KONINKLIJK NEDERLANDSCH INSTITUUT.
•werklieden, en ook van uwe arbeidzame landbouwers. Allen hebben, in
verschillenden graad, die oordeelkundige weetgierigheid, dien buigzamen en
levendigen geestdie opgeruimdheid van zin en die hoffelijkheid aan den
dag gelegdwaardoor de bewoners dezes lands zich zoo zeer onderscheiden.
Gedurende langen tijd hadden de beroemde mannen der beide natiën
wederkeerig de verdiensten hunner overzeesche naburen weten te schatten
maar het Engelsche volk kon sedert eeuwen van de Franschen niets anders
dan hunne dapperheid en hun krijgs-genie kennen.
»Na een 36-jarigen vrede, heeft de tentoonstelling aan mijne landgenooten
van alle standen de gelegenheid verschaft, van nabij te beschouwen die ver
standelijke en zedelijke hoedanigheden die de Franschen zoo zeer doen uit
blinken in de kunsten des vredes
»Eene buitengemeene groote, ecne voorbeeldelooze schrede is dit jaar ge
daan, ter vernietiging van alle nationale vooroordeelen.
Ik vraag u verschooningmijne Hecrenzoo lang van uw geduld te heb
ben misbruik gemaakt.
nik dank u uit den grond mijns harten voor de welwillende aandacht
mij verleenden ik vraag verlof, met een glas van dezen wijneen der zoo
heerlijke voortbrengselen van uwen bodem, een dronk te brengen op den
staatkundigenmaatschappelijken en handels-voorspoed van de stad Parijs
Deze rede die gedurig door luide goedkeuring werd afgebroken, deed ten
slotte een herhaald vreugdegejuich opgaan.
De Fransche gasten stelden toasten in op Koningin Victoriaop Prins Al-
bert, op de Engelsche natie.
De Lord-Mayor was nu veel spraakzamer, dan toen hij aan het stationsge
bouw den Prefect voor het eerst ontmoette en te 9 uur hield hij reeds zijne
derde toespraak, in het Engelsch. De Prefect, vreezende dat de overzeesche
castenwien goed zitten niet ligt verveeltdit tot het krieken van den da
geraad mogten uitstrekkenstond op en met hem de 500 fcestgenooten. Al
len verspreidden zich in de zalen van het stadhuis, terwijl het noodige tot
de tooneelvoorstelling en het concert werd aangebragt. De Doctor tegen wil
en dankvan Molière, vermaakte de gasten.
Het concert begon ten 11* ure, het orkest bestond uit 200 personen. Te
middernacht zag men vele gasten verdwijnen.
Geen wonder dat dit banket stof gaf tot veel genoegen en tot allerlei vro
lijke opmerkingen. Men zag er een Aldermen wandelen, met zijne vrouw,
die bedekt was met diamanten. Hij deed handel in walvischtraanen won
een verbazend fortuin. Binnen drie jaren zal hij Lord-Mayor zijn. Hij begon
zijne loopbaan als scheepsjongen op een walvisch-vaarder. Ook liepen er en
kele zonderlingen rond in de zalen van het stadhuis. Het feest liep tot aller
genoegen af.
Buiten het stadhuis schijnt het minder ordelijk te zijn toegegaandan in
het gebouw. Bijkans de geheele municipale garde was onder 't geweer en
hield de menigte op een grooten afstand van het stadhuis. Het schijnt ech
ter dat de overheid het noodig heeft geoordeeldom nog al krachtige maat
regelen van voorzorg te nemen. Ecne menigte verdachte lieden, die in kielen
waren gekleed, waren om en bij het gebouw vereenigd en noodzaakten de
rijtuigen, in welke de gasten gezeten waren, om stapvoets te rijden. Vele
dier lieden ontzagen zich niet om de vreemdelingen allerlei dreigementen toe
te voegen, en herhaaldelijk werd de kreet van: »weg met de rijken!" ge
hoord. Van eene Napoleontische zijde wordt verkondigd, dat er een complot
was gesmeed, om de rust te verstoren. In elk geval strookt hetgeen is voor
gevallen zeer weinig met hetgeen Lord Granville in zijnen feestdronk heeft
gezegd over de beleefdheid der Fransche natie. De Anti-Ministeriële dagbla
den keuren de ontwikkeling eener talrijke krijgsmagt bij het stadhuis zeer
af en maken de opmerking, dal de overheden der City, in welke geen sol
daat mag binnenkomenwel vreemd moeten hebben opgezien over de menigte l
militairen waardoor zij hier ter stede omringd zijn geweest.
