LEYDSCHE
CÖURAN
Woensdag en
ig uitgegevenDie van Maandag komt
MAANDAG, 17 JUNIJ.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar
de afzonderlijke normmers werden tegen 10
Centen afgegeven.
BÏNNENLANDSCHE BEIÜGTEN.
LEYDEN, 15 Junij.
LI. Dingsdag is hier het vijfde Landliuishondkunrlig Congres geopend met
eene aanspraak van den Voorzitter, den lieer Gevers van Endegeest, in welke
de begaafde Spreker, na eerst het afsterven van den jeugdigen Prins te heb
ben gedacht, aanwees, hoe Leyden die aanzienlijke bijeenkomst waardig is,
door grootsche herinneringen, door zooveel wat hier er> in den omtrek beziens
waardig is, en bepaalde zich verder hij het doel der ontwerpers van liet eerste
Congres, en ter aansporing om op den ingeslagen weg voort te gaan, waartoe
de instelling der Sectiën-Vergaderingen vooral dienstig zijn.
Ten slotte noodigde de Voorzitter de Leden tegen den volgenden avond met
hunne Dames op Endegeest, alwaar de beleefde en gulle ontvangst van den
Gastheer, op dit zoo schoone Landgoed, het talrijk gezelschap eencn genoegc-
1 ijken avond verschafte.
De lieer Sloct tot Oldhuis uit den wensch dat dezo geïmproviseerde rede
des Voorzitters zooverre zulks mogelijk is, worde gedruk t, welk voorstel wordt
aangenomen.
Vervolgens doel de eerste Secretaris, de Iloogl. de Vriesemededeeling van
velerlei ingekomene stukken, waarna de verslagen der Commissiën ter kennis
worden gehragt 1. Statistiek van Nederland. 2. Landbouwkundig onderwijs.
3. Geologische kaart van ons land. 4. Over de oprigting van eene één Cent
daags maatschappij. 5. Over de middelen om de Hculteelt in ons Vaderland
te bevorderen. G. Over de reglementen op de hengstenkeuren. 7. Over liet
opnemen van kapitalen voor den landbouw en de hulpbanken.
In de zitting van Woensdag is liet laatstgenoemde punt verder behandeld
en is men daarna overgegaan tot de volgende: 8. Over de Ontvceningen en
den turfaccijns als bezwaar daartegen. 9. Over de inpoldering dei Lauwerzee
en van een gedeelte van den Dollart. 10. Over het benoemen van een Inspec
teur van den landbouw. 11. Over het leveren van een plan eener landhuis
houdkundige Flora van Nederland enz.
Daarna wordt voor het hestuur van liet volgende Congres in 1851 te Goes
te houden, benoemd:
PresidentMr. J. C. van der Meer illohrBurgemeester der Stad Goes, en
cud Lid van de dubbele Kamer der Staten-Generaalte Goes.
Pice President, Iman G. J. van der Bosch, Landhuishoudkundige en Bur
gemeester van Wilhelminadorp.
Eerste SecretarisMr. M. P. Blaauheen, Advocaat en Lid van de Provin
ciale Stalen van Zeeland, te Goes.
Tweede SecretarisMr. J. van der Bilt, Griffier van liet Kantongeregt te
Ueirikenszand.
Eerste PenningmeesterJ. Fransen van der Putte, grondeigenaar te Gors.
Tweede PenningmeesterAdriaan Kakehceke, grondeigenaar te Krabbenilyke.
Verder is verslag gedaan over de volgende punten: 12. Over het doen van
vergelijkende weerkundige waarnemingen, met betrekking tot den land en
tuinbouw. 13. Over de maatregelen, die liet incest geschikt voorkomen om
ter beteugeling der longziekte van het rundvee te worden genomen
ln de tierde zitting van Donderdag geeft de Voorzitter lezing van het con
cept-adres betrekkelijk de Longziekte onder liet rundvee, aan Z. M. den Ko
ning, welk adres mei algemeene stemmen wordt goedgekeurd.
14. Verslag over hetgeen de ondervinding wegens het gebruik van liet zout
tot bemesting van het vee geleerd heeft. 15. Over de Weeziekte hij liet
rundvee. 16. Het onderzoek der (Irenische grondsoorten. 17. Het drooghou-
rlen van Polders en droogmaken van Plassen. 18. Omtrent assooiatiën tol
het gemeenschappelijk maken van boter en kaas. 19. Onderzoek naar den
zedelij en en materiëlcn toestand der arbeidersbevolking ten platten lande, en
van de middelen, om dien zoo veel mogelijk te verbeteren, waaromtrent ver
scheidene leden belangrijke verslagen uitbrengen. Hierna volgen nog eenige
werkzaamheden.
Ten slotte noodigt de lieer Gevers den Heer Burgemeester van Leyden in
de vergadering tegenwoordig, uit, om het Stedelijk bestuur den dank van liet
bestuur van het Congres over te brengen voor de van dien kant ondervonden
medewerking; waarop de Heer Burgemeester antwoordt: dat de (legering der
stad zich vereerd vonddat het Congres te Leyden is gehoudenbedankende
de (leer du (lieu die Hecren, die ten vorigen jare tot het nemen van het be
sluit daartoe hebben medegewerkt. Spr. eindigt met te verklaren dal liet
Congres aangename herinneringen te Leyden achterlaat, en dat hij ook weder-
keerig die stad en hare belangen in het aandenken van het bestuur en van de
leden vari liet Congres aanbeveelt.
