Met genoegen hoorden wij een groot aantal personendie dezer dagen het palcis bezochtenmet lof spreken over de zorgdie er in den laatsten tijd is besteed aan het onderhoud en de versieringen van dat grootsche ge bouw dat op het verbazend groote dak thans geene enkele lei ontbreekt dat voorzeker eene hoogst noodigemaar ook kostbare verbetering was. Ove rigens viel de zindelijkheid van het paleis thans in het oog. Het kristal en verguldsel der honderde kroonendie de waskaarsen dragende marmeren beelden en pilasters in de groote zaal en de oude schilderstukken alles ziet er helder uit; de gordijnen en draperiën schijnen als geheel nieuw. De oude vlaggen gedenkteekenen van Nederlandsehen wapenroemwegens ou derdom opgerold waren weder ontplooid. Het zal gewis de bewoners der hoofdstad en eiken Nederlander verblijden dat Z. M. de Koning er alzoo prijs op stelt en daartoe ook geene kosten te lief lleeftom het paleis in een toestand te houden en zoo noodigte bren gen als overeenkomst met de waardigheid van een Vorst, die er nu en dan eenige dagen vertoeft te midden van zijn Volk. Gisteren avond bragt Z. M. ten tweeden male een bezoek aan onzen schouwburg, alwaar, volgens Z. M. begeerte, werd opgevoerd: de geleerde Vrouwenvan Molière, vertaald door onzen geachten stadgenoot, den Heer Mr. C. II. Perk. Een hoogst aanzienlijk en talrijk publiek woonde de voor stelling bij. Z. M. hoorde en zag met blijkbaar genoegen dit geestig blijspel. Heden morgen omstreeks 10 ure heeft Z. M. met zijn gevolg onze stad verlaten en zich naar het Loo begeven, bij de ingezetenen alhier de aange naamste herinneringen van zijn bezoek achterlatende. Z. M. heeft tijdens zijn verblijf alhier, benoemd tot Kamerheer in bui tengewone dienst, Mr. R. J. Schimmelpenninekpractiserend Advocaat te de zer stede. Verder vernemen wij, datZ.M. bij besluit van den l"1011 dezer, nog benoemd heeft tot Ilidder Grootkruis der orde van de Eikenkroon, G. Graaf Schimmel penninek, Nederl. Gezant te Londen. Z. M. heeft voor het bezoeken van onzen Schouwburg, aan de Directie de hoogst aanzienlijke som van ƒ3,000 doen ter hand stellen. Naar wij vernemen heeft Z. M. aan het Stedelijk Bestuur eene som van ƒ2000 ter hand gesteld voor de algemeene armen dezer stad. Z. M. heeft als hooge beschermheer der MaatschappijArti et Amicitiae aan het bestuur doen toekomen eene som van ƒ200, bestemd voor het we duwen- en weezen-fonds. Eenige dagen geleden is eene waarzegster door een der Kantonregters alhier veroordeeld tot eene geldboete van zes gulden. De Vriend van Ar men en Kijkendit berigt mededeelende voegt er bij waarlijk het is een treurig bewijs van onverstand en bijgeloovigheiddat het nog noodig is dat tegen die soort van bedriegers straffen worden uitgesproken." Het Munt-Dépótgevestigd bij de Nederl. Bankter zake van de in getrokken gouden munt, bedraagt 27,954,970en strekt tot waarborg voor de muntbillettenwaarvan nog een gelijk bedrag in omloop is. verspreid en gretig gelezen wordtgetiteldDe dood van Jezussocialis tisch treurspel in vijf bedrijven en in verzendoor den Burger X. Sau- riacwaarin de Heiland over het eigendom en het kapitaal den vloek uit spreekt en gemeenschap van goederendes noods gewelddadig in te voeren predikt. »Zoo groot zegt de briefschrijver is de onwetendheid onzer handwerksliedendat zij de in dat treurspel aan Christus in den mond ge legde gezegden beschouwen als letterlijk en getrouw uit den bijbel vertaald! Dat is