Tuileriën of liet Luxembourg zal geplaatst wordenonder den naam van
Musée bibliographique en dat zij onder toezigt zal staan van den President
der Republiek. In die verzameling onderscheiden zich bijzonder een keurig
stel der uitgaven van Elzevier en eene met zorg bijeengebragte reeks fraai
ingebonden hoekenaanwijzende de voortgangen der Boekbindkunst van Bo
dewijk de XII tot op onze dagen. De erflater heeft in zijn testament de
voorwaarde gestelddat in deze verzameling geen ander boek of handschrift
mag ingevoegd worden en dat de catalogus moet worden opgemaakt door de
bekenden boekenminnaar Paul Lacroix.
ASCIIS,
ROME, 1 November.
Bij een besluit van den Kardinaal Antonelli van 28 October wordt er een raad
van de geldmiddelen ingesteld. De voornaamste bepalingen er van zijn de
volgende: De leden worden gekozen door den Paus uit een lijst van vier
namen door de provinciale raden aangeboden. De Paus benoemt daarenboven
nog andere leden; een Kardinaal zal Voorzitter en een Prelaat Onder-Voor
zitter zijn. Om benoembaar te kunnen zijn, moet men dertig jaren oud
zijnde noodige kundigheden bezitten en bekend staan als van een goed staat
kundig en godsdienstig gedrag te wezen. Aborts moet men een vast goed
bezitten van 10,000 kroonen (rijksd. Nederl.) of een kapitaal van 12,000
kroonen in lands schuldbrievenof wel RectorHooglceraar of lid van een
collegie of Iloogeschool zijn en een onroerend goed van 2,000 kroonen be
zitten. De Paus behoudt zich het regt voor om de consulta te ontbinden.
De consulta onderzoekt de begrootingen van ontvangsten en uitgavenbrengt
haar advies uit omtrent het aangaan of vernietigen van schulden, de heffing
van belastingen, het sluiten van paclitcontracten ten aanzien van sommige
belastingen, de hervorming van de tariven, de middelen tot aanmoediging
van landbouw, nijverheid en handel, en het sluiten van handelsverdragen
voor zooveel het finantiele gedeelte betreft. De beraadslagingen der consulta
zijn geheim. Zij wordt voor zes jaren benoemd, tredende om de twee jaren
een derde gedeelte der leden af. De leden genieten geene bezoldiging, maar
ontvangen uit de provinciale kassen eene vergoeding voor reis- en verblijf
kosten.
De Paus heeft den eersten dezer eene redevoering en gehcim-consistoric
gehouden betrekkelijk de geschillen tusschen Sardinië. Ilij zegt daarin
hoofdzakelijkdat hij gehoopt had dat de tijd eenig middel zou aanbrengen
ter heeling van de rampen der kerk aldaar; dat, nu dit niet gebeurd is,
hij den ganschcn loop der zaak kortelijk zal ophalen. Na aangetoond te
hebben hoe het gezag der kerk miskend is en hare regten geschonden, be
klaagt hij zicli dat het burgerlijk gezag zich heeft aangematigd om over
aanschrijvingen te vonnissen die de herders der kerk volgens hunnen pligt
ter leiding der gewetenshadden uitgevaardigd.
Nu beklaagt hij zich over de handelwijze met den Aartsbisschop(die
zoo als men zich herinnert den Minister Santa Rosa ter oorzake van de van
hem uitgegane wet, waarbij de geestelijkheid aan de burgerlijke regthank
werd onderworpen, de laatste troostmiddelen der kerk had doen weigeren)
met nog andere geestelijken en later met den Aartsbisschop van Cagliari
die verklaard had dat, wie zich verstoutte om in de bisschoppelijke kanselarij
in te dringendaardoor van zelfs al in den ban was.
Vervolgens heft de Paus eene klagte aandat de regeling van het openhaar
onderwijs hij de wet van 1848 aan den staat is toegekendwaardoor de gees
telijkheid van eene leiding is beroofd die zij sedert eeuwen aan zich had ge
houden, en over de vrijheid der drukpers, waardoor allerlei verkeerde leer
stellingen en denkbeelden zich onder de jeugd verspreiden.
