LEYDSCHE VRIJDAG, 4 OCTOBER. PÏETER ADRIAANSZ. VAN DE WERFF. 1850. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond ac* De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke tiommers worden tegen 10 Centen afgegeven. Hebben wij in vorige jaren de merkwaardige verlossing dezer stad op den 3dcn October 1574 uit het Spaansch geweldnu eens door een kort woord dan weder door eenige regelen uit een of ander toepasselijk gedicht herinnerd thans laten wij hier een kort levensherigt volgen vair een der voornaamste personen tijdens het belegden Burgemeester Pieter Adriaansz. van de Werff. Hij werd geboren te Leyden den 14icn Junij 1529, alwaar zijn Vader zeemtouwer wasen tgl de Doopsgezinden behoordebij welke bij bier en te Haarlem als vermaner, meermalen 't woord voerde en in 1537 als ketter te Haar lem werd onthoofd. Onze Van de Werff volgde later zijnen Vader in zijn bedrijf opmaar vlugtte bij de hevige vervolging in 1563 naar Dillenburg. Van daar zond Prins Willem I hem herwaarts om de zaak des Vaderlands vooral door 't inzamelen van gelden te bevorderenwaarin hij niet ongeluk kig slaagde. Later vertrok hij weder naar den Prins en kwam terug als Commissaris van de Furstelvke Genade van Oraengienom de gemeene zaak te vorderen" en bewees den lande vele diensten. In December 1572 geld zullende brengen aan bet door de Spanjaarden verstrooide volk van Lumey, werd zijn geleide bij Hillegom overvallende voerman van de wagen waarop 'tgeld was, doorschoten, en gelukte het Van de Werff ter naauwer- nooddoor zijne kloekmoedigheidmet het geld Leyden te bereiken. In Januarij 1573 verzocht bij zijn ontslag uit 'slands dienst en werd in Mei Burgemeester. In October ving toen het eerste beleg der stad aan, dat tot 21 Maart 1574 duurde, en den 25stcn Mei daaraanvolgende weder hervat werd. Zijne trouwvolharding en kloekmoedigheid in 't bedwingen der muiters gedurende bet beleg zijn bekend. Na bet beleg werd hij op nieuw meermalen tot belangrijke zaken in 's lands dienst geroepen. Den 20stc" Oc tober 1574 werd hij aangesteld tot Commissaris-Generaal van de vivres en provianden voor 't krijgsvolkwelke betrekking hij twee jaren met eere waarnam. Sedert werden hem van tijd tot tijd nog gewigtige commissien zoo van Staats- als Stadswege opgedragen, en had bij in 1580 en 1582 zitting in de Staten van Holland. In 1585 verlangde men hem ook in het Collegie van Gecommitteerde Raden (een dergelijk als thans der Gedeputeerde Staten), welke betrekking hij echter weigerdeop grond dat zijn huisbestuur en de verzorging en op voeding in de vreeze Gods, van zijns broeders nagelatene wezen, zijn afwezig heid niet gedoogden en er nog wel bekwame lieden buiten betrekking te vinden waren. Hierop schreven de Staten hem dringend aanhembij achterblijven, zelfs met ƒ6.daags boete bedreigende. Ilij hield echter vol en nu liet men hem met rustechter nog van tijd tot tijd van zijne goede diensten gebruik makende, tot in den jare 1600, wanneer hij zijn 70slc jaar reeds bereikt had. «ij is driemalen gehuwd geweestonder zijne zes kinderen was een zoon die in 1610 Burgemeester was en in 1621 overleed, van zijne dochters huwde eene met Van Assendelft, wiens drie zonen in 1661 hunnen grootvader aan een der hoofdpilaren van de Ilooglandsche kerk, een marmeren gedenkteeken met zijn beeldtenis oprigttendoor den beroemden Verhulst gebeiteld met een Latijnsch opschriftwaarvan de vertaling aldus luidt De ouderlievende kleinzonen hebben dit gedenkteeken geplaatst voor hun nen Grootvader Pieter Adriaansz. van de Werff, die voor 't heil des Vaderlands vele gevaren heeft getartvele ampten in den Staat heeft bekleedwicn Leyden twaalf malen Burgemeester heeft gezien en de Staten van Holland twee malen hun waardig medelid; aan wiens standvastigheid de onder zijn Burgemeesterschap twee malen belegerde stad, verschuldigd is dat zij den Spanjaard, de pest en den hongersnood tot het opbreken van het beleg kloek moedig heeft verdragenonder het muiten van den burgerhet gemeen en den soldaat. x> Hij is geboren te Leyden in het jaar 1529. Overleden in het jaar 1604. IIij had tot Echtgenoot Maria Duyst van Voorhout Fransdochter. [De Kleinzonen vermelden hier alleen den naam van die vrouw van welke zij afstamden.] Johannes i van