6. De Luit.-GeneraalClief van het Militair Muis des Konings te paard aan de regterzijde van de Lijkkoets, en de Generaal-Majoor, Kommandant van de reserve-brigadetevens belast met de Function van Militair-Gouverneur der Residentie, insgelijks ie paard van de linkerzijde van den Lijkwagen. 7. De vier slippen van het rouwkleed zullen gedragen worden door de vier dienstdoende Adjudanten des Koningsde Colonel Jh1'. de Haze Bornine, de Ritmeester Graaf van Lynden de Kapitein ter zee .Jhr. van Karnebeek de Majoor van Heemskerk, allen te paard gezeten, de twee jongsten in rang van benoeming voorop. 8. De 1° compagnie van het le bataljon van het regement Grenadcrs en Jagers, met het vaandel van het regement. De compagnie gecommandeerd door haren Kapitein en door hare verdere Officieren. 9. Eene koets met vier paarden hespannen waaiin gezeten zijn de Opper hofmaarschalk en de Grootofficieren, de oudsten in rang van benoeming. 10. Een eskadron van het 3de regement Dragonders, gecommandeerd als boven, tot sluiting van den trein. c. De trein zal van het Paleis door de stad langs het Noordeindc, de Hoog straat, de Veenestraat, de Wagenstraat volgen om op den straatweg naar Delft te komen. d. Te Delft gekomen zal de trein alsdan voortgaan langs den volgenden weg: door de Haagsche poort, het Oude Delft, over de Kerkbrug, het Oude Delft, door de Nieuwstraatvoorbij de Hal, achter het Stadhuis om, langs de Hoofdwacht over de Groote-Markt, voor de Nienwe Kerk. c. Tot ontvangst van het lijk zullen zich aan de Kerk te Delft bevinden: 1. De twee jongslbenoemde Grootofficicrenmitsgaders het overblijvend dienstdoend Huis des Konings. 2. De Predikant Ruitenschild. 3. De Predikanten der Hervormde Gemeente van Delft. 4. De twee Hoeren Doctoren van Bijlandt en Vinkhuyzen. 5. De Secretaris van H. M. de Koningin. f. De trein aan de Kerk gekomende zijnde, zal, gedurende het afnemen van de lijkkist van den lijkwagen de Luit.-Generaal Chef van het Militair Huis des Konings van het paard stijgen, en zich vervoegen hij de Grootofficie ren plaats nemende volgens rang van benoeming. 1. De vier dienstdoende Adjudanten des Konings, slippendragers, begeven zich ter regterzijde, de Ordonnance-Officieren des Konings ter linkerzijde van de lijkkist, de jongsten in rang van benoeming voorop. 2. De Kamerheer Ceremoniemeester onmiddelijk voor de lijkkist, de Groot officieren volgen de lijkkist, gaande twee aan twee, de oudsten van benoeming voorop. 3. Achter de Grootofficieren komen Dr. Everard, eerste lijfmedicus des Ko nings, de Hofmaarschalk, de Intendant der Koninkl. Paleizen, en de dienst doende Kamerheereri des Konings, twee aan twee, de oudsten in rang van benoeming voorop. g. In deze orde zal het lijk van den ingang der Kerk tot aan den ingang van den grafkelder worden gedragen, en aldaar op de lijkbaar worden ge plaatst. h. De Opperhofmaarschalk zal aldaar den Predikant Ruitenschild in naam des Konings uitnoodigen tot het houden van eene korte en toepasselijke aan spraak; daarna zal op een bevel van den Opperhofmaarschalk aan den Kamer heer-Ceremoniemeester, deze de Kroon en het rouwkleed van de lijkkist laten afnemen en zal de lijkkist iri den grafkelder worden nedergelalen. i. De Koninklijke Kroon zal ter bewaring aan den Opperhofmaarschalk wor den toevertrouwd. k. De kist zal vervolgens met het grootzegcl van het Rijk verzegeld worden door den Minister van Justitie, in tegenwoordigheid van den Secretaris-Gene raal van het Dept. van Justitie, den Luit.