ItUITEMLANDSC IIE IIERIGTEIV.
wijl bovendien enkele besturen, de begrootingen nog, afzonderlijk gedrukt,
verkrijgbaar stellen.
Heffing van gewone en buitengewone opcenten. De ecnige verandering
welke ten deze, bij vergelijking met het vorig jaar, is voorgevallen, bestaat
daarin dat met de aanvang van bet dienstjaar 1850, beeft opgehouden de,
sedert tien jaren gehevene ééne buitengewone opcent op de grondlasten en
op de personele belastingter zake van de door de Staten van Holland toe
gekende bijdrage tot bestrijding' der kosten van droogmaking van het Haar
lemmermeer.
Rijks belastingen. De hoofdsom der grondbelasting voor het loopende jaar
bedraagtmet inbegrip van de opcentenvoor gebouwde eigendommen
ƒ1,210,235.98} en voor de ongebouwde eigendommen ƒ1,167,301.69} te
zamen ƒ2,377,537.68.
De vermindering i ƒ10,668.04 die dit bedrag oplevertbij vergelijking
met dat van het vorig jaar moet worden toegeschreven aan het niet meer
hellen der ééne buitengewone opcent voor liet Haarlemmermeer.
Waterstaatdijken polders kanalenrivieren waterleidingen en
wegen. De afgeloopen winter is streng en lang geweest.
De dijken hebben zich echter tijdens den watersnood zeer goed gehouden
bijzonder op het grondgebied van Zuidhollandwaar die van de Vijf-IIeercn-
Landcn, den Alblasserwaard en den Krimpcnerwaard in de laatste jaren aan
merkelijk zijn versterkt door partiële verhoogingen van de kruinen en het
aanbrengen van zware bermen aan de binnenzijde.
De zeeoever-verdediging ten zuiden van Scheveningenheeft aanleiding
gegeven tot gewigtige onderhandelingen.
Ten zuiden en ten noorden van de steenen hoofden tot behoud van het
strand en tot wering van het afnemen der kust onder Terlieyde, door het
bestuur van Defland en ten koste van de ingelanden in dat waterschap aan
gelegd en onderhoudenbevinden zich twee puntenmeer dan het overige
gedeelte van den oever bedreigd, doordien het zeeduin aldaar schier geheel
is weggeroofd. Het zuidelijke punt ligt buiten de limiet van Delfland, voor
de polders Noord- en Nicuwlandhet noordelijke onder de gemeente Loos-
duinen, achter de hofstede Ockenburg, en behoort tot dezeewering van
Delfland. De gevaarlijke toestand van het eerstgenoemde punt, bedreigt
alleen de twee polders (ongeveer 600 bunders groot) onmiddellijk en Delfland
slechts in de toekomstdie van het andere punt kan in de eerste plaats voor
Delflandonberekenbare gevolgen hebbenen hoogst nadeelig voor het gehccle
vaste land van Holland worden.
Vervolg hierna).
'sGRAVENIIAGE, 2 November.
Ecnige leden van den Nederlandschen Adel, hebben den Ivoning bij een
adres verzocht, dat de middelen van het fonds van den Hoogen Raad van
Adel niet niet 'sLands penningen zouden worden vermengd; maar daarvan
afgescheiden zullen worden gehouden, en beheerd en aangewend zoodanig
als L. M. oorbaar zal rekenen tot bevordering van het doel, waartoe zij oor
spronkelijk zijn bestemd en voorwaardelijk zamengebragt.
De onderteekenaren verklaren, dat bet fonds is opgerigt tot nuttige en met
den adelstand in verband staande doeleinden; dat het nimmer kan worden
beschouwd als Lands-eigendomomdat hetgeen daartoe is bijgedragen, geene
landsbelasting heeft kunnen zijn, als welke niet zoude hebben mogen wor
den geheven dan uit kracht eener wet- dat desniettegenstaande de
inkomsten sedert ecnige jaren op de Staats-begrooting zijn gebragt; en dat
zij onder teekenaren, lettende op het doel, waarmede dit fonds uitsluitend
door Nederlandsehe Edelen gesticht, zonder daartoe wettig verpligt te zijn,
en met hel oog op de ondersteuning, die Adelijke weduwen en weezen te
cenigcr tijd daarvan zouden mogen verwachten, verlangen, dat deze staat
van zaken niet. zal voortduren.
