LEYDSCIIE
COURANT.
n m.
1851.
MA Aft DAG, 25 AUGUSTUS.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdag Avond.
.5;" Ti:
''j' y l i.% V-
i
>i V
De Prijs der Courant is fl'i in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BI.W' E.\ LA XI) SC IIE BEÜIGTEX.
LEYDEN, 23 Augustus.
Wij vernemen dat in eene Vergadering van den breeden Kerkeraad der Ned.
Hervormde gemeente van gisteren avond is overwogen liet antwoord der Regering
op bet voorstel van genoemden Kerkeraadbetreffende drie punten in ons Nom-
mer van Maandag 11 Aug. vermeld, en waarvan de Raads-Coinmissie in baai-
verslag bet derde punt »een verzoek om aanwijzing te doen van de bestemming
der fondsen van het lluiszittenhuis" had voorgesteld van de hand te wijzen.
Het besluit van den breeden Kerkeraad is met algcmeenc stemmen geweest
dat menmet de tegen dat punt door den Raad gemaakte bedenkinggenoe
gen zou nemenzullende nu verder aan eene gemengde Commissie uit beide
Collegiën de eindregeling der zaken worden opgedragenzoodatde geheele
afdoening spoedig mag worden te gemoet gezien. AVij vertrouwen dat er nu
doorgeene der partijen, meer zwarigheden zullen worden geopperd, welke die
geheele en spoedige eindregeling dier zaak in den weg zouden slaan.
LI. Dingsdag is in eene plegtige openbare tcregtzitting van de Arron-
dissements-Regtbank alhier, geïnstalleerd de Ed. Achlb. Heer AI1'. B. J. Gra-
tamain zijne betrekking van Substituut Officier bij genoemde Regtbank.
De Ed. Achtb. Heer Officier AIr. D. Tieboel Siegenbeek herdacht, na het uit
brengen van zijn requisitoir, de lofwaardige en vriendschappelijke wijze
waarop 's mans voorganger steeds met hem de werkzaamheden van bel Open
baar Ministerie deelde, met opwekking aan den nieuw benoemde om bet
voetspoor van zijnen voorganger te volgen.
Daarna nam de Voorzitter de Ed Achtb. Heer Mr. C. J. Luzac bet woord
om den nieuwbenoemde in zijne nieuwe betrekking geluk te wenschen; 'twelk
een en ander door dezen gepast werd beantwoord.
Op den 20sten dezer werd te Katwijk de eerste openbare vergadering
der Gemeente-Raad gehoudener waren slechts vijf in stede van negen
Raadsleden tegenwoordig, en de geringe opkomst der inwoners getuigde voor
zeker voor hunne weinige belangstellingin weerwil dat er belangrijke punten
behandeld werden. AVij vleijen ons dat de eerstvolgende welligt meer be
langstellende bezoekers zal tellen.
De Tijd meldt dat er voor den Bisschop Grooff in de AVest-Indië open
bare gebeden verordend zijn tot herstel van zijne gezondheid daar die zeer
ongunstig was.
Bij de op AVoensdag 20 dezer te Alkmaar plaats gehad hebbende defi
nitive toewijzing der verkochte percelenin den Anna Paulowna Polder, heb
ben de verschillende kavels te zamen opgebragt, eene som van ƒ253,545.
De polder is overgegaan in banden der verschillende koopers, daar voor de
veiling in massa geen hooger bod of afmijning is geweest.
De Amsterdamsche Courant berigt: Alen leest gewoonlijk van feeste
lijkheden bij een 25 of SOjarigen diensttijd. Nu kunnen wij mededeelen
dat iemand in gezondheid zijn 25jarig emiraat vierde. Het was l)°. Verschoor
rustend Predikant te Arkeldie thans 95 jaren telt.
De Memorie van Toelichting op het nieuwe ontwerp van wet op de
waarborg cn belasting der Gouden en Zilveren AVerken, beval in hare alge-
meene beschouwingen hoofdzakelijk het volgende:
De wet op den waarborg der gouden en zilveren werken strekt tot een
middel van inkomsten, door belasting van een artikel van weelde, welks
prijsverhooging geene dier nadeden met zich brengt, welke van de belasting
van de meeste andere voorwerpen onafscheidelijk zijn, en beveiligt de ingeze
tenen tegen de misleiding, bij den aankoop van gouden en zilveren werken.
Daar goud en zilver zich niet op het uiterlijk aanzien laten waarderen
schijnt het wenschelijk, den kooper het middel te verschaffen om zich van
de deugdelijkheid van het werk te verzekeren.
Vooral in Nederland alwaar het verwerkt goud en zilver veelal tot de volks-
dragt behoort, en duizenden, ook uit de mindere standen, gewoon zijn daar
aan hunne overwinsten te besteden, om zich zoo doende niet slechts een
sieraad voor het oogenblikmaar tevens een noodpenning voor de toekomst
te verschaffen. Doch de blijvende waarde van gouden of zilveren sieraden is
alleen die van 't metaal, die bij den verkoop van het afgedragen en ver
ouderde voorwerp wordt teruggevonden.
