LEYDSCHE COURANT. M 18S0. WOENSDAG, 11 DECEMBER. N( BIMEÏVLANDSC1IE BERIGTEN. Do Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt j/T' De Prijs der Courant is f 13 in hel jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 10 December. Onder de groote letterkundige ondernemingen der laatste jaren bekleedt gewis eene voorname plaats die der Proff. N. C. Kist en II. J. Rooijaards en wel door de voltooijing van het Archief voor Kerkelijke Geschiedenis een werkdat voor ieder Predikant liooge waarde heeft en voor alle beoefe naren der Kerkelijke Geschiedenis eene allerbelangrijkste lectuur oplevert. De Amsterd. Cour. van 16 November, zegt er van: De Hoogleeraren N. C. Kist en II. J. Rooijaards vormden voor meer dan twintig jaren het plan tot de uitgave van dat werk, waarvan in 1829 het eerste deel verscheen en in 1849 het twintigste. Uit het fonds der afgetredene Firma Luchtmailsdie het Archief met zorg uitgaf, kocht de Heer J. C. van Kesteren, te Amsterdam liet aan, en levert bet tegen den zeer verminderden prijs van ƒ36.tot Januarij 1851 en dan verhoogd tot 50.af. De verhandelingen en mededeelingendoor onderscheidene geleerde Schrij vers in dat Archief geplaatst, maken ongeveer een getal uit van drie hon derdj terwijl de zaken en personendaarin voorkomende, een getal geven van ruim vijf duizend. Het elfde en het twintigste deel leveren naauw- keurigc registers om een en ander spoedig te vinden. De Kerkelijke Geschiedenis in haren ruimsten omvang is de inhoud van dit Archief, onder rubrieken van Beoefening der Kerkelijke Geschiedenis. Algemeene Geschiedenis der Christel. Kerk. Geschiedenis der Christel. Leer en Schrijvers. Christel. Archaeologie. Kerkelijk Regt. Nederl. Kerkgeschiedenis he- rigten of mededeelingen over den tegenu:oordigen toestand en lotgeval len des Christendoms en merkwaardige sterfgevallen. Een groot aantal platen en facsimilesverhoogen de belangrijkheid van dit Werk. Zeer vele Schrijvers werkten er toe mede, zoo als onder anderen: Clarisse, ScheltemaAckersdijck Heringa van Hengeldes Amorie van der Hoeven Geel, Hamaker, Janssen, Delprat, SiegenbeekIloltius, enz. De poging van den Heer van Kesterenom door eene zoo aanzienlijke prijsvermindering bet Archief te brengen in elke Godgeleerde Biblithcek en tevens in handen van alle minnaren van Kerkelijke Geschiedenisworde door eene goede uilkomst beloond!" De Kerkeraad der Christelijk Afgescheiden Gemeente te Amsterdam meldt in liet Handelsbladdat het berigt in den Nederlanderals zoude de afscheiding van haar oorspronkelijk standpunt zijn afgegaan en van haar aangenomen sectarisch voorkomen ontdaan worden, geheel bezijden de waarheid isook verklaren de onderteekenaars van dat stukDD. van Velsen en Muldergeheel vreemd te zijn aan het voornemen tot oprigting eener Theologische School. 's GRAVENHAGE10 December. De Minister van Koloniën, Finantiën en Marine zullen Woensdag, Donder dag en Vrijdag geen gehoor verleenen. Gisteren heeft het Prov. Geregtsliof in Zuidholland, kamer van correc tionele appellen, uitspraak gedaan in de zaak van den Boekdrukker A. Y'cr- beek, te Delft, vervolgd ter zake van laster, die gepleegd zou zijn in het geschrift: Heldendaden van de Kempenaer hesonge door de Campenaer. Het Hof heeft, met vernietiging van bet vonnis der Arrondissements-Regt- bank te 's Gravenhageden appellant van de aanklagt vrijgesproken. Tweede vervolg en slot der memorie van beantwoording op de aan merkingen der Tweede Kamer op de begrooting over 1851. Vervolg van Hoofdstuk V, Depart, van Binnenl. Zaken. Zie N°. 149.) 138. De Regering volhardt in haren toeleg, de verschillende verzame lingen van voorwerpen van kunst zooveel mogelijk te vereenigen. Te dien einde zijn pogingen aangewenddie dusverre geene gevolgen hebben gehad bij gemis aan geschikte localen. Het Gouvernement is niet zonder uitzigt op eenige gelegenheid tot bereiking van zijn doel, zoodra de verplaatsing van den Iloogen Raad naar een waardiger locaal zal zijn geschied. 