Ingevolge art. 64 der I'rov. Wet, worden er jaarlijks twee gewone
vergaderingen van de Staten der Proviciën gehouden, waarvan de tweede ge
opend wordt oji den eersten Dingsdag van November; zijnde dit jaar den 5dc".
Naar men verneemt is het ontwerp van wet ten aanzien van het regt
van verecniging en vergadering, bereids bij den Raad van State in overwe-
ging genomen en kan derhalve de aanbieding van dat wets-ontwerp bij de
Tweede Kamer der Staten-Generaaleerstdaags te gemoct gezien worden.
Op Woensdag den 6dcn November zal van 's Lands wege in het huis
der Publieke Verkoopingen op de Geldersche Kade te Rotterdamworden
geveild en acht dagen later worden afgeslagende navolgende van het De
partement van Marine herkomstige Domaniale Goederen, als:
lste Perceel. De Rijks-Lijnbaan, gelegen onder Kralingen, bestaande in
Hoofdgebouw als Woonhuis, met ecne Opzigters-woning en daaraan verbonden
Loods of Overdekte Baan, ter lengte van 386 en ter breedte van 15.20 al,
mitsgaders een daarbij gelegen Tuin en Boomgaard, van een Rasterwerk om
geven en aan de wegzijde met een IJzeren Hek afgesloten.
2lJe Perceel. Twee stukken Weiland met Tuin en Laangelegen onder
Kralingenvroeger bes temd voor een Exercitieveldgelegen tusschcn de We
tering en den Ouden Dijk, achter het voorgaande perceel, met eene Ophaal
brug op den weg uitkomende.
gde Perceel. De Stoom-houtzaagrnolen gelegen onder Rotterdam buiten
de Ooslpoort, op het Boschland bestaande in een Woonhuis en Koepel, met
eene Uitgebreide Loods en een Gebouw, waarin de Stoommachine is geplaatst,
voorzien van eene Stookplaats, een Steenkolen-Magazijn, Werktuigen en Ge
reedschappen alles tot de uitoefening van oenen Stoom zaagmolen henoodigd.
4dc, 5Je en 6dc Perceel. De Opstal van drie Sleephellingenwaarvan
twee zijn voorzien met groote daarover gebouwde Houten Kappen, staande
op de Kleine of zoogenaamde Compagnie-werftot Afbraak verkocht wor
dende.
Al deze Goederen zijn breeder bij Aanplakbiljet omschreven. De Voor
waarden liggen ter lezing onder anderen ook bij den Ontvanger der Regis
tratie te Leyden, zullende door de Opzigters bij de voorschreven Gebouwen
woonachtigaanwijzing der Percelen worden gedaanop vertoon van een
kaartje, af te geven door den Architect P. Scholten, aan het Singel, te
Rotterdam.
SCHEVENINGEN, 30 October.
De steurharingvisscherij laat zich gedurende de laatste dagen, gunstig aan
zien. Sedert jl. Zaturdag hebben weder 10 pinken vrij aanzienlijke bezen-
dingen haring aangcbraglzoodat thans van de 59 op gemelde visscherij uit
geruste schuiten 37 zijn aangeweestwaaronder 6die reeds twee reizen
hebben volbragt, hetgeen daaraan moet worden toegeschreven, dat de haring
zich niet, gelijk gewoonlijk, zoo nabij de Engelsche kust, maar digter bij
de onze schijnt op te houden. Het getal haringen, dat door de gezamen
lijke pinken is aangebragt, bedraagt 1,900,000. De vrees, dat de vloot
door den laatsten stormveel zoude geleden hebbenheeft, zich gelukkig
niet bevestigd.
Te Katwijk, van waar zich 38 schuilen op de visscherij bevinden, is het,
in vergelijking tol Scheveningen, zeer ongunstig gesteld. Nog slechts 5
schuiten waren daar tot en met Maandag 11. aangeweest. Van Noordwijk
dat 5 schuiten heeft, uitgerust, zijn 3 teruggekeerd. - In den laatsten
tijd wordt weinig versche viseh gevangen.
