COURANT
LEYDSCHE
1850.
MAANDAG, 15 APRIL.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Prijs der Courant is f 13 in het jactn^ff jllS
de afzonderlijke nornmers werden tegen 10
Centen afgegeven.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdag Avond.
LEIDEN, 13 April.
Icrgelijkrnde Staat van de opbrengst der opcenten en eigene middelen, ten behoeve dezer stad gelieven gedurende de eerste drie maanden van 1849 en 1850.
S84».
1' opcenten 4,992.28
Geslagteigen middelen - 1,223.543
fopcenten 23,572,54J
Gemaal J eigen middelen - 784.59 j
Wijn
Iopcenten 6.825.87
eigen middelen - 2.518.041
1 opcenten - 305.84
Ruitcnlandsch Gedistilleerd J eigen middelen - 341.25
Minder over 1850 ƒ470.76.
6,215.82 J
- 24,357.14
- 3,472 30
- 9,343.913
647.09
44,036.27
5,467.913
- 1,192.65
22,715 63J
857.213-
6,655.66
- 2,491.44
330 84
457.503
185».
6,660.563
23,572.85
3,396.65
9,147.10
788.343
43,565.51
Men verneemt dat de speciale Commissie, op aanzoek van Z. Exo. deri
Minister van Binnenlandsche Zaken, van wege de Maatschappij ter bevordering
van Nijverheid belast met de regeling en leiding der voorwerpen, welke uit ons
Koningrijk voor de algerneene groole tentoonstelling te Londen in 1851 te
honden, niogten worden bestemd, bestaande uit de 11H. Jonkhr. Mr. D. Ge
vers Deynootte Botterdam; Dr. G. Simons, te Delft, en D. D. Biichler,
te Amsterdam zich in correspondentie zal stellen met de onderscheidene De
partementen van bovengenoemde Maatschappijen daardoor aan ieder de ge
legenheid zal openenom zich met al wat de toezending van goederen der
waarts aanbelangt, bekend te maken, en hen die goederen willen opzenden,
behulpzaam te wezen.
Voor deze Stad en hare omstreken kan men zich bij den Secretaris van de
leydsche Afdeeling, den Heer S. van der Paauw aanmelden.
De deelneming uit deze Stad aan de Vaderlandsclie tentoonstelling te Delft,
doet verwachten dat onze van ouds met roem bekende fabriek-stad ook te
Londen door hare fabriekaten dien roem zal pogen te handhaven; waar de mede
dinging wel grooter maar de goedkeuring des te vereerender zal wezen.
De Onderwijzers Zangvereeniging alhier heeft aan den fleer Onderwijzer
J. P. Lanccleene fraaijc pendule ten geschenk gegeven, uit erkentenis voor de
op zich genomen directie, op den eersten openharen oefeningsavond op Zatur
dag den 23sUa Maart, waaromtrent een ingezonden verslag' voorkomt in ons
Nommcr van den 27stcn dezer.
Wij vernemen, zegt het Handelsbladuit goede bron, dat de erfge
namen van wij'rn Koning Willem 11 thans besloten hebben de nalatenschap
van den overleden Vorst te aanvaarden, dat op 17 dezer de daartoe strekkende
verklaring zal worden afgelegd en dat reeds den volgenden dag een aanvang
met de betaling der schulden van de nalatenschap zal worden gemaakt.
Door het overlijden van den Heer van Meerheke te Maastricht is thans
het geheel collegie van Burgemeester en Schepenen aldaar vacant.
'sGRAVENHAGE, 13 April.
Z. M. heeft ƒ100 gegeven voor de nagelaten betrekkingen van de veronge
lukte manschappen der visschersloep land- en Zeevrucht, van Zwartewaal.
Ter bevordering van de naauwkeurige kennis der bevolking van de on-
deisoheidene gemeenten op 1°. Jan. 1850, heeft de Minister van Binnen). Za
ken de Gouverneurs der gewesten aangeschreven tot het bekomen van eene
opgave van het aantal bewoonde en onbewoonde huizen en (voor zoover die
aanwezig zijn) van de bewoonde schepen, van het aantal huisgezinnen, van
het getal inwoners van iedere kunne, ingedeeld naar het verblijf, waarhij te
voegen opgave van de op 1 Jan, 1850 tijdelijk afwezigen naar den burgerlijken
staatnaar de geboorteplaats en de godsdienst.
