bekwaamhedenin 7.00 vole gewigtige betrekkingenhetzij van regterlijkcn
hetzij van wetgevenden of administrativen aardaan den dag gelegd. Ein
delijk heeft de Procureur-Generaal het gebruikelijke requisitoir genomen
strekkende tot voorlezing der akten van benoeming en eedsaflegging, tot toe-
latino- van den nieuw benoemde als Raadsheer in den Hoogen Raad en tot
zijne plegtige installatievoorts tot den gewonen last op den Griflier en
.eindelijk tot het verleenen van akte aan den Procureur-Generaal van dit ge
nomen requisitoir.
Nadat aan een en ander was voldaan heeft de Voorzitterde Heer Mr.
W. B. Donker Curtius van Tienhoven, insgelijks te kennen gegeven, bij deze
plegtigheid nog te zijn onder den eersten indruk van de treurmare, zoo kort
geleden gehoord wegens het nieuw verlies door den Raaden waaraan zoo
even waardiglijk was herdacht. De Voorzitter heeft vervolgens ten zeerste
betreuyd het nederleggen door den lieer van Herzeele van het lidmaatschap
van d. Raadeen gemisvoor dit collegie van zoo veel gewigt. Daarna
heeft du 'resident almede eene gepaste hulde gebragt aan de verdiensten van
den nieuw benoemdeen hem wegens de nieuwe hem opgelegde belangrijke
betrekkingnamens den Raadgeluk gewenscht. Eindelijk is hij met kracht
en nadruk teruggekomen op zijne klagte, reeds sedert twee jaren, doch
vruchteloos, openlijk en ook in het bijzonder geuit, wegens de onvoegzame
wijs, waarop dit hoogst regterlijk en gewigtig collegie in den lande gevestigd
iszoodat alsnog zijne leden verpligt zijnhunne werkzaamheden uit te
oefenen in een bekrompen vochtig en togtig verblijf, ten koste hunner ge
zondheid. Hij heeft er in de uitdrukkclijkste bewoordingen zijne grievende
teleurstelling en diep leedgevoel over te kennen gegeven datna de toe-
zegging door wijlen den vorigen Koning en de vorige bewindslieden daarin
alsnog niet is voorzien, en de tegenwoordige regeringsleden oj) dit punt niet
schijnen hunne aandacht te vestigenimmers dat het tot dusverre op gce-
nerlei wijs is ter sprake gebragt, in weerwil van alle pogingen zijnerzijds, of
zelfsdat er eene som op de Staatsbegrooting voor is aangewezen. De Voor
zitter achtte zich dan ook niet verantwoordzoolang aan zijne grieven niet
werd te gemoct gekomenwanneer hij niet aanhoudend en bij herhaling
daarop bleef aandringen, ook al mogt hem persoonlijk het geluk niet te
beurt vallenten deze verbetering te zien aangebragt. Ten slotte heeft de
Voorzitterin naam van den Hoogen Raad en ter voldoening aan het re
quisitoir van den Procureur-Generaalden Heer Mutsaers verklaard te zijn
plegtig ontvangen en toegelaten als Raadsheerhem verzoekende voor het
loopende dienstjaar deel uit te maken van de Kamer ter behandeling van
burgerlijke zaken.
Daarna is deze algemeene vergadering gesloten.
Heden nacht is alhier in 48-jarigen ouderdom overleden de Heer Mr. L.
AsserRegter in de Arrondissement-Regtbank te 's GravenhageLid van de
Provinciaal Staten van Zuidholland enz.
Het afsterven van den Heer Asser in een leeftijd waarin men naar men-
schelijk inzien nog zoo lang de vruchten van zijne werkzaamheid had mogen
vermoedenwerkt algemeene deelneming. Hij was hekend als een uitste
kend regtsgeleerde, als met ongemeenen ijver zich kwijtende van zijne ambts-
pligtenin onderscheidene geschriften deed hij van zijne scherpzinnigheid
blijkenen hij bewees der wetenschap en de praktijk eene groote dienst door
met den Heer C. D. AsserAdvocaat te Amsterdamde uitgave te bezorgen
van het Vergelijkend en ophelderend overzigt der Burgerlijke Wetgeving
van Nederland en Frankrijk door wijlen zijnen vader, Lid en Secretaris van
de Commissie van redactiebearbeid. De achting zijner medeburgers was
hem nog onlangs ondubbelzinnig geblekenbij zijne benoeming tot Lid der
Provinciale Statenwaarin hij maar zoo kort zitting heeft mogen hebben.
