vestigde Chinezen een bestendig handelsverkeer met hun vaderland veroorzaakt, benevens eene duurzame betrekking tusschen dat land en Nederl. Indie. Deze overwegingen hebben geleid tot bet besluit, om vooreerst geene ver andering te brengen in den exceptionnelen toestandwaarin wij ons met be trekking tot China bevindenen mitsdien niet over te gaan tot het sluiten van een tractaat gelijkluidende met de reeds bestaande verdragen, en waarbij geene andere voordeden zouden te bedingen zijndan diewelke wijmet uitzondering van het inkomend regt op onze polemieten, bereids genieten; terwijl, volgens de meening van den Nederl. Consul te Canton, door zijne bcmoeijing, denkelijk eene gelijkstelling van liet evenbedoelde regt zou kun nen worden verkregen. Intusschen is de Gouverneur-Generaal van Nederl. Indie gemagtigd, om zoowel te Shanghai als te Amoy eenen Nederl. consulairen agent te benoemen, en, zoo eenigzins mogelijk, deze betrekkingen aan Nederlanders op te dragen, aan welke, behalve het al dadelijk aanwenden van pogingen, om gelijkstelling van inkomende regten voor onze polemieten met die van andere natiën te verkrijgen, zal worden aanbevolen, om maandelijks opgaven te zenden van den stand der markt in China, en wijders van al datgene, wat voor den Ne derl. handel en het fabriekwezen dienstig kan worden geacht, onder bijvoe ging van monsters of stalen. Van den Nederl. Consul te Canton zijn overigens in den loop van dit jaar staten ontvangen van den Nederl. handel en scheepvaart over de jaren 1848 en 1849, welke door de Staats-Courant van 8 September jl. zijn openbaar ge maakt, terwijl een meer omschrijvend overzigt is medegedeeld aan de kamers van koophandel. Ook zijn, in overleg met de betrokkene kamers van koophandelde ver- eischte maatregelen genomen, ten einde de echtheid der Nederl. fabricaten in China voldingend te kunnen bewijzenwaardoor men vertrouwtdat de na gemaakte voortaan van de echte polemieten zullen onderscheidenen het de biet der laatste meer verzekerd zal worden. Vervolg in het volg. no mm. De ten gevolge van het ongeluk overleden Heer (zie ons vorig nommer) is niet van Nesmaar J. L. van EsLuitenant ter Zee2lIc klassegeboor tig van llillegondsberg11 Maart 1816. Ttveetie Btamer tiet* Staten-Generaal. Zitting van Dingsdag 3 December. In deze zitting is ingekomen eene Koninklijke boodschapten geleide van een ontwerp van wet, tot regeling en beperking der uitoefening van het regt van verceniging en vergadering. Is ontvangen eene missive van den Minister van Finantien, van den 2dcB dezer, waarbij eenige ophelderingen worden gegeven, nopens het adres van den Baron Nahuys, lid van de Algenieene Rekenkamer, dat aan hem, Minis ter, bij afschrift is toegezonden. De Minister laat daarbij alle beschouwingen en redeneringengeene betrekking hebbende tot liet beheer van 's Rijks geld middelen, ter zijde. Ilij gaat met stilzwijgen voorbij al betgeen hem, Mi nister, persoonlijk mogt betroffen. Hij gelooft ook niet, dat al hetgeen de plaatsing van den zoon van gemelden Heer betreft, behoort tot den werk kring der Kamer. In de eerste plaats licht de Minister toe de bewering van den adressant, dat bij eene toelage van ƒ1000 uit de inkomsten van den Hoogen Raad van Adel zou genoten hebben. Z. Exc. meent, dat zoodanige betaling onregelmatig zou geweest zijn sedert 1844 af, toen deze inkomsten en uitgaven van den Hoogen Raad van Adel op de Staatsbegrooting zijn ovcr- gebragt. Uit het onderzoekdat de Minister deswege dan ook heeft ingesteld is gebleken, dat de toelagen over 1846, 1847 en 