LEYDSCHE W"5*. COURANT. V mo. WOENSDAG, 20 MAART. ,k B3NNENLANDSCHE RERIGTEN. De Courant wordt Maandag y Woensdag en Vrijdag uitgegeven, uit Zaturdag Avond. Die van Maandag komt i ff V - V v De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke nornmers werden tegen lt) Centen afgegeven. LEYDEN 19 Maart. Aanst. Zaturdag den 23sten dezer, ten 12 ure, zal de lieer Mr. S. Visse ring, zijne betrekking als Gewoon Hoogleeraar in de Regtswetcnschappenaan deze lloogesclioolaanvaarden met liet houden eener Redevoering in de Moe dertaal in bet Groot Auditorium. Uit eencn brief den lö116" dezer maand van Woerden door middel van het Postkantoor over Utrceht en Rotterdam naar Oud-Beijerland verzonden en aldaar aangekomen, werden, volgens aangifte van den afzender, vermist twee bankbilletten ieder groot 25, zijnde N». G82 van 22 Julij 1847 en N°. 294 van 20 Oetober 1849, mitsgaders eene coupon N°. 145025 groot /12.37J, verschenen 1 Januarij 1850 gcleekend Danckerts Jr. De Commissie van beheer en Toezigl over de Droogmaking van het Haar lemmermeer zal, onder goedkeuring van het Ministerie van Binnel. Zaken, in April en Mei verpachten: Het Gras- en ander Gewas, staande op den Ringdijk voor de gezegde Droogmaking, alsmede op de Polderkade langs het buitenboord der Ringvaart en de door het Rijk aangekochte gronden, en op en langs de Jaagwegen bij hel Spaarnc; in 46 Percelen, alsmede het Bevis- schcn der Ringvaart langs de geheele Omringing van gezegde Droogmaking; in 20 Percelen. De Voorwaarden zullen onder anderen ter lezing liggen, in hel Logement bij den Heer Smits, bij de Witte poort alhier. Met Handelsblad bevat een adres van eigenaren van landen in Rijnland aan Z. M. den Koning, waarin zij klagen dat zij, die vóór de ondernomene droogmaking van het Haarlemmermeer, geen last van het water gehad heb ben, thans in weerwil van het bijkanaal naar Katwijk gegraven en het stoom gemaal te Spaarndamdoor den hoogen waterstand worden benadeelden met nog grootere schaden worden bedreigd. Dat er nog een stoomgemaal te Halfweg was beloofd, doch niet tot stand is gekomen. Dat voorheen door de sluizen te Halfweg in twee etmalen zoo veel water afliep, als nu door 'tstoomgemaal in drie weken. Dat het blijkt dal in weerwil van de overeenkomst van Rijnland met het Rijk, het water niet op het bepaalde peil is te houden, waardoor de landen bederven en de kaden in gevaar geraken. Dat men alzoo in de verwachting van eenmaal het Meer droog te krijgen en goed land te bekomen, het beslaande land benadeelt en bedertlverzoe kende ten slotte dat hierin voorzien worde. De PapierfahrickantenGebr. Ebartbij Berlijn, hebben een onbrand baar bordpapier uitgevonden, bestemd tot het dekken der huizen; het is tevens waterdigt, en zou vooral kunnen dienen ter vervanging van de rieten daken. 'sGRAVENIlAGE, 19 Maart. Men verzekert, dat 1111. KK. 1111. Prinses Louisa en de Kroonprins van Zweden, in hel laatst van Mei, in tegenwoordigheid van de Zweedsche en Nederdandsche Ministers enz., alhier ondertrouwd zullen worden, liet huwe lijk zelf zal echter in Juriij in Zweden voltrokken worden. Z. K. 11. Prins Frederik zal zich, met zijn gezin, derwaarts begeven, en schijnt voornemens te zijn, den geheelen zomer in Zwedcns hoofdstad door te brengen. Men zegtdat het ontwerp der provinciale wet door den Minister van Binnenl. Zaken in gereedheid is gehragt, en dat aan het Ministerie van Bin- nenl. Zaken ijverig gewerkt wordt aan de wetsontwerpen op de verkiezingen en het onderwijs. De commission, benoemd bij Koninkl. besluit van den 9llen Januarij jh, tot het ontwerpen van een plan van verdeeling van het rijk in kiesdistricten, zijn, ofschoon van twee derzelve de rapporten bij het Ministerie van Binnenl. Zaken nog niet zijn ingekomen, aangeschreven om op den 25stcn dezer, onder het Voorzitterschap van den Minister van Binnenlandsche Zaken, alhier te vergaderen. De Vice-Admiraal van den Boschbenoemd tot Commandant der Zee- magt in Oost-Iudië, is met zijnen Adjndant den Luitenant ter Zee P. Baron Melvill van Carnhée, naar Londen vertrokken, om van daar de reis naar zijne bestemming voort te zetten. Op verlangen van het Britschc Handels-Ministerie is de te Haarlem ge vestigde Nederl. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid van wege hel Departement van Binnenl, Zaken uitgenoodigd om eene Commissie te benoe men, om zich, in het belang der inlandsche nijverheid te belasten, met de regeling en leiding zoowel als met de Buitenlandsche correspondentie wegens de bedoelde algemeene Tentoonstelling te Londenwaartoe zij zich met de Engelsche autoriteiten in aanraking zal stellen. Die Commissie is zamenge- sleld. uil de HM. Jhr. Mr. D. R. Gevers Deynoot, Directeur der Nederl. Maat schappij ter bevordering van Nijverheid te Rotterdam; Dr. G. Simons, Direc teur der Koninklijke Academie te Delft; Dr. D. Biichler, Lid van het Ko- ninklijk-Nederlandsche Instituut, Vice-President van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. De Heer Gevers Deyriool te Rotterdam staat, als Directeur der genoemde Maatschappij, aan het hoofd der Commissie. De belanghebbenden hier te lande kunnen zich dus regtstrceks, mits vrachtvrijaan dien Heer wenden, indien zij nu of later inlichtingen of mededeclingen nopens de bedoelde alge meene tentoonstelling verlangen. De Ilooge Raad, Karner van Strafzaken, heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van den Proc. Gen. bij het Prov. Gcrcgtshaf in Zuidholland, tegen een arrest van den 15(,CI1 April 1848, dat op den 14dcn November 1849 was verjaard. De Raad, zich hoofdzakelijk vereenigende met de gronden aangevoerd door Mr. D. Léon, ter bestrijding van het door den Proc. Gen. ingestelde be roep in Cassatie, heeft dat beroep verworpen; de kosten te dragen door den Staat. Ten gevolge van deze uitspraak is deze zaak geëindigd en het in der lijd uitgesprokene vonnis tot veroordeeling in eene gevangenisstraf enz., voor geene ten uitvoerlegging meer vatbaar. Bij de Arrondissements-Regthank alhier is eene regtsvordering aanban gig, waarbij de aandeelhouders in de Maatschappij van Weldadigheid zeer veel belang hebben. De zaak komt hierop nedereen houder van twee obligatiën ten laste dezer Maatschappij, vordert het kapitaal op, ten bedrage van ƒ2000, met de bedongen rente sedert Julij 1848, toen de coupons onvoldaan zijn ge bleven. Tot staving der vordering wordt aangevoerd dat de obligatiën reeds geruimen tijd geleden hadden moeten zijn afgelost. De Maatschappij van Weldadigheid heeft hiertegen, in de eerste plaats, een middel van niet ont vankelijkheid opgeworpen. Zij beweert namelijk, dat de houders der obliga tiën, die vermeenen cenig regt van vordering te hebben, dat moeten doen gelden tegen de bankiers Vlaer en Kol te Utrecht, door wier tusschenkomst de geldleeningen zijn gesloten. Maar de Maatschappij beweert daarenboven, dat de houders van aandeelenzoo lang de Maatschappij niet in verzuim is gesteld, alleen kunnen vorderen, dat er eene uitloting plaats hehbe in ter mijnen en hij gedeelten overeenkomstig de voorwaarden der geldleening. Dit zoude te minder aan twijfel onderhevig zijn, omdat de houders, door het ont vangen van nieuwe coupons, nadat de tijdstippen, aanvankelijk voor de uit loting bestemd, reeds waren verstreken, met de nieuwe wijze van betaling genoegen hadden genomen. De bankiers Vlaer en Knol zijn niet. gelijk door sommigen wordt vermeld, als belanghebbenden in dat geschil tusscheu beide gekomen. De plcidooijen zullen op 19 April e. k. worden voorgedragen door den lieer Mp. Sehuller tot Peursumvan Utrecht, voor den eischer, en door den Heer Mr. F. C. Donker Curtius, voor de Maatschappij van Weldadigheid. Men verneemt dat de Heeren Dr. W. C. II. Staring, Mr. J. F. B. van Hasselt, Mr. F. A. S. A. Baron van Ittersum en Dr. J. Wttewaal, in Gelder land, en ontwerpers van het plan tot de oprigting eener school voor den Landbouw, in die of eene naburige provincie, zich tot den Minister van Binnenl. Zaken hebben gewend en dat bij dezen het plan veel bijval heeft mogen ondervinden. De Minister moet hebben te kennen gegeven, dat de gebouwen en gronden, thans in gebruik voor de Koninklijke stoeterij te Borculo, welligt tot de daarstelling der school zouden kunnen worden beschikbaar gesteld, en dat daaraan zou kunnen verbonden worden 'sRijks vee-artsenijschool en het ka binet van landbouwkundige werktuigen, heiden thans te Utrecht gevestigd, en voorts eene werkplaats voor zoodanige werktuigen. Hierdoor zou het ver- eischte kapitaaldat men bij wijze tontine wenschte hijeen te brengen aan merkelijk kleiner kunnen zijn dan men aanvankelijk geraamd bad. AMSTERDAM, 18 Maart. De Heer Mr. Is. Da Costa wil zijn schoon dichterlijk talent aan eene goede zaak dienstbaar inaken hij zal eene openbare vooilezing houden ten behoeve der nagelatene betrekkingen van cenen in min gunstige omstandigheden over*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1