De Portsmouth-Times van 21 dezer berigt het overlijden vanArnoldus
van den Bcrgh die vijftig jaren lang koopmanrceder en Nederlandsch Con
sul aldaar is geweesten in die betrekkingvaak in de moeijelijkste tijden
de hoogachting van landgenoolen en vreemdelingen heeft weten te verwerven,
llij werd zoowel door de Nederlandsche als de Fransche regeringen met on-
derscheidingsteckenen voor zijn ijver en verdiensten beloond. Hij mogt den
hoogen ouderdom van 84 jaren hereikenzijn zoon mogt hem opvolgen.
Zijn dood, zegt dat blad, wordt algemeen innig betreurd, en diep vooral ge
voeld in dien gelukkigen en eensgezinden familie-kring welken hij dagelijks
in zijne woning rondom zich vergaderd zag. Zijne strikte regtschapcidieid
opregthcid van grondbeginselenzijne onbekrompenheid in wèl te doenmaak
ten hem bijzonder geschikt tot het vervullen van die waardige en groote ver
antwoordelijkheid meebrengende betrekkingenwelke hij bekleed heeften
die, na zijne aftreding van het tooneel zijner bedrijvigheid, zoo loffelijk ook
door zijnen zoon vervuld worden.
De nieuwsbladen hebben melding gemaakt van zekeren Yousouf Ben
Brahimdie met zijne familie uit Algiers naar Frankrijk is overgekomen
het zuidelijk gedeelte en de hoofdstad bezocht heeften over België naar
Nederland is gereisdalwaar hij zich eenigen tijd te Amsterdam heeft opge
houden. Deze Algerynsche familie bestaat uit genoemden Yousouf, zijne vrouw
Aïcha, hun kind Mustapha, hare zuster Mouni en hare schoonzuster Baïa.
Yousouf Ben Brahim heeft gedurende 15 jaren in het Fransche leger in
Algerië gediend, als soldaat en als tolk. De brieven, welke hij bezit,
getuigen dat hij door zijne kundegetrouwheiddapperheid en eerlijkheid
de achting en het vertrouwen zijner Chefs verdiend heeftmet name der
Generaals TrezelLetang en Rhullicres, onder wier bevelen hij achtereenvol
gends gestaan heeft. Na den veldtogt van den Maarschalk Bugeaud in Groot-
Kahylië, in 1847waaraan Yousouf deel nam, verliet hij de dienst en
besloot hij met zijne familie op reis te gaan. Allen zijn geboortig uit Alge
rië belijders van de Mohammedaanschc Godsdienstdoch vrij van het fa-
natismus en de vooroordeelen hunner medegeloovigcn. Zij dragen het rijke
schilderachtige en prachtige Arabische costuumen ook de vrouwen spreken
de Fransche taal met veel gemak. Zij zijn thans in deze residentie aange
komen alwaar zij eenigen tijd denken te vertoevenen denzelfden bijval
hopen te vindenwraarover zij zich tot nn toe in de verschillende plaatsen
welke zij bezocht hebben mogten verheugen.
Mlefste BBamer eXer Staten-Generaat.
Zitting van Maandag 30 December.
In deze zitting zijn behandeld geworden de begrootings-wettcn voor 1851
achtervolgens zijn zonder beraadslaging aangenomen:
Hoofdstuk I, Iluis des Konings) met 35, dat is algemeene stemmen.
Hoofdstuk II, Hooge Collegien van Staat) met 34 tegen ééne stem,
zijnde die van den Heer de Sitter.
Hoofdstuk III, BuitenlZaken) met 31 tegen 4 stemmen; tegen hebben
gestemd de Heeren: van Piyckevorselvan Wessem, van Sasse van Ysselt en
de Jonge van Ellemeet.
Hoofdstuk IV, Justitiemet 31 tegen 3 stemmentegen hebben gestemd
de Heerenvan Beeck Vollenhovonvan Nispen van Pannerden en de Jonge
van Ellemeet.
Hoofdstuk V, BinnenlZaken) met 30 tegen 5 stemmen; tegen hebben
gestemd de Heeren: van Aylva van Pallant, Borski, Philipse, van Beeck
Vollenhoven en van Nispen van Pannerden.
Hoofdstuk VI en VII, IlervEeredienst enz., en B. K. Eeredienst) ach
tereenvolgens met algemeene stemmen.
