MIDDELBURG 5 .Junij.
Thans is het programma bekend gemaakt van het Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappenhetwelk zijne jaarlijksche algemeene vergadering den
gdcn April had gehouden. Als prijsvragen, te beantwoorden vóór 1 Oct.
1852, zijn uitgeschreven:
1°. Eene grondig bewerkte Levensgeschiedenis van Jacob Catsen daarbij
als aanhangsel, eene voldoende Bibliographische opgave zijner geschriften.
2°. Kan de hulpbehoevende arme in een' Staat, waarin men de bedelarij
als eene strafbare daad beschouwt, geacht worden, regt te hebben op on
dersteuning
3°. Onder welke omstandigheden verkrijgt een Staat, waarin het beginsel
van vrijen handel is aangenomen, het regt om het opkoopen van levensmid
delen, althans in deszelfs meest verderfelijke uiterste, tegen te gaan?
Wat heeft de ondervinding tot dusverre geleerd omtrent de middelen, hier
of elders ten dien aanzien beproefdhetzij door strafwetten en markt-regle-
menten, hetzij door tijdelijke belemmering van uitvoer, of dergelijke?
En welke zijn de meest doelmatige middelen, om met de minst mogelijke
belemmering van den vrijen handelaan het hier bedoelde opkoopen paal en
perk te stellenof althans een tijdelijk volslagen gebrek van voedingsmiddelen
op de meest bedreigde plaatsen te voorkomen?
BUITENLANDSCHE BERIfrTEX.
E1VGELAW19.
LONDEN, 4 Junij.
Het Lagerhuis heeft eergisteren beraadslaagd over een wetsvoorstel van een
zijner leden, Lord Melgundstrekkende om de thans ongenoegzame mid
delen van volksopvoeding in Schotland uit te breiden en aldaar een school-
wezen te vestigenhetwelk niet onder toezigt der kerk van Schotland of van 1
eenige andere kerkelijke gezindheid zou staan. Hoewel door de Regering
ondersteund, is het voorstel met 137 tegen 124 stemmen verworpen.
Volgens eene aan het huis medegedeelde opgave, zijn in het driejarig tijd
vak eindigende met 31 December 1850, ter gouvernements-drukkerij te za-
men 1,157,500 Bijbels en 752,000 Nieuwe Testamenten gedruktin de
O.xfordsdie drukkerij 875,750 Bijbels en 750,000 Testamentenen in die te
Cambridge 138,500 Bijbels en 204,000 Testamenten.
De naar Oostenrijk bestemde brieven zullen voortaanop verzoek van
de Oostenrijksche Regeringover België en Pruissenin plaats van over
Frankrijk gaan.
In het laatste halfjaar van 1850 werden op de spoorwegen vervoerd
40,991,919 personenvan welke bij niet te voorkomen ongelukken 9 het
leven verloren hebben en 138 verwond zijn geraakt; door eigen onvoorzig-
tigheid zijn omgekomen 13 en verwond geworden 9. Van de beambten aan
die spoorwegen zijnten gevolge van ongelukkige voorvallen omgekomen
34 en verwond 11 en eindelijk nog zijnten gevolge van het roekeloos
dwars over den spoorweg willen overloopcn omgekomen 26 personen en ver
wond geraakt 6. Alzoo hebben in het laatste half jaar van 1850op de ge-
zamentlijke spoorwegen van Groot-Brittannië en Ierlandhet leven verloren
122 personen; (dat is: 120 op iedere millioen of 12 op ieder 100,000 of
ruim 1 op de 10,000) en zijn er 189 verwond geraakt.
91 El Ij 3 113.
BRUSSEL, 6 Junij.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft in den Senaat aangekondigddat de
Ministeriële krisis is geëindigddoordien al de Ministers aan het roer van
Staat blijven.
In die zitting heeft genoemde Minister verklaard dat de onderhandelingen
der Regering met de Katholieke Prelaten over de uitvoering van art. 8 der
wet op het middelbaar onderwijs, nog tot geene bevreedigende uitkomst had
geleid. AA'ij hadden gehoopt, zeide de Minister onder anderen, dat het ons
met den geest van inschikkelijkheid, die ons bezielt, gelukken zou eene me
dewerking te verwerven op welke wij het regt hadden te rekenen wegens de
groote gematigdheid, door ons steeds aan den dag gelegd.