-Gen. Chef van het militaire Huis, en van den Rurgemeester van Delft. 1. Na de verzegeling zal de lijkbaar met liet rouwkleed daarover hoven den ingang van het graf gesteld worden, en de Kamerheer-Ceremoniemeester, zich daarvoor plaatsende, met luider stemme aankondigen dat de plegtige ter aardebestelling van het stoffelijk overblijfsel van 7,. K. H. Prins Maurits der Nederlanden volhragt is. Tweede Afdeeiing. Algemeene bepalingen. a. Alle personen, die dezen stoet aan de Kerk te Delft zullen ontvangen, zullen zich ten half elf ure in de Kerk moeien bevinden. h. De Commissaris van hel Koninkl. graf zal zorg dragen dat het graf ge opend zij, en, nadat de begrafenis is geschied, wederom behoorlijk worde gesloten. c. Militaire wachten zullen aan de Kerkdeur en hij het graf geplaatst wor den, van het oogenblik der opening tot na de sluiting van het graf. d. De zorg dat de Kerk inwendig opgeruimd zij en dat in dezelve behoor lijke orde heersche, is aan het Stedelijk ficstuur van Delft opgedragen. e. De besturen van 'sGravenhage en Delft znllen de noodige maatregelen nemen dat de slraten en plaalsen langs welke de trein passeren moet, mits gaders de straatweg tusschen de steden onbelemmerd hlijve. f. De Kamerheer-Ceremoniemeester is belast met het toezigt over dcri goeden gang der plegtigheid. 's Gravenhageden (i'lea Junij 1G50. De Kamerheertijdelijk waarnemende de functien van Ceremoniemeester. {Get.) Jonkheer H. M. MOLI.ERUS. Woensdag aanstaande zal de Koninklijke familie zich naar hel Lou be geren. Dingsdag vertrekt H. M. de Koningin-Weduwe naar Soestdijk. liet Hof zal wegens bet overlijden van Prins Maurits den rouw voor vier weken aannemen. till. KK. HU. Prins en I'iinses Frcderik der Nederlanden, benevens H. D. Dochters, de Prinsessen Louisa en Maria, vergezeld van een zeer aan zienlijk gevolg, zijn heden morgen met den spoortrein van Voorschoten naar Amsterdam vertrokken om van daar zich naar Stokholm te begeven. Behalve door de openbare aankondiging in de dagbladen, is den be langhebbenden, welke zich tot liet bekomen van gehoor bij Z. M. den Koning tegen gisteren hadden doen inschrijven, door den Heer Opper-Hofmaarschalk hij afzonderlijke missive kennis gegeven van het uitstel. Men vindt dit even beleefd als de reden der afzegging bedroevend is. De Eerste Kamer is bijeengeroepen om te vergaderen op Vrijdag den 14den jUnij aanstaande. 'JTtveeile E£temer des* Sfaten'tx-eneraat. Zitting van Donderdag 6 Julij. Nadat de Heer Groen den lieer v. Zijlker had beantwoord, heeft de Heer Duymaer van Twist, na eene uitvoerige rede verklaard, dat hij de wet niet "zon afstemmen, ofschoon hij de wijze van indeelen der kiesdistricten niet goedkeurde. De lieer Dommer van Poldersveldt wil die hij amendement heb ben verbeterd. De Heer van Dam van Isselt spreekt naar aanleiding van de rede van den Heer Groen, over den tegenwoordigeri toestand van regeringsvormen, meent dat die spreker de zaken al te donker kleurt, en eindigt met de hoop op cenige verandering in de wet, daar hij die anders zal moeien verwerpen. De Heer van Naamen bestrijdt de voordragt vooral om den lagen census. De Heer Mulsaers verklaart zich tegen de wet, 1°. óm de indeeling, 2°. om de gevolgen daarvan, 3°. om de