De Minister van Finar.tien heeft de amendementen nog nader bestreden, (lij
moet zich ernstig verzetten tegen de zoodanige, die de strekking mogten
hebben, de verliezen der schatkist gevoelig te vermeerderen. Er is ook,
zijns inziens, geene belasting, die gemakkelijker kan gedragen worden, dan
de brievenpostcrij. Indien de vergadering zich mogt willen vereenigen met
liet tweede amendement van den Heer Storm van 'sGravcsande, dan zou
hij, Minister, daarin geen overwegend bezwaar vinden.
De beraadslagingen over dit art. gesloten verklaard zijnde, is in de eerste
plaats in stemming gebragt het amendement van den Heer de Fremery (zie
hierboven). Het wordt verworpen met eene meerderheid van 55 tegen 8
stemmen.
Ten tweede wordt verworpen met 47 tegen 16 stemmen, het eerste amen
dement van den Heer Storm van 's Gravesandc.
Ten derde is verworpen met 59 tegen 4 stemmen het amendement van den
Heer van Eek.
Ten vierde is aangenomen met 50 tegen 13 stemmen het tweede amende
ment van den Heer Storm van 'sGravesande, tot weglating van de beide
laatste zinsneden van het art.
Daarna is het geheele artikel aangenomen met 52 tegen 11 stemmen.
Het aangenomen artikel luidt als volgt: Art. 3. Het port naarmate van
den afstand wordt berekend als volgt: Voor een afstand van 30 Neder!,
mijlen of daarbeneden 5 centen; van 30 lot en met 100 mijlen 10 centen;
boven de 100 mijlen 15 eenten.
Art. 4, 5 en 6 worden nagenoeg zonder beraadslaging en zonder stemming
aangenomen.
Ten aanzien van art. 7 wordt een amendement door den Heer van Dam van
Isselt voorgedragen, volgens hetwelk dat art. zou luiden als volgt: 1
Art. 7. Bij de berekening naar het gewigl worden alle brieven van 15
wigtjes of daar beneden als enkel beschouwd.
Voor de enkele brieven is éénmaal het port naar den alstand, volgpns art. 3
verschuldigd, voor brieven of paketten boven de 15 tot en met 30 wigtjes,
2 malen, 30-50, 3; 50—100, 4; 100-250, 5; 250-400, 6; 400-550,
7; 550—700, 8; 700 850, 9; en 850—1000, 10; en alzoo vervolgens
voor elke 150 wigtjes of breuk van 150 wigtjes daarenboven, éénmaal het
port meer.
De Minister van Financiën heeft zich met het amendement vereenigd. Hij
heeft er bijgevoegd, dat de administratie van het postwezen er groot belang
in stelt, dat het gewigt van 15 wigtjes, de eenheid voor de berekening van
het porto uitmaakt, omdat het nagenoeg overeenkomt met dat van het Bui- j
tcnlandschc. Dat het gewigt niet te hoog is, kan daaruit blijken, dat men
vellen groot schrijfpapier beneden dat gewigt heeft, zoodat aan het publiek
het meest mogelijke gemak wordt verleend, om zich van allerlei soorten van
papier voor brieven te bedienen.
Het amendement van den Heer van Dam van Isselt wordt aangenomen met
59 tegen 4 stemmen.
Waarna het art. 7, zooals het hierboven luidtzonder stemming wordt aan
genomen alsmede art. 8 luidende als volgtHet briefport kan ten kantore
van afzending worden voldaan, of ook worden gelaten voor rekening van hem
aan wien de brief is gerigt. Deze is niet verpligt den brief aan te nemen, I
of daarvoor het port te betalen; mits den brief onmiddelijk afwijzende of te
ruggevende, op het oogenblik dat dezelve hern namens het postkantoor wordt
aangeboden, en vóór dat de brief door hem geopend of het zegel daarvan ge- 1
schonden is."
Ten opzigte van art. 9 stelt de Heer Godefroi een amendement voor, en
wijzigt dat later op aanmerking van den Minister, waarna de Heer Donker j
Curtius het eerste amendement, door den Heer Godefroitot het zijne maakt.