Zoolang de geestelijken belet zullen worden het godsdienst-onderrigt aan de
leerlingen te komen geven, zullen deze dat onderrigt kunnen ontvangen op
dezelfde wijze als de andere kinderen die de scholen niet bezoeken, te weten
in de kerken. In zekere inrigtingen zal, zoo hare antecedenten en de plaat
selijke gesteldheid blijken zulks toe te laten, het onderrigt in den catechis
mus door leeken kunnen worden gegeven.
Zóó denken wij art. 8 uit te voeren, zoolang wij de regtstreeksche mede
werking der geestelijkheid zullen missen. Maar het ware wenschelijk, dat
een staat van droevige verdeeldheid plaats maakte voor een staat van vrede,
waaraan het openbaar onderwijs groote behoefte heeft; en daartoe vragen wij
de medewerking van alle goede burgers.
Buitendien is de weigering van medewerking niet iets nieuws. Onze wet
had ten doel en moest ten gevolge hebbenden vroegeren staat van zaken te
doen ophouden. Sedert een zeker aantal jaren waren de meeste onzer ge
meentelijke inrigtingen van onderwijs van de medewerking der geestelijken
verstoken, maar daar deze inrigtingen genoegzame waarborgen aan de ouders
bleven aanbiedenzijn deze voortgegaan hunne kinderen derwaarts te zenden.
Zóó zal het ook zijn met de inrigtingen onder bestuur des Staats. AVij heb
ben al het mogelijke ingewilligd; de publieke opinie, de regter over beide,
zal weten, waar de schuld ligt, zoo het godsdienst-onderrigt in onze scholen
mogt gemist worden.
Alhier is Maandag 11. de verkoop van het belangrijke Kabinet van Schil
derijen van den Heer Saceghem aangevangen. Verscheidene voortbrengselen
van de oud-Hollandsche schilderijen hebben kapitale prijzen opgebragt, zoo
als blijkt uit de volgende opgave; A. Cuyp 7700 fr.Ph. AVouwermans
7600 fr.; Ruysdael 2700 fr.; van de Velde 2550 fr.; A. v. Ostade 58,500 fr.
Hobbema (de Molentjes) 78,000 fr.nog een van denzelfden 22,600 fr.
Ph. AVouwermanseene jagtpartij, 17,000 fr.van der Ileyden 8000 fr.
G. van de Velde 7300 fr.AVijnants 5100 fr.; van Slrij 1900 fr.Ph. AVou
wermans 990 fr.A. van Ostade 2950 fr.van der Neer 1400 fr.D. Te-
niers 1200 fr.P. Potter 1600 fr.Berchem 4500 fr.van Mieris 27,200 fr.
De verkoop gedurende de beide eerste dagen heeft in het geheel 297,985 fr.
opgebragt.
FRAHEiHIJK.
PARIJS5 Junij.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft in de AVetgevende Vergadering een
wetsontwerp ingediend tot verlenging van een jaar der wet van 19 Junij
1849, waarbij het houden van staatkundige vereenigingen verboden wordt;
de Minister verzocht dat de vergadering zich voor de urgentie zou verklaren,
hetgeen, nadat het hevig bestreden was, met meerderheid van stemmen is
goedgekeurd.
Heden had met veel plegtigheid de heropening plaats van de Louvre
en het daarin aanwezige museum onder den toevloed van bijna alle man
nen van naam op het gebied van kunsten en wetenschappen. De Mi
nister van Binnenl. Zaken deed bij deze gelegenheid eene aanspraak aan den
President der Republiekwelke door dezen beantwoord werd.
