De geldlecning voor den Pans is met het handellinis Rothschild bepaal delijk gesloten. De Kardinaal Staats-Secretaris heeft eergisteren hiervan ken nis ontvangen. De leening bedraagt 40 rnillioen Irs.doch het buis Roth- schild is genegen dezelve tot 50 rnillioen te brengen. Reeds heeft bet 15 mill, tegen den koers van 75, rnet eene provisie vari 3 pCl. betaald, doch daarbij echter 3 pCt. gewonnen, dewijl dit papier op de Parijzer-Beurs tot 78 is afgezet. De Heer v. Rothschild is, krachtens het contract, bevoegd in 2 maanden, na den dag van de onderteekening des contracts, weder 13 mill, tegen den koers van 77J pCt. mot 3 pCt. provisie te leveren. De laatste 12 mill, zou worden overgenomen tegen 72J pCt. Het huis Rothschild zal van den Paus een belangrijk voordeel trekken, alzoo die fondsen reeds tegen 78 j worden verkocht en spoedig tot 80 zullen gekomen zijn. Van de eerste 15 mill, zijn naauwelijks 9 mill in de schatkist van den Paus gekomenom dat er 25 pCt. verloren gaan en de achterstallige renten door Rothschild worden ingehouden. PRUIS SEN. BERLIJN, 18 Maart. Er heeft zich eene R. K. veroeniging in ecnige steden der Rhijnprovinciën gevormd, met het doel, om onder de jeugdige werklieden hel geloof, goede zeden en Christelijke liefde te bevorderen, hen voor spel en dronkenschap te bewaren en tot brave en werkzame huisvaders te vormen. Uit Erfurt wordt van den 17Jen gemeld, dat daar de Generaal van Radowitz was aangekomen en gisteren den Raad van Bestuur van den Pruis- sisch-Duilschen Bond geopend. Men werkt er met alle kracht om de Augus- tinerkerk voor de zittingen van het Volkshuis en van het Slatenhuis in te rigten. Het Erfurter dagblad is reeds in een ministerieel orgaan veranderd, het zalzoo lang de Parlemcnts-zitting duurtdagelijks tweemaal uitkomen onder leiding van een uit Berlijn gezonden redacteur. WURTEMBER®. SÏUTTGARDT17 Maart. Tot Voorzitter in de Wetgevende Kamer is de Heer Schoder benoemd tot Onder-Voorzitter de Heer Rüdinger. Beiden bekleedden dezelfde betrekkingen bij de ontbondene Kamer. De Voorzitter heeft wel aangespoord tot handha ving der verkregene vrijheden maar tevens met het oog op Duitschlands on- rusligen toestand tot gematigdheid aangespoord. «©STEMKMK. WEENEN, 16 Maart. Men ziet binnen kort de reis te gemoet, welke de Keizer naar Triest en welligt ook naar Venetie zou ondernemen. Vorst Scbwarzcnbergzal hem daarbij vergezellen. De Opperbevelhebber in Hongarye, Vrijheer von Haynau, heeft het besluit tot inlijving in bet leger van alle Hongaren, die in den Landweer tegen de Oostenrijksebe troepen de wapens gevoerd hebben, in zoover ver zacht, dat hetzelve alleen toepasselijk zal zijn op degenen, die na 5 Jan. 1849 zulks gedaan hebben. Ook is bet besluit gewijzigd, waarbij aan de Joodsche gemeenten in Hon garye eene belasting, solidair te betalen, was opgelegd. Zij zal alleen van degenen, die deelnamen aan de omwenteling, worden geheven. In vele streken van Hongarye klaagt men over de meer en meer toe nemende rooverijen op den openbaren weg. Zoo werden o. a. in den nacht van 7 op 8 dezer, vier reizende kooplieden, op hunnen weg, twee uren van Zornber, aangevallen, geplunderd en na langdurige, doch vergecfsche tegen weer, op het gruwelijkst vermoord. Elf inwoners van Bugg, die zich naar eene nabij gelegene marktplaals begaven, werden door eene guerillabende te paard overvallen en uitgeplunderd. ZWITSERLAND. Den 5Jcn dezer stierf in hoogen ouderdom de jegens de menschheid en zijn vaderland hoogst verdienstelijke Pater Girard. In zijne stille cel in het