vrij wat gevaarlijker dan de bloeddorstige oproerkreten van het Co mité van verzet [Waar de bijbel verspreid en gelezen wordt, is zulke onkunde niet te vreezen maar acht men de duisternis voor het volk beter dan het licht onthoudt men hun den bijbelhoe ver zullen ze dan bij het bedriegelijk sche merlicht van eigene wijsheid niet afdwalen en wat zullen de gevolgen zijn?] De erfgenamen van den Heer Naundorff, die bij zijn leven beweerde de zoon van Lodewijk XVI te zijn, en den 10'lc" Augustus 1845 te Delft overleed hebben den 2dcn dezer voor de regtbank een regtsgeding aangevan gen tegen de Hertogin van Angoulèmedie van Parma en den Hertog van Bordeaux, ter verbetering van de acte van overlijden van den jongen Dauphin in 1795 te Parijs opgemaakt. De zaak is 14 dagen uitgesteld. De Advocaat Jules Favre maakt zich sterk te bewijzendat gezegde Naundorff wel deugdelijk de Hertog van Normandiede Dauphinde zoon van Lodewijk XVI geweest is. De berigten uit de Departementen over den afloop van den 4(,cn zijn alle geruststellend. Minder zijn die omtrent de werkeloosheid. Te Lyon staan de meeste fabrieken stilen de regering zou aldaar beginnen aardwer ken uittevoerenom den gemeenen man loon te laten verdienen doch ook tevens door eene toelage uit de stadskas en door bijzondere inschrijvingen den behoeftigen te gemoet komen. In het geheele zuiden van het land heerscht onder het volk eene bedenkelijke opgewondenheid. F as, T II A li. LISSABON, 28 April. De Graaf van Thomarverontrust over de nieuwe vorderingenwelke de opstand maakte, heeft den 27sten zijn ontslag als Minister ingediend, en is met de stoomboot tot Vigo gegaanwaar hij zal blijven tot dat nadere be rigten zijn gedrag zullen regelen. Zoo hij den post van Portugeesch Gezant bij het Spaansche bewindwaartoe hij door de Koningin benoemd iskan be houden zal hij te Londen de tentoonstelling bezoeken en dan naar Madrid terugkeeren. Bij zijne aankomst te Vigo, scheen de Graaf zeer ter nederge- slagen, terwijl hij zich zeer ongerust toonde over het lot zijner gemalin en kinderen, te Lissabon achtergelaten. Na zijn ontslag heeft de Koningin den Hertog van Terceica ontbodendie zich in het leger onder bevel des Konings bevond. Saldanha, die geen an der Minister aan het hoofd van het bewind wil zien dan zich zeivenheeft van Oporto een brief aan de Koningin gezonden, waarin hij haar doet weten, dat hij geenszins het zwaard getrokken heeft om tot het resultaat te komen, dat de Graaf van Thomar binnen eenige maanden weder aan het hoofd van het bestuur gesteld wordt. De eerste Minister moet de gevoelens van de meerderheid der bevolking uitdrukken. Den 29sten heeft Saldanha zijn intogt te Oporto gehouden. De burgerlijke en militaire autoriteitenbenevens de geheele bevolkingzijn hem tot op een afstand van 8 mijlen tegemoet gegaan, en hij is alom op dezen weg met geestdrift ontvangen. De Koning, wiens leger door de desertie zeer vermin derd is, heeft Coimbra den 27sl™ verlaten, om zich naar Lissabon-te bege ven; de lijfwacht is tot Saldanha overgeloopen. De steden Cojal, Coimbra, Braga, Viana, Vemiera, Guemaraios en de be langrijke vesting Valencia, hebben de zijde van den opstand gekozen. De Koningin heeft bij het ontslag van den Graaf van Thomar verklaard, dat bij zijne betrekking tot hare groote voldoening heeft vervuld. Aan het hoofd van het terstond nieuw benoemde Ministerie staat de Hertog van Terceira. Het schijnt dat de Koningin alleen op