Volgens den Lloyd zullen dei bezuinigingen op de uitgaven van liet leger gemaakt, zoo uitgebreid zijn, dat zij een zesde van de begrooting van Oorlog zullen bedragen. HAMBURG. 3 Augustus. De stad Slceswijk is van den 7den af in staat van beleg verklaard en aan de ingezetenen is, onder bedreiging met geldboete en gevangenisstraf, bevo len, om binnen 24 nren alle wapenen en alle zoogenaamde" Duitsche vlag gen op het stadhuis af te leveren. Tevens is op zware straffen bet houden van bijeenkomsten verboden en bekend gemaakt dat niemand zonder vergun ning de stad verlaten of zich tusschen 9 ure des avonds en 5 ure des morgens vertoonen. Overigens wordt in alle berigten het gedrag der Deensche troepen zoowel in de stad als in de overige door hen bezette gedeelte van bet Hertog dom Sleeswijk geroemd. Dezer dagen overleed te Flensburg een timmerman welke bij zijn tes tament cene voor de Decnen zeer ergerlijke gezindheid aan den dag legde. Hij legateerde namelijk eene som van 1000 daalders aan dat Sleeswijk-Holslein- sche bataillon dat bet eerst weder in de stad Flensburg zou binnen rukken. Bij die gelegenheid moesten alle Officieren van dit bataillon voor rekening van den erflater zoo veel Champagne drinken, als zij verkozen. Van bet oorlogstooneel zijn geen nieuwe berigten ontvangen. Het wordt meer en meer waarschijnlijk geacht, dat de vijandelijkheden vooreerst niet hei vat zullen worden: van de Deensche zijde niet, ten einde gecne aanleiding tot nieuwe verwikkelingen met het Duitsche bondgenootschap te geven door het overschrijden der grenzen van den Bondsstaat llolsteinvan de Sleeswijk- Ilolsteinsche zijde niet, omdat het leger na de jongst geleden verliezen nog niet sterk genoeg geacht wordt om wederom de kans van een gevecht te wagen. TURKTE. CONSTANTINOPLE17 Jul ij. Donderdag II. werd de Grieksche gemeente in het feestelijk versierde paleis van den Patriarch bijeengeroepen om medcdeeling te ontvangen van de be sluiten der II. Synode, betrekkelijk de erkenning van de onafhankelijkheid der Hellenische kerk. Nadat eenige geestelijke liederen gezongen waren, wer den de handelingen der Synode en haar besluit voorgelezeninhoudende dat men bereid was de tlellcnische kerk als zusterkerk te erkennen, onder voor waarde dat de verkiezing der H. Synode te Athene door de geestelijkheid on der voorzitting van den Bisschop van Athene zou geschieden. Verdere voor waarden zijndat de Grieksche Bisschoppen zich niet meergelijk tot hier toe, naar de provinciën, maar naar de plaats van hunnen zetel zullen noemen, gelijk in de Grieksche kerk het algeineene gebruik is, en dat zij zich voortdurend bij den Patriarch alhier van de II. zalvings-olie zullen j voorzien. VEREEMCDE STATEN. Üe thans in plaats van wijlen den President Taylor opgetreden Vice-Presi dent Millard Fillmore, weid den 7de" Januarij 1800 te Summer Hill in het graafschap Cayuga, in den staat New-York, geboren. Zijn vader, Nathaniel Fillmore, leeft nog thans op eene pachthoeve in het graafschap Erie. In zijne vroegste jeugd oefende M. Fillmore het bedrijf van kleedermaker uit, maar besteedde al zijne snipperuren aan het studeren. Op zijn 19de jaar trok hij de opmerkzaamheid van den regtcr IVooddie hem op zijn bureau nam en hem in de regten onderwees. In 1821 begaf Millard zich naar Buffalo, oin er zijne studiën in de regten te vollooijen hij gaf er tot het vinden van zijn onderhoud lessen, lot in 1823, toen hij toegelaten werd tot de practijk bij de lagere regtbanken. In 1827 werd hij aangenomen als Advokaat bij het Hoog Gcregtshof van den Staat New-York. In 1829 vaardigde het graaf schap Erie hem als vertegenwoordiger af naar de Wetgevende Vergadering van den Staat New-York en hij kweet zich in die betrekking zoo wel van zijnen pligt, dat hij tweemaal herkozen werd. In 1832 kreeg hij plaats in het congres en hervatte na afloop van zijnen tijd, zijn bedrijf als Advokaat. Maar in 1836 werd hij weder tot lid van het congres herkozen, en bleef zalks vier jaren. Als zoodanig werd hij President van de Commissie van wegen en middelen en deed zich in die betrekking als een der schranderste staats lieden kennen. In 1847 werd hij door