BUITEN LA NDSCffE BEB JUTEN. leden Ncderlandschc letterkundigedie zicli zoowel door braallieid als kunde steeds heeft onderscheiden. Men verneemt, dat door het Bestuur der Nederl. Rhijnspoorweg-Maats., is benoemd tot Ingenieur dier Maatschappij, de Ingenieur van den Waterstaat de Heer Baron Reede van Oudshoorn, tot vervanging van den Heer N. J. van der Lee, wiën uit die betrekking, op zijn verzoek, een eervol ontslag is ver leend, onder dankbetuiging voor de door hem aan de maatschappij bewezene diensten. Tevens is de Meer van der I.ee tot Ingenieur-Consulent der Maat schappij benoemd. De Nederl. Handel-Maatschappij heeft bevracht 4 schepen voor deze stad en 3 voor Rotterdam. Bij de veiling van 169,920 balen Java- en 4042 balen Sumatra koflfzj den 14(leD door de Ned. Handelmaatschappij alhier gehouden, zijn 335 koopen verkocht voor 28—38} cent. en 1401 koopen opgehouden, De Inrigting voor Havelooze Bedelaarskinderen alhier, sedert ruim een jaar opgerigt, voldoet gewis aan den lang gekoesterden wenscb, die reeds in Engeland vervuld was, om ook binnen Nederland in de groote steden zich het lot dezer, naar ziel en ligchaamnaar hunne tijdelijke en eeuwige belangen, onverzorgde kinderen, aan te trekken. Utrecht ging daarin voor, Amster- sterdam heeft dit loffelijk voorbeeld gevolgd. Aanvankelijk werd de inrigting op 12 Maart 1849, in de Tuinstraat open gesteld voor een 40tal jongens en meisjes, uitsluitend de zoodanige, die langs de straat bedelen, en alzoo ongeschikt worden voor de gewone Bewaarscho len voor Behoeftigendaar de klasse, die bedeltzoo aanmerkelijk in zeden en omstandigheden verschilt en dient afgescheiden te blijven van de huiszit tende behoeftige jeugd. Bij uitzondering neemt de Inrigting echter soms ook eenigen op, die aan de grenzen staan van bedelarij, door de geheele vcr- waarloozing hunner ouders of betrekkingen. Daarna is een ruimer lokaal al spoedig vereischt geworden, en, hopende op de bereids reeds ondervondene medewerking van liefdadige stadgenooten die éénmaal voor ecne geldelijke bijdrage hadden geteekend, heeft men een aller- geschikst huis gehuurd en op den 2llcn Augustus 11. betrokken, op de Brou wersgracht, bij de Lindengracht, waarvan de, voor de inrigting afgezonderde bovenvertrekken bijzonder uitmunten door luchtigheid en een helder licht, zoo voor als achter, hetwelk de kinderen ook helder en lustig maakt en van eenen gunstigen invloed en tot meerdere uitlokking blijkt te strekken, of schoon velen nimmer geregeldmaar slechts afwisselend de Inrigting be zoeken. Uit Groningen kwam nn ook een allergeschiktste hoofd-onderwijzer over. en, ofschoon de kosten, aan deze opgedragene betrekking natuurlijk verbon den, daarna 's mans hevige ziekte, vele bezwaren inhadden, zoo werd echter het vertrouwen niet beschaamd, dat men onder Gods zegen deze bezwaren zoude mogen te boven komen. Thans alzoo is de Inrigting gevestigd, en in staat belangstellende land- en stadgenooten tot het bezoeken daarvan toe te laten. Het onderwijs bestaat in het leeren der klanken, lezen, schrijven, rekenen cn zingen, vóóral de kennis van het Evangelie, onder gebed en dankzegging, daar toch dit als de grond moet beschouwd worden, om eene wczentlijke, duurzame kracht cn verandering in het gemoed te weeg te brengen, waardoor deze kinderen en, zoo als men hoopt, allengs ook de ouders van bedelarij zullen worden teruggehouden, cn tot arbeid geraken cn een eerlijk bestaan vinden. De meisjes houdt men bezig met breijen en naaijen, de jongens met kleedermaken, waarmede een 20lal dagelijks onledig is, onder