vóór de opening der Tentoonstelling aan liet opgegeven adres teruggezonden
zullen worden.
Art. VI. Geene stukkendie door anderen dan door de vervaardigers
zelve worden ingezonden, zullen toegelaten worden, dan met bijvoeging van
eene schriftelijke toestemming van deze laatsten.
Art. VII. Alle geplaatste stukken zijn en blijven tot de finale sluiting
der Tentoonstelling (hetzij dezelve al dan niet verkocht zijn) onder het op-
zigt der Commissiedie zooveel mogelijk zal zorg dragen voor eene goede be
waring zonder echter voor schade of gemis in te staanzullende er geene
stukken gedurende de Tentoonstelling worden afgegeven.
Art. VIII. AVanneer een kunststuk voor den opgegeven prijs door de
Commissie verkocht is, zal daarvan dadelijk aan den eigenaar kennis gegeven
wordenen zal geen onderhandsche verkoop van ten toon gesteld en als te
koop opgegeven kunststukzonder kennisgeving aan de Commissieerkend
worden terwijlindien het stuk in quaestie intusschen door de Commissie
verkocht mogt zijnalle andere onderhandelingen als vervallen zullen be
schouwd worden.
Art. IX. Binnen veertien dagen na de finale sluiting der Tentoonstelling,
zullen de stukken vrachtvrij worden teruggezondende binnenlandsche aan
de inzendersde buitenlandsche aan deovereenkomstig art. 4 hierboven
opgegeven adressen.
Art.. X. Al degenendie eenige vorderingen of bezwaren ten laste van de
Commissie van beheer over de Tentoonstelling mogten hebben, worden uit-
genoodigddezelve uiterlijk binnen den tijd van drie maanden na de finale
sluiting in te dienenzullende na dien tijd geene reclames meer worden
aangenomen.
AMSTERDAM15 Januarij.
De Heer N. Pieneman is bezig met de laatste hand te leggen aan een af
beeldsel des Koningsin levensgrootte en ten voeten uit. Het is bestemd voor
de raadzaal van het stedelijk bestuur alhier en stelt den Vorst voor in de
uniform der zeemagt. Met de linkerhand op den zee-officiers-sabel rustende,
houdt hij den hoed onder den regterarm en staat op het strand, terwijl men
een zeil ziet aan den horizonwelks heldere lucht een' schoonen dag voor
spelt ofschoon ermeer naar vorengraauwachtige wolken mogen hangen.
Deze laatste zijn in de bewerking zeer dun gehoudenhet hoofd komt er op
uitmuntende wijs tegen uit.
Men houdt dit portret, om de treffende gelijkenis, de juistheid van tee-
kenirigde schoone kleurde zorg aan het bijwerk besteedhet schoone
modelé en de voortreffelijke behandeling als het uitmuntendste werk door
het penseel van dien kunstenaar geleverd.
Naar wij van goederhand vernemen, heeft Z. M. de Koning, uit eigene
bewegingde groote zaal in zijn paleis te dezer stede beschikbaar gesteld
tot de Tentoonstelling der voortbrengselen van Nederlandsche nijverheid, die
na te Londen op de AVereld-Tentoonstelling te zijn geweest, in het land zul
len zijn teruggebragt.
De Fransche Académie des sciences schreef in 1849 eene prijsvraag
uit, luidende: Welke is de beste Regeringsvorm?
Daarop kwamen 494 antwoorden in en dat, 'twelk den eereprijs, eene
zilveren medaille, behaalde, was geschreven door onzen 17-jarigen stadge
noot, den Heer N. Bakker Dz.zoon van de wed. Bakker, eene schuitevoer
ders-affaire uitoefenende.
Zeer toevallig hoorde hij in het afgeloopen jaar, dat de bovengenoemde
prijsvraag was uitgeschreven, dong mede naar den prijs en ontving zeer on
verwacht, in 't laatst van 1850, als bekroonde, een brevet als eerelid der
Académie des sciences en drie medailles, één groote en twee kleinere,
waarvan in Frankrijkvolgens de statuteneen der kleinere aan een rood
lint wordt gedragen. Die medaille heeft aan de eene zijde de woorden:
Académie des sciences en aan de andere de letters van den naam des be
kroonden.
