verhoogd, met dien verstande eehter, dat de geheele verhooging over niet meer dan twaalf jaren en derhalve tot geen hooger bedrag dan één vijfde van het pensioen wordt vastgesteld. Tijdelijk pensioen wordt niet korter dan voor één en niet langer dan voor vijf jaren toegelegd. De pensioenen van militairen beneden den rang van Officier en van hunne weduwen en kinderen, is als volgt: militaire Fortificatie-Opzigter, lste kl. ƒ425 (ƒ200); idem, 2<ie kl. 350 (175); idem, 3^ kl. 300 (150); Conduc teur der Artillerie, lstc kl. 250 (150); schrijver bij het Depart, van Oorlog (militair zijnde), lsle kl. 450 (225); idem, 2de kl. 375 (185); idem, 3de kl. 300 (150); Adjudant-Onderofficier, 250 (150); Sergeant-Majoor, 200 (120); Sergeant, 150 (90); Korporaal, 120 (70); Soldaat, 100 (60). De Adelborsten der lste kl. moeten, na het verlaten van het Instituut, twee jaren dien rang bekleed, en daarvan ten minste een jaar buitengaats gediend hebbenom tot het examen als Luit. ter zee 2de kl. te worden toe gelaten. De Luits. ter zee 2de kl. moeten zes jaren dien rang bekleed en daarvan niet minder dan twee jaren buitengaats hebben gediend, om tot het examen van Luit. ter zee lstc kl. te worden toegelaten. De Luits. ter zee lstc kl. moeten vier jaren dien rang hebben bekleed en in eene zeereis van minstens zes maanden over een van Rijksschepen hebben gecommandeerd, alvorens tot Kapt. ter zee te kunnen worden bevorderd. De Kapitein ter zee moet vier jaren hebben gedienden één jaar bet bevel over een der llijks- scbepen hebben gevoerd, om bevorderd te worden, tot Scbout-bij-nacht. De Schout-bij-nachtkan, na 3 jarige dienst, tot Vice-Admiraal worden bevor derd. De bevordering tot Luit. ter zee lste en 2dekl. geschiedt voor vijf zesde uit de oudsten in rang, voor één zesde uit vrije keuze, die tot Kapt.-Luit. voor drie vierden en die tot Kapit. ter zee voor twee derden uit de oudsten in rang. Omtrent bet ontslag van Zee-Officieren gelden dezelfde bepalingen als bij de landmagt. De pensioenen voor de Zee-Officierenhunne weduwen en kinderenwor den vastgesteld als volgt: Vice-Admiraal 3000 (ƒ1000); Schout-bij-nacht, 2400 (800); Kapt. ter zee, onder het lste zestal, 1800; onder bet 2dc zestal, 1700; de overigen 1600 (700); Kapt.-Luit. ter zee, onder bet lste tiental, 1500; onder bet tweede tiental, 1400; de overigen 1300 (600); Luit. ter zee lste kl., onder het eerste dertigtal, 1000; onder het 2dc dertigtal. 900; de overigen 800 (400); Luit. ter zee 2de kl., tot de 80 oudste behoorende, 700, de overigen 600 (300); Adelborst der lslc kl. 350. Officieren van ge zondheid, lsle kl., voor hen die genieten in activiteit 24001200 (500), voor ben die genieten in activ. 2000 en 1600, respectivelijk 1100 en 1000 (400); idem 2de kl., mede naar gelang van bun tractement, 800, 700 of 600 (300); Apotheker 2dc kl. 600; Offie. van gezondheid 3de kl.en Apo theker 3de kl. 500. Officieren van de administratie, lste kl. voor de 4 oud sten in rang 1200 (500), de overigen 1000 (400); idem, 2dc kl. de 10 oudste 800, de overigen 600 (300); idem, 3dc kl. 500 (300); Adjunct- Administrateur 350; Scheepsklerken 250. De Onderofficieren en verdere schepelingen genieten hetzelfde pensioen als die militaire bij de landmagt, aan wier rang zij gelijk gesteld zijn. Hetzelfde geldt voor de Mariniers. Gisteren is bet ontwerp van Gemeentewet in do Kamer rondgedeeld verdeeld in twee Afdeelingcnwaarvan de eerste handelt van de zamensteï- ling en inrigting der Gemeente-besturenen de tweede van de bevoegdheid der Gemeente-besturen. Beide zijn verdeeld in zes titels inhoudende 291 ar tikelen, welke onder anderen de volgende incest