De Minister van Financiën deelt in zeker opzigt den wensch door sommige leden uitgedruktomtrent het regl aan deze vergadering te verkenen tot het amendement van wetsvoorstellen; maar in dien zin dat daardoor zouden verbe terd worden eenige amendementen in de Tweede Kamer in de wet gebragt, welke, zijns inziens geene verbeteringen in de wet daarstellen. Overgaande tot de beschouwing der onderscheidene geopperde bedenkingen, treedt Z. Exc. eerst iri eene geschiedenis van de zaak, zoo als hij haar vond hij zijne optre ding; wijst op den ellendigen toestand waarin hij de zaak vond, middelerwijl men in andere landen groote maatregelen van verbetering hij de hand nam doet uitkomen met welke groote nalatigheid hij ons is gehandeld len opzigte der handhaving van het monopolie en zegt op dit punt, dat hij de reden niet j* kent die zijne voorgangers bewogen heeft om bestaande regten van den Staat prijs te geven, terwijl daaruit bovendien het groote bezwaar en struikelblok voor dadelijk werkende verbeteringen is voortgevloeid, namelijk dat het pu bliek verwend is geworden door het gerief der particuliere ondernemingen die gaandeweg verbeteringen hebben ingevoerd, welke van de administratie zelve had moeten uitgaan. Van daar het plan van den Minister reeds dadelijk bij zijne komst aan het Ministerie om verandering in dat onderwerp te bren gen cn ware hij niet door bijzondere omstandigheden verhinderd geworden dan zou zijne voordragt reeds vroeger zijn geschied. De Minister verdedigt vervolgens het monopolie, licht dit punt toe, en ont wikkelt daarna zijn gevoelen over de postzegels en behandelt vervolgens de vraagpunten van bijzonderen aard, die bij deze gelegenheid ter sprake gebragt zijn, en geeft ten slotte de verzekering, dat, vermits de toestand van liet post- wezen is exccptionncelde tegenwoordige wet niet in een oogenblik over liet geheele Rijk rnct onverbiddelijke gestrengheid zal worden ten uitvoer gelegd, maar dat dit geschieden zal met zachtheid en met overleg, omdat het ver- keerd zou zijn op eens met dolle drift tot de strikte handhaving der wet over te gaan, zoolang men nog niet aan het publiek overal de gelegenheid heeft gegeven om zoo veel maar mogelijk te corresponderen. Z. Exc. koeslert dan ook weinig vrees voor vexatie; men maakt zich daarvan wel eens schrikbeel den. Z. Exe. wijst op art. 190 der algemeene wet van 1822, waarbij aan de Ambtenaren der belastingen vele bevoegdheden zijn toegekendo. a. om bijna alle huizen aan visitatie te onderwerpen; om alle rijtuigen te visiteren enz.; maar nu vraagt de Minister waar ooit het voorbeeld gegeven is dat van die ruime faciliteit gebruik gemaakt is om de ingezetenen te kwellen Z. Exc. herhaalt dat hij eene verstandige, maar daarom niettemin krach tige uitvoering der wetde ingezetenen voor geene vexatie behoeven bevreesd te zijn. De Heeren Gevers en de Jonge van Ellemeet hebben den Minister nog kor- j telijk beantwoord en hnnnc ineening nader uiteengezet. De Minister heeft daarop nog nader uiteengezet de groote bezwaren, die aan de onbepaalde uit gifte van postzegels verhonden zijn. De beraadslagingen worden gesloten, en het ontwerp wordt aangenomen met 25 legen G stemmen. Van de aanneming zal worden kennis gegeven aan Z. M. den Koning cn aan de Tweede Kamer. Daarna wordt de vergadering gesloten. AMSTERDAM, 12 April. Gisteren heeft Z. M. aan de burgerlijke cn militaire autoriteiten der hoofd stad gehoor verleend, hetwelk bijzonder talrijk bezocht werd. Ten 2 ure is Z. M. in een open calèche met gevolg uitgereden, om een bezoek te brengen aan liet Museum van Schilderijen en aan Arti et Amicitiae. Ook 11. M. de Koningin had reeds vroeger het paleis verlatenorn een