Zondag jl. bragten onze voorname vreemde gasten een bezoek te Ver
sailles. Zij begaven zich in rijtuigen derwaartsbezochten het museum
enz., enz., en verlustigden zich met eene ontelbare menigte Parijzenaars, in
het beschouwen der heerlijke -waterwerken.
Heden middag ten 2j ure begaven zich de EDgelschen naar den President
der Republiek te St. Cloud. Men merkte aandat zij Frankrijks eersten ma
gistraatspersoon nu voor het eerst zouden zien en spreken. Deze kwam op het
kasteel ten 3 ure en eenige minutenen de Lord-Mayor en zijn gevolg ten
dj ure. De Voorzitter der Republiek liet den Lord-Mayor door een zijner Ad
judanten van zijn rijtuig afhalen. Sir Charles Musgrove is een man van on
geveer 60 jaren van een eerbiedwaardig voorkomen. Men meldt niet dat de
Voorzitter zich met hem heeft onderhouden 't geen daaraan zal zijn toe te
schrijvendat de Lord-Mayor geen Fransch spreekt. De Voorzitter heeft
daarentegen veel gesproken met Lord Grandville. Overigens heeft dien avond
waarop men zulk een uitgezochte kring van de aanzienlijkste personen uit
Londen en Parijs bijeen zag, voorzeker eene der zeldzaamste en merkwaar
digste feesten opgeleverd, die ooit te St. Cloud zijn gevierd.
Een ondernemend man te Bordeaux houdt zich bezig met het regelen
van een pleiziertogtje rondom de wereld, waaraan men deel kan nemen voor
-4,500 fr. den persoon.
FEAKHFORT.
4 Augustus.
De berigten uit Baden en AVurtemburg luiden bij voortduring hoogst treu
rig met opzigt tot de ontzagchelijke verwoestingenwelke door het hooge
water aldaar zijn aangerigt. In haren omvang en gevolgen, wordt deze
overstrooming met die van 1824 gelijk gesleld. De post-verbindingen waren
gednrende eenige dagen, in alle /igtingen afgebroken. Op den Neckar, de
Meinzelfs op den Rijn is de scheepvaart zeer belemmerddaar deze rivieren
op vele plaatsen buiten hare oevers zijn getreden. In deze anders zoo vrucht
bare gewesten heeft het veldgewas, bijzonder het graan en de aardappelen,
eene onberekenbare schade geleden.
VEREMIGDE STATEN.
NEW-YORK, 24 Julij.
De Cholera heerscht in onderscheiden Staten der Unie in eenen hevigen
graad.-De hitte is hier bijna ondragelijk, en onderscheiden menschen zijn
door zonneslag getroffen.
Uit Californie is voor ruim een millloen dollars aan stofgoud aangebragt.
Het Engelsch stoomschip Cormorant heeft bij Rio-Janeiro eene Brasi-
liaansche stoomboot genomen, die den slavenhandel uitoefende. Zij is naar
zee gesleept en men heeft ze in de lucht doen springen.
CHINA.
HONGKONG, 1 April.
De Keizer heeft doen afkondigen dat allen lieden boven 80 jaren ecne ze
kere rang zal worden toegekend, die den knop die dit aantoont, op hunne
mutsen zullen dragen. Deze gunst des Keizers is overal bekend gemaakt,
doch er zijn weinigen die hunne aanspraak er op laten geldenomdat de on
kosten die er oploopen, de eer er van, verre te boven gaan. Zij die 120ja
ren bereiken zullen een som gelds ontvangenvoor hen zal een triomfboog
worden opgerigt en hun de zesde graad van Mandarijn worden verleend. Wei
nigen hebben zich ter bekoming dier voorregten opgedaan.
In het westen zijn de onlusten zoo hoog gerezen dat men de gewone opent-
lijke examens heeft moeten uitstellen't geen den ganschen loop der maat
schappij stremt, daar hiervan alle voortgang afhankelijk wordt gemaakt. Die
examens zijn niet aljeen voor jongelingen, men ziet er ook grijsaarts zitten
die van jaar tot jaar worden afgewezen, aan welke de Keizer eindelijk uit.
genade den Meester-rang verleent. Voor 't algemeen beteekenen nogtans die
examens niet veel en bestaan meest in woordenpraal.
