de misbruiken, die in kleinere steden en vooral ten platten lande, met opzigt tot de Loterij en den verkoop van loten plaats hebben, zooveel in haar ver mogen iste keer te gaan. Bij 244. Kosten vim administratie cler posterijenbeklaagt men zich dat de regeling der plattelandspost nog zoo onvolkomen is, hetgeen hier en daar aan gebrek aan ijver bij de Postdirecteurs wordt toegeschreven. Men drong dan ook vrij algemeen aan op eene spoedige en afdoende vermeerdering van het aantal postboden; alsmede op maatregelen van regeringswege, opdat het vorderen van distributieloon door de brievengaarders op hulpkantoren, thans, nu voor dezen eene bepaalde bezoldiging op de rijksbegrooting wordt uitgetrokkenkrachtdadig worde tegengegaan. Met opzigt tot de verkeerde toepassing der wet van 12 April 1850 beriep men zich vooral daarop, dat, in strijd met art. 25, bet particulier brievenvervoer ook bemoeijelijkt wordt in zoodanige rigtingen, waar door de administratie geene gelegenheid tot bet verzenden of ontvangen van brieven gegeven wordt. Bij 247 en volg. heeft men algemeen eene meerdere specificatie verlangd van den zeer aanmerkelijken post van ƒ228,000, die onder artikel 53 is uit getrokken, en vindt inen het vreemd dat de post van ƒ100,000 voor de ver dere uitbreiding van het postwezen zoo globaal is gesteld. Bij 258 en volg. tot 290. Hoofdstuk X. Het Depart, van Oorlog heeft men nagenoeg algemeen geklaagd, dat, in vergelijking met andere hoofdstukken der begrooting, de bij het tegenwoordige gegevene toelichtingen zoo in het oog vallend begrensd en karig zijn. Men verlangt nadere en zeer bepaalde inlichtingen omtrent onderscheidene punten. Voorts verlangt men meerdere bezuinigingen op de kosten van het De- partement van Oorlog, dan tot dusverre het geval is geweest, waartoe naar 1 veler oordeel, de afschaffing van het topographisch bureau zou kunnen mede- i werken. Men vraagt hoe ver de kaart der Nederlanden is gevorderdte meer omdat men meent te weten, dat deze kaart, als men de tractemcnten der tot de verkenningen enz. gebezigde Officieren in rekening brengt, eene verbazende som heeft gekost. Ook omtrent liet bedrag dier som wenscht men meer be paalde inlichting te ontvangen. Vervolg hierna.) JProvistt'inle Straten van ZuislhnSland. Zitting van Donderdag 28 November. In deze zitting is de beraadslaging over het ontwerp der gemeente-wet ten einde gebragt. De Commissie, welke belast is met het opstellen van adressen aan den Koning en aan de Staten-Generaalwaarbij de wensch naar uitvoering van art. 191 der Grwt. (eene wet op de Waterschappen) uitgedrukt wordtheeft de door haar ontworpene adressen ter tafel gebragt. Daarover zal nader be raadslaagd worden. De vergadering is tot aanst. Dingsdag gescheiden. ROTTERDAM29 November. In de op gisteren gehouden vergadering der deelhebbers in de Kotter- damsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappijis tot Directeur benoemd de Heer J, W. L. van Oordt. Het Kapitaal is op 12 ton bepaald, waarvan reeds ruim 800/m. zijn bijeengebragtwaaronder ƒ40/m. te 'sHage20/m. te Schiedam en dus j circa 750/rn. alleen te Rotterdam. Het is dus stellig te verwachten dat bij de deelneming in Amerika het kapitaal geheel vervuld zal zijn. Het plan is om de dienst met 4 booten tot stand te brengen. AMSTERDAM, 29 November. Het Handelsblad berigt, dat van wege cenige Duitsche Regeringen bij onderscheiden handelhuizen alhier aanvragen zijn geschied tot het leveren van approviandering voor de vestingenbijzonder ter levering van vleesch. Ook deelt dat blad een berigt uit Groningen medevolgens hetwelk