ongelijkheid van den census. De fleeren Boxman en van Voorst verklaren zich voor het ontwerp. Zitting van Vrijdag 7 Junij. Heden zijn de beraadslagingen over de kieswet voorlgezet, de Hecren Coste- rns en van Heioma hebben zich voor de wet verklaard, de Heer v. Hall heeft op de bedenkingen van den Heer Groen geantwoord en houdt het er voor dat liet beginsel van de volkssouvereiniteit in ons land noch bij de Grondwet, noch hij de Regering, noch bij deze Vergadering gehuldigd wordt; overigens drukt hij den Minister op het hart om door eenige wijziging, de gewigtigste bedenkingen tegen de indeeling weg le nemen. Daarna heeft de Heer Don ker Curtius in eene rede, welke ruim anderhalf uur duurde, het ontwerp met kracht bestreden, zoowel in zijnen oorsprong als in zijne uitwerkselen. Hij ontwikkelde de volgende vier punten, die hem tot de verwerping van de voordragt noopten 1°. De algemeene regeling van het kiesregt bij dit ontwerp, zoo wel voor de Rijks, als de Provinciale en Plaatselijke Vertegenwoordiging. 2°. Het on voldoende der middelen tot handhaving van het kiesregt en het weren der onbevoegden. 3°. De bepaling van den census en de ongrondwettigheid der grondslagen waarop die rust. 4°. De verdeeling der districten. Spr. nam deze gelegenheid ook te baat tot breede verdediging en toelichting van de door het vorige Ministerie ontworpen kieswet. Daarna spraken de Ileeren Lolsy, Storm, Weynaendls en Zuylen van Nye- velt over of ter gelegenheid van deze wet. De lieer Donker Curtius beant woordt eenige aanmerkingen die legen zijne beweringen zijn gemaakt. De Heer de Lom de Bergh zal op grond der indeeling tegen de wel stemmen. De Heer Dirks is bezwaard over in de indeeling van Friesland. De zitting wordt opgeheven en de voortzetting bepaald cp morgen Zaturdag. Zitting van heden 8 Junij. In deze zitting zijn de beraadslagingen over de Kieswet voortgezet. De Heeren Borrel en Luihen hebben de wet bestreden in hare beide hoofd punten, de groote kiesdistricten en de voorhijziening der provinciale grenzen. De Heer van Hasselt is vari zijn denkbeeld, dat de census te laag was, teruggekomen; en, ofschoon vroeger geen voorstander van regtstreeksche ver kiezingen, zoo acht hij zich nu verantwoord niet alleen, maar ook gebonden door de Grondwet en door zijn eed. Daarna heeft de Minister van Binnenl. Zaken in eene breedvoerige rede de voordragt verdedigd en op de gemaakte bedenkingen geantwoord. ROTTERDAM, 7 Junij. Er heeft zich voorleden jaar alhier eene onder-al'deeling gevormd van de te Amsterdam gevestigde algemeene Maatschappij van Bouwkunst. Reeds telt deze afdeeiing een 80-tal leden. In eenige hoogslbelagrijke bijeenkomsten, welke onlangs gehouden zijn, zijn er vertoogen gelezen en demonstration ge daan over allerlei onderwerpen, de schoone kunsten betreffende, vooral met toepassing op de burgerlijke bouwkunst. Men verzekert, dat de langs de Maas liggende gebonwen der Marine, niet alleen in stand zullen blijvenmaar bovendien worden ingerigt tot aanbouw en herstel van kleine oorlogsvaartuigenonder opzigt van eenen Ingenieur. Het prachtig Hotel van den Heer Verhuëll zal bestemd blijven tot tijdelijk verblijf van Z. M. den Koning en familie, bij het doen van tog- ten met het Koninklijk jagt langs de rivieren. Al het overige zal worden verhunrd of verkocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2