Op deze gronden heeft eeuwenlang in Nederland een stelsel stand gehou
den, dat geene andere dan deugdelijke gehalten toeliet; en heeft de bewerking
der edele metalen een zeldzamen bloei genoten en de faam der voortreffelijk
heid van het Nederl. goud- en zilverwerk zich ook buiten 's lands gevestigd.
Ook de Fransche wet van 19 Brumaire an AT, ging van hetzelfde stelsel
uit: doch weldra werd zij door eene andere wel gevolgd, die daarop eene
verderfelijke inbreuk maakte, daar terwijl de vergunning om het goud en
zilver op lagere dan bij de wet bepaalde gehalten te verwerkenkrachtens
de Fransche wet, aan de Ncderlandsche werkmeesters ontzegd bleef, bij de
wet van 10 Maart 1815, de ongehinderde invoer werd toegelaten van vreemde
werkenverre beneden liet Ncderlandsch gehalte.
De buitenlander kon nu zijne waren tegen eenen prijs aanbieden, waar
mede het inlandsch fabricaat, aan eene lioogere gehalte-bepaling gebonden,
nimmer wedijveren konde. Zoo dan ook ons goud- en zilverwerk, wegens de
gewaarborgde degelijkheid bij die koopers, welke vóór alles naar het gehalte
vragen, in trek bleef, het zag zich bij hen die slechts naar den laagsten prijs
vragen door het vreemde goed verdrongen. De dwang, den Nederlandsclien
fabrikant aangedaan, werd doelloos en er bleef geen enkele reden, om, zoo
men eenmaal den verkoop van ongewaarborgd goud en zilver veroorloofde,
alleen den Nederlander de vervaardiging er van te verbieden.
Het is vreemd, hoe men bij de invoering der wet van 10 Maart 1815,
deze gevolgtrekking uit het oog kon verliezen. Blaar onverklaarbaarder nog
dat men, meer dan 35 jaren bij een stelsel heeft volhard, dat, den vreem
deling volle vrijheid latende, en den Nederlander in enge banden houdende,
inderdaad de inlandsche nijverheid aan de buitenlandscbe ten offer bragt.
De Regeling wenscht zich gelukhier aan een einde te maken.
Men zal evenwel niet verwachten dat zij een terugkeer tot. den toestand
vóór 1815 zoude voordragen. De tegenwoordige begrippen gedoogen even
min, om den werkman in de zamenslelling van zijn materiaal de wet voor
te willen schrij venals omten einde sommige burgers voor misleiding
te beveiligenaan anderen de vrijheid te ontzeggenzich naar hunnen smaak
en hun vermogen van bevallig en schitterendschoon weinig duurzaam en
prijshoudend huis- en lijfsieraad te voorzien.
De Regering heeft alzoo gemeend de bestaande verordeningen slechts in
zooverre te moeten wijzigenals thans de werken van ongewaarborgde ge
halte het voorwerp zijn van een even ongehoord als onredelijk monopolie
van den vreemdeling.
De Regering heeft nu de wet van 19 Brumaire in haar geheel herzien,
cn draagt thans eene nieuwe wet voorwaarbij zij zich een drieledig oogmerk
beeft voorgesteld; volkomene vrijheid, zoo van bewerking en invoer als
van verbruikhandhaving van den waarborg voor de werken van hoog
gehalte; behoud en zoo mogelijk vermeerdering van de inkomsten der schatkist.
Orn dit doel te bereiken, heeft zij de oude en erkende gehalten bewaard,
die de bij uitsluiting gewaarborgde gehalten van het Ncderlandsche goud en
zilver blijven zullen.
Naast deze evenwel zullen ook de lagere gehaltenmet volle vrijheidzoo
uit den vreemde ingevoerd als hier te lande, verwerkt mogen worden.
Er zal belasting geheven worden zoo van het gewaarborgd als van het
ongewaarborgd goud en zilveren de meerdere vrijheidwelke ten opzigte
van dit laatste gelaten wordtzal ongetw ijfeld op het verbruik en daardoor
op de opbrengst van het middel van gunstïgen invloed zijn.
Met de belasting staat de stempeling in onmiddellijk verband. Zonder de
laatste geen middel om den Staat tegen ontduiking der eerste te verzekeren.
Het ongewaarborgd goud en zilver zal alzoo evenzeer van een stempelmerk
voorzien worden. De Regering vleit zich evenweldoor verschillende onder
ling zamenhangende bepalingen en maatregelen de verwarring te hebben voor
gekomen waartoe de verschillende merken aanleiding zouden kunnen geven
en welke het doel van den waarborg ten eenen male verijdelen zoude. Zij
stelt daarbij echter op den voorgrond, dat het de bedoeling der wet niet zijn
kan, den kooper legen elke mogelijkheid van bedrog of misleiding te beveili
gen een doeldat ook onder het tegenwoordig stelselsinds het vreemde
goud in de winkels naast het Ncderlandsche zijne plaats vindt, niet langer
bereikt wordt.
De wet beveiligt slechts dengenedie, zelf onkundigbelangstellend ge
noeg is om zich van de middelen te bedienen waardoor zij aan zijne on
kunde te gemoet komt. Aleer doet zij nietmaar daardoor doet zijnaar
het inzien der Regeringgenoeg.