de emeritus Hoogleeraar en voormalige Officier van GezondheidSebastian tot Inspecteur-Generaal der Geneeskundige Dienst zou benoemd worden. UTRECHT, 28 November. Naar wij vernemen, hebben de Studenten der Theologische Faculteit te Amsterdam in eene vergadering voorleden week gehoudeneene Commissie van 5 leden uit hun midden benoemd, om, in overeenstemming met die van Gronincen en Utrechtover maatregelen te beraadslagen die zouden kunnen genomen worden ter wijziging van het thans bestaande Predik-cos- tuum der Hervormde Predikanten. Wij hopendat weldra de Studenten in de Godgeleerdheid te Leyden zich met hunne broederen tot hetzelfde doel zullen vereenigen en dat bovenal de loffelijke pogingen onzer jongeren den zoo noodigen steun mogen vinden bij Iloogleeraren en Predikanten. ProvUtr. Cour.) [En wij hopen dat Ileeren Studenten der Theologische Faculteit aan de Leydsche Hoogeschool zullen blijven bij hun gevoelen dat de beraadslaging of het besluit om een bepaald costuum als Predikant aan te nemen niet van de Studenten maar van de gevestigde en erkende Kerkelijke Vergaderin gen moet uitgaan.] BUITENLANDSCIIE 15ERIGTEN. ËNGELANH. LONDEN27 November. Lord Beaumont, een der voornaamste Pi oom sch-K at hol i eke Pairs, heeft aan Lord Zetland eenen brief geschreven, waarin hij bepaaldelijk de door den Paus genomen maatregelen, ten aanzien van Engeland, afkeurt. In dien bi'ief komen de volgende zinsneden voor Door zijne kwalijk beraamde maatregelen heeft de Paus de 11. Katholieken in dit land in een toestand gebragt, waarin zij öf met Rome moeten breken, öf hunnen pligt van onderdanigheid aan de Constitutie van dit Rijk schen den; zij moeten öf de Pausselijke Bulle als nul en van geener waarde be schouwen öf aan een vreemden Vorst het regt toekennen om Engelsclie titels te verleenen en Engelsche Bisdommen op te rigten. Indien men ontkent dat dit land aan Rome ondergeschikt is en dat de Paus eenig beheer over hetzelve heeft, dan moet men ook ontkennen dat hij magt heeft om eenen territorialen Bissehops-zetel op te rigten, en dan moet men tevens de jongste Pausselijke Bulle veroordeelen als een niets geldendijdel stuk. Indien men aan den anderen kant aanneemt, dat de Paus de magt heeft om Westmin ster tot een Aartsbisdom te makenkent men aan den Paus eene magt toe welke volgens de Constitutie alleen bij de Koningin en haar Parlement be rust, en dan maakt men inbreuk op de regten van II. M. en op het gezag van dat Parlement. Men kan niet handelen volgens den geest der Britsche Constitutie, en te gelijk de jurisdictie van den Paus in plaatselijke zaken er kennen. Zoodanig is het dilemna, waarin de onlangs bekendgemaakte Bulle de Engelsche R. Katholieken gebragt heeft. Ik ben niet genoeg bekend met hunne meening omtrent die zaak, noch met hunne voornemens daaromtrent, om te kunnen zeggen, welken invloed de nieuwe magt, die Rome zich aan gematigd heeft, op hun gedrag zal hebben; maar ik geloof, dat de dagbla den Tablet en Univers de gevoelens van de ijverige R. Katholieken uitdruk ken en de ware, zoo niet de erkende organen van de Priesters zijn. De Kerk van Rome duldt geene gematigde partij onder de leelcen; gematigdheid met opzigt tot hare voorschriften is laauwheid, en degenen, die laauw zijn, werpt zij zonder uitzondering uit haar midden uit. Men moet met haar zijn tegen alle tegenstandersof men behoort niet tot haaren daaromals Rome zoodanigen maatregel neemt als nu genomen is, plaatst het de leeken in den moeijelijken toestanddien ik heb aangeduid. «Terwijl ik derhalve geloof, dat het jongste stoutmoedige en duidelijk uit