Bij stemming is 1°. het amendement van den Heer Donker Curtius, ver
worpen. Dat van den (leer Godefroi aangenomen.
Dat van den lieer Donker Curtius, tol weglating van het laatste gedeelte i
van het art., is aangenomen met algemecne stemmen.
Waarna het geheele art. 9, zonder stemming, aangenomen is. Het luidt
nu als volgt: De vooruitbetaling van het port zal na 1 Januarij 1851 ook
kunnen geschieden door het aanhechten van postzegels, tot dat einde door de
zorg der administratie voor een ieder verkrijgbaar te stellen. De wijze van
uitgifte dezer zegels, en de voet waarop daarvan, ter uitvoering dezer wet,
gebruik te maken is, worden door ons geregeld.
Het namaken of vcrvalschen van die postzegels, of het gebruik maken van
zoodanige postzegels, wetende dat zij nagemaakt of vervalscht zijn, wordt ge
straft met dezelfde straffen als omtrent het namaken, vervalschen of gebruik
maken van nagemaakte of vervalschte zegels van het Rijk is bepaald."
Zitting van Dingsdag 12 Maart.
In deze zitting is kennis gegeven dat tot rapporteurs over het wets-onl-
werp tot overbrenging van fondsen voor het Muntwezen benoemd zijn de llce-
ren Bachienc, de Fremery, van Nispen, Jcspers en van Doorn.
Daarna zijn de beraadslagingen voortgezet over de artikelen der wet om
trent de Brievenpostcrij. Art. 10 is na eenige beraadslaging over een amen
dement van den Heer v. Nispen aangenomen. Het luidt nu als volgt: »Bij
uitzondering van het bepaalde in art. 3 kan het port van brieven, mits enkel
zijnde en geene ingeslotene brieven bevattende, wanneer die gerigt zijn aan
manschappen heneden den rang van Officier bij de Zee- en Landmagt van den
Slaat, in werkelijke dienst en op hunne schepen of bij hunne corpsen tegen
woordig zijnde, in ieder geval met vijf cents op het kantoor van afzending
worden voldaan."
Art. 11. Over de verzending van stalen enz. wordt aangenomen.
Art. 12. Handelt over het port der dagbladen. De Heer van Zuylen van
Nyevell spreekt over het ingeslopen gebruik dat Postdirecteuren zcih bet
debiet van dagbladen en tijdschriften hebben toegeëigenden bij kostelooze
correspondentie een voordeel genieten dat aan de schatkist toekomt.
De Heer van Eek wil de port van een cent op een halve hebben gebragt.
De Heer Costerus spreekt over 't zoogenaamde droit de boite, of het
vooruit afhalen zijner brievendat dit geen voordeel voor de directeuren
maar voor de staat moest zijn. De beraadslagingen duren nog voort.
BRIELLE, 8 Maart.
Men verneemt, dat in het naburig visschersdorp Zwartewaal de treurige
tijding is ontvangen, dat de vischsloep Land- en Zeevrucht, Kapt. A. Meul-
dijlt, tocbehoorende aan den Heer A. Kwak van Zwartewaalmet man en
ENGEL1N»,
LONDEN, 8 Maart.
Donderdag II. had onder de leiding van eenige geestelijken eene vergade
ring in Exeterhall plaats van ruim 2000 protestanten, om den bekenden
Dr. Achili te ontvangen. Hij zelf voerde het woord in de Italiaansche taal,
hetgeen door een' der aanwezenden in de landtaal werd vertolkt.
De Heer Peck te Liverpool heeft een hrief ontvangen van zijnen zoonge
schreven den 30sten December aan boord van het voor S'. Francisco liggende
Engelscbe schip Blakeley, inhoudende: dat den vorigen dag een persoon aan
boord van dat vaartuig was geweest, die pas uit Kamschatka was gekomen
met de tijding »dat Sir John Franklin en zijne togtgenooten ontdekt waren;
dat zij zich allen welvarende bevonden en door de noord-westelijke passage
waren gekomen." De Heer Peck heeft dien brief aan de Admiraliteit mede
gedeeld.