De tijding van het vele goud in Californië heeft ook hier de opmerk
zaamheid getrokken en de begeerte gaande gemaakt, en geene verhalen van
heerschende ziekten of andere wederwaardigheden kunnen de menigte afschrik
ken. Wekelijks schepen zich bij honderden in.
De Heer J. Teissèdre l'Ange deelde in de vergadering der derde Klasse van
den 17(le" Maart jl. eenige opmerkingen mede over den ouderdom der Wal
denzen. Ter inleiding staat de spreker stil bij de belangstelling door het
Protestantsch Europa ten allen tijde aan de Waldenzen betoondvooral ook
in ons Vaderland nog door de collecte van 1825. Een Comité Vaudois bij de
Waalsche gemeente onderhoudt nog altijd de betrekking tot de AValdenzen.
In de laatste jaren is hun lot zeer veel verbeterden onder de tegenwoordige
Constitutie van Sardinië mag men zich vleijendat zij niet weder aan de
vroegere vervolgingen zullen zijn blootgesteld.
De Heer l'Ange toont daarophoe eene oordeelkundige beschouwing van de
documenten der geschiedenis van de AValdenzengrooten twijfel omtrent den
vermeenden hoogen ouderdom hunner gezindheid doet voeden. Die documen
ten door Leger verzameld, en deels te Genève, deels te Cambridge berustende,
en, volgens het oordeel van Monastier, Histoire de Vèglise Vaudoisegroo-
tendeels uit de 12dc eeuw afkomstig, zijn door Prof. Herzog in zijne Obser
vations in het Journal van Colani ter toets gebragt. Uit deze Observations
deelt de Heer l'Ange eenige uittreksels mede. Professor Herzog erkentdat
de AValdenzen voorloopers waren der hervorming; maar de bezadigde kritiek
hunner menigvuldige schriften leert, dat de benaming van opvolgers der
apostelendie de AA'aldenzen zich toekennen slechts in geestelijkenniet in
historischen zin kan worden opgevat. Halm stelt den oorsprong van de ge
meente der AValdenzen omstreeks den aanvang der 12<lc eeuw en tracht dit te
bewijzen uit den aavang der Nobles leseons. Doch ook dit is nog te vroeg,
en de plaatswaarop men zich beroepten die weinig afdoetwordt weer
sproken door vele sporen van lateren tijd in hetzelfde gedicht bevat; bijv. de
vele toespelingen op de vervolgingen door de AValdenzen ondergaan. Omtrent
andere bandschriften merkt Herzog opdat de datumswaarop zij doorgaan
niet in de handschriften zelve bevat zijn. De Confession de Foi kan niet
ouder zijn dan de hervorming. Het resultaat der Observations is dat de
geschiedenis der oude AValdenzen nog moet geschreven worden.
In de zitting van den 31sten Maart, sprak de Heer Karsten over de rede
van Demosthenes pro Corona. Dit stukwaarin de redenaar zich tegen de
beschuldigingen van zijn tegenstander Aeschincsdie hem de burgerkroon
betwistteverdedigtis een der belangrijkste documenten voor de geschiede
nis van dat zoo gewigtig tijdperken tevens bet meesterstukde kroon dei-
Attische welsprekendheid. Demosthenes legt daarin zijne gansche staatkundige
loopbaan open; zijne gezindheid, zijne plannen en staatshandelingen gedu
rende den moeitevollen strijd tegen den zoo sluwen als magtigen Philippus
en niet minder legen de laauwheid zijner burgers en tegen de kuiperijen van
volksleiders, die de vrijheid huns vaderlands veil hadden voor het goud van
den Macedoniër. Zijne taal en stijl zijn een model van echte, gezonde wel
sprekendheid. Een zoodanig stuk verdient wel van alle zijden toegelicht, en
opgehelderd te worden en daartoe was het dat de spreker thans eenige losse
bijdragen aan de Klasse mededeelde.
In de tweede plaats behandelde de spreker het grafschrift op de gesneu
velden bij Chaeroneadoor Demosthenes aangehaald pag. 322, 289 sq.