aandrang van het corps diplomatique tot het ontslag van Graaf van Thomar heeft besloten. De bank beeft uitdruk kelijk geweigerd eenig nieuw voorschot aan de regering te doen. Er is sprake van eene gedwongen leening; dit zou echter het teeken tot een algemeenen opstand door het geheele rijk kunnen zijn. Een gedeelte van het Engelsche eskader is naar Oporto gestevend. ITALIË, R.OME23 April. De Paus zal een gouden penning doen slaan ter gedachtenis van zijn verblijf te Gaëta en dien aan de vertegenwoordigers der Mogendheden14 in getaldie hem daar hulp hebben verleendter hand stellen. De eene zijde zal het kasteel van Gaëta vertoonen de andere prijken met een toepasselijk opschriften den naam van dengene die hem ontvangt. BRUN§WIJK. De Stendenvergadering heeft een voorstel aangenomen, volgens hetwelk de vergunning tot het aangaan van een huwelijk geweigerd moet worden 1°. zoolang hij, welke die vergunning vraagt, niet bewezen heeft het regt van ingezeten te hebben in de gemeente, waar hij ze vraagt2°. als hij het zeven en twintigste levensjaar nog niet voleindigd heeft of nog als knecht arbeidt (uitgezonderd timmermansknechten); 3°. als hij niet bewijst eene wo ning voor zijn gezin te hebben; 4". als het naar het vermogen en de ge schiktheid der aanstaande echtelieden niet waarschijnlijk is dat zij in het huwelijk zich zullen kunnen onderhouden. BUITENLANDSCIIE BERIGTEM. BELGIË, ANTWERPEN, 7 Mei. Uit de haven alhier zijn gisteren 246 landverhuizers naar Amerika ver trokken. Er liggen nog twee schepen zeilree om met 161 en 154 landver huizers dezelfde reis te ondernemen, en nog twee andere maken zich zeil vaardig. Voor eenigen tijd heeft de Heer Ch. Pictcrs, te Gent, onder den titel van Annates de Vimprimerie Elsevirienneeen belangrijk werkje uitgege ven dat zoowel wetenswaardige bijzonderheden omtrent de familie der Elze viers bevat, als tot gids kan dienen voor liefhebbers van de voortbrengselen der pers dezer uitstekende Hollandsche drukkers. Het werkje bestaat uit drie gedeeltenwaarvan bet eerste handelt over de eerste drukwerken der Elzeviers te Lcyden van 1580 tot 1626; liet tweede gedeelte bevat de lotgevallen der Leydsche drukkerij tot op den dood van Abraham (den tweeden) in 1712 het derde houdt zich bezig met de drukkerij der Elzeviers te Amsterdam van 1638 tot 1681 en met de Utrechtsclie drukkerij van 1667 tot 1672. De aanhoudende regens doen het water in alle rivieren weder rijzen alom treedt het buiten de oevers en men wordt bedreigd met eene overstroo ming, meer geducht dan die van Augustus 11. ERANIiRIJK. PARIJS, 6 Mei. In de Wetgevende Kamer is door den Heer Berard een eerste verzoekschrift ingediend tot herziening der Staatsregeling. De verjaring van de vestiging der Republiek geeft natuurlijk aanlei ding tot beschouwing van 's lands algemeenen toestand. Het Journal des Débats zegt De kwaal waaraan wij lijdenligt dieper dan in staatsvormenzij ligt in de algemeene gesteldheid der gemoederen in Europa en over de geheele wereld. De groote strijd die in den schoot der burgermaatschappij wordt gevoerd, en die van tijd tot tijd zich openbaart door geduchte uitbarstin gen, is geen strijd meer tusschen de republiek en de monarchie, maar tus- schen de barbaarschheid en de beschaving." In een bijzonderen brief uit Parijs leest mendat sedert eenige maan den onder het arbeidsvolk een met heiligschennend talent geschreven stuk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 2