ham et' der Stu ten-d enerau t. Zitting van Maandag 22 September. Is ontvangen eene missive van den Heer AVichershoudende berigt dat hij zijn ontslag genomen heeft als litktder Kameren daarvan kennis gegeven heeft aan den Minister van Binnenl. Zaken. Z. Ed. zegt tot dit besluit ge komen te zijn, ten gevolge der voortdurende ongesteldheid, van den Vice- Prcsident van het Provinciaal Gercgtshof in Groningen, waardoor zijne tegen woordigheid aldaar noodzakelijk is en hij alzoo niet naar vereischte zich kan kwijten van den last, hem als Volksvertegenwoordiger opgedragen. Aangeno men voor kennisgeving. Ingevolge vroeger genomen besluitgaat de Vergadering over tot het be noemen van drie ledendie deel zullen uitmaken der gemengde commissie voor de stenographic. Bij de eerste stemming wordt, met 30 van de 45 stemmende Heer Gevers van Endegeesttot eerste lid benoemd. Tot tweede lid de Heer AVintgcns met 27 van de 46 stemmen, en tot derde lid de Heer van der Linden, met 38 van de 47 stemmen. Is ingekomen eene Koninklijke boodschapten geleide van twee ontwerpen van wetstrekkende het eerste tot regeling van het Muntstelsel in Nederl. Indië, en het tweede, tot aanwijzing der middelen, benoodigd tot herstel van het Muntwezen aldaar. Drukkenronddeelen en verzenden naar de afdeelingen. Nog is ingekomen eene Koninklijke boodschapten geleide van acht natu- ralisatiewetten. Gelijk besluit. Aan de orde van den dag zijn de beraadslagingen over het adresin ant woord op de Troonrede, en wel in de eerste plaats over de algemeene strek king van dat adres. Het ontwerp-adres luidt aldus Sire 1. Met de levendigste belangstelling heeft de Tweede Kamer der Staten- Generaal Uwe Majesteit in het midden van de vertegenwoordiging des volks zien verschijnenen mededeelingen hooren doenstreelendc voor het Vader- landsch gevoel. 2. Zij acht het een duren en aangenamen pligthare innige deelneming te betuigen in de voor Uw Huis zoo gelukkige geboorte van een Prins; eene gebeurteniswelke zijmet de Natiebeschouwt als een zegen van God niet slechts voor den Koning en Zijne Gemalinmaar voor geheel het Va- derland. Zij ziet daarin een' waarborg te meer voor de duurzaamheid van Uwen Doorluchtigen Vorstenstamwaaraan Nederland sedert eeuwen zoo naauw verbonden is. 3. Het voortduren der goede verstandhouding tusschcn Nederland en de vreemde Mogendheden verblijdt ons. AVij vleijen ons, dat de overeenkomsten, met onderscheidene Staten gesloten of nog te sluiten, tot bevordering van de belangen des handels en tot verbetering en verzekering van het onderling verkeerzoo gewigtig voor den bloei en de welvaart des A'aderlandsaan het gewenschte doel zullen beantwoorden. 4. Bij de loffelijke getuigenisook thans weder door Uwe Majesteit aan de zee- en landmagt gegeven, verheugt het ons te meer, onlangs te hebben kunnen medewerken tot verzekering van het lot onzer krijgslieden. 5. Hoe levendiger wij beseffen dat de bloei des A'aderlands in het naauwsta verband staat met den voorspoed der Overzecsche Bezittingenmet des te meer genoegen vernamen wij dat eene gewenschte rust in onze koloniën heerscht; dat de berigten nopens den gezondheidstoestand aldaar meer ge ruststellende zijn en dat de gevolgen van mislukte oogsten meer en meer verdwijnen. AVij vertrouwendat in den loop der zitting ons de gelegenheid zal worden aangebodenom door wetgevende maatregelendie reeds ten vo- rigen jare werden te gemoet geziende welvaart dezer onschatbare bezittin gen op hechte grondslagen te vestigen. 6. De verzekeringdat de kieswetde provinciale en de gemeentewet in hare werkingvoor zooveel die tot hiertoe kon worden nagegaanaan het doel van den wetgever beantwoordenbevestigt ons in het vertrouwendat deze en andere instellingen, door de gewijzigde Grondwet in het leven ge roepen terwijl zij de regten des A'olks hebben uitgebreidte gelijk in groo- ter en kleiner kring de kracht en werking van het Bestuur zullen verhoogen. 7. Terwijl wij ons erkentelijk verbeugen in den afgeloopen winter niet slechts van overstrooiningenmaar zelfs van belangrijke schade aan onze waterkeeringen bevrijd te zijn gebleven hopen wijdat het groote werk ter verbetering onzer riviereneenmaal voltooidook in dit opzigt goede uit komsten moge opleveren. 8. Dankbaar erkennen -wij met Uwe Majesteitdat met betrekking tot de verschillende takken van ons volksbestaan veel gunstigs valt op te merken; en Uwe pogingenomhetzij door vermeerdering der middelen van gemeen schap hetzij door het opheffen van belemmeringenof op eene andere wijs de bronnen van volkswelvaart ruimer te doen vloeijenzullen steeds hooge belangstelling wekken bij de vertegenwoordigers der Natie. Het was ons aangenaamvan Uwe Majesteit te vernemen dat de veran dering in onze handelswetgevingten vorigen jare tot stand gebragtaan vankelijk aan de verwachting beantwoordt. 9. Nederland bezit boven vele andere Rijken het voorregt, dat de open bare geldmiddelen, na den schok der laatste jaren gelukkig te hebben door gestaan in eenen toenemend gunstigen toestand verkeeren. Uwe Majesteit zal ons steeds bereid vinden mede te werken tot bevestiging van dien toe stand. Handhaving van spaarzaamheid en orde in het geldelijke beheer, be schouwen wij daarom steeds als een eersten pligt. Levendig is ons aller besef, dat inzonderheid trapsgewijs vermindering van den drukkenden rentelast de toekomst onzer finantien duurzaam kan verzekeren. Hoogst aangenaam was het ons dan ookhet uitzigt op verdere schulddelging geopend te zien. 10. Gewigtig en veelomvattend is de taak, die ook in deze zitting door ons zal moeten worden volbragl. Uwe Majesteit kondigt ons aandat hoogst- belangrijke wets-ontwerpentot welker afdoening in de vorige zitting de tijd ontbrakop nieuw aan onze beraadslaging zullen worden onderworpen. "AVij vertrouwen dat ook andere van niet minder gewigtigen aardovereenkomstig den eisch der Grondwetaan ons zullen worden voorgedragen. 11. Uwe Majesteit zal steeds onze bereidwilligheid ondervinden om met haaronder afwachting van hoogeren bijstandmede te werken tot bevor dering der waarachtige belangen van het dierbaar Vaderland. Na uitvoerige beraadslaging deswegenswaarbij de Ileercn van Dam van Isseltvan Hoëvcllde Minister van Koloniën en de Heer Engelen het woord voerenworden de algemeene beraadslagingen voor gesloten verklaard. A'ervolgens is de algemeene strekking van het adres, zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd en is de discussie over de afzonderlijke paragraphen aangevangen. 1 en 2 worden zonder beraadslaging of stemming aangenomen. 3 wordt na langdurige beraadslaging waarbij een amendement van de Heer Groen wordt verworpenzonder stemming aangenomen. Desgelijks ook 4,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 2