goede verstandhouding. De kerkgebouwen en de pastorijen binnen dit gewest, worden, zooveel de middelen toelaten, behoorlijk onderhouden. Uit de som voor subsidien tot herstel of vernieuwing ten behoeve van Hervormde gemeenten zijn bijdragen van meerder of minder belang verleend aan de gemeenten van: Oegstgeest, Gouderak, Haastrecht, Hendrik Ido Ambacht, Oosterwijk (Kedichcm)Zwartewaal en Zwijndrccht. De opbouw der nieuwe kerk voor de Hervormde gemeente te Gorinchem wordt met ijver voortgezet en zal weldra voltooid zijn. De Kerkbesturen der gemeente WateringenNoordwijkerhout en Scheve- ningen hebben aanvragen gedaan ter bekoming van subsidiën uit de provin ciale fondsen, de eerstgenoemde voor de kerk en de andere voor de pastorie. Ook bet Kerkbestuur der Iï. K. gemeente van Rijnsaterwoude (Zuidbolland) on Leymuiden (Noordholland), heeft een request aan Z. M. ingediendom voor den bouw cener nieuwe kerk, waarvan de kosten zijn geraamd op ƒ29,000, eene subsidie van ƒ9000 uit 's Rijks kas of wel uit de fondsen der beide provinciën te verkrijgen. Deze aanvragen zijn in overweging. Nadat de in 1845, bij Koninklijke beschikking toegestemde oprigting eener vierde kerk ten behoeve van de R. K. bevolking van Rotterdam, door het geestelijk gezag was bewerkstelligd, is bij dispositie van den Minister voor de Zaken der R. K. Eeredienst bepaald dat de kosten van aankoop van panden en vertimmering, buiten bezwaar van het Rijk zullen worden geleden. Branden. - Door brand zijn vernield of aangetast: 66 woonhuizen, 68 schuren, 8 hooibergen, 3 molens en 7 keelen, waaronder 13 bouwmanswo- j ningen en de stoom-suikerraffinaderij te Rotterdam. Het totaal der schade bed raagtvoor zoo ver men zulks heeft kunnen te weten komen, de som van ƒ1,287,482. Het gezamenlijk bedrag der verzekeringen beloopt 1,838,501waarin de hier bovengemelde fabriek te Rotterdam, en de belendende gebouwen voor eene zeer aanmerkelijke som gedeeld hebben. Kadaster. De kadastrale schrifturen bij de bewaringen der Hypotheken en van bet Kadaster voorhanden en die, welke bij de plaatselijke besturen aanwezig zijnworden bij voortduring bijgehouden. Van de Provinciale Kaart zijn slechts tien exemplaren verkocht. De op brengst is 102. liet geheel beloopt thans 1,152.60. {Vervolg hierna.) 's GRAVENHAGE17 October. Z. M. heeft benoemd tot Ridder der Orde van den Nederl. Leeuwden Heer J. J. A. Iseghem, Nederlandsch Consul te Ostende. Z. K. II. Prins Hendrik der Nederlanden vertrekt aanstaanden Zondag naar Luxemburg, vergezeld van zijne Adjudanten, en Zf. Ms. Adjudant in Luxemburgsche dienstden Heer van Heemskerkmet talrijk gevolg. In de residentie is aangekomen, en aan het Hotel Fuhri afgestapt, eene Commissie komende uit Limburgbestaande uit de Hecren M. van Kersten, Burgemeester te Roermond, W. SassenKerkhof Essos en Qunolder, leden der Prov. Staten in Limburgdie heden bij Z. M. ten gehoore zijn ontvangen, tot aanbieding van het adres der Staten van Limburg, nopens de afschaffing van sommige belastingen. Naar men verneemt zullen de kiezerstot leden voor de Provinciale Staten in Zuidbollandtegen den 31sten dezer alhier opgeroepen wordentot het doen van nieuwe keuzen, tot aanvulling der opengevallene betrekkingen, ontstaan ten gevolge van de benoeming van de Heeren de Brauw tot lid der Eerste Kamer, cn Mackay, tot lid van de Tweede Kamer. Men. verzekert ons ten stelligste, zegt de 's Gravenh. Nieuwsbode dat de beriglen, gedurende de afwezigheid van II. M. de Koningin, door zeker weekblad bij herhaling opgenomen, betrekkelijk de ongesteldheid dier j Vorstin, ten eenenmale onjuist waren en dus noodeloos bezorgdheid hebben opgewekt. Wtveede Kamer ties' Sfnten-füeneraal. Zitting