1848 zijn voldaan gewor den uit het XII(le hoofdstuk der begrooting. In de maand Mei 1848 is de laatste maal, dat de betaling geschied is. Ook is het uit eene briefwisseling, met de Algemeene Rekenkamer gehoudengeblekendat er geene betaling van dien aard uit de fondsen voor den Hoogen Raad van Adel geschied of vereffend zijn, sedert bet tijdstip, dat de ontvangsten en uitgaven van den Hoogen Raad van Adel op de Staatsbegrooting zijn gebragt. In de tweede plaats gewaagt de Minister van het verwijt, dat er uitgaven aan particulieren zouden geschieden, welke niet tot de dienst van den Staat betrekking had den. De Minister merkt op, dat het is geweest een algemeen verwijt, maar dat men geene voorbeelden heeft kunnen noemen, om de eenvoudige reden, dat zij niet bestaan. Deze missive, waarbij eenige bijlagen voor de verga dering gevoegd zijnwordt voor kennisgeving aangenomen. De commissie van Rapporteurs heeft verslag gedaan1°. nopens het ont werp van wet wegens dadingen in domaniale zaken; en 2°. ten aanzien van zeven ontwerpen van wet, tot het verleenen van naturalisation. Wordt besloten de beraadslagingen daarover te houden op aanstaanden Vrijdag, des middags ten één ure. Nog doet de commissie van Rapporteurs verslag over de ontwerpen der be- groo tings wetten voor 1851. De beraadslagingen daarover worden bepaald op aanstaanden Maandag, des morgens ten tien ure. De zitting is daarna opgegehevcn. JProvinciale Sfafeii van Xuidhollaml. Zitting van Dingsdag 3 December In de zitting van heden werd beraadslaagd over het al of niet afschaffen van het gebed. De twee gevoelens komen hierop nederzij die tegen het houden van een dagelijkscli gebed gestemd waren, deden dit zeker niet om in ecnig opzigt de waarde van het gebed miskend te willen hebben, of het heilzame en gepaste daarvan onder verdenking te brengen, maar zij begrepen niet hoe een koud en dagelijks gevolgd formulier, bijval kan vinden, en zoo doende zou het ontaarden in eene gewoonte, waaraan het hart geen deel nam. Men verwees daarbij niet zoo zeer nog op het buitenlandmaar op de verga deringen der hoogste staatsmagten hier te lande. Alen voegde daar nog bij dat, behalve een en ander een zoodanig vast formulier-gehedin eene verga dering bestaande uit leden van onderscheidene gezindheden, ligtelijk aanstoot zou kunnen geven voor het godsdienstig gevoel van sommigen; terwijl overi gens anderen het gebed wel behouden wilden hebben bij de jaarlijksche bij eenkomsten doch geenszins bij elke vergadering. Aan den anderen kant werd aangevoerd, en vooral door den Voorzitter die gebruik makende van zijne bevoegdheid het woord opnam, en zijn leedwezen te kennen gaf dat uit het regiem, v. Orde het houden van het tot dus ver gebruikelijk gebed was weggelatenhij kan dat niet anders dan afkeuren hij ziet daarin minstens de verklaring dat het gebed geacht wordt overbodig te zijn en hij zou zich dan ook nimmer met zoodanige afschaffing kunnen vereenigen. Verheugd heeft hem dan ook het gedane voorstel van den Heer Thesingwant hij acht het goed en pligtmatig dat hier Gods zegen op de werkzaamheden worde ingeroepen; terwijl voor ieder die daar tegen voor zich zeiven bezwaar mogt hebbensteeds de gelegenheid bestaat om daaraan geen deel te nemen; maar goed en pligtmatig blijft hij het beschouwen, des Hec- ren bijstand in te roepen en openlijk te erkennen, dat elke magt eerbied schuldig is aan de hoogste Magt die in den Hemel troont en dat het tevens gepast en pligtmatig ishet Opperwezen dank te betuigen voor de zegeningen waarmede ons Vaderland en