SCHIEDAM, 1 November.
De begrooting van ontvangsten dezer stad voor het jaar 1351, zoo als zij
door den stedelijken Raad is voorgedragen, beloopt 186,912.58; die der uit
gaven ƒ186,541.45. - De bevolking bestaat uit 12,734 hoofden.
's HERTOGENBOSCII80 October.
Bij het graven op den huize Molenberg te Vught, tot verbrccding van den
Vughtschen weg, is dezer dagen het lijk van een soldaat, met pallas en gra
naten twee voeten diep onder den grond gevonden. Uit alles maakte men
op dat het van den tijd der Spanjaarden in 1029 heugde. De pallas is zoo
groot dat men die moeijelijk regtuit kan houdenen niet uit de schede trek
ken als men die op zijde heeft. Daar de persoon wiens lijk gevonden is, eene
buitenmatige lengte gehad heeft, zal de schedel gezuiverd en zorgvuldig ho-
waard worden.
LONDEN, 30 October.
De dagbladen deelen lieden het antwoord mede, hetwelk de Bisschop vah
Londen heeft toegezonden aan de geestelijken dezer hoofdstad, op een adres,
betrekkelijk de laatste verordeningen van den Paus omtrent de R. K. Kerk
in Engeland. In dit antwoord komt hoofdzakelijk bet volgende voor
»De in het mij aangebodene adres uitgedrukte gevoelens komen gchcol met
mijne eigene overeen, en ik ben overtuigd, dat geheel Protestantsch Enge
land daarin deelt. De jongste aanmatiging van gezag door den Bisschop van
Rome, waarbij hij dit land in nieuwe bisdommen verdeelt en Aartsbisschop
pen en Bisschoppen aansteltzonder de goedkeuring van de Souvereinis
ecne schismatieke daad zonder voorbeeld, welke niet geduld zou worden door
het gouvernement van ecnig R. K. Koningrijk. Ik vertrouw, dat ons gou
vernement niet gelaten zich daaraan onderwerpen zal. Tot dus ver, sedert
den tijd der Reformatie, voorzag de Paus in het geestelijk oppertoczigt over
zijne aanhangers in dit land, door de benoeming van Apostolieke Vicarissen,
van Bisschoppen, die hunne titels niet aan dezen of genen wezenlijken of
vermeenden zetel in Engeland ontleenden, maar aan denkbeeldige bisdommen
in partibus injidelium.
»De raadgevers van den Paus hebben deze inbreuk op do regten en de eer
der Kroon en der Kerk bebendiglijk zóó ingerigt, dat de door hem tot denk
beeldige bisdommen benoemde personen niet dadelijk in strijd met de letter
der wet zullen bandelen, wanneer zij de hun opgedragen titels voeren, maar
het is strijdig met den geest der wet.
»Uw gedrag, bij deze gelegenheid moet, naar mijne meening, gematigd en
liefderijk zijn, maar tevens standvastig en ondubbelzinnig.
»Gij zult wel doen met de aandacht van uwe lecken te vestigen op de
wezenlijke strekking van dezen openlijken aanval op onze Hervormde Kerk.
DWij zien ons gewis aangespoord tot meer dan gewone waakzaamheid en
ijver in de vervulling onzer belofte, om alle dwalingen en vreemde leerin
gen strijdig met Gods woordtegen te gaan.
a Ten slotte: ik ben zeer geneigd te gcloovcn, dat het Hof van Rome
slecht geraden is geweest, ten aanzien van de uitbreiding van zijn invloed
in dit Rijk. Deze stap zal strekken om de Protestantsche gezindheid van
de groote massa der bevolking te versterken, en zal ten gevolge hebben, dat
sommige personen, die geneigd zijn tot concession aan Rome, omdat zij in
den waan verkeeren dat Rome iels van zijne oude eischen zou hebben opge
geven en dat ecne vereeniging der beide Kerken welligt bewerkt zou kunnen
worden zonder opoffering van eenig fundamenteel beginsel, nu tot andere