hoofdzakelijke bepalingen bevatten Het besluur van elke gemeente bestaat uit een Raad, een Burgemeester en Wethouders. In elke gemeente is een Secretaris en een Ontvanger. In gemeenten van 5000 zielen en daar beneden isw aar Gedcp. Staten het nuttig oordeclen de Burgemeester tevens met de taak van Secretaris belast. Dezelfde persoon kan zijn Burgemeester, of Secretaris, of Ontvanger van meer dan ééne gemeente, mits de bevolking van geene dier gemeenten 5000 zielen te boven gade gemceillen aan elkander grenzen en haar gezamenlijk zielental 10,000 niet overtrcffe. De Raad, onverschillig of de Burgemeester er al, dan niet lid van zij, bestaat uit: 23 leden in gemeenten van 35,001 tot 40,000 zielen. Om kiezer van leden van den Gemeenteraad te zijnmoet men in de directe belastingen de helft betalen van de som in de kiezers van leden der Tweede Kamer gevorderd. De gemeenten kunnen in afdeelingenter inlevering der stembriefjes worden verdeeld. In gemeenten van 25,000 zielen en daarboven moet dit I geschieden. De verkiezing is op den 3dcn Dingsdag van Julijvoor hendie met den I jstcn Dingsdag van September moeten aftreden. De verkiezing door openvalling geschiedt binnen twee maanden. Bij de eerste stemming wordt niemand benoemd, dan met volstrekte meer- I derheid. Bij herstemming, met de meeste stemmen, bij staking de oudste. I In geval van gelijken ouderdom beslist het lot. AVanneer bij eene eerste stemming geene volstrekte meerderheid is ver- I kregen maakt bet bureau eene lijst opmet tweemaal zooveel namenals I er personen te benoemen zijnvan hen die bij de eerste stemming de meeste I stemmen hebben erlangd. AVanneer een benoemde zijne benoeming niet aanneemt, geschiedt binnen I veertien dagen eene nieuwe keuze. Leden van den Raad kunnen alleen zijn de meerderjarige ingezetenen der I gemeente, die Nederlanders en in bet, volle genot der burgerlijke en bur- I gerscbapsregten zijn. Het lidmaatschap van den Raad is onvoreenigbaar met de betrekking van I Hoofd van een departement van algemeen bestuur; Commissaris des Konings I in de provincielid der Gedeputeerde StatenGriffier der Statenarnbte- I naarvan wege het Gemeentebestuur aangesteldof daaraan op eenigerlei I wijze ondergeschikt; ambtenaar, met het ontvangen of uitgeven der gelden I van de gemeente belast, of aan eenige aan het Gemeentebestuur ondergc- schikte administratie rekenpligtigGeestelijke of Bedienaar der godsdienst; I Onderwijzer voor het lager of middelbaar onderwijskrijgsman in werkc- I lijke dienst. De leden van den Raad hebben zitting gedurende zes jaren. Een derde I van hen treedt om de twee jaren af, met den tslcrl Dingsdag van Septem- I bervolgens een daarvan te maken rooster. De aftredenden zijn dadelijk I weder verkiesbaar. Bij het aanvaarden hunner betrekkingwordt door de leden van den Raad, in de vergadering, in handen van den Voorzitter, door ieder op de wijze zijner godsdienstige gezindheidde volgende eed of belofte afgelegd »lk zweer (beloof) trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijksen dat ik de belangen der gemeentemet al mijn vermogen, zal voorslaan en bevorderen. Zoo waarlijk hclpc mij God almagtig!" («Dat beloof ik!") De Raad vergadert jaarlijks ten minste zes malen, en voorts zoo dikwijls de Burgemeester het noodig oordeelt, of een derde der leden bet schriftelijk, met opgave van redenen, vraagt. De vergadering wordt in bet openbaar gehouden. De deuren worden ge sloten, wanneer bet, in gemeenten beneden de 20,000 zielen door drie, in de overige gemeenten door een vijfde der aanwezige leden wordt, gevorderd, of de A'oorzitter het noodig keurt. De vergadering