LEYDSCHE
COURANT.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt MAANDAG, 14 OCTOBER.
wit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
Wij herinneren onze Lezers, dat beginnende met Maandag den
7dcn dezer tot en met Dingsdag den 29stende TTsess- en Vijf-
Centstukken zullen worden ingewisseld bij de Ned. Bank en
bij de Betaalmeesters in de Arrondissementen, en de Plaatselijke
Ontvangers, zoo veel hunne kassen dit toelaten.
BINN ENL AND SC iï E BERIGTEN.
LEY'DEN, 12 October.
liet Leydsche Departement der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen ge
noot Woensdag 11. een' zeer aangenamen avond, die door de voldoende vor
deringen van de kinderen der Volkszangschoolonder de uitmuntende leiding
van den wakkeren Schoolonderwijzer Lancel, den leden geschonken werd.
Sedert Julij 1849 door het Departement opgerigt, heeft de school zich een
zestigtal kinderen aangetrokken, die in dien korten tijd in den drie- en vier-
stemmigen zang grondig onderwezen, zoo als de tegenwoordige toestand van
het muziek-onderwijs het vordertnu bleken buitengewone vorderingen ge
maakt te hebbenen behalve de theoretische zangoefeningen van Smith met
zeer veel juistheid onderscheidene liederen van Dr. Heije en andere Vader-
landsche zangen voordroegen.
Het was een aangenaam en aandoenlijk schouwspel, toen de vrolijke kin
deren, niet ongevoelig voor dé toejuiching, die zij hadden ingeoogst en ge
tuigen van de geestdrift, waarmede de tegenwoordig zijnde leden eene buiten
gewone bijdragen voor den aankoop van nieuwe muziek bijeenbragtenbij
het einde der les op eenige versnaperingen door de Commissie der Volkszang
school onthaaldecht kinderlijk vrolijk zonder onbetamelijke uitgelatenheid
zich verlustigden, en onder leiding van hun leermeester op nieuw liederen
aanhieven. Die genoegelijke avond zal bij velen lang in geheugen hlijven.
Deze Departementale Volkszangschool wordt alzoo een nieuw sieraad van de
Eeydgcjie afdeeling der loffelijke Maatschappijen verdient in allen opzigte de
krachtdadige ondersteuning der Ingezetenendie op goeden smaak en goeden
zang prijs stellen. Vooral, daar eene tweede zangklasse, sedert eenigen tijd
opgerigt, welke 130 kinderen telt, door gebrek aan middelen nog zooveel
onderwijs niet genieten kan, als wenschelijk is.
Vergelijkende Staat van de opbrengst der opcenten en eigene middelen,
ten behoeve dezer Stad geheven, over de negen maanden van 1849 en 1850.
1849.
f opcenten 14,438.96$.
J eigen midd. - 3,807.76
18,246.72$-
I opcenten ƒ72,893.365-
eigen midd. - 2,278.02$-
B
O
O
Wijn
pi (opcenten ƒ21,033.88
2 eieren midd. - 7,336.58
1850.
ƒ16,159.64$
- 4,223.23
ƒ73,617.691
- 2,201.59
ƒ20,382.871
1
.5 I
ro l
p f opcenten
959.55
S jg eigen midd. - 889.81
P50 l
75,171.39 ƒ75,819.231
10,383.25. ƒ11,584.65
ƒ22,925.48
j. - 7,708.58$
28,370.46$. ƒ30,634.061
1,002.98
- 811.36
1,849.36
ƒ134,021.19
1,814.34
ƒ140,235.211
Meerder in 1850 ƒ6,214.021-
Tot aanvulling van ons uittreksel uit het laatste programma van het
Haagsche genootschap tot verdediging van de Christelijke godsdienst in ons
vorig nommer strekke nog dat dit genootschap vóór 15 Dec. 1851 antwoor
den verwacht op de volgende prijsstoffen
I. Naar aanleiding van hetgeen heden ten dage door de Tubingsche school
op het voetspoor van Doet. F. C. Baurbeweerd wordtverlangt het Ge
nootschap een naauwkeurig onderzoek naar het verband van het eerste Chris
tendom en het Ebionitisme.
II. Welk begrip hebben wij ons te vormen van de bijzondere Openbarin
gen Godswier inhoud en geschiedenis vervat zijn in onze Heilige Schriften
In welke betrekking stonden zij tot de eigene geestontwikkeling en de zede
lijke vrijheid dergenen die haar ontvingen En welke overeenkomst is er
tusschen haar en den oorsprong van zoo veel voortreffelijksals zich ont
wikkeld heeft bij de Ileidensche volken?