de conventie van Philadelphia voor gedragen voor het Vice-Presidentschap der Vereenigde Staten en ook werkelijk tot dien hoogen post verkozen. De Heer Fillmore is gehuwd; hij heeft een veelbelovenden zoon van om streeks 20 jaren en eene talentvolle dochter, die uit belangstelling in de zaak der opvoeding, zelve zich onledig houdt met het geven van onderwijs op eene bijzondere school. De meeste nit Duitschland hier aangekomen staatkundige vlugtelingen bevinden zich in hoogst bekrompen omstandigheden. De bekende Advocaat uit Mannheim, F. Mördes, die gedurende den Badenschen opstand Minister van Binnenl. Zaken was, is in de grootste armoede overleden. Met Struve is het niet veel beter gesteld. STADS BERIGT. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEJJ, gelet hebbende op het 2de en 3de Hoofdstuk van het Reglement voor het Bestuur dezer Stad, gearresteerd bij Zijner Majesteits besluit, van 4 Januarij 1824, N°, 108, als mede op de dispositie van IIII. Gedeputeerde Staten van Zuid Holland van 8 Januarij 1830, waarhij is medegedeeld 'sKonings besluit, van 24 December 1829, N°. 123, houdende bepalingen omtrent de jaarlijksclie vervulling der buitengewone vacatures in de Kies-Kollegiën, brengen hij dezen ter kennis van derzelver ingezetenen, dat, ten einde het Kies Kollegie op 30 September aanstaande, voor de daarin veroorzaakte buitengewone vacatures, weder aan te vullen, op 31 Augustus aanstaande, aan de stemgeregtigden, biljetten ter invulling zullen worden rondgezonden, henevens eene naamlijst der personen, die de vereischtcn bezitten om tot kiezers te kunnen worden benoemd; welke stembiljetten, na behoorlijk te zijn ingevuld, eigenhandig geteekend en geslo ten op den vierden dag na de rondzending, van wege dit Kollegie, door de Stads-boden, aan de huizen zullen worden opgehaald in eene gcslotene kist; terwijl degeen, welke zijn biljet niet gereed ter afgifte zal hebben, gehouden wordt ditmaal te hebben afgezien van de uitoefening van zijn stemregt. Dat gemelde naamlijst, zoo wel als die der stemgeregtigden, van heden tot 15 Augustus aanstaande, de Zondagen uitgezonderd, 's morgens van 10 tot 1 uur, ter visie van het publiek zal liggen ter Secretarie dezer Stad, ten einde aan een' ieder, welke vermeenen mogl ten onregte daarvan te zijn afgelaten, gelegenheid tot doleantie te geven, en alzoo zijn naam nog op dezelve, of op eene van heide zoude kannen worden geplaatst; doch welke lijsten op den gemelden 15 Augustus finaal zullen worden gesloten. En opdat niemand onwelend zoude zijn, zoo van hetgeen vereischt wordt om stemgeregtigd te zijn, als om tot kiezer benoemd te kunnen worden, wordt bij deze herinnerd aan de navolgende artikelen van het meergenoemd Reglement »Art. 2. Voor stemgeregtigden worden gehouden zij, die ten minste gedu rende het laatst verloopene jaar ingezetenen der stad of van derzelver grond gebied geweest, en nog werkelijk op het oogenblik zelve ingezetenen daarvan zijnde, den ouderdom van 23 jaren hebben vervuld, jaarlijks in de verpon ding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, huiten het palentregt, betalen niet beneden de zeven eti twintig guldenaan de wettelijke verpligtingcn aangaande de nationale militie, naar aanleiding der grondwet, op hen gelegd, tot op het oogenblik toe, hebben voldaanen niet vallen in de termen van uitsluiting, bij het volgende artikel bepaald. »Art. 3. Van de uitoefening van het stemregt zijn uitgesloten /.ij, die in dienst zijn, of pensioen genieten van eenige vreemde Mogendheid, buiten au torisatie des Konings; die zich in staat van geregtelijke interdictie bevinden, alsmede die, aan welke geregtehjk een raadsman is toegevoegd: die in staat van faillissement zijn; die cessie van hunne goederen gedaan hebben; die een crimineel vonnis hebben ondergaan door geene nadere uitspraak of beslissing krachteloos gemaakt; die ten tijde van de stemopneming nog in staat van cri minele beschuldiging zijn. »Art. 4. In de beoordeeling der al of niet bevoegdheid tot uitoefening van het stemregtnaar gelang der betaald wordende jaarlijksclie som in de boven gemelde belastingen, zal alleen in aanmerking worden genomen