De Admiraliteit heeft bekend gemaakt, dat 20,000 (ƒ240,000) als
geschenk gegeven zal worden aan hen, die de cquipagiën der schepen van sir
John Franklin, zullen ontdekken en krachtdadig ondersteunen; een geschenk
van 10,000 (ƒ120.000) aan hen, die hulp verlecnen aan eene of andere
der cquipagiën of zulke berigten zullen geven, welke leiden kunnen tot hare
verlossing; en eene belooning van 10,000 120,000) aan diegenen, die,
krachtens eigen nasporingen, het eerst berigten zullen geven over het lot der
verloren reizigers.
Een rijk koopman te New-York heeft met eenige vrienden, twee kleine,
zeer doelmatige schepen uitgerust tot opsporing van Sir John Franklin.
IIELGIE.
BRUSSEL, 10 Maart.
In de Kamer der Afgevaardigden is het den 9den tot hevige woordewissclin-
gen gekomen, tusschen de clerieale en vrijzinnige partij, ter zake van de wet
op het middelbaar onderwijs, waarover nog geen verslag is uilgebragt.
Het Ministerie, dat tot de laatste partij behoort, verlangt, dat de Staat
ten aanzien van hel onderwijs, dat op openbaar gezag wordt gegeven, vrij
zal zijn van den invloed der geestelijkheid; en deze verwijt aan de Regering,
dat zij de jeugd ongodsdienstige en socialistische gevoelens wil inprenten.
Men verwacht, door het geen thans reeds gebeurd is, dat de beraadslagingen
over die wet zeer omstuimig zullen zijn.
FRANHRIJK.
PARIJS, 10 Maart.
Voor eenige dagen is uit Rijssel een zekere Makelaar Desmontiers gevlugt.
Iedereen vertrouwde hem en hierdoor kwam hij in het bezit van een groot
kapitaal. Hij heeft een groote hoeveelheid van valsche billetten in omloop ge
bragt, daar de handteekeningen van meer dan 20 Rijsselsche kooplieden
door hem zijn nagemaakt. Vele handelaren hebben door dit voorval een grooten
schok geleden nopens een hunner spreekt men van 80,000 fr. schade. Nog
muis is vergaan, en het vaartuig in zee het onderst boven drijvende is gevon
den. De bemanning bestond uit 12 koppen waarvan er 4 gehuwd waren
die dus hunne vrouwen met een elftal kinderrn in de diepste armoede hebben
achtergelaten. Mogt de bekende milddadigheid in dat zoo zeer verarmde dorp
in eene zoo ruime mate worden ondervonden als dezer dagen te Hellevoctsluis,
dat nog altijd eene welvarende plaats is te noemen.
UTRECHT, 10 Maart.
Het berigt in ons N". van den 6dcn dezer, betrekkelijk Oudewater, in de
N. Rott. Cour-, van den 7den tegengesproken zijnde, hebben wij vermeend
onverwijld nadere berigten deswege te moeten inwinnen. Daardoor blijkt ons
thans, dat het door ons medegedeelde geheel op waarheid gegrond isslechts
eene bijzonderheid van onzen correspondent was onjuist, welke wij ons haas
ten te herstellen. Den 2dcD dezer is er aan geene hulpmaréchaussées de poort
geweigerdmaar toen er ten gevolge der wanordelijkhedenop den 5dc™ en
(jden ger vorige maand, maréchaussees waren aangevraagd, schijnt men, ter
vermijding van dadelijkheden, het wijzer te hebben geoordeeld, de aange
vraagde hulp terug te wijzen.
Maar duidelijk is ons thans gebleken, dat er op dit oogenblik te Oudewater
niet meer die onderlinge zucht tot vrede en eensgezindheid hecrscht waarop
het vroeger roem dragen mogt. Nogmaals herhalen wij, schande kome op
het hoofd van hen, die, om welke redenen ook, de arbeidende klasse in be
weging brengen, den rustigen en welgezinden burger het leven onaangenaam
maken en het burgerlijk gezag moeijelijkheden in den weg leggen.
ProvUtr. Cour.)
B U1TEJM LA ND SC H E HE 111GTEJN