LEYDSCHE
COURA
1850.
Da Courant wordt Maandag,
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt jVj A A IS D AG 24 JUJV1J
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers werden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN,
De Academische Senaat heeft aan HU. Studenten onzer Uoogeschool het
volgende stuk doen uitreiken; van welk merkwaardig stuk wij voor degenen
die minder behagen scheppen in den oorspronkelijken Lalijnschen tekst, hier te
genover cene zoo veel mogelijk getrouwe vertaling geven verschooning vra-
geude als er over die vertaling, juist door die getrouwheid, om zoo te zeg
gen, eene Latijnsche kleur ligt.
Rector et Senatus Academiae Lugduno- Batavae juventuti
Academicae salutem.
Bonarum artiumquibus operam datis, fructus non intra cognoscendi
srientiaeque terminos eontinentur, sed laetissimi ita iure censentur maximeque
probantur, si ea disciplina recti quoque, et pulcri et decori sensum excitat,
ut cum doclrinae laude faeiendi vivendique elegantia gravitasqnc coniun-
gantur.
De singulis vestrum mullum abest ut nunc iudiciurn ferre deceatuni-
versi quid valeatis, nuper luculenter ostendislis. Nam modo, d. XI huius
mensisquum quinquagesimum quintum ab Universitatc nostra condita
lustrum ornatissima poinpa ducenda celebraretisstatim animadverlimus
huiusinodi consilium eajii non potuisse nisi ah iis, qui quantum ipsiquan-
tumque patria universa liuic doctrinarum altrici debcret, penilus persentis-
cerent. Argumentum porro, cuius speciem iinitareminisic delegistis, ut
apparercl, id quod gencrosam iuventutem dieet, maiorum illustria facta
gentisque Nassavieae praeclarissimas laudes, animis vestris obversari non ut
qtiasvis historiae traditiones, sed quae velut cogriatione vos attingerent, quae-
que pectora vestra et tantae virtutis aemulalione incendercnt, et bonorum
quae ea virtus pepcrissctcaritate devincirent. Hoe enim animo id, quod
agebatis, antea nunciaveratis, edita comincntalione historica, quain singularis
tuin eruditio tuin diligentia commendat.
Sed qui turn undique. ingenti numero, hue confluxerant, cives, hospites
non soluin Universitatis noslrae amore, nee spcctaculi novitate, sed vestra in
primis aclionis exspectatione ducehantur. Quid quaerilis? Ipsius pompae
splendoreinquo oinniurn oculi pasccbaritur, longe inultumque superavit
splendens modestia vestra, et gravitas, et elegantia, quihus in tam illustri
theatro speclatis oplimorum quorurnque animi maximopere delectabantur.
Quae virtules si in iuventute Academica universis probantur, multo magis a
nobis laudandae praedieandaeque sunt, quibus non minus inorum vcstrorum
nitor el integrilas, quam studiorum c.inslantia cordi esse solet.
Ilaque hoe, plaudentibus nobis, ohtinuistisut in maxima poinpae ludo-
ruinque celebritate et hilaritate, et vos ipsoset liane nobilissimam Univer-
silatern cunclae patriae coinniendaretis insigni specie honeslatis et elegantiae.
Vos porro banc Universitatis nostrae fiiinamid quod certo confidimus, tue-
bimini ita, ut, quo studio ac diligentia festum diem procuravistiseadem
alacritatc et perseverantia iristauretis et persequamini severiora disciplinarurn
studianeque obliviscamini in vestra virtute et industria spem patriae esse
positam.
Dabamus Lugduni Batavorum
d. ivin lunii A. ciaioccct.
J. de WAL, Acad. Rector.
II. COCKSenat. Acad. ah actie.
HE BERIGTEN.
2 Junij.
Rector en Senaat der Leydsche Uoogeschool aan de
Academische Jongelingschap heil.
De vruchten der wetenschappen op welke gij u toelegt, worden niet binnen
de grenzen van kennis beslotenmaar beschouwt men dan teregt als de
geurigste, zoo die studie tevens het gevoel voor het ware, schoone en be
tamelijke opwekt, zoodat bevalligheid en ernst in bedrijf en leven zich met
den lof der geleerdheid vereenigen.
