LEYDSCHE
COURANT
f r
1851,
VRIJDAG, 22 AUGUSTUS.
N\
BUViVEiVLAiVDSGIIE BERIGTEN.
<2
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zuturdug Avond.
iti'Y
r-f
!W?
i v/s
1/f
De Prijs der Courant is f 12 in het jaafj
de afzonderlijke nommers worden tegen
Centen afgegeven.
LEYDEN, 21 Augustus.
Van wege het belang dat velen hebben bij de middelen van vervoer, la
ten wij hier het onderstaande, ons ter plaatsing aangeboden, verslag eener
regtszaak volgen
Op den 11''en dezer stond voor hel Kantongeregt alhier teregt de schipper
F. Los, met 8 andere Ingezetenen gedagvaard wegens het inladen en vervoe
ren voor meer dan 3 personen. Mr. N. Sikkel Groos voerde de navolgende
gronden tot zijne verdediging aan:
I. Onbestaanbaarheid volgens de Grondwet van de Stedelijke Verordening
tot bescherming der beurt- en veer-schepen; als zijnde die verordening:
1°. niet eene plaatselijkeomtrent de huishouding of de huishoudelijke
belangen der stad, ook o. a. blijkens Art. 2 lit. h van de verordening zelve;
2°. in strijd met eene Algemeene Wet, die namelijk op bet Palent, van
21 Mei 1819, Staatsbl. n°. 34;
3°. in strijd met het algemeen belang.
II. Ongeldigheid der Verordening, zelfs volgens het Kon. Besluit van 21
Aug. 1818, Staatsbl. n°. 33, waarop het heet te berusten, als:
1°. niet zijnde eene tijdens het uitvaardigen van dat Besluit bestaande
verordening
2°. niet in werking gebleven ten gevolge van gemeenschappelijk overleg
van de respective Regeringen der betrokken plaatsen
3°. de strafbaarheid extenderende; daar bij het Kon. Besl. strafbaar is ge
steld het expresselijk in lading leggen van schuitenter benadeeling der
bestaande beurt- en veer-schependoch volgens de verordening gestraft zou
moeten worden het aanbrengen en vervoerenook zonder het in lading leg
gen ter benadeeling;
4°. niet binnen 8 dagen aan de Ged. Staten gezonden, ten einde deze zou
den onderzoeken of de Verordening al dan niet overeenstemt met de Grwt.
het aangenomen stelsel der belastingenmet de behoeften des handels en der
scheepvaart, enz." en des noods wijzigen en op nieuw arresteren;
5™. kunnende en mogende de boeten niet worden toegewezen voor de 1/2
aan den aanbrenger en voor de wederhelft aan de algemeene armen
6°. zijnde de verordening ook in geen geval eene na het Kon. besl. ge
maakte, doch volgens de voorschriften van dit besluit ingerigt toegezonden,
onderzocht of gearresteerd.
III. Het niet blijken dat de verordening is gearresteerd door den Sledelij
ken Raad, volgens Art. 70 van het Reglement op het bestuur der stad;
daar de geheele Publicatie, zooals zij daar ligt, wordt gezegd gearresteerd te
zijn bij HH. Burgemeester en Wethouders.
IV. Publicatie der verordening door den stads Secretaris, die daartoe on
bevoegd isterwijl bovendien de feitenwaarin die publicatie zou hebben be
staan niet worden opgegeven.
V. Het niet strafbare volgens de verordening van het in de Dagvaarding
vermelde feit; daar niet het inladen of vervoeren in het algemeen straf
baar is gesteldmaar het inladen en vervoeren van- en naar plaatsen
tusschen welke en Leyden een beurtveer bestaat.
VI. Het onbewezene van het in de Dagvaarding vermelde feit; daar hel
ten Processe is gebleken uit de verklaringen der 8 Afzenders en van den
Expediteur, in verband met de overgelegde stukken, dat eerstgenoernden den
Expediteur met de verzending hebben belast, en deze het vervoer aan den
gedaagde heeft opgedragen, zoodat de ged. heeft ingeladen voor één persoon,
en wel voor een' Expediteur tot verzending bevoegd, wiens functiën hij den
yden Titel van Boek 1 Weth. v. Kooph. zijn bepaaldterwijl uit een Artikel
van dien Titel, 97, volgt, dat de verordeningen en reglementen op de beurt-
yaart, met de bepalingen van den Titel niet mogen strijden.
Op den 18dc" dezer heeft de Kantonregter vonnis gewezen, luidende als
volgt
Overwegende dat, ofschoon uit de verklaring van de 9 eerste getuigen
allezins gebleken is, dat op 5 April 11. door den lsten ged. zijn ingeladen, en
door de 8 laatste bij den lsten, goederen ter vervoer zijn bezorgd, uit de ver
klaring echter van den ged. Ilarmen Bos (door den lsten ged. geproduceerd)
ander eede bevestigdvoldoende is bewezen1°. dat de door den lsten ged.
ingeladen goederen niet waren ingeladen voor rekening en op last. van de
laatste 8 gedn.en 2°. dat de laatste 8 gedn. de verzending der goederen
aan den lsten ged. niet hebben opgedragen, blijkende zulks uit de door dien
getuige overgelegde stukken, als: 1°. zijne Acte van patent als Expediteur,
afgegeven door bet plaats. Bestuur dezer stad, over de jaren 1850 en 1851,
2°. uit het door hem overgelegde boek zijner expedilien3°. uit eene overge
legde lijst van bevrachting van den schipper F. Lósvan goederen bestemd
van Leyden op Rotterdam, van 5 April 1851.