Franciscaner klooster te Freiburg, verwachtte hij reeds sedert verscheiden jaren met vrome gelatenheid den dood. Zijn reeds aan den avond des levens verheerlijkte geest, sloeg nog steeds met hooge belangstelling gade, wat er in de maatschappij en in de wetenschappen voorviel. Hel laatste werk van dezen greoten geest en opregten kindervriend die afwisselend van hel lager onderwijs tot een leerstoel der wijsbegeerte overgingen met den warmsten godsdienst-ijver eene zich steeds gelijk blijvende christelijke liefde paarde, is de door de Fransche Akadetnie bekroonde prijsverhandeling over het regelma tig onderrigt in de moedertaalvoor school en huisgezineen werk dat langen tijd riog op dat gewigtig deel van het volksonderwijs heilzamen invloed zal hebben. Bekend is de bewonderenswaardige school, die Girard in zijne vaderstand Freiburg stichtte, en die door de onophoudelijke vervolgingen der Jezuitcn te gronde ging. In den laatsten tijd voor zijn dood hield hij zich nog gedurig bezig met de opvoedingsleer, en de tegenwoordige inrigting van het schoolwezen in het na de verbreking van de magt der Jezuitcn herboren kanton Freiburg, moet veel aan zijn raad Ie danken hebben. «RIEKENL AND. ATHENE5 Maart. Onze schepen kunnen thans vrijelijk de havens in- en uitvaren, met uit zondering van diegene welke reeds opgebragt zijn, en tot aan de regeling van het geschilals eene soort van onderpand in handen der Engelscben moe ten blijven. Eene door Sir John Green onderteekende nota werd aan al de Consuls medegedeeldwaaruit men vernamdat de Admiraal Parker last had ontvangen, om de blokkade voor eenen bepaalden tijd te schorsen. Om trent de strekking der bemiddeling van Frankrijk bestaat in Athene groot verschil van gevoelen. Indien men de oppositiebladen gelooven moet, dan zou Griekenland het ingewikkelde vraagstuk alleen kunnen oplossen door te voldoen aan al de vorderingen van Engeland. Een dier bladenhetwelk blijkbaar mededeelingen van liet Engelsche gezantschap ontvangt, verzekert dat reeds daartoe zou besloten zijn. Wij halen thans vrijer adem, daar wij bevrijd zijn geworden van een groot aantal matrozen, die zonder werk in de stad rondzwierven, maar nu weder naar hunne woonplaatsen teruggekeerd zijn. Indien de blokkade nog langer geduurd had, can zouden deze lieden, door den honger gedreven, zich waar schijnlijk tot buitensporigheden hebben laten verleiden. Allerwcgc in bet land heerscht volmaakte rust; men vreest echter dat de aanstaande verkiezin gen voor de nieuwe kamer niet gunstig zullen uitvallen, waardoor eene aan leiding tot gevaarlijke botsingen zou kunnen ontstaan. De Amst. Cour. deelde onlangs het volgende ingezonden stuk mede, het welk ten aanzien van hst geven aan bedelaars, wenken bevat die allezins behartiging verdienen. BEDELARIJ. I. Niet dat er tegenwoordig meer dan vroeger of dezen winter meer dan vorige jaren gebedeld wordt, doet mij over het ledelen schrijven, maar de overtuiging alleen, dat er nog veel te veel gebedeld wordt, en dat dit bedelen veel te veel aanmoediging ondervindt. Dat er arinen zijn, die ondersteuning behoeven, lijdt geen twijfel en kan niemand tegenspreken, maar aan bedelaars gillen uit te reiken, is armoede vermeerderen, luiheid aanmoedigen en de ellende der menschen bevorderen. Er is voor den luiaard niets gemakkelijker dan niets te doen. Arbeid kost inspanning en moeite; giften te ontvangen, zonder iets meer te doen dan te Vragen, is verreweg het gemakkelijkst; maar in waarheid, de gewoonte om te bedelen, is eene ramp- zalige gewoonte, en de gewoonte