Kaar wij vernemenis het antwoord des Ileeren Bakker op de bedoelde
prijsvraag ten gunste van de constitutionnclc monarchie geweest.
Het heeft ons moeite gekost, bovenstaande opmerkelijke mededeeling te
kunnen doen. De bekroonde bewaarde daaromtrent zoo veel mogelijk het
stilzwijgen, en dit verhoogt de eer, die hem te beurt viel. AmstCour.)
In eene vergadering van het Genootschap: Hulpbetoon aan Eerlijke
en Vlijtige Armoedeheeft de Iloogl. Domela Nieuwenhuis gisteren avond
eene rede uitgesproken, waarin hij de aandacht vestigde op de bedelarij,
deze als de oorzaak aanwijzende van vele rampen in de maatschappij daar
bij aansporende om de armoede te bestrijden door vereeniging van krachten,
tot het verbeteren van den maatschappel ijken en zedelijken toestand der min
dere volksklasse, door opwekking tot Godsdienstzin, deugd, werkzaamheid
en orde.
In den avond van den 6dcn dezer, zoo leest men in een ingezonden
stuk in de Amst. Cour. van gisteren, deelde de Heer T. Mastenbroek, in
eene vergadering in Felix Meritiszijne beschouwingen mede over kunst
warmte, en toonde door verschillende galvanische, electrische en magnetische
voorbeelden en proeven aan hoe warmte zonder eenig organisch of anorga
nisch voedsel, zonder hout, turf, kolen, olie, smeer of eenig ander voor
werp kan gevormd wordenhoe door het branden van de atmospherische
lucht, die door een naauwelijks merkbaren gaz-stroom gevoed wordt, in eene
hooge mate warmte wordt verspreid, zonder dat de dampkring daardoor in
het minst voor de inademing schadelijk of ongeschikt gemaakt wordt. Door
een gaz-lampjedat de Heer Mastenbroek te Londen toevallig zagis hij
op het gelukkig denkbeeld gekomeneene theorie op te sporenwaardoor
men groote ruimten, zalen, gestichten, kerken en andere gehouwen, in een
korten tijd door middel van een bijzonderen toesteleene soort van karehel
zonder hout, turf of steenkolen, kan verwarmen, alleenlijk door het bran
den der dampkrings-lucht.
Heeft de Heer Mastenbroek de eer van uitvinder te zijn, de maker van de
kagchel, de Heer van Laarschot alhier, verdient allezins hier vermeld te
wordenwant hij heeft ons door vindingrijke bewerking, even als de Heer
Lageman van Haarlemdoor de vervaardiging zijner voortreffelijke magneten
het bewijs geleverd datwat de werktuigkunde betreftook de Nederlander
in dit opzigt voor de Engelschen, noch voor eenig ander volk, behoeft te
zwigten.
ARNHEM, 14 Januarij.
De Regering dezer stad heeft voorloopig bekend gemaaktdat er in den
jare 1852, op een nader te bepalen tijd, binnen deze stad zal plaats heb
ben eene Tentoonstelling van Voortbrengselen van Nationale Nijverheid en
daarop zullen worden toegelaten de voorwerpen, welke men uit alle Provin
ciën van dit Rijk zal willen inzendenvoorts de voorwerpen van nijverheid
in 's Rijks Overzeesche Bezittingen vervaardigd.
GRONINGEN, 13 Januarij.
Het Bestuur der Akademie van Beeldende Kunsten, Bouw-, Toegepaste
Werktuig- en Zeevaartkundeonder den naam van Minervaalhierheeft
ter kennis van de belanghebbenden gehragt:
Dat op de gevraagde SchilderijvoorstellendeEene woelende Zee bij
vollen dag, links van den aanschouwer, op den voorgrond een Schip, de ha
ven binnenloopendeop den tweeden grond een tweemast Schip met volle
zeilen, zeilende bij den wind," zijn ingekomen drie Schilderijen, geteekend,
N®. 1met de spreukdie niet durft wagenkan niet winnenN®. 2
met de spreuk: beter laat dan nooit," en N°. 3 met het motto: Hon os
alit artes." Blijkens hare uitvoerige beoordeeling, was de meerderheid van
gevoelendat N°. 3 het beste wasdoch dat in bedoelde Schilderij te vele
en belangrijke gebreken werden opgemerktom haar den uitgeloofden prijs
toe te wijzen.
