BUITEiVLANDSCHE BERIGTEN.
33 Mijnheer de Prefeetmijne HeerenVeroorlooft mijin zeer slecht
Fransch wel is waarmaar niettemin met een opregt hartu in naam van
Prins Albert en van de Koninklijke Commissie, dank te zeggen voor de eer
welke gij hun bewijst.
33In Engeland had de begeerte zich geopenbaard, om eene soort van die
Nationale Tentoonstellingen te beproevenwelke hier eene zoo goede uitkomst
hadden geleverd, en die zoo nuttig waren geweest. Prins Albert dacht men,
dat dit denkbeeld op eene grootere schaal zou kunnen opvatten en de voor
deden er van "uitbreidenindien op een tijdstipwaaropdoor de vorderingen
der wetenschap en door de alom verspreide beschaving, eene toenadering van
alle landen plaats vond, al die landen werden uitgenoodigdgezamentlijk
hunne zoo verscheiden voortbrengselen ten toon te stellen.
33Het kwam hem voor, dat eene dusdanige Tentoonstelling zou strekken,
tot aanwijzing van den vooruitgang der tegenwoordige beschaving, en dat,
terwijl zij ons zou leeren den Schepper aller dingen te danken voor de wel
daden, waarmede Hij ons heeft overladen, zij ons levens zou leeren, hoeveel
men tot het algemeen welzijn kan bijdragen, door de verbroedering van de
individus niet alleen, maar van de natiën.
33 Mijne Heerenwij brengen ook aan de Franschendie bijdragen tot de
Tentoonstelling hebben gezonden, onzen dank voor den luister, dien zij door
hunne werken aan de Tentoonstelling hebben bijgezet. Ruimschoots hebben
zij hunnen ouden roem gehandhaafd, zoo wat de vindingrijkheid betreft als
den fijnen smaak, die in de bewerking hunner voortbrengselen merkbaar is.
Ik hoopdat de opofferingen van tijd en gelddie zij zich hebben getroostniet
geheel verloren voor hen mogen zijnzelfs uit een handels-oogpunt beschouwd.
Ik hoop tevens dat zij zich niet naijverig zullen toonenindien wij van onzen
kant een weinig voordeel trekken van de lessen, die zij ons hebben gegeven.
l.eyden, Meppel, Smilde eu Zwolle weiden genoemd. De zaak za alzoo
overeenkomstig een door de synode aangenomen voorstel van twee liarer le
den, aan iedere provincie worden aanbevolen. Evenwel werd besloten dat
Ds. T. F. de Haan, sedert eenige jaren werkzaam tot opleiding van toeko
mende Leeraren, tot welke betrekking hij door de provinciën Friesland en
Groningen was benoemd en die hem nog bezoldigden, zoude blijven in zijne
tegenwoordige woonplaats en werkkring, docli dat door de onderscheidene
provinciën zou worden bijgedragen voor niet minder dan de helft van het
traktement diens Leeraars.
Voorts bepaalde de synode, dat een Leeraar binnen den tijd van zes we
ken zich zal moeten verklaren ten aanzien van de op hem uitgebragte be
roeping.
Op een voorstelstrekkende tot herziening van de kerkorde van Dordrecht
en deze overeenkomstig de tegenwoordige behoefte te veranderen, oordeelde
de synode, dat dit voor het tegenwoordige niet raadzaam is.
Onder de verscllillende soorten van kool die er al zoo in de wereld
verkocht worden vindt men ook bloemkool.
De boeveelheden bloemkool, in de jongste dagen van hiernaar Duitsch-
land uitgevoerd, zijn buitengewoon aanzienlijk. Ook zijn in de vorige week
bloembollen bij duizenden Neder]ponden langs den Rijn-Spoorweg vervoerd
geworden.
ZWOLLE5 Augustus.
In de vorige week is onder militair geleideherwaarts vervoerdde
bekende fuselier Steijlaartsdie te Leeuwarden is veroordeeldter zake dat
hij de R. C. geestelijken aldaar zoude gelasterd hebbenvoor welk feit hij
thans voor hel militaire geregt te Utrecht in hooger beroep zal teregt staan.