De Voorzitter sluit daarna de derde en laatste zitting van het vijfde Land-
huishoudkundig Congres, rnet de op dit Congres toegepaste woorden van den
Iloogl. Mulder, wiens afzijn betreurt wordt, ten vorigen jare te Utrecht: Ver
geet gij Leyden niet, Leyderi zal u niet vergeten!"
Na den afloop dier werkzaamheden is door de leden een maaltijd gehouden,
aan welke ongeveer 100 personen hebben deelgenomen, en zeer vele toasten
zijn ingesteld die allen van eenen regt hartelijkcn Vaderlandsclicn en Weten-
schappelijken geest getuigden.
Omtrent de orerige feestelijkheden «elke nog verder na den inerkvaar
digen Oplogt in het overige der week zijn gehouden, hebben wij nog eerst
melding te maken, vooreerst van dc Maliriée Musicale door Sempre Crescendo
gegeven, en waartoe dit Studenten Muziek-Gezelschap de beleefdheid had ge
had eene menigte ingezetenen en de letten van het Landhuislioudkundig
Congres op introductie-kaartjes toe te laten, cn dan van de avond-bijeenkomst
II. Donderdag van wege de Studenten Sociëteit Minerva, aan de Link huiten
deze Stad gegeven, waartoe verscheidene ingezetenen waren genoodigd cn een
groot aantal entree kaartjes waren uitgedeeld. De opkomst was bijzonder
talrijk, men schatte die op ongeveer drieduizend zoo Hecren als Dames, te
midden waarvan de Heeren deelnemers aan den Optogtin hun kostuum
waren opgekomen. Jammer dat het stille en warme weder hetwelk bij den
optogt had gelieersclitthans door enkele buijen en feilen wind werd opgevolgd,
't geen evenwel niet belette dat het huiten niet minder rligt bezet was dan
binnen, terwijl overigens fraaije muziekstukken onder directie van den Heer
Stumpfï van Amsterdam werden uitgevoerd, en 's avonds eene sierlijke ver
lichting als een nieuwen dageraad aanbragt. Tegen middernacht begon het
schitterend vuuiwerk van de Heeren van Leeuwen en Zoon te Haarlem,
waarvan de hevige wind sommige van de twintig voorstellingen minder goed
deed uitkomen, 'l geen te meer jammer was daar er zeer prachtige stukken
onder waren. Na den afloop van liet vuurwerk, 't geen ruirn een uur onaf
gebroken duurde, werden er in de groote zaal nog eeiiigt dansen uitgevoerd,
en nam dit feest in den vroegen morgenstond een einde.
Vrijdag, den hialsten der feestdagenwerd de Harddraverij van wege de
Leydsche afdeeling der Maatschappij van Landbouw gehouden, aan de Haar
lemmervaart lussehen de Kwaakbrug en den Spoorweg, Er waren 12 paar
den ingeschreven. De eerste prijs, zijnde een zilveren vaas door het Stede
lijk Bestuur uitgeloofd, is gewonnen door liet paard van J. J. de Lange van
Gouilerakzijnde een zwarte langstaart ruin genaamd Wolf rideshereden
eerst door A. Visser, doch vermits deze ook liet paard van den lieer Sablai-
rolles van Soelerrneer had bereden, zijnde een bruine stekelharige bles merrie
genaamd Vlugwerd dat van den Heer de Lange daarna gereden door
A. Houtman, die er den prijs mede behaalde; terwijl de Heer Visser met liet
andere genoemde paard rle premie ontving. Alles is in de beste orde afgeloopen.
Hoewel deze Harddraverij het laatste was der openbare feesten, in deze
week alhier gehouden, bleef er nog eene huiselijke feestviering over die
overwaardig was de rij der feestelijkheden hij den 275stcn jaardag der Ilooge-
scliool te besluiten, gelijk uit onderstaand ons tloor eene vriendelijke hand
medegedeeld herigt blijkt:
Van al de feestelijke avonden, die de laatste week opleverde, was die
van gisteren, ten huize van Prof. van Hengel doorgebragt, voor vele Oud-
Studenten en Studenten in rle Theologie niet de minste in opgewondenheid en
genoegen. Z. Hooggel. had den vurigen wensch geuitom op dien avond nog
eens plegtig afscheid te nemen. De dringende uilnoodiging, die niemand
uitzonderde, de wel voorziene disch maar bovenal de hartelijke woorden van
den braven grijsaard, waren de duidelijke bewijzen, dat de liefde hem door
zijne vrienden toegedragen niet onbeantwoord is.
Ook de beker, welke Z. Hooggel. Dingsdag II. plegtig overhandigd werd
door eene Commissie uit de Tlieolog. Studenten, ook uil naam van op eene
bijgevoegde rol vermeld getal van ruim 280 voormalige cn tegenwoordieg
Leerlingen, was hier voor aller oogen ten toon gesteld. Deze beker, kunstig
bewerkt door den lieer Gilles Grevink te Amsterdam, drukt in zinnebeelden
uit, wat de Hoog!, voor zijne leerlingen geweest is.