be zoek te brengen aan de Sopliia-hewaarsehoolwelke, zoo als hekend is, haren naam aan de Koningin ontleent, en telken male, als de Vorstin zich in de hoofdstad bevindt, zich in hare tegenwoordigheid mag verheugen. Met den gewonen beurstrein zijn gisteren middag HH. KK. 1111. Prins en Prinses Frederik benevens Prinses Louisa en gevolg in de hoofdstad aange komen en aan het paleis afgestapt. Er werd ten Hove een diner gehouden van ongeveer 70 personen, 's Avonds zou II. M. de Koningin liet concert der Maatschappij Caecilia met hare te genwoordigheid vereeren. Van 1 tot 2 ure heeft het corps muziekanten der Stedelijke Schutterij op den Damonderscheiden muziekstukken uitgevoerd. Omtrent de voorstelling in den Schouwburg, Zaturdag-avond voor het Dof, vernemen wij dat zij heslaan zal uit het 2,le, 3de en 4Jc bedrijf van het treurspel Gijsbrecht van Aemstelen uit liet nieuwe ballet van den lieer Kohier, den vader, dc Jaarmarkt te Hamburg of het Kabinet van Automaten. Het Committé van Voorzitters, Secretarissen en algemeenen Penning meester van liet Koninklijk Nederl. Instituut heeft gisteren den Koninklij ken Beschermheer een dank-adres aangeboden voor de gift van ƒ5,000. met welke het Z. M. behaagd heeftin afwachting van nadere verordenin gen, de voortdurende werkzaamheden van dit Staatsligchaam te schragen. Het adres luidt aldus Sir e Toen de jongste algemeene vergadering des Koninklijk Nederl. Instituuts van Wetenschappen Letterkunde cn Schoone Kunsten beschreven ter be raadslaging over maatregelen met het verder beslaan dezer Staats-instelling in het naauwste verband, het herigt ontving, dat het haren Koninklijken Beschermheer behaagd had, een schitterend blijk te geven van Zijnen wensch tot hare handhaving, werd, onder luide toejuiching, besloten, een dank- adres aan uwe Majesteit aan te bieden. Het Instituut huldigt, Sire! iri deze Koninklijke gift niet slechts de groot ste edelmoedigheid, welke Uwe Majesteit bezielde; maar erkent daarin, met dubbelen dank, hooge waardering van Wetenschappen, Letteren cn Schoone Kunsten welke toch in de Geschiedenis van alle beschaafde Volken als de uitnemendste sieraden beschouwd worden, waarmede eene Vorstelijke Kroon kan prijken. Met dankbaarheid zal in de Jaarboeken der Wetenschap en in de Geschied- rollen van Uwer Majesteits Regering de bescherming opgeteekend worden, welke het Instituutin zijn bestaan bedreigd van Uwe Majesteit mogt on dervinden. Het Instituut ziet thans mot kalmte de nadere overwegingen van Uwer Majesteits Regering te geinoet, en is nu, zoo als steeds, bereid om mede te werken tot al die maatregelen, welke het liooge doe! zijner bestemming meer en meer kunnen bevorderen. Gelukkig zal het zich achten zoo het hierdoor iets kan bijdragen tot den glans van Uwer Majesteits Regering en lot hei! des Vaderlands." Het werd onder gepaste toespraak, door den Algemeenen Voorzitter, den Hoogleeraar MiquclZijner Majesteit overhandigdwaarna de Secretarissen der Eerste en Tweede Klassen, den Koning de onlangs door heide Klassen uitgegeven boekwerken aanboden. Het behaagde den Koning, in het langdurig onderhond met de deputatie des Instituuts, menigvuldige blijken van Zijne hooge belangstelling in den bloei van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten te geven en den wensch uit te drukken, dat het Instituut mogt voortgaan, deze buitenslands te vertegenwoordigen. Heden is II. M. het Lnthersche Weeshuis gaan bezigtigen en H. K. II. Prinses Frederik, met hare dochter Prinses Louisa, de Louisa-Bewaarschool. Gisteren avond gaf de maatschappij Caecilia haar negentiende concert hetwelk vereerd werd door de tegenwoordigheid van (I. M. de Koningin, HH. KK, HH. Prins