SAerste S£amev der Staten-Generaal.
Zitlmg van Vrijdag 12 April.
In deze zitting zijn de beraadslagingen gehouden over bet ontwerp van wet
nopens dc Brievenposteiij.
De Heer Hoffman verklaart zich tegen de wet.
De Heer van Swinderen oordeelt dat liet belang en het gerief der ingeze
tenen hij het brievenvervoer door allerlei markt- en veerschuiten, nu nog
bestaande, aan de schatkist wordt opgeofferd, en had gaarne gezien, dat men
aan dat bezwaar, op eene andere wijze dan bij de tegenwoordige voordragt,
ware te geinoet gekomen.
De Heer van Bceck Vollenhoven heeft lang nopens de tegenwoordige wet
geaarzeld. Zoo als zij oorspronkelijk was voorgedragen, was zij zoo belem
merend voor de algerneene vrijheid, dat hem eene aanneming onmogelijk voor
kwam. Het ontwerp is echter in de Tweede Kamer aanmerkelijk gewijzigd.
Spr. vraagt ernige ophelderingen nopens de toepassing der artt. betrekkelijk
de zeehrieven naar de VV. I. Van de inlichtingen des Ministers zal spreker
zijne stem doen afhangen.
Dc Heer van Meurs zegt, dat deze wet kan en moet worden aangenomen.
De Heer Gevers van Endegeest doet hulde aan den Minister nopens de be
handeling der tegenwoordige wet. De memorie van toelichting is eene uitge
werkte uiteenzetting der verschillende stelsels en welke van blijvende waarde
is. De zucht tot gemeen overleg is mede ten deze gebleken. Spr. zou mede
wenschen, dal de Kamer liet regt van amendement had, ten einde de wet
nog te wijzigen. Spr. zou er zelf een hebben betrekkelijk de postzegels.
Spr. erkent volgaarne, dat de wet bezwaren heeft. Zij zal voor sommigen
een ongerijf hebben, maar geeft men die nietde administratie zal niet die
verbeteringen kunnen invoeren, welke zij thans op het oog heeft. Voor het
overige zal veel afhangen van eene verstandige, gematigde en loyale toepas
sing der wet. Beloften kan men ten deze niet vergen, doch men heeft alle
reden zich ten deze op den Minister te verlaten. Wel is waar blijven, in
den tegenwoordigen tijd, de Ministers niet lang in het bezit hunner porte
feuilles, doch Spr. vleit zich dat de Minister toch zoo lang zal aanblijven als
dn tegenwoordige wet zal worden uitgevoerd. Mogt die wet echter niet aan de
verwachting beantwoorden, zij zelve geeft in een barer artikelen aanleiding
om herzien te worden.
De Heer de Jonge van Ellemeet kan zich met het ontwerp niet vcrcenigen,
uit hoofde daarbij wordt gehandhaafd het uitsluitend regt van den Staat om
zich met het brievenvervoer te belastendat hij hinderlijk en onraadzaam
acht in ons land, hetgeen de Spr. nader ontwikkelt. Hij zal, tenzij beter
ingelichtzijne stem tegen het ontwerp uitbrengen.
De Heer Insingcr gelooft weldat er bezwaren zijnmaar hij eene verwer
ping zou het monopolie in voile kracht blijven. Alles zal van de toepassing
afhangen.
De Heer van Nispen had ook bedenkingen, doch hij wijst daarentegen op
de verbeteringen, welke de wel zal opleveren, als: vermindering van brief
port afschaffing der distributie-kantorenverbetering der positie van het
platte land. Bovendien is het eeu maatregel van overgang. Zal men nu het
hetere verwerpen, om het slechtere te behouden. Spr. kon zich daarmede
niet vereeuigenen is dus voor de wet.