GIGELAIÏD.
LONDEN, 5 Augustus.
Do Minister Russell heeft in de zitting van het Lagerhuis van eergisteren
het antwoord der Koningin medegedeeld op het adres waarbij het Huis ver
zocht had het gebouw der Wereld-Tentoonstelling vooreerst nog niet te doen
afbreken. Dit antwoord houdt alleen indat het noodig zal zijnverschei
dene punten in ernstige overweging te nemenalvorens tot een besluit be
treffende de instandhouding van het gebouw te komen.
De Aartsbisschoppen, Bisschoppen en Leeken, uitmakende de door de
kerkvergadering van Thurles benoemde commissie tot oprigting eener Katho
lieke Hoogcschool in Ierland, hebben eene openbare oproeping tot de geloovi-
gen in Engeland, geestelijken zoowel als leeken, gerigt, om bijstand tot de
stichting dier nationale instelling. De oproeping is door de Prelaten onder-
tcekendniet alleen met de aanduiding van hun kerkelijken rangmaar
ook, in strijd met de titelwct, met de aanwijzing van hun kerkelijk gebied.
FRAKARUK.
PARIJS, 5 Augustus.
De feestendie in den avond van den 2den eencn aanvang hebben ge
nomen ter eere van de Commissarissen der Londensche Tentoonstellingzul
len 5 dagen duren.
Het banket telde 500 couverts, elk couvert zal op 80 francs komen,
de wijn daaronder begrepen en alzoo in het geheel 40,000 frs. kosten.
Aan tafel namen plaats 270 Franschcn en 230 vreemdelingen en er kon
den des noods ook slechts 503 aanzitten, maar elk kreeg eene grootere
ruimte, wijl 28 personen bedankten.
De President der Republiek en de Aarts-Bisschop van Parijs bedankte voor
de uitnoodiging.
Vrijdag avond kwamen de vreemde gasten alhier aan.
Toen de Lord-Mayor vergezeld van zijne nichtuit den wagen stapte
bood de Heer Sallandrouze de la Mornaix hem zijn arm en geleidde hem
naar den Prefect der Seine. Daar echter de Prefect geen Engelsch en de
Lord-Mayor geen Fransch sprak, bleef de eerste kennismaking bij een harte-
lijken handdruk. Beide vreemdelingen en de Heer Sallandrouze, stapten in
het rijtuig van den Prefecteen escorte omringde den stoet en de togt werd
voortgezet naar het stadhuis.
Later stroomden nog een 1000 tal genoodigden voor het banket of voor het
bal en concert, naar het huis der gemeente.
De 500 gasten waren verzocht om Zaturdag middag ten 6 ure op het
stadhuis te komen.
De eetzaal en tafel leverden een heerlijk gezigt op. In navolging der En-
gelsche gewoonte, had men ook hier een geheelen os gebraden, maar hij
werd zoodanig niet opgedragen. Toen het banket ten einde liepnam de
Prefect der Seine het woord en zeide onder anderen
Mijne HeerenIk stel een toast in op de edele gasten der stad Parijs
op de Commissiedoor de Engclsche Koningin benoemdom de Wereld
tentoonstelling te regelen op Prins Alberthaar doorluchtigen President
op de uitvoerende Commissie, en op de internationale Jury. Eere, aan het
gewigtig denkbeeld, dat in één zelfde paleis de wonderen van het mensche-
lijk vernuft herbergt
BOp het industriëel congres, dat wezentlijke vredes-congrcskomen de
volkeren bijeen vergeten oude grieven en in tegenwoordigheid der kunstwer
ken van allen, willen zij slechts ééne groote familie vormen.
33 De stad Parijs schrijft met trots den 2den Augustus 1851 in hare stede-
I lijke geschiedrol; het is voor haar een gedenkwaardige dag en waarvan haar
I bestuur steeds een aangename herinnering zal bewaren.
3>Dank alzoo aan onze gasten, dat zij hebben willen aanzitten aan dit
vriendschappelijk banket. Het stadhuis is er hoogmoedig op, dal het die
I gasten herbergt. Ik drink op onze gasten ik drink op het industriëel
genie aller Natiën op de Koninklijke Commissie te Londen op de inter-
nationale Jury!"