van Woensdag 16 October. In deze zitting zijn ingekomen de volgende Koninklijke Boodschappen, ten geleide van een gelijk getal ontwerpen van wet, als: 1°. Omtrent het regt van registratie der brieven van naturalisatie; 2°. tot bet toekennen van pensioen aan drie leden der vroegere Eerste Kamer3°. tot afschaffing der leges en tot regeling der kosten van toezigt, ter zake van dc in- en uitgaande regten en accijnsen; 4°. betreffende de heffing van grondbelastingen in Limburg; 5°. tot wijziging der wet van 9 Mei 1846 om trent dc Burgerlijke Pensioenen; 6°. tot het doen overschrijven op de bc- grooting van uitgaven op het pensioenfonds van Burgerlijke ambtenaren over 1850; cn 7°. tot vaststelling eener afzonderlijke begrooting van uitgaven, wegens den arbeid der gevangenen over 1851met aanwijzing der middelen tot bestrijding dier uitgaven. Drukken en aan de afdeelingen ter over weging Aan de orde van den dag is dc beraadslaging over het Adres, in antwoord op de Troonrede, en wel in de eerste plaats over de algemeene strekking van dit Adres. De Heer van Dam van Isselt zal zich de moeite niet geven, eenig amen dement voor te dragen, daar het te voorzien is dat dit, bij den geest welke bij het opmaken van het adres voorgezeten beeft, niet welkom zou zijn. Mogt een ander amendementen ter verbetering voorstellen, bij zal er voor stemmen, maar tegen den geheelen geest van het adres moest hij zich ver klaren. Hij hoopt dat de toekomst zal leeren, dat hij zich bedrogen heeft, wanneer hij niet in de overmatige blijdschap der commissie deelt. De Heer Baud verklaart dat bij, wel verre van als kampvechter op te treden, verlangt den strijd af te raden. Hij toch wenscht de algemeene strekking van het adres goed te keuren en de aanneming daarvan aan te raden, en wel uit een tweeledig oogpunt: 1°. om liet nut der zaak; 2°. om de waardigheid van de Kroon. Wat hel eerste punt betreft, voorzeker is liet nuttig en noodzakelijk dat aan de volksvertegenwoordiging gelegenheid ge geven worde om aan dc raadslieden der kroon hare meening, ja, des noods, bare berisping te kennen te geven. Het komt spr. echter voor, dat dit thans niet noodig is, en dat men daartoe later ruimschoots gelegenheid beeft, daar door den invloed der Kamer, hare inmenging in de zaken is vermeerderd. Spr. wijst daarbij op het regt van interpellatie. Vroeger verschenen de Mi nisters alleen in de Kamer, om eene wet te verdedigen, en was het hun zelfe verboden, daar tot een ander einde te verschijnen. Thans beeft de Kamer bet regt van vragen en de Minister moet antwoorden. Is dat ant woord niet voldoende, dan kan zij de Censuur over het ministerie uitspre ken, en eene verandering der raadslieden van de kroon vorderen. Het regt van enquête is een ander middel, dat vroeger niet bestond. Vroeger liet liet zich denkendat de Kamer niet den geest der bevolking uitdrukte hetgeen nu het geval niet meer is. Het is dus thans niet noodig, bij gelegenheid van het adres, den gang van zaken van het bestuur in alles te onderzoeken. En wat aangaat bet tweede punt, in onze nieuwe staatsinrigting is opge nomen de onschendbaarheid des Konings, waarvan de practisclie toepassing is, dat nimmer de Koning, maar alleen de Ministers aansprakelijk kunnen zijn. Doch de Troonrede valt daar buiten. Zij draagt geen contrcseign de Raad van State is er niet op geboord. Zij mist de eigenschappen waarop dc verantwoordelijkheid der Ministers toepasselijk is. De Koning zou de Troonrede uit het hoofd kunnen uitspreken. Het adres moet dus niets dan een weerklank zijn. In Engeland, dit constitutionele land bij uitne mendheid, wordt zulks evenzeer zoo begrepen. De Heer van Goltstein is van ooi