LEYDSCHE COURANT. v MAANDAG, 6 MEI. 18 SO. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven, uit Zaturdag Avond Die van Maandag komt M. s3? V i x Z>c Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nommers werden tegen 10 Centen afgegeven. Fit hoofde van tien 1IE1IEL¥AARTSDAGzal de Vrijdagsclie Courant Woensdag avond worden uit gegeven. BI jVJN EN L AN DSC li E BEB i G T EN LEYDEN4 M<i. Wij vernemen van goeder liand, dat Dr. K. GLltzlaiF, maandag den 6den de zer hier terugkomen zal en in het groot Auditorium der Academie voor Stu denten en andere geletterde personen, eene voordragt houden over Cl.ineesche taal en Letterkunde. Daar de lijd van zijne aankomst nog onzeker is, kan het uur, waarop dit geschieden zal, nog niet bepaald worden. Ileercn of Dames, in het Christendom in China belangstellende, die verlan gen mogten eene besloten zamenkomst met den hekenden zendeling bij te wo nen, kunnen zich daartoe adreseren hij Prof. van Oordt, ten wiens huize deze waarschijnlijk zal plaats hebben. Aanstaanden Dingsdag zal de Spaarkas w orden geopendvan welke onze Nommers van den 22ston en 29stcn April het reglement bevattenwaaruit blijkt dat deze inrigting alleen in het belang vau werklieden is tot stand gebragtterwijl de onvermijdelijke onkosten niet uit hunne spaarpenningen worden gevonden, maar door bijdragen van ingezetenen die het welnieenen met den werkman, zijn bijeengebragt. De spaarzaamheid is eene groote rente, eene deugd die, als 't juiste midden tusschen verkwisting en gierigheid die pesten der maatschappij, haren bloei bevordert, daar zij onbestaanbaar is met de zorgeloosheid, die armoede, kommer en ellende in de woningen doet in dringen. Dat dan niemand bevooroordeeld, zonder onderzoek verwerpe, wat hem nuttig zou kunnen zijn. De regtbank te Tiel heeft voor de betrekking van Kantonregter te Zalt-Bommel voorgedragen: 1°. Mr. J. G. Kist, Adv. te Leyden 2°. Mr. F. L. RanibonnetAdv. te Arnhem, 3°. Mr. F. C. Pliaff, Griffier bij het Kan- ton-Geregt te Eist. Op den llollandsohcn Spoorweg zijri in April vervoerd 74,119 personen, cn is ontvangen 80,190.72^. Op den Rhijnspoorweg zijn in April vervoerd 30,836 personen, en is ƒ47,617 ontvangen. 'sGRAVENHAGE, 4 Mei. liet feest, gisteren, ter eere van den verjaardag van den Kroonprins van Zweden, door Z. M. den Koning in het lluis in 't Bosch gegeven, is zeer luisterrijk geweest, liet geilede paleis was met duizende bloemen en planten versierd, en de Oranjezaal met een groot getal waslichten verlicht. Het feest heeft ten drie ure, des namiddags, een aanvang genomen en tot ruim elf ure des avonds geduurd. Het werd bijgewoond door de gehcele Konink lijke Familie, het corps diplomatique, de Ministers en een groot getal aan zienlijken. Des avonds was het plein voor het paleis met lampions verlicht. De verrassing, welke den Kroonprins ten deel viel bij zijne terugkomst in liet Hotel de Bellevue was groot. Zoo legen over het Hotel, als het llötel zelf, was prachtig met gaz geillumineerd. Tegen over het Hotel bevonden zich vier zonnenin het midden waarvan eene groote poort was geplaatst die met twee gnirlandes eene groote zon bevatte, in wier midden de naam cijfers C. en L. van de Koninklijke Verloofden prijkten. Dit was ook het geval aan het Hotel, doch daar werden de naamcijfers door lauwertakken omgeven. De Kroonprins is heden morgen naar Soestdijk vertrokken ten einde bij H. M. de Koningin Moeder een bezoek af te leggenen wordt heden nacht terug verwacht. Z. K. II. heeft gisteren in het magazijn van den Heer W. R. Monchcn onderscheidene zeer aanzienlijke voorwerpen aangekocht, besterad tot geschen ken voor zijne bruid. Ook heeft de Kroonprins een bewijs van Vorstelijke deelneming ge schonken aan de Dames-Commissie der verloting ten voordeele van de onge- lukkigen door den jongsten watersnood. Door den Minister van Finantiën is onder dagteekening van 27 April jl. aan de Heeren Gouverneurs der provinciën cn van het Hertogdom Limburg gerigt de navolgende missive: Daar de tijd nadert waarop aan de Wet der Brieven-posterij een begin van uitvoering zal worden gegeven, acht ik het nooilig U Hoog Edel Gestrenge bij voorraad eenige algemecne opmerkingen ten aanzien van deze zaak mede te declen. Ik zoude gaarne omtrent alles wat daartoe betrekking heeft vooraf neet U lloog Edel Gestrenge in overleg zijn getredenmaar ik ben daarin verhinderd geworden door den loop, welken de behandeling dezer veelom vattende zaak genomen heeft; terwijl