De Heer Mariette, een jong Fransch geleerde, die door de Fransche
regering naar Egypte gezonden was, om zekere oude handschriften op te
sporen en te vergelijken heeft onder de puinhoopen der aloude Egyptische
hoofdstad Memphis de overblijfsels van het Serapeum ontdekt en ten deele
reeds doen opdelven. Op aanzoek der Parijsche academie van opschriften en
fraaije letterenheeft de Fransche regering besloten den Heer Mariette de
middelen tot voortzetting zijner nasporingen en tot bekendmaking harer uit
komsten te verleenen.
Het bestuur der zendingen tot verbreiding van het R. K. geloof, heeft
zijn verslag over 1850 bekend gemaakt. Een geacht Parijsch dagblad deelt
dienaangaande het volgende mede
»De inkomsten der inzending zijn tot fr. 3,082,729 gestegen, dat is fr.
238,000 meer dan in 1849. Vroeger trok zij hare inkomsten voor de helft
uit Frankrijk en voor de andere helft uit vreemde landen; maar allengs zijn
de bijdragen uit Frankrijk vermeerderd en de anderen afgenomen. Dit is
een der vele gevolgen daarvan dat de nationale geest zich allerwege meer
doet gelden; zelfs de Katholijke kerk kan zich aan den invloed van dien
geest niet onttrekken. Zoo hebben Oostenrijk en Spanje thans eigen zen
dingen. Spanje heeft dan ook in 1850 aan de Fransche zending slechts
fr. 8393 en Oostenrijk fr. 4600 geleverdterwijl Lombardye fr. 36,000
Zuid-Duitschland fr. 41,895, Pruissen fr. 162,704, Zwitserland fr. 46,452,
en Nederland fr. 85,330 bijdroeg.
«Ongelooflijk groot is het aantal Priesters en kerken, welke uit deze in
komsten ondersteund of onderhouden wordenvooral in vergelijking met
hetgeen Protestantsche zendingen besteden. Het verschil ontstaat vooral daar
uit dat de ongehuwde Katholijke Priester minder behoeft, en geene verzor
ging van nabestaanden nalaat.
«De organisatie der Katholijke zendingen laat weinig te wenschen over;
er onstaan wel soms geschillen tusschen de onderscheidene geestelijke orden,
maar deze worden binnen 's huis afgedaan.
«Het grootste gebrek is de geringe mate van beschaving der meeste zen
delingen welke uit de in druk uitgegevene brieven van zendelingen blijkt
en die uitgegevene zijn ongetwijfeld nog de beste. Men ziet in die brieven
vromemet weinig tevredenedikwijls zeer ondernemende mannenmaar
die meerendeels onverdraagzaamliijgeloovig en van hoogere beschaving ver
stoken schijnen.
Een brief van den Heer PerrocheauBisschop der Chineschc provincie
Se-tschuen geeft verslag van het zendingswerk aldaar in 1850. llij ont
vangt jaarlijks 29,620 fr. voor zijne zendingwelke som hij grootendeels
besteedt tot betaling van minnen en reizende kwakzalvers, die het land af-
loopen en onder voorwendsel van de zieke kinderen te genezenze heimelijk
doopen. Zoo had hij in 1849 niet minder dan 99,807 Heidensche kinderen
doen doopen, doch in 1850 werden slechts 94,191 gedoopt, welke vermin
dering hij toeschrijft aan geldgebrekweshalve hij op het zenden van meer
der fondsen aandringtvoor elke honderd frankenzegt hij kunnen
wij 300 tot 400 kinderen doopen."
«Als men de lijst der zendingposten nagaat, vindt men er in alle lan
den, waar andere Christengezindten zendingen hebben, terwijl geen zorg ge
dragen wordt voor landendie voor andere gezindten gesloten zijn. Die
onderlinge strijd der zendingen heeft ten gevolgedat de ijver en de hulp
middelen waarmede de heilige zaak had kunnen worden bevorderdvan
weerszijden worden verspild in pogingen tot verhindering van het goede,
hetgeen van de andere zijde had kunnen worden gedaan."
POKTUGAL.
LISSABON, 28 Mei.
Het Ministerie Saldanha heeft 3 belangrijke besluiten genomenhet eerste
intrekking van het besluit van Don Pedro, en wering uit den Senaat van al
degenen die in 1828, het adres aan Don Mignël onderteekend hadden welk