Het is er verre van af, dat het nu passen zou, omtrent elk uwer te oor-
deelenwat gij vereend vermoogt, hebt ge onlangs op een treffende
wijze getoond. Toen gij namelijk den lid™ dezer inaand den 275^™ jaar
kring der stichting onzer Uoogeschool, inet een prachtrollen Optogt vierdet,
erkenden wij terstond, dat alleen zij zulk een besluit hadden kunnen ne
men, die er van doordrongen waren, hoeveel zij zeiven, hoeveel het gansche
Vaderland, aan deze Voedster der Wetenschappen verschuldigd is. Ook hebt
ge het onderwerp, dat gij zoudt voorstellen, zóó gekozen, dat blijken kon,
dat de uitstekende daden der voorouders en de voortreffelijke verrigtingen
van het geslacht van Nassau, U niet maar zoo voor den geest stonden als
ieder andere geschiedkundige overlevering; maar gelijk bet cener edele jonge
lingschap past, als eene overleveiing, aan welke gij als 't ware door ver
wantschap verbonden waart, die uwe gemoederen ook tot het nastreven
van zulk eene deugd ontvonkteen door de ingenomenheid met al het
goededat deze deugd had te weeg gebragtboeide. Met dit voornemen
hebt gij door de uitgave van een geschiedkundig geschrift, dat zoowel door
geleerdheid, als door naauwkeurigheid zich aanbeveelt, te voren aangekon
digd wat gij doen zoudt.
Maar hoe velen, burgers en vreemdelingen, die toen van heinde en verre in
ontelbare menigte herwaarts waren zamengevloeidwerden niet alleen uit
liefde tot onze Uoogeschool, of door het nieuwe van hel schouwspel, maar
vooral door de verwachting van uwe uilvociing getrokken. Wat zullen
wij zeggen? Uwe ingetogenheid, ernst en sierlijke bevalligheid, die op zulk
een schitterende schouwplaats opgemerkt, het gemoed van ieder regtschapcn
inensch zoo zeer behaagde, heeft verreweg en in groote mate den glans over
troffen van de pracht zelve, waarin aller oogen zich verlustigden! Wclka
deugden zoo zij in de Academische jongelingschap de goedkeuring van het
algemeen erlangen, des te meer door ons te prijzen en te vermelden zijn,
wien de glans en onbesprokenhcid uwer zeden, niet minder ter harte gaat
dan de volharding in uwe studiën.
Dit hebt ge derhalve onder onze toejuiching verkregen, dat gij te midden
van het groot gewoel en de vrolijkheid der prachtige feesten, zoowel u zei
ven als deze roemrijke Uoogeschool door een uitnemend bewijs van eergevoel
en smaak hebt aanbevolen. Gij zult verder dien roem onzer Uoogeschool,
gelijk wij zeker vertrouwen, zóó handhaven, dat gelijk gij met ijver en
zorgvuldigheid den feestdag hebt voorbereid, gij ook alzoo met gelijke lust en
volharding de meer ernstige studiën zult hervatten en voortzetten, en niet
vergeten dat de hope des vaderlands op uwe zeden en uwe vlijt gebouwd is.
Gegeven te Leyden,
18 Junij 1850.
J. de WAL, Rector der Hoogeschool.
11. COCK, Secretaris van den Acad. Senaat
De IV. Rolt. Cour. meldt het volgende uit Haarlem, van den 1911™
dezer. Vóór omtrent veertien dagen werd er een diefstal gepleegd op het
buitenverblijf van Prof. O. J. van Lennep (het bekende Huis te Manpad
Kort na dien diefstal had zich een vreemdeling op het naburige kanaal laten
overzetten, welke persoon zich voor eenige dagen weder in diezelfde streken
had laten zien. Eenige daar aanwezige arbeiders herkenden in hem denzelfden
Duitscher, welke toen was overgevaren, kregen achterdocht en hielden hem
aan. Bij den bevoegden magistraatspersoon gebragt, ondervraagd én onder
zocht zijnde vond men niet slechts dat de door hem gedragen jas die van
den Hoogleeraar was, maar ook dat de reiszak, welke hij bij zich had, ge
vuld was met eene dames mantille en eenig linnengoed, kennelijk van den
Heer van Lennep afkomstig en eindelijk dal hij een aantal belecnbriefjes
in den zak had. Hij is daarop in verzekerde bewaring genomen en naar
Haarlem gezonden.
Den 19JeB heeft te Groningen de aanbesteding plaats gehad van het
leveren van de benoodigdc meubelen enz. voor hel nieuwe Akademiegebouw
aldaar, de kagchcls enz. voor ƒ670.gordijnen, tapijten enz. voor ƒ1954.
de kasten enz. voor 4400.en stoelen, tafels enz. voor 3950.De
aannemers zijn allen ingezetenen dier stad
De wedstrijd der Konink). Jagt Club te Rotterdam zal den 10'1™ Julij
voortgang hebben.
De Koning van Rcijeren beeft aan den than9 teruggeroepen Nederl. Ge
zant den Heer Gevers, het Groo'kruis van de Orde van St. Michaël ge
schonken.