LEYDSCHE COURANT WOENSDAG, 6 MAART. BiNNENLANDSCHE BER1GTEN. De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar; de afzonderlijke nommers werden tegen 10 Centen afgegeven. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zuturdag Avond. Cv i-C '"i IrtKv 3ö 1 4 LEYDEN5 Maart. Aanst. Zaturdag den 9dcn dezer, zal Dr. II. P. A. Dozy, de betrekking van Buitengewoon Hoogleeraar in de Bespiegelende Wijsbegeerte en Letteren alhier aanvaarden met bet houden eener Redevoering in bet groote Auditorium, Bij Z. M. Besluit van den 24sten Februarij 11., N°. 61, is Mr. W. R. Huygens op zijn verzoek eervol ontslagen als Griffier van het Kanton-Geregt te Noordwijk Arrondissement Leydcn. Dezer dagen is van regeringswege de premie wegens de zoutharing- visscherij over 1849 (ten beloope van ƒ500) geweigerd voor een schip van de Nederlandsche haringvloot, waarvan sommige manschappen zich in dat jaar, in weerwil van het hier te lande bestaande verbod, op de Schotsche kust aan sluiki-rij hebben schuldig gemaakt tegen welke manschappen bo vendien nadat zij van de visscherij teruggekomen waren de vereischte regts- vervolgingen zijn ingesteld. De Provinciale Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Zuidholland, te Dordrecht, heeft ter kennisse gebragtdat zij hare gewone vergadering zal houden, den 3den April; wordende zij, die verlangen toegela ten te worden tot het examen als heel-, verlos- of artsenijbereidkundige, en als tandmeester of droogistuitgenoodigdzich vóór den 20ste" Maart, bij request