Assendelft. Pieter 1 zonen van Adriaan i Barlholomens Ook werden omstreeks dien tijd ter zijner gedachtenis twee gedenkpennin gen geslagen. Hij beeft gewoond in een huis op de Marendorps- of Haarlem- merstraats-Achtergraclittegenover de Leege- (Lage-) Werfsteegtoen ter tijd achter aan de Vest uitkomendemaar bij de derde vergrooting der stad met eene poort op de Oude Vest bij de Bakkersteeg. In lateien tijd was het een Herberg, het Zwijnshoofd genaamd, en thans is er eene Bewaarschool gevestigd. De Hoogleeraar Te Water, uit wiens Levensbijzonderheden van P. A. van de Werffwij dit berigt grootendeels ontleendeneindigt zijn stuk met deze woorden: Uit alleswat ik omtrent Van de Werff gemeld hebmeene ik te mogen besluitendat hij alzins verdiene aangemerkt te worden als een zeldzaam voorbeeld van ware Godsdienstigheid, schrandere menscbenkunde, wijs beleid, voorzichtige opregtheidonkreukbare getrouwheid aan eed en pligt, belange- looze verkleefdheid aan oude vrienden onder de Staatkundigenbestendigen afkeer van onmatige eerzuchtschandelijke eigenbaat en laaggeestige vleije- rijeeen voorbeeld van onbezwekene kloekhartigheid en prijswaardige be daardheid, zelfs in den bangsten nood; een voorbeeld van on verge! ijkelijlten ijver in 't behartigen der belangen van zijn Iluisvan de Stad Leyden van 's Lands Universiteit aldaar gevestigdvan Hollandvan het gansche Va derland. Zoo lang 's Mans naam en beeld op marmer en metaal blijven pronken zoo lang 't papieren noodgeld, in de jaren 1573 en 1574 in omloop gebragt, in de muntkabinetten der Oudheidkundigen bewaard wordtzoo lang men Nederlandsche geschiedenissen leestzoo lang men prijs op Vaderland en Vrij heid stelt; zoo lang de edelste karakters in waarde blijven; zoo lang dit alles stand houdtzal ongetwijfeld de roem van den Leydschen Burgemeester Van de Werff diep ingeprenf en zijne nagedachtenis in dankbare harten van alle weidenkenden levendig blijven." voldoening. De gedachtenisviering van het ontzet der stad gaat natuurlijk gepaard met de herinnering aan de stichting der oudste Hoogeschool in ons Vader land die weldra bij de gansche geleerde wereld en alle landen zoo roem rijk bekend werd, en steeds buiten 'slands haren roem bleef handhaven. Dit werd in den loop der vorige maand nog weder bewezen door den toevloed van vele buitenlandsehe geleerden, die onze Hoogeschool met een bezoek vereerden. Wij zagen hier de Hoogleeraren HyrtI en Schuh uit Weenen, Simpson uit Edinburg, Goeppert uit Breslau, Kölliker uit Wiirz- burg en Bissclioff uit Giessen Dp. Czermak uit Praagde Marquis Dr. Corti uit Turyn en Sir Robert Brown uit Londendie uit zucht om Leydens i Hoogeschool te bezoeken, zich herwaarts hadden begeven, met de meeste I belangstelling al hare merkwaardigheden en de uitstekende Museums van BINiVEALAIVDSGHE BERIGTEN. LEYDEN, 3 October. Heden had bij gelegenheid van de gedachtenisviering aan het ontzet der Stad, het volksfeest plaats, dat door de ijverige bemoeijing van HII. Commis sarissen der feestelijkheden in de maand Julij 11. zou gegeven worden, be staande in mastklimmen en zakkeuloopen op het groote ruineplein. Bij het schoonste weder, lokte dit feest duizende aanschouwers, wier belangstelling met iederen klimmer naar mate deze het doel nader kwamook hoogcr klom. Onder de 43 mastklimmers, waren er vier: Lekler, kinschotenvan der Lely en Koomen. die zich bijzonder onderscheiden, door de gemakkelijk heid waarmede zij hunne taak schenen te volbrengen, en aan wie het door hunne zeldzame spierkracht en vlugheid gelukte de 4 hoogste prijzeneen zilveren tabaksdoos, twee dito horologien en dito ketting op de voile lengte van den vijftig voeten hoogen mast af te halen, en (be dan ook, toen zij van hun verheven standpunt het publiek toewuifden, met luide toejuiching be groot werden. Daarna werd de kroon waaraan de prijzen hingen, 20 voet lager gehangen en toen op nieuw onder de overigen de wedstrijd geopend. Ook het zakkenloopen waartoe zich 187 jongens hadden aangegeven, trok veler aandacht en gaf tot menig koddig tooneel aanleidmg. Een en ander werd afgewisseld door muziek. Alles liep in de volkomenste orde af, en 11. H. Commissarissen vonden in den bijval van 't publick eene aangename

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1