Verder verklaart de Paus dat hij gezind en bereid is tot onderhandelingen,
mits die niet leiden tot verkorting van de regten der kerken protesteert
inmiddels tegen alle mogelijke aanslagen welke daartoe strekken. Hij ver
maant ten slotte tot gebeden en smekingen tot God den Vader der barmhar
tigheid, en om den Allerhoogste te bidden met zijnen magtigen arm dit
deel van 's Hccren wijngaard te beschermenwaarbij de inroeping der zacht
zinnige tusschenkomst van de Moeder Gods en die der Apostelen Petrus en
Paulus wordt aanbevolen.
PRUISSEK.
BERLIJN7 November.
De toebereidselen ten oorlog worden met ijver voortgezet. Te Koblentz is
met den telegraaph bevel ontvangen, alle troepen mobiel te maken.
HANOVER.
In een berigt van 23 October van daar aan het Dagblad van 's Graven-
bageleest men het volgendeDaar de druk der tijdsomstandigheden ook
de historische vcreenigingen van Duitschland getroffen heeft, mag het als een
verblijdend toeken beschouwd worden, dat zij desniettegenstaande hare nut
tige werkzaamheden vervolgen, en als zoodanig verdient bijzondere vermel
ding de laatst gchoudene vergadering der commissie van het alhier gevestigde
Historisch Genootschap voor Ncder-Saksenwaarin de door hunne historisch
archeologische werken met roem bekende geleerden, Mr. Groen van Prinste-
rer, te 's GravenhageL. von Ledeboer, te Berlijn en Dr. C. Leemans, te
Leydcn, tot corresponderende leden van het genootschap benoemd zijn ge
worden.
AVERTEIBERG,
STUTTGARDT, 8 November.
Nadat de Stenden eergisteren de door het Ministerie aangevraagde credieten
tot militaire toerustingen geweigerd haddenzijn zij bij een Koninklijk besluit
dadelijk ontbonden. Het besluit luidt aldus
Uit aanmerking dat de houding der landsvergadering ten aanzien van de
voor ons noodzakelijk geworden oorlogstoerustingen met onze betrekking tot
het bondgenootschap, onbestaanbaar en voor het land verderfelijk geworden is;,
dat voorts, te oordeelen naar de verslagen der Commissien, eene overeen
stemming omtrent de constitutie onmogelijk gewordenen bij de onverschil
ligheid tijdens de laatste verkiezingenwin nieuwe verkiezingen volgens de
wet van 1 Julij 1849 niet meer de rede kan zijn, en het werk der herzie
ning bij de tegenwoordige gesteldheid van Duitschland teruggehragt moet
worden tot het standpunt, waarop het zich vóór die wet bevond; en dat wij
genoodzaakt zijn van onze constitutionnele bevoegdheid gebruik te maken
«zoo houdt de werkzaamheid der landsvergadering van dit oogenblik af,
in alle opzigten op
«de permanente Commissie van 10 Augustus 1849 treedt weder in functie;
«do herziening der constitutie zal later plaats hebben;
«voor het overige wordt voor het welzijn des lands het noodige verordend
overeenkomstig 89 der constitutie."
In weerwil van het Kon. besluit verkozen de overgebleven 48 leden (de an
dere hadden met de Ministers de vergaderzaal verlaten) eene permanente Com
missie welke den volgende dag eene proclamatie aan het volk besloot uit
te vaardigen, waarin het werd opgeroepen om tegen de, zoo als zij meende,
door de Ministers gepleegde schending der staatsregeling te protesteren. De
zaal waar die Commissie hare vergadering hieldis op bevel der Regering
gesloten doch voor uiteen te gaanheeft zij een adres aan den Koning op
gesteld waarin zij hem verzoekt zijn Ministerie te ontslaan een ander te
benoemenen alzoo den gestoorden wettelijken toestand te herstellen.