Hoofdstuk VIIIMarinemet 31 tegen 4 stemmentegen hebben ge
stemd de Heerenvan Wessemvan Nispen van Pannerdenvan Roijen en
de Bruyn.
Hoofdstuk IX, A en B, Nationale Schuld en Finantien) beide achter
eenvolgens met algemeene stemmen.
Daarop is de vergadering in Comité-Generaal veranderd.
Na de heropening der zitting zijn achtervolgens zonder beraadslagingen aan
genomen Hoofdstuk XOorlog) met 28 tegen 8 stemmentegen hebben
gestemd de HeerenBosch van Drakcstcinvan WessemCremersvan Sasse
van Ysselt, van Nispen van Pannerden, de Jonge van Ellemeet, van Roijen
en de Bruyn.
Hoofdstuk XI, Koloniënmet 35 tegen ééne stem, zijnde die van den
Heer van Ryckevorsel.
Hoofdstuk XII, Onvoorziene uitgaven) met algemeene stemmen.
De wet oj) de middelen met 30 tegen 6 stemmentegen hebben gestemd
de Heeren: Beercnbroek, van Sasse van Ysselt, de Brauw, Borski, de Bruvn
en Bosch van Drakestein.
Daarna heeft de beraadslaging plaats gehad over het wets-ontwerp tot aan
vulling van de wet van 14 September 1849, betrekkelijk provinciale belastin
gen in Frieslandwelk wets-ontwerp met algemeene stemmen is aangenomen.
De wets-ontwerpen betrekkelijk de heffing van provinciale belastingen in
Noordholland, Friesland, Overijssel, Drenthe en Limburg zijn achtereenvol
gens met algemeene stemmen aangenomen, nadat over het wets-ontwerp be
trekkelijk Overijssel eene korte beraadslaging had plaats gehad.
Het wets-ontwerp tot regeling van de inkomsten en uitgaven van het Pen
sioenfonds voor Burgerlijke Ambtenaren voor 1851 is mede met algemeene
stemmen aangenomennadat dc Minister van Finantiën eenige inlichtingen
gegeven had.
De Vergadering is tot nadere bijeenroeping gescheiden.
AMSTERDAM, 30 December.
Z. M. heeft eene nieuwe provinciale Commissie van Geneeskundig onder
zoek alhier benoemd; tot President is aangesteld de Hoogleeraar C. B. Ti-
lanustot Secretaris Dr. J. Penn.
In de laatstelijk gehouden vergadering der derde Klasse van het Kon.
Nederl. Instituutlas de Ileer Mr. M. C. van Hallmet herinnering aan
zijne vroegere verhandeling: Over de symboliek van het regt en de daartoe
betrekkelijke werken van Chassan en Grimm een opstel over de spreek
woorden zinnebeeldenenz., die in het regt geldig zijn, of over de Ne
derlandsche, zoo overgenomene als oorspronkelijke spreekwoorden, voorname
lijk tot het regt betrekkelijkvoorheen of nog gebruikelijk. Somtijds zijn ze
in rijm en bevatten een beeldechter niet altijd. Verwantschap van het
regt met de dichtkunst blijkt echter daaruit niet. Velen onzer vaderland-
sclie schrijvers bielden zich met onze spreekwoorden onledig; weinig echter
met die welke bijzonder tot het regt betrekking hebben. Matthaei Paroemia
bchooren daartoe. Die titel is vertaald in onze landtaal door zinspreuken.
Eerder zou het wezen spreekivoorden. De Heer van Hall wenscht zich te
bepalen tot die regtsspreekwoordendie óf van Nederlandschen oorsprong
zijnóf wel in Nederland als regt hebben gegolden. Eisenhart te Helmstadt
is den Heer van Hall in de beoefening van dit onderwerp voorgegaan.
De spreekwoorden of paroemia voor ditmaal door den Heer van Hall ver
klaard, waren de volgende: 1. Man en vrouw hebben geen verscheiden goed.
2. Een wijf maakt geen bastaard. 3. De bloedige hand erft niet. 4. Onroe
rend goed heeft geen gevolg. 5. Een derde deel van honderd jaar gaat bo
ven zegel en brief. 6. Die zalig wil stervenlaat zijn goed zijn regte erven.
7. Helers zijn stelers: 8. Gelegenheid maakt den dief. 9. De kleine dieven
hangt men op, de groote laat men loopen.