Provincie door Hem bekroond worden. Dooi den voorsteller zelf werd, behalve in geest, en strekking hetzelfde als het voorafgegane, ook nog aangevoerd, dat wel verre dat dit gebed bezwaren zou kunnen opleveren voor de belijders van onderscheidene gezindheden; inte gendeel juist daardoor telkens de band van eensgezindheid tusselien de onder scheidene gezindheden al naauwcr en naauwer zou worden toegehaald en de verbroedering bevorderd. Deze vergadering moet aan de Natie het voorbeeld geven van pligtmatigen eerbied jegens Hem van wien wij allen afhankelijk zijn. Bij stemming wordt met 41 tegen 23 stemmen het amendement van den Heer Gerards Thesing aangenomen en zal het doen van het gebed en het for mulier zelf in een der artt. van het regiem, v. Orde worden ingelascht. De beraadslagingen worden bij art. 4 verdaagd tot morgen ten 11 i ure. Zitting van Woensdag 4 December. In deze zitting is het geheele reglement met eenige wijziging aangenomen bet zal aan de goedkeuring des Konings worden onderworpen. Geene onder werpen verder ter behandeling overblijvende, heeft de Voorzitter in Naam des Konings de vergadering gesloten. AMSTERDAM5 December. De Maatschappij tot Bevordering van Bouwkunst alhierde noodza kelijkheid inziende van de voor de beoefenaars en beminnaars dier klasse bestaande behoefte aan eene terminologie of verzameling van kunsttermen in onze moedertaalheeft thans eene poging gedaan om in die hchocfle te voorzien. Naar aanleiding van een haar daartoe gedaan voorstelheeft de maatschappij uitgegeven eene dusdanige verzamelingonder den titel van Proeve eener bouwkundige terminologiewaarin vooreerst de kunsttermen van de Middeleeuwsche Bouwkunst zijn opgenomen. Wij vernemen dat het hier bedoelde werk eerstdaags algemeen verkrijgbaar zal worden gesteld. JiUITËi\LAl\DSGIIE 1SERIGTEN. FKMHRIJH. PARIJS, 2 December. In de eerste elf maanden van dit jaar zijn alhier 7,045 boekwerken 680 platen en lithographiën72 plans en kaarten, en 312 muziekwerken uitgegeven. De Wetgevende Vergadering heeft het door den Minister van Oorlog- aangevraagd crediet van 121 millioen fr. met 429 tegen 175 stemmen toege staan. Eene door den Heer Charvas voorgestelde vermindering van 25,000 fr. is met 374 tegen 233 stemmen verworpen. -De Maltheser orde heeft verzocht in Toskane weder hersteld te worden en onroerende goederen te mogen aankoopen, hetgeen aan alle geestelijke broederschappen verboden is. Zij zou voor een half millioen scudi landerijen koopen en er commanderijen op vestigen. OOilENUMH. WEENEN, 30 November. Een Ministerieel dagblad bevat het volgende: Z. D. Vorst Sehwarzenberg is heden morgen van Olmütz teruggekeerd. Terstond na zijne aankomst be gaf hij zich bij den Keizermet welken hij een onderhoud van verscheidene uren had. Men verneemt, dat de conferenticn te Olmütz tot een gunstig resultaatonder voorbehoud van de ratification der kabinettenhebben ge leid en dat omtrent de hoofd-vraagpunten eene overeenkomst is tot stand gebragt. Ondertussehen werden de toerustingen tot den oorlog nog steeds voortgezet. KERKNIEUWS. UTRECHT, 4 December. Voor de vacante Predikantsplaats bij de Nederd. Ilerv. Gemeente alhieris gevormd het volgende Alphabctische 12-tal Pre dikantenBroedelet, te Gouda; Doedeste Rotterdam; Fruin, te Dordrecht; Montij n te GoudriaanNiermeijerte 's lleer-ArentskcrkeOortte Broek in AVatcrland; Pijzei, te Dordrecht; Sluiter, te Vlaardingcn; Sluiter, te Zalk; Schouw Santvoort, te Arnhem; van Voorst, te Almelo, en Voorhoeve, te Leerdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 3