beslist, of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd. In eene heslotenc vergadering kan niet beraadslaagd, noch een besluit ge nomen worden over daarin opgenoemde geldzaken. De burgemeester wordt door den Koning, voor zes jaren benoemd. Hij geniet eene jaarwedde die door Gedeputeerde Staten, nadat de Raad is gehoord, onder 's Konings goedkeuring, wordt vastgesteld. Behalve die jaar wedde, geniet hij, onder welke benaming ook, geenerlei inkomen uit de ge meentekas, dan betgeen verbonden is aan eene andere, hem opgedragen openbare gemeente-bediening. Hij heeft zijne vaste woonplaats binnen de gemeente, of, is hij Burgemees ter van meerdere gemeenten, binnen eene dier gemeenten. Hiervan kan, is bet in bet belang der gemeente noodig, door den Koning, de Gedeputeerde Staten gehoord, ontheffing worden verleend. De AVethoiulcrs worden door den Baad uit zijn midden benoemd. In ge- gemeenten van 20,000 zielen en daar beneden zijn twee, in de overige, naar goedvinden van den Raaddrie of vier AA'etJioudcrs. Zij worden gekozen voor zes jaren. De AVethoudcrs staan den Burgemeester bij in het bestuur der onderschei den takken van de huishouding der gemeente. Zij vormen tevens met den Burgemeester een collegie. Het reglement van ordedoor het collegie voor die vergadering vast te stel len wordt aan de goedkeuring van den Raad onderworpen. Aan de A\rcthouders wordt eene jaarweddedoor Gedeputeerde Statenna dat de Raad is gehoordonder 's Konings goedkeuring vast te stellentoege legd. Zij genieten de helft daarvan als vast inkomen. De overblijvende helften worden bijeengevoegd en om de drie maanden tusschen hen verdeeld naar gelang van het getal der vergaderingendoor ieder in dien tijd bijgewoond. Do Secretaris wordt door den Raad uit eene voordragt van twee personen, door Burgemeester en AV'cthoudcrs te doen, benoemd. De instructie van den Secretaris wordt door den Raad vastgesteld en aan Gedeputeerde Staten medegedeeld. Hij geniet eene jaarwedde, die door Gedeputeerde Staten, nadat de Raad is geboord, onder 'sKonings goedkeuring, wordt bepaald. De ontvanger wordt door den Raad uit eene voordragt van twee personen door Burgemeester en Wethouders te doen, benoemd. Hij stelt voldoenden zakelijken borgtogt, ter waarde van ten minste een tiende van den ontvang, doch van niet minder dan ƒ100. Het bedrag van den ontvang wordt berekend naar het gemiddeld bedrag der inkomsten van de gemeente gedurende de laatste vijf jaren. Hij doet jaarlijks rekening aan Burgemeester en AVethouders en geeft hun zoo dikwijls zij het vorderen, inzage in de boeken en kas. Aan den Raad behoortmet betrekking tot de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente, alle bevoegdheiddie niet bij deze of eenige andere wet aan den Burgemeester, of het collegie van Burgemeester en AA'el- bouders is opgedragen. Aan hem behoort het maken van de verordeningen, die in het belang der openbare ordezedelijkheid en gezondheid worden vereischt en van andere betreffende de huishouding der gemeente. De Raad regelt de bezoldigingen van alle plaatselijke ambtenaren en be dienden, zoo ver de regeling niet aan Gedep. Staten is opgedragen; de door die ambtenaren te stellen borgtogten de geldleeningen en hetgeen verder de geldmiddelen der gemeente aangaat. Elk besluit tot het doen eener geld- leening wijst de middelen aanwaaruit de renten en aflossing der leening zullen worden gevonden. Hij besluit tot het verkoopenruilen of vervreemdenhet bezwaren of verpanden van gemeente-eigendommenhet treffen van dadingen daaromtrent en bet aanvaarden der aan de gemeente gedane legaten of schenkingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 2