Ov. dat het door de gedn. gesustineerdedoor den lst0"dat hij de goede
ren heeft ingeladen voor den Expediteur II. Bos, door de 8 laatsten, dat zij
de verzending niet hebhen opgedragen aan den schipper, maar aan den Ex
pediteur, mitsdien moet gehouden worden overeenkomstig de waarheid te zijn.
Ov. dat alzoo geene overtreding der Stedelijke verordening van 27 April
1826 tot instandhouding der bestaande schepen- of schuiten-veeren, door de
gedn. heeft plaats gehad, vermits de verzending door één persoon, nam. den
Expediteur II. B. is geschieden de eerste ged. krachtens art. 2 al. b. van
de aangehaalde Sted. verord. tot die inlading en vervoering was bevoegd.
Ov. dat ten gevolge van dien, alle onderzoek naar de wettigheid van
meergem. Sted. Verord. en naar de kracht der overige middelen van defensie,
door of van wege der ged. geproduceerdoverbodig is.
Gezien art. 210, al. 2 Wetb. v. Strafv.
Zoo ontslaan wij de gezamenlijke gedn. van alle regtsvervolging ter zake
van bet feit hun ten deze ten laste gelegd; verwijzen den Staat in de kosten
dezer procedure.
De post van Rector der Latijnsche scholen te Boxmeerwaaraan verbon
den is eene jaarlijksche Rijks toelage van ƒ350, eene gemeentelijke van 50,
en een Minerval van 50 centen 's maands van eiken leerling, vacant zijnde,
worden Doctoren in de Letteren opgeroepenom naar die betrekking te staan
en zich vóór den 25stcn dezer aan te melden.
De Commissie van beheer en toezigt over de droogmaking van het
Haarlemmer-Meer zal den lsten September aan het Ministerie van Binnenl.
Zaken aanbestedenhet verlengen en verdiepen van de hoofdvaartleidende
van het stoomwerktuig de van Lynden tot dat van den Leeghwater tusschen de
Spaarnwouder en Vijfhuizer Togten. Nadere inlichtingen zijn onder anderen
te bekomen bij den Heer Ingenieur J. A. Beyerinck alhier.
Volgens de Meppelsehe Cour. is door een ingezeten een roggehalm
vertoond, bevattende 17 aren, ieder van 6 rijen korrels, terwijl men, om
de bijzonderheid nog meer te doen uitkomenhet aantal korrels heeft bere
kend, en bevonden, dat deze halm het groote aantal van 2040 hevatte. Bij
een ander is een garstestambevattende 45en bij een derde een haver -
stam van 43 aren gevonden.
's GRAVENIIAGE20 Augustus.
Z. M. heeft den 18den in bijzonder gehoor ontvangen den nieuw benoemden
Gezant te LondenBaron Benlinckdie zich gisteren naar Londen heeft
begeven.
Z. M. heeft bepaald, dat de gewone bijeenkomst van de verlofgangers
der nationale militie in September, ten einde zich in den wapenhandel te
oefenendit jaar weder niet zal plaats hebben.
Z. M. beeft den Baron E. Sirtema van Grovestins, buitengewoon Ge
zant en gevolmagtigd Minister bij de Hoven van Spanje en Portuguluit
laatstgenoemde betrekking eervol teruggeroepenmet bepaling dat hijin af
wachting eener nadere regeling der Nederlandsche missie te Madridaldaar
in die hoedanigheid geaccrediteerd blijft; en is wijders 's Konings raad van
legatie, Mr. T. M. Roest van Limburg, thans builen werkelijke dienst, be
noemd tot Z. M. Zaakgelastigde bij bet Hof van Portugal.
De Minister van Binnenlandsche Zaken wordt morgen in deze residentie
terug verwacht.
Door het Departement van Binnenl. Zaken is, bij besluit van 16 de
zer, aan de Ileeren Ypeus Rodenhuis Pz.Zeehandelaar, Gilles Valckenier
Fabriekant, en Jacobus Sjoerds Ilannema, Traliekant en binneulandsch Hande
laar, allen te Harlingen, vergunning tot wederopzeggens toe verleend tot het
aanleggen eener stoombootdienst tusschen die stad en Amsterdamover Enk
huizen heen en terug, tot vervoer van personen en goederen, volgens een
gelijktijdig goedgekeurd reglement met daartoe betrekkelijke tariven. Met
die dienst mag echter niet worden aangevangen dan nadat door de onderne
mers de gevorderde borgtogt zal zijn gesteld.