Hendrik, Prins en Prinses Frederik en Prinses Louisa der Nederlanden met hun gevolg. De opbrengst ten bedrage van ƒ1570, geheel ten voordeele van het Weduwen en Weezenfonds der maatschappij getuigt dan ook wederom van de hooge belangstelling, niet alleen van ingezetenen dezer stad, maar ook van velen, die uit verwijderde oorden des vaderlands, daar aan hunne tegenwoordigheid verleenden. Bij den afloop deed H. M. den ijve- rigen muzijk-directeur der maatschappij J. B. van Breein hare loge ont bieden om hem hare groote tevredenheid over de schoone uitvoering van het Programma te betuigen. Z. M. heeft heden met de Prinsen Hendrik en Frederik het stadhuis bezocht; ter opwachting van Z. M. hadden de Burgemeester, Wethouderen en Leden van den Raad zich in de Groote Raadzaal vereenigd. Z. M. cn de Prinsen traden weldra in minzaam gesprek met de hen ont vangende Hoeren en hezigtigden aandachtig de overheerlijke schilderijen van oudere en latere meesters, die zoo men weet, de Raadzaal versieren, om voorts over te gaan tot het bezigtigen van onderscheiden oudheden die voor d:ze gelegenheid uit de rariteits-kamcr waren overgebragt en in de vier hoe ken der kamerop vier tafels ten toon gesteld warenals onder anderen Vier houten gebronsd of verguld geweest zijnde beeldenuit den brand van het oude stadhuis, in 1652, gered en voorstellende Graaf Willem VI, zijne dochter Jacoba van Beijercn, zijner zusters zoon Hertog Philips van Bour- gondiën en diens vrouw Isabella van Portugal. Tien metalen beeldjes, weleer geplaatst op de groote bargerzaal van liet oude stadhuis, voorstellende Ada, dochter van Graaf Dirk Vil, overleden in 1218; den Roomschen Koning, Graaf Willem II, gesneuveld in 1256; Jan II van Avennes, overleden in 1304 Graaf Willem III of de Goede, overleden in 1337; Keizer Lodewijk V, overleden in 1355 en zijne Gemalin Marga- rctha; Philips 1 of de Goede, overleden in 1467; de eerste Gemalin van even- genoemde, vrouw Michelle de France; eene Gravin, waarschijnlijk de reeds genoemde Isabella van Portugal en Maria van Bonrgondië, overleden in 1642. Voorts bad een der oudste bedienden aan het Raadhuis zich herinnerd, dat in het gebouw nog twee stoelen aanwezig waren die ter ontvangst hadden gediend hij een bezoek, door 's Konings overgrootvader, Prins Willem V, in het laatst der vorige eeuw insgelijks op liet Raadhuis der stad aan de toen malige Stads-Regering gebragt; deze stoelen waren ook thans, als gedenk- teekenen aan vroegcren tijd tot 's Konings ontvangst daargesteld. Na deze onderscheiden oudheden met belangstelling bezigligd en zich af wisselend met Heeren Burgemeester, Wethouderen en Raden onderhouden te hebbenheeft het Doorluchtig Gezelschap het Stadhuis ten ruim een ure weder verlaten, om, vergezeld van den Heer Burgemeester, hel Instituut voor Blinden te gaan bezigtigen. De Burgemeester heeft aan Z. AI. hekend gemaakt liet voornemen der leden van liet Stedelijk Bestuur, om voor hunne rekening het portret van Z. M. te doen vervaardigen en geplaatst naast de afbeeldingen van Zijnen Vader en Grootvader, daarmede de raadzaal van het Stadhuis op te luisteren. Z. AL heeft met welgevallen dit plan vernomen en tevens verzocht om afgebeeld te worden in Admiraals uniform. Heden middag is er groot diner var. 75 personen ten Hove; al de leden van den Stedelijken Raad zijn daarbij genoodigd. Wij zijn in de gelegenheid geweest, zegt de Amst. Couranthet prachtig geschenk te bewonderen, hetwelk deor Z. M. ter gedachtenis aan zijnen ridderlijken Vader, wijlen Koning Willem II, vereerd wordt aan de Groote Officiers Sociëteit van alle wapenen United Service Clubte Londen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2