De Koning heeft het adres niet aangenomenmaar ongeopend teruggezon
den. Zijne maatregelen hebben in het land geen opzien gebaard. Men ziet
eerlang de ontbinding en liet verbod van staatkundige vcreenigingen te
gemoet.
De Koning heeft eene proclamatie aan het volk uitgevaardigdwaarin hij
de noodzakelijkheid der genomen maatregelen verdedigt.
Men verwachtte dat de Regering krachtdadige maatregelen zou nemen
zoowel om de verdere werkzaamheid der Commissie door de ontbonden Kamer
benoemd, te beletten, als om allen tegenstand tegen hare verordeningen te
fnuiken.
S AKSElf.
DRESDEN, 8 November.
Het Ministerie van Oorlog heeft onder dagteckcning van gisteren het vol
gende hekend gemaakt: De veranderde staatkundige gesteldheid heeft de vol
ledige oproeping der verlofgangers andermaal noodzakelijk gemaakt. De
opgekomen, maar weder huiswaarts gezonden manschappen moeten mitsdien
oogenblikkclijk naar hunne corpsen terugkeeren. De spoorwegen zullen hen
op kosten van den Staat vervoeren. Het reeds eenmaal uitgevaardigde, doch
weder ingetrokken hevel ter aanschaffing van 2700 paarden voor do mobili
satie des Saksischen legers, wordt mits deze weder van kracht verklaard.
IIE S S E IV.
KASSEL, 9 November.
De Pruisen hebben nu eene geheele vijandige stelling ingenomen. Zij staan
in vaste positien bij Fulda en hebben die, door onder water zetting van het
dalnog sterker gemaakt. Hunne voorposten bevinden zich op ruim een uur
afstand van Fulda, naar den kant van Neuhof, bij Pronsell; de-voorposten
der bondstroepen op een kwartier uur afstand van hen te Löschenrod. Het
hoofdkwartier dezer laatsten is nog te Neuhof op 3 uren afstands van Fulda.
Aan beide zijden ontvangt men voortdurend versterkingen ook de Groot
hertogelijk Ilessische troepen zoudenvolgens een berigt idt Mainz van den
7<lcnbevel ontvangen hebbenom uit te rukken en zicli met het Oosten-
rijksch-Beijersche corps te vereenigen. De Bevelhebber der Pruissische troe
pen in het Groothertogdom BadenGeneraal von Schreckensteinhad uit
Berlijn het bevel ontvangenom al zijne strijdkrachten bijeen te trekken en
daarmede eene stelling tusschen den Neckar en de Murg in te nemen.
De laatste bcrigtcn deelen mede, dat het in de omstreken van Fulda
en wel bij het dorp Bronzelltusschen de troepen van den Bond en de
Pruissen tot vijandelijkheden is gekomen, waardoor van beide kanten eenige
manschappen gesneuveld en gewond zijn. De Pruissische Generaal v. d. Grö-
ben bad door een parlementair aan den Prins v. Thurn en Taxis doen
weten, dat hij den volgenden dag Fulda ontruimen en naar de heerbanen
terugtrekken zouen zulks ingevolge uit Berlijn ontvangen bevelenzoodat
men dan geene hernieuwing der vijandelijkheden zou te duchten hebben.
OOITENRIJK.
AVEENEN, 8 November.
De Veldmaarschalk Radetzky is hier uit Milaan aangekomen. Het opper
bevel over het Bondsleger is hem opgedragen.
De vrijwillige Lombardysch-Venetiaansclie leening is in eene gedwon-
gene veranderdomdat er bijna niet werd ingeschreven. De betaling der
eerste termijn moet binnen 8 dagen in zilver geschieden.
BU M A £11.1 E.
De heide Kamers hebben eene wet aangenomenwaarbij de slavenhandel
en de invoer van negers met zeeroof gelijkgesteld en aan de eigenaars van
slaven eene geldelijke vergoeding wordt toegezegd voor de vrijlating van eiken
slaaf. De aldus vrijgelaten Zwarten zullen naar hun geboorteland terugge-