om aan bedelaars Ie geven, onverstandige menschenliclde. Die aan de bedelaars op de straten gewoon zijn hunne gaven uit te reiken, zijn doorgaans slechte inenschenkennersdie zich door den schijn laten bedriegen. Die de bedelaars meer van nabij, hunne levenswijze en omstandigheden onderzoekt, zal zich van het wegwerpen zijner giften op die wijze onthouden, en alzoo met de overheid tot de wering van bedelarij medewerken. Een naauwkeurig onderzoek doet mij deze regelen ter neder schrijven, terwijl ik mijne meeningen met voorbeelden kan staven, voorbeel den, die ik in hel belang der armen zelve, die onze giften waardig zijn, niet terug mag houden. Dat de bedelarij gewoonlijk veel geeft, bewijst vooreerst de voorraad opge- zamelde gelden, bijna in den regel op de bedelaars bij hunne aanhouding ge vonden, en waaruit men gereedelijk kan afleiden, dat een bedelaars wckelijksch inkomen, het gewone loon van een ambachtsman overtreft. Onlangs werd aangehouden een manbij zich hebbende ongeveer 8de zer dagen eene vrouw met twee kinderen (die de voorbijgangers al vragende naliepen), met twintig gulden; een derde werd rnet een, met hem bedelend meisjeop bedelarij betraptuit het onderzoek bleekdat het meisje voor hare hulp in het bedelen 80 cent 's weeks en de kost genoot. Wederom an deren, die een tamelijk goed middel van bestaan hadden, doch des avonds nog eens op hcdclen uilgingen, omdat, volgens hunne eigene opgave, hun vragen zoo goed gat; ouders zelfs, die hunne kinderen van de school namen, om ze te laten hedelcn. De ineest gemoedelijke brieven, door bedelaars om onderstand aangeboden, strekken al zeer dikwerf tol bewijs hunner schaamteloosheid. Veelal zijn de adressen niet bekend of met logenachtigc opgaven opgesierd. Ik zag er onlangs een, waarlijk roerend gesteld, waarin een vader van een talrijk gezin, in de nijpende koude, iets voor zijne om brood schreijende kinderen smeekte. Een onderzoek leerde mij deri man kennenals een regten dronkaard wegens wangedrag uit zijne betrekking ontzei, die van zijne vrouw verwijderd, in ontucht en ongebondenheid leefde. Andere wederom, die van de eene hand in de andere overgingen, als modellen gebruikt werden en aanzienlijke vruch ten gaven. Zouden deze voorbeelden, die met zoo vele nog zouden kunnen vermeerderd worden, niet op nieuw ten bewijze verstrekken, hoe tie gaven aan bedelaars uitgereikt, als verspild kunnen gerekend worden? En daaren boven, bedelarijdaarwaar eene inrigting tot wering van de bedelarij in stand is, is een wanbedrijf, is een feit, dat, bij de wet verboden en gestraft wordt. Overheid en gestelde magten moeten er tegen waken; zou den dan de ingezetenen de bepalingen der wet willen tegengaan, en de po gingen der overheid tegenwerken, en daarenboven de armoede door eene slecht bestuurde milddadigheid vermeerderen? Met zeer weinige uitzonderingen, zijn de bedelaars de liefdegiften niet waard, en ontnemen zij de gaven aan armen, voor wien ze wèl besteed zijn: maar daarenboven in den regel, is de nood der bedelaars zelden zoo groot, en behoeven zij uwe gaven nietterwijl zelfs in die enkele gevallen, dat er onder de bedelaars gevonden worden, die in der daad uit nood of gebrek vragen, ook aan deze geene giften behoort te worden uitgereikt: de huizen en inrigtingen van liefdadigheid staan voor hen open. Die dan wil weldoen met het vermogen dat God hem geschonken heeft, hij geve zijne giften aan die instellingen of aan die armen wier nood hein hekend is, maar nooit aan bedelaars.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 3