gedrukte edict van het hof van Rome niet aangenomen kan worden door de Engelsche R. Katholieken, zonder dat zij hunne pligten als burgers verzaken, behoef ik er niet bij te voegendat ik het gedrag van Lord Russell beschouw als dat van een waren vriend der Britsche Constitutie." Den 25stc» heeft in de groote zaal van het Raadhuisonder voorzit ting van den Lord-Major, eene volksvergadering plaatsgehad, waarop zich eene ontelbare menigte bevonden verklaard werddat de maatregelen van den Paus inbreuk maakten op de regten der Engelsche Kerk en Kroon en aan den Stoel van Rome alle gezag in Engeland moest ontzegd worden. §AB£1»H]VIE. De zitting der Kamers is den 23slen dezer door den Koning met eene rede geopend, in 'welke hij onder anderen zegt: dat het ten allen tijde de edelste taak der menschelijke deugd is geweest, eenen Staat te grondvesten op de vrijheid, die op hare beurt berust op regtvaardige, met onpartijdigheid toegepaste en algemeen geëerbiedigde wetten. Dat het tot dat einde vóór al les noodzakelijk is, orde in de finantien te brengen. De toenemende welvaart des lands levert ons de stoffelijke middelen daartoe; en de bereidwilligheid der bevolking zal de noodzakelijke opofferingen gemakkelijker doen dragen. Mijn gouvernement, zegt de Koning verder, is er nog niet in geslaafd de met Rome bestaande moeijelijkheden te vereffenen, ontstaan uit de wetten die de staatsmagten aan het landin zijn nieuwen toestandniet vermogten te onthouden. In al onze handelingen zijn wij steeds getrouw gebleven zoo wel aan den eerbied dien wij allen jegens den Heiligen Stoel koesteren, als aan het onwrikbaar besluit, om de onafhankelijkheid onzer wetgeving onge schonden te bewaren. Getrouw aan onze pligten, volhardende in de hand having onzer regten, hopen wij dat de tijd en de heilzame invloed van gods- dienstigen zin en beschaving ons tot die overeenstemming zullen leidenwelke eene der eerste behoeften van de maatschappij is. De Vorsten van mijn huis zijn nooit bedacht geweest op het verwerven van erfgoed, dan hetgeen bestaat in de achting en liefde hunner volken. Luide toejuichingen hebben onderscheiden malen de rede des Konings afge broken, en toen de Koning de onder de wapenenen gekomen nationale garde in oogenschouw namwerd hij met de grootste geestdrift ontvangen. PKUSSSEiie. BERLIJN27 November. De ministeriele Constitutionelle Correspondenz meldt De Minister von Manteuffel is heden morgenvergezeld door den Gelieim- Legatieraad Abeken en den regeringsraad Graaf Eulenburg, naar Oderberg vertrokkenalwaar hij eene bijeenkomst met den Oostenrijkschen Minister- President Vorst von Schwarzenberg zal houden. Naar men verneemt zullen de tot oplossing der Duitsche verwikkelingen benoemde vrije conferentien het onderwerp van het te houden mondgesprek zijn." De Wiener Reichszeitung van 24 November zegt dat de Pruissische troonrede slechts ééne gedachte duidelijk uitsprak, namelijk: Pruissen zal zijne pogingen dan eerst hervatten, wanneer omtrent de toekomstige inrigting van het Duitsche bondgenootschap beslist zal wezen. Op dat punt stemt de Pruissische staatkunde overeen met Oostenrijk. Wil Pruissen in de daad een heid, wil'het de behoefte der Duitsche natie zonder bijoogmerken vervullen, dan is de vrede verzekerdwant Oostenrijk wil geen overwegende magtmaar gemeenschappelijk regt. Een ander AVeener ministerieel blad, de Lloydspreekt aldus: «Indien Pruissen jegens ons handelt, gelijk de eene groote Duitsche Staat jegens den anderen behoorde te handelendan zal het geen reden hebben om

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2