III. Eene Verhandeling over het Paulinisch Leerbegrip aangaande de regt-
vaardiging des zondaars voor God.
En dat er op de vraag over de Schriften van Ignatius twee Iloogduitsche
Verhandelingen ingekomenmet de zinspreukenlldvxa elq rt/zyv Otov
ytvia&o) en DijjiciUs est in dug alio veritatis.
Uit Rotterdam wordt gemelddat zich aldaar eene maatschappij zal
vormentot eene geregelde Schroef-Stoomvaart tusschen die stad en New-
York.
'sGRAVENHAGE, 12 October.
Z. M. heeft onder dagteekening van 26 September, het volgend besluit
genomen
Op voordragt van Onzen Minister van Buitenlandsche Zaken, van den 25slcn
September 1850.
Overwegende dat er voor het tegenwoordige geene Attachés bij het Neder-
landsch corps diplomatique aanwezig zijn, beschikbaar ter aanvulling, des
noodig, van het bestaande personeel;
Willende gevolg geven aan het bepaalde bij Koninklijk besluit van den
Igdcn April 1846, betrekkelijk het onderzoek der kundigheden van hen, die
tot voormelde betrekking van Attaché wenschen benoemd te worden
Gezien het Koninklijk besluit van 17 Julij 1846, waarbij is benoemd de
commissie voor het eerste in dezen te houden onderzoek,
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen:
Art. 1. Er zullen bij het corps diplomatique worden benoemd twee Atta
chés, om dienst te doen, hetzij bij het departement van Buitenlandsche Za
ken, hetzij bij de Gezantschappen buiten 'slands, ieder op een jaarwedde
van ƒ1000.
Ait. 2 Aan de commissie, ingesteld bij het besluit van 17 Julij 1846,
worden als leden toegevoegd, de Heeren Mr. I. Boeije, Staatsraad in huiten-
gewone dienst bij het departement van Finantien en Mr. J. Ackersdyck
Hoogleeraar te Utrecht.
Art. 3. Het onderzoek naar de kundigheden van hen die voor opgemelde
betrekking van Attaché in aanmerking zullen komen, zal geschieden door
de voorschrevene commissie in de maand Maart eerstkomendeop nader door
Onzen Minister van Buitenlandsche Zaken te bepalen tijd en plaats.
Art. 4. Door denzelven Onzen Minister zullen worden opgeroepen de jon
gelieden die tot voorschreven onderzoek verlangen toegelaten te wordenmet
nadere aanduiding van hetgeen, ingevolge het besluit van 16 April 1846,
wordt gevorderd.
Art. 5. Boven en behalve het gevorderde bij art. 2 van evengemeld be
sluit, zullen de jongelieden door de commissie worden toegelaten tot het le
veren van bewijs van zoodanige andere kundigheden, als in gedachte betrek
king van Attaché geacht worden van meer of min stellig nut te zijn. Bepaaldelijk
zal er ook onderzoek worden gedaan naar hunne bedrevenheid in de Engelsche
en Iloogduitsche talen.
Art. 6. Het door de commissie, na afloop van het onderzoek, uit te bren
gen verslag, zal met opzigt tot de door haar toegelaten candidaten eene ver
melding inhouden van ieders meerdere of mindere bekwaamheid in elk der
behandelde vakken, terwijl bij de rangschikking der candidaten onderling,
door de commissie ook zal worden gelet op de kundighedenbedoeld bij art. 5
van dit besluit.
Z. M. heeft, tot Vice-President van den Raad van Nederlandsch Indië
benoemd, Mr. J. F. V. van Nes, thans gepensioneerd lid van dien Raad. De
Heer van Nes, die zich reeds gedurende eenigen tijd in het vaderland be
vindt, zal weldra naar Java vertrekken.
Z. Exc. de Heer Bruce nieuw benoemd Gouv.-Generaal van Neêrl. Indië,
heeft gisteren in handen van Z. M. den Koning, den eed afgelegd. Z. M.
heeft dien Heer benoemd tot Ridder Grootkruis der orde van de Eikenkroon.
Z. M. heeft eervol ontslagen onder toekenning van wachtgeldde Hee
ren P. J. Schotel, Leeraar in het handteelcenen en S. J. Wolthuis, Leeraar
in de wiskunde bij het Instituut voor de Marine.
II. M. de Koningin is gisteren avond met den laatsten spoortrein van
hare reize naar Duitschland, en laatstelijk komende van Arnhem, in deze
residentie teruggekeerd.