deeldat de toon van het adresniet volkomen overeenstemt met de stelling der Kamernoch met de omstandighe den waarin zij verkeert. De Vergadering is geheel nieuwvoor dc eerste maal vooral het uitvloeisel van het kiesstelsel, op de gewijzigde Grondwet geves tigd. Uit dien hoofde kwam het spr. gepast voor, dat de vergadering duide lijk te kennen gaf, welke hare inzigten cn denkbeelden zijn. Hiertoe be hoorde het voetspoor der vorige Kamer gevolgd te worden. Deze heeft duidelijk haar gevoelen te kennen gegeven, dat de Grondwet geene belofte behoorde te blijven, maar eene weldaad moest zijn. Dien ten gevolge be hoorde in het adres de wensch uitgedrukt te worden, dat er geen verder ver zuim in de uitvoering der Grondwet zou plaats hebbenten einde de Natie in het volle genot en het voordeel van de getrouwe uitvoering der Grondwet te stellen Het verzuim is echter zeker en de nadeelen voor de Natie kunnen niet geloochend worden. Spr. is intussclien niet tegen de geheele strek king van bet adresmaar hij wil alleenlijk doen uitkomenwelke waarde hij hecht aan de daadzaken, daarin voorkomende. De Heer van Hall verklaart zich voor de algemeene strekking, zoo wat den vorm als wat den geest betreft. De Heer Dullert verdedigt, namen9 de Commissie, de algemeene strek king van bot adres. De beraadslagingen voor het geheel van het adres worden hierop gesloten verklaard, en de algemeene strekking in hoofdelijke omvrage gebragt. Zij wordtmet eene meerderheid van 56 tegen 3 stemmengoedkeurd. Tegen de Heeren Luyben, van Dam van Isselt en van der Veen. De beraadslagingen over de artikelen afzonderlijk worden geopend. 1. houdt in, dat de Kamer op hoogen prijs stelt, dat de Koning ter stond aan de Natie het genot der nieuwe instellingen heeft willen verlcenen. Zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 2. geeft aanleiding tot discussie over het Limburgsche vraagstuk. Nadat de UIL Boreel van Hogelandenvan Dam van IsseltSloot tot Oldhuisvau GoltsteinBorret en Lotsy het woord hebben gevoerd zegt de Minister van Buitenl. Zakendat de gesteldheid van Duitschland niet alleen dc bezorgdheid van velen ook in deze Kamer gaande maakt, maar van alle Staatsmannen die een werkdadig aandeel nemen in het bestuur der Staten van Europa. Ook 's Konings Ministers zijn daarvan diep doordrongen en hij aarzelt niet om al dadelijk den leidraad te doen kennenwelke dc Regering ten deze in acht neemt. Die leidraad is 1°. bet belang van Nederland, 2°. dc bestaande tractatcn. Neen, er is, er kan bij de Regering geen sprake zijn van overhelling tot de Oostenrijksche of tot de Pruissische staatkunde geen ander doel bezielt haar dan bet uitsluitend belang van Nederland. Haar trachten is de handhaving van de zelfstandigheid van den Nederlandschen Staat en het in acht nemen van bet meest mogelijk onzijdig gedrag. Maai de Regering heeft daarbij tevens begrepen, dat die belangen inedebragten om zich aan te sluiten aan eene handhaving en eerbiediging van de bestaande tractatenhet aankleven daaraan oordeelde de Regering gegrond te zijn in liet wettig belang van Nederland. In die tractaten toch vinden dc kleinere staten bescherming tegen de overmagt der grootere. 2. wordt daarna aangenomen met 55 tegen 4 stemmen. Tegen de Hee ren van Dam van Isselt, van Goltstein, Boreel van Hogelanden en Gevers van Endegccst. 3. wordt na eenige beraadslaging zonder stemming aangenomen. 4. wordt na verwerping van een paar amendementen zonder stemming goedgekeurd. Morgen ochtend 11 ure voortzetting der beraadslagingen. TTelegraphiscI» Berigt. 5 uur 45^min. Het geheele adres is onveranderd aangenomen met 53 tegen 7 stemmen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2