142. Omtrent de wenschelijkheid dat de catalogus der Koninklijke bi bliotheek te 's Gravenhage worde afgewerkt en in het licht gegevenkan naauwelijks twijfel bestaan. Wat het eerste betreft, houdt men zich daar mede voortdurend onledig, terwijl het laatste, voor zooveel het reeds voor de pers gereed zijnde gedeelte aangaat dusverre alleen is achterwege geble ven uit hoofde der kosten. Van de drie exemplaren der hier te lande uitkomende boekwerkenwordt één verzonden naar de Koninklijke bibliotheek, één naar het Departement van Justitie, terwijl één bij het Departement van Binnenl. Zaken blijft berusten. De som onder artikel 90 uitgetrokken, is voornamelijk bestemd, om, door inteekening van rijkswege, de uitgave van sommige belangrijke werken mo gelijk te maken. Tegemvoordig wordt over die som slechts met de meeste spaarzaamheid beschikt, doch men heeft nu en dan nog belangrijke uitgaven te doen voor inteekeningen van vroegere jaren. De alzoo verkregen weiken worden, naar gelang van hunnen inhoud, deels aan de Koninklijke biblio theek deels naar andere verzamelingen ter plaatsing gezonden. Sommige dienen ten geschenke aan wetenschappelijke inrigtingen in het buitenland of tot ruiling met deze. 148. Het kan zeer wel zijn, dat de Koninklijke Academie van beeldende kunsten te Amsterdam, inderdaad reorganisatie behoeft; waarbij welligt het subsidie uit 's Rijks kas verleend, kan vervallen. Daarom is voorgesteld, het cijfer voor 1851 nog op den vorigen voet te laten, in afwachting der uitkom sten van bet in te stellen onderzoek. Het rijks-subsidie van 4000tegenwoordig aan die Academie verleend grondt zich op het organiek besluit van 13 April 1817. De bijdrage van stadswege beloopt ƒ8600. 150. Het is min juist, de Koninklijke muziekschool te 's Gravenhage als eene plaatselijke instelling te beschouwen, die een subsidie uit 's Rijks gelden zoude erlangen. Zij is voor Nederland met eene naar onze behoeften gewijzigde inrigting, wat bet Parijsche en Brusselsclie Conservatoire voor Frankrijk en Belgie zijn. Ilare strekking is hoofdzakelijk jonge Nederlanders niet zoozeer tot virtuozen, als wel tot wetenschappelijk gevormde toonkunste naars en muziekonderwijzers op te leidenen deze alzoo in de gelegenheid te stellen om de talrijke vreemdelingen te vervangen, die zich vroeger tot uit oefening van dit vak alhier kwamen vestigen. Aan dit hoofddoel beantwoordt de instelling. Het getal dergenen, die, na hunne opleiding aan de Ilaagsche school te hebben ontvangen, zich als toonkunstenaars of muziekonderwijzers in verschillende oorden des Rijks hebben nedergezet, is aanzienlijk, en voort durend worden aanvragen ontvangen, om kweekelingen der schol ter vervul ling van die betrekkingen in andere plaatsen aan te wijzen. 151. Naardien over het toekomstig lot der Academie te Delft nog geene beslissing is genomen, schijnt het raadzaam de kosten voor memorie uit te trekken. 153. Men vraagt, wanneer de uitkomsten der jongste volkstelling zul len worden openbaar gemaakt. Dit werk omvat 70,000 registers, uit 750,000 inschrijvings-biljetten opgemaakt; de geheele afloop is moeijelijk te bepalen. Noordbrabant en Gelderland zijn geheel afgewerkt en sedert ruim eene maand is men aan Zuidholland. Het werk is omstreeks tot een derde is gevorderd. De Regering is bedacht om, zoodra de middelen ter bestrijding van de on kosten van drukloon zullen aanwezig zijn, de uitgave voor elke provincie af zonderlijk te doen plaats hebben. Men is voornemens in het voorjaar van 1851 een jaarboekje, uitsluitend aan de statistiek gewijd, van regeringswege uit te geven, waarin, onder an dere mededeelingen omtrent de bevolking op 1 Jan. 1850 zullen voorkomen. In verband met de oprigting van een statistisch bureau in elke provincie, denkt de Regering aan de jaarlijksche verslagen eenparigheid te geven. Zij beschouwt die verslagen, doelmatig ingerigt, als hoofdbron voor de algemeene statistiek des Rijks, en acht bet zelfs wenschelijk, zoodra die verslagen eenen meer vasten vorm zullen hebben verkregen, hieruit een algemeen verslag van den toestand des lands te doen opmakenen dit verslag alsdan algemeen ver krijgbaar te stellen. 154. Het ontwerp van wet op het armbestuur is bij den Piaad van State in overweging. 157. De vraag, of en in hoeverre de Regering het nernen van proeven tot het koloniseren van behoeftigen in de overzeesche bezittingen kunne be vorderen, is thans hij het Depart, van Koloniën aanhangig,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1