het mij thans evenzeer ondoenlijk is zoodanig overleg te doen voorafgaan aan het nomen van maatregelen voor het in werking brengen van de wet. Daarmede toch zoude te veel tij 1 verloopen, cn ik twijfel ook of het een in allen deele goed resultaat zoude opleveren, omdat de gelijkmatige toepassing der aangenomene beginselen in alle provin ciën des Rijks een volstrekt vereischle is bij eene zaak als deze, waar het eene gedeelte van de dienst in vele opzigten zoozeer te zaïnen hangt met het an dere. Tevens mag ik ecnigermate veronderstellen dat de Heeren Gouverneurs gaarne de wet gedurende eenen korten tijd zullen zien werken, om vervolgens met des te meer vrucht hnn oordeel daarover te bepalen en hunne denkbeel den omtrent de bijzonderheden der uitvoering mede te deelen. Op het ont vangen van die mededeelingen zal ik altijd den hoogsten prijs stellen, cn zij zullen zelfs voor mij onmisbaar zijn, wanneer men met de uitvoering tot aan het onderzoeken der behoeften van alle de localiteiten zal zijn gevorderddoch voor liet oogenhlik zoude het te voorbarig zijn zich daarmede opzettelijk be zig te houden. Er is in den aanvang zooveel te regelen van meer algemcenen aard, dat ik wel verpligt ben mij eerst tot het volstrekt noodzakelijke te be palen, om vervolgens cn zonder stilstand telkens een stap verder te gaan, tot dat alle de maatregelen zullen genomen zijn die in de bedoeling der Re gering liggen. Die trapsgewijze voortgang in de uitvoering is buitendien eene noodzakelijkheid, eensdeels om het gevaar van bet doen ontslaan eener ver warring in de administratie te vermijden en anderdeels omdat deze vooreerst niet verder kan gaan dan de aan haar toegestane fondsen kunnen strekken. De zaak zal derhalve wat mijn Departement betreft aldus worden geregeld. Op een nader te bepalen tijdstip, waarschijnlijk met 1 Augustus aanstaande, zullen de algemeene bepalingen der wet worden ten uitvoer gelegd, dat is, het verminderde tarief zal iri alle zijne deelen worden ingevoerd, de thans bestaande distribution zullen overal waar dit noodig is door de nieuwe hulp kantoren worden vervangen en daardoor het bezwaar van het zoogenaamde distributie-Joon ('t welk niet met het bestel-loon te verwarren is), voor de ingezetenen komen te vervallen. Voorts zullen er eenige nieuwe postkantoren worden gevestigd, op plaatsen waar de behoefte daaraan reeds bij vroeger on derzoek gebleken is. Wijders zal de nieuwe regeling van de dienst, wat de openstelling van meerdere gelegenheid tot het voeren van briefwisseling betreft langs de geheele uitgestrektheid der beide spoorwegen worden tot stand ge bragt, hetgeen van zelf het verbeteren van de locale dienst in de voornaamste steden, en van een aantal gemeenten welke aan of in de nabijheid dier spoor wegen zijn gelegen, in zich sluit. Eindelijk zal men daarmede eene hervor ming van de postdienst op zoovele van de voornaamste wegen in de rigtingen welke op die spoorwegen uitloopen, in vei band trachten te brengen als bij de toepassing zal blijken mogelijk te zijn. alles om met den dag der invoering van de wet in werking te komen. Hiermede zullen dan verder gepaard gaan maatregelen tot wering der sluikerij. Omtrent dit punt in het bijzonder meen ik echter te moeten opmerken dat ik, zoozeer ik mij verpligt acht de regten van den Staat nadrukkelijk te handhaven, geenszins den tegenwoordi- gen staat van zaken voorbijzie. Daar waar door verzuim of overdreven toege vendheid inbreuken op 's Rijks regten oogluikend zijn toegelaten, mag de Regering de volle kracht der wet niet plotseling in toepassing brengen, dan na gezorgd te hebben dat aan billijke vorderingen van de ingezetenen, en van handel en nijverheid in het bijzonder, op eene redelijke wijze zal zijn voldaan. Ik vleije mij dat de ingezetenen op die wijze niet dan gerief en voordeel door de werking der wet zullen ondervinden. Dat de administratie vervolgens van stap tot stap en op dezelfde wijze verder zal gaan, vloeit reeds voort uit hetgeen ik de eer had hierboven aan te merken; men zal trachten alle provinciën, mitsgaders de verschillende gedeelten derzelve, zoodra dit cenigzins mogelijk is, in de vruchten der wet te doen deelen. Ook van stoombooten en andere beslaande openbare middelen van vervoer zal worden partij getrokken, en zoo ik als hierboven van bepaalde rigtingen gewaagde, heb ik echter daardoor geenszins verbeteringen elders willen uilsluiten. Maar 'AI//0A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1