Vóór de Heer Berger dien toast uitsprak, dronk hij er een op den Presi-
I dent der Republiek. Men zegt dat zulks weinig geestdrift verwekte en be
weert ook, dat zoodanige toast door de vreemde gasten moest zijn ingesteld.
Lord Granville beantwoordde den Prefect, en iemand, van letterkundig ta-
I lent en tact, zeide, dat er geen enkel woord werd gezegd, wat beter gezwe-
I gen werd, en dit kan men van alle tafel-toasten waarlijk niet zeggen.
Er zijn echter, die meer attentie bewezen hebben aan den tegenwoordigen
I Franschen regeringsvorm, en die het hindert, dat Louis Napoleon wel als
I Prinsmaar niet als President der Republiek werd genoemd.
Lord Granville sprak aldus:
33Wat mij betreft, mijne Heeren! de indrukken mijner kinderjaren, de
banden die ik sedert heb aangeknoopt, de herinnering die gij wel hebt ge
lieven te bewaren aan hem, wiens naam ik draag en die zoo vele jaren heeft
gewijd aan de naauwere aaneensluiting van den band tusschen Engeland en
uw schoon Frankrijk, dat hij had lecren beminnen en eerbiedigen als een
tweede vaderlanddit allesmaaktdat ik èn trotsch èn verlegen ben de
zoo luttel verdiende eer te genieten van de tolk der Commissie te zijn bij deze
schitterende vergadering bij een feest, welks pracht slechts door het gast
vrije en hartelijke van uw onthaal wordt geëvenaard.
3>lk ben door Prins Albert, alsmede door mijne medeleden der commissie,
bepaaldelijk belast, Prins Lodewijk Napoleon en zijn Gouvernement dank te
zeggen voor hunne bereidvaardige medewerking, voor de verstandige en ver
lichte maatregelen, die zij genomen hebben, om de vooroordeel en te verdrij
ven die zich nog konden verheffenen voor de keusdie zij Kebben gedaan
der personendie met zoo veel bekwaamheid en eensgezindheid tot de Ten
toonstelling hebben bijgedragen.
33Wij maakten er gecnc aanspraak op, eene Engelsche Tentoonstelling te
houden van de Wereld-Industrie; wij beschouwden het veeleer als eene groote
eer, den anderen volken de middelen aan te bieden, hunne eigene Tentoon
stellingen te houdenals zamenhangende deelen van een zoo groot geheel.
Vooral zijn wij erkentelijkheid verschuldigd aan die uitstekende mannen
der wetenschap, der kunst en der nijverheid, die Frankrijk ons als leden der
jury heeft gezonden. Onze inrigting, als vrijwillige vcreeniging, heeft ons
bepalingen doen maken, strijdig met de ondervinding door de Franschen,
vroeger als leden van industriële jury's opgedaan. Zij hebben echter geen
oogenblik opgehoudengedienstiglijk hunne pligten te vervullen. Geene
meening werd verworpenalles werd vrij en rondborstig overwogen en bij
stemming beslist en het waren vooral de Franschendie het eerst de ver
diensten van de exposanten der andere naliën aan het licht hragten.
33 Na den afloop van een arheid van zeven of acht uren daagsgedurende
twee maanden, zijn zij van hunne medeleden gescheiden in eene volmaakte
overeenstemming, en hebben zij in Engeland geen anderen indruk, dan dien
van welwillendheid en eerbied achtergelaten.
33 Vergunt mijook een woord te zeggen van de bezoekersdie Frankrijk
ons heeft gezonden, om de tentoonstelling te bezigtigen. Onder hen waren
eenige uwer meest beroemde staatsmannenletterkundigen en krijgslieden. Er
waren vertegenwoordigers van die uitstekende namendiesedert de middel
eeuwen de geschiedenis van Frankrijk en van Europa tot sieraad hebben
verstrekt er waren van die burgers, die tot de welvaart uwer natie zoo
veel hebben bijgedragen er waren vele van uwe verstandigevindingrijke