het montant, waarop men in die belastingen is aangeslagen, onverschillig, of de goederen in de Stad zelve, of elders binnen het Rijk gelegen zijn, en of de daarvoor te betalene belasting al, of niet, in eene andere gemeente wordt voldaan; zul lende echter diegenen, welke derzelver belastingbetaling in eene andere ge meente ten deze zullen willen doen gelden, verpligt zijn, om daarvan vooraf aan het Stedelijk Bestuar kennis te geven, en des gevorderd, aan dat Bestuur de bewijzen van die betaling te vertoonen. «Art. 5. De belasting wegens panden, in compagnieschap bezeten, opgr- bragt wordende, zal aan ieder eigenaar voor zijn aandeel worden toegerekend, mits de personen welke daaruit hunne stemgcregtigdhcid of bevoegdheid tot het kiezerschap zouden willen ontleenen, werkelijk als mede-eigenaars van zoodanige panden op de registers der Ontvangers van de directe belastingen bekend staan. Art. G. Wat aangaat het bedrag van belastingen wegens verhuurd wor dende huizen, of andere eigendommen, waarvoor de eigenaars zijn aangesla gen, doch door de huurders aan hen restitutie geschiedt, zal dit bedrag onder de opbrengst der eigenaren blijven als alleen daarvoor bij de Ontvangers be kend staande. »Art. 7. Zij, welke gehuwd zijn, hetzij in gemeenschap van goederen, of daar buiten, met vrouwen, die de bepaalde somme in de bovengemelde be lastingen opbrengen, zullen, ofschoon ter zake van hunnen eigen aanslag niet bevoegd niet te min ter uitoefening van het stemregt worden toegela ten, wanneer zij de overige vereischten in zich vereenigen zoo als ook de vader van een miderjarig kind, hetwelk de bepaalde somme in de belastingen opbrengt, wanneer hij uit eigen aanslag niet reeds tot het stemregt mogt be voegd zijn, tot de uitoefening van hetzelve zal toegelaten worden, indien hij de overige vereischten bezit, hetgeen even zeer het geval zal zijn ten opzigle van een' meerderjarigen zoonof oenen der meerderjarige zoons van eene moe der-weduwe, welke zich in gelijk geval bevinden mogt. »Art. 8. Zoodanige moeders-weduwen, welke verlangen zouden, dat die uitoefening geschiede, zullen verpligt zijn dengenen van derzelver zoons, door wien zij, bij voorkomende gelegenheden, de uitoefening tot weder opzeggings toe zouden hegeeren verrigt te hebben, aan het Stedelijk Bestuur kenbaar te maken, om daarvan de noodigc aanteekening te kunnen houden tot narigt terwijl het voorschreven Bestuur de inoeders-weduwen, voor zoo verre die aan hetzelve mogten hekend zijn, of door hetzelve ondersteld worden in de ter men te dezen te verkeerenmet de vorenstaande bepaling zal bekend maken. Art. 9. Het zal onverschillig zijnof de opgegevene zoon gehuwd of on gehuwd is, en al, of niet, bij de moeder-weduwe inwone, mits hij den ou derdom van 23 jaren vervuld hebbe, en alle verdere vereischten (dat om trent de belaslings-betaling alleen uitgezonderd) iri de stemgeregtigden gevor derd wordende, bczitte, voor zoo verre hij namelijk niet reeds uit eigen hoofde het stemregt uitoefent, daar er door eenen persoon niet meer dan eene stem kan worden uitgebragt. »Arl. 10. De zes voorgaande artikelen zijn ook tot de bevoegdheid, om tot het kiezerschap te worden benoemdtoepasselijkbehoudens de verdere vereischten der kiezers, volgens de bepalingen van art. 23 van dit Reglement. j>Art. 20. Indien er, ter gelegenheid der stemming voor kiezers, ter ver vanging van hel gewone aftredende een derde ook tevens voor de vervulling van buitengewone vacatures in het Kiezers-kollegie wordt gestemd en er dus wordt gestemd voor een getal kiezers-plaatsen dat der gewone aftreding te bovengaande, zullen de personen, ten getale als de gewone vacatures bedra gen, welke de meeste stemmen zullen hebben hekomen, beschouwd worde, als ter vervulling der gewone vacatures te zijn benoemd, en diegenen welke op dezelve personen in betrekkelijke meerderheid van stemmen zullen volgen, ten getale als de buitengewone vacatures bedragenworden beschouwd ter vervulling dier buitengewone vacatures te zijn benoemd, met dien verstande dat, wanneer de nog overgeblevene termijn van zitting van de gewezene kie-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 3