Dat op de tweede vraageen bloemstukwaarin bijzonder dienen uit te
komen eene dahliaeene witte roos en eene camellia alle in vollen bloei
slechts ééne Teekening is ingekomen geteekend met de spreuk navol
ging der natuur is ontdekking van het schoonwelke behoudens enkele
aanmerkingen, de algemeene goedkeuring mogt verwerven, als zijnde met
zorg en vlijt bewerkt, bevallig en fraai van ordonnantie en goed aan het
Programma voldoende.
Datovereenkomstig die oordeelvelling in de A^ergadering der leden van
den 17dcn December 11. is besloten geene der ingekomene Schilderijen te be-
kroonen; doch den Uitgeloofden Prijs toe te kennen aan de ingezondene
Teekening met de spreuk x navolging der natuur is ontdekking van het
schoon," welke bij de opening van het naambriefje gebleken is, vervaardigd
te zijn door Mejufvr. G. J. van de Sandc Bakhuyzen. te 's Gravenhage.
KOEVORDEN, 13 Januarij.
AVij vernemen, dat wel onze vesting zal worden verlaten, doch dat het
Depart, van Oorlog hier een paar kazernen zal behouden, eene infirmerie en
een wachthuis, zoodat wij bij voortduring eene militaire bezetting zullen
hebben en de vrees ongegrond isdat de plaats geheel van garnizoen zal
worden beroofd.
AVINSCIIOTEN, 13 Januarij.
Dezer dagen is in onze nabijheid eene gruwelijke misdaad gepleegd. Zekere
meid, bij eenen boer op den Pruissischen Polder uitbesteed, had ƒ700 uit de
loterij- getrokken. Deze gelden wilde zij hij hare ouders brengenwijl zij ze
bij haren patroon niet veilig achtte. Nog dien zelfden avond begaf zij zich
op weg naar hare ouders, die niet ver van daar woonden. Eenen dragonder,
dien zij ontmoette, verzocht zij met haar, tot een huis, hetwelk zij aanwees,
terug te willen rijdenwijl zij vreesde nog te zullen aangerand worden. Deze
echter mogt zijnen weg niet veranderen, maar zeide, dat zoo haar iets over
kwam zij slechts behoefde te schreeuwenhij kon dit altijd op dien af
stand hooren en zou dan dadelijk terug snellen. Eenige oogenblikken daarna
hoorde hij eenen kreet, hij snelde terug, vond haar levenloos, met denzelf
den boer hij zich bij wien zij was uitbesteed. Deze wastoen zij den weg
naar huis vervolgdeonverwacht uit eene sloot gesprongen en had haar met
eenen slag in den nek geveld. De misdadiger bevindt zich in handen der
justitie.
TILBURG, 14 Januarij.
De laken-, baai- en duffel-fabrieken, alsook vele andere fabrieken en tra
fieken ter dezer stedenemen al meer en meer in bloei toesedert weinige
jaren werden alhier slechts 3 of 4 fabrieken door stoom in werking gebragt;
met ultimo Dec. 1849 was dat getal tot op 17 vermeerderd, terwijl in 1850
nog 5 stoommachines zijn gesteld en op dit oogenhlik nog 3 in aanbouw
zijn, zoodat men binnen weinige dagen 25 fabrieken, verwerijen, spinnerijen,
volderijen, graan- en oliemolens, enz., door stoommachines in werking zal
zien. Er zijn ook nog eene menigte wollen-, laken-, baai- en duffel-fabrie
ken, waarvan de werktuigen door paarden worden in beweging gesteld, bij
gebouwd en vergroot en dit getal ziet menzoowel als de stoomfabrieken
van jaar tot jaar vermeerderen.