de leiding van een zeer geschikt persoon. Voor de plaatsing der door hen, uit Osnabrugsch linnen vervaardigde broeken, buizen, hemden., zal zich waarschijnlijk een geschikte weg openen. Des Zondags worden de oudeis mede toegelaten tot de bijbellezing en toepassing daarvan op het dagelijksch leven. Allerbelangrijkst zijn de ontdekkingen en gewigtig de wenken, die het Be stuur der inrigting ontvangt, door bet bezoeken der gezinnen in hunne wo ningen. Wenschclijk ware de uitbreiding van dergelijke Inrigting ook in andere gedeelten der stad. HAARLEM, 15 Maart. Het groote Muziekfeest in den loop van de maand Junij c. k., alhier in de Groote Kerk, door de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst te geven, belooft zeer luisterrijk te zijn. De eerste dag daarvan zal bestaan uit Koren, Motetten, en andere gezangenin het eerste deel voor enkel mannenstemmen, in het tweede deel door gemengd koor met begeleiding van orgel of bazuinen cn afgewisseld door afzonderlijke voordragten door onze eerste meesters op dat wereldberoemde orgel. Op dien avond zal de Heer van Bree den Directeurs- staf voeren. Op den tweeden dag zal het Oratorium: Elias, van Mendelssohn Bartholdy met groot orkest worden uitgevoerd, gedirigeerd door den Heer Verhulst. UTRECHT, 17 Maart. De Heer Dr. L. J. F. Jansen sprak op den 14deD dezer in het Lees-Museum alhier, over Ninivé. Op eene sierlijke inleiding volgde het verhaal der ont dekking van hare overblijfselen. Vijf en twintig eeuwen zijn deze onder het zand bedolven geweest en de plaats, waar de stad gestaan heeft, werd vruch teloos gezocht. Aan de ijverige nasporingen en den onvermoeiden arbeid van Botta en Layard sedert vijf en twintig jarenis men de opdelving dier on waardeerbare bronnen voor de geschiedenis der oudheid verschuldigd. Spreker gaf daarna een zeer belangrijk overzigt der gevonden oudheden, waarvan de atheeldingen uit het groote werk van Layard ter bezigtiging werden aangebo den. Na de mededeeling van eenigc beschouwingen omtrent de verschillende soorten van spijkerschrift, die op de oudheden worden gevonden, schetste de geleerde spreker de gevolgen, die uit de Ninivcsche ontdekkingen waren af te leiden en bepaalde zich daarbij voornamelijk tot drie punten: de ligging van bet oude Ninivé is bekend geworden de toestand en beschaving der in gezetenen opgehelderd, en het verband tusschen de beschaving van het Oosten en Westen merkbaar geworden. LEEUWARDEN, 16 Maart. In de bijeenkomst der leden van het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, gehouden den 12deo dezer, droeg de Heer W. Eek- hoff, eene proeve voor eener beknopte geschiedenis van Friesland in hare hoofd trekken, en daarvan het eerste gedeelte loopende van de vroegste tijden tot. op Karei den Groote. Jhr. Mr. S. W. H. A. van Beyma thoe Kingma, gaf eenige mededeelingen omtrent het leven van Mr. Syds Tjaerda, Grietman van Dantumadeel van 1517 tot 1555, Olderman te Dokkum, cn Lid van het eerste Collegia van Gedeputeerde Staten. Jhr. Mr. M. de Haan Hettema bragt ter tafel een aantal charters uit zijne verzameling, voor het meerendeel be trekking hebbende op gemclden Mr. Syds Tjaerda van Rinsumageest Mr. J. H. Beucker Andreae deed verslag van de nasporingen door Dr. L. J. F. Jansen gedaan nopens de overeenkomst van de oudhedenwelke de terpen in Friesland opleveren, met die welke bij Wijk bij Duurstede gevonden zijn; en vervolgens verslag van zijne eigene nasporingen omtrent het leven de lot gevallen en krijgsbedrijven van den Luitenant-Admiraal Auke van Stelling werf!, aangaande wien slechts zeer weinig hekend is, omdat de archiven van de Friesche Admiraliteit te Uarlingen in de vorige eeuw bij een brand zijn verloren gegaan. Den 9den zijn van Harlingen vertrokkenbestemd ter robben- en wal- vischvangst, naar Groenland, de schepen Dirkje Adama en Spitsbergen, be mand met 105 koppen, en voorzien van 15 sloepen en de noodige visohvan- gers gereedschappen heide schepen toebehoorende aan de Ileeren B. Visser Zoon, alhier. Hoezeer men de vrees koesterde, dat een tak van nationale nij verheid als deze, de eenigste in ons vaderland, zoude worden opgegeven, de wijl de resultaten van bijna alle reizen zeer ongunstig waren, toch blijven de Heeren B. Visser Zoon, in het belang hunner stadgenooten nog immer vol houden met eene onderneming, die hun reeds eene aanzienlijke som gelds ge kost heeft. Eere komt hun dan ook daarvoor toe; en het is vurig te wenschcn dat hunne onbaatzuchtige pogingen tot bevordering van bloei en welvaart in de stad hunner inwoning, met eenen gunstigen uitslag mogen bekroond worden. GRONINGEN, 16 Maart. Het Bestuur dezer stad had, bij besuit van 1 Dcc. 1849, bepaald, dat de inwijding en overgave van het Akademiegrbouw in dit jaar plegtig en feeste lijk zou plaats hebben, en dat de fondsen, daartoe benoodigd, zouden wor den aangewezen op de begrooting der stad. De raad is thans op dit besluit terug gekomen, nu de rijks toelage voor het materieel is verminderd, en dc Minister van Binnenl. Zaken daarenboven heeft verklaard dat voortaan op de provinciale begrootingen geene toelagen rneer voor de Hoogeschool zullen wor den toegelaten. De raad meent alle krachten te moeten inspannen, om het verval te verhoeden der Hoogeschool, aan wier luister de welvaart der stad zoo naauw verbonden is, en gevoelt te zeer al den last van de verpligtingen die haar worden opgelegd, nu het rijk de bescherming van 't hooger onder wijs gaat op zijde stellenom nog penningen te durven uitgeven tot het houden van feesten. Dies heeft de raad bepaald, dat er geene feestelijkheden op kosten van de stadskas zullen plaats hebben, doch dat overigens de daartoe benoemde com missie zal belast blijven met de regeling der plegtige overdragt aan het rijk van het Akademicgebouw, 't welk gewest en stad zonder eenige hulp van Rijksmiddelen hebben opgerigt. MAASTRICHT, 16 Maart. Bij de laatste examens in België, lot toelating voor hel hooger onder wijs, werden de leden der jury zoo zeer getroffen door de meerderheid, welke dc kweekelingen van het Athenaeum vari Maastricht aan den dag legden, dat de InspecteurrGeneraal voor het middelbaar Onderwijs in dat land deswege eene vleijende hulde aan den Directeur van ons Athenaeum heeft betuigd. Hiermede niet te vreden, heeft dczelide Inspecteur-Generaal, de Heer Bernard, verlof verzocht en verkregen, om onze inrigting van onderwijs te bezoeken. Werkelijk heeft gemelde Heer in de afgeloopen week deze stad bezocht en ge durende drie dagen de lessen bijgewoond de geheele inrigting van ons Athe naeum en de Industrie-school naauwkeurig nagegaan en zoowel het reglement en het programma bestudeerdna afloop van welk onderzoek hij aan het bestuur, als aan de verschillende Onderwijzers, ruimschoots lof heeft toege zwaaid en betuigd, dat België zich gelukkig zoude rekenen vele zulke inrig- lingen van onderwijs te mogen bezitten. Gft CrJtë Iz Alki I». LONDEN, 15 Maart. Het Hoogerhuis heeft de tweede lezing toegestemd van de wet, waarbij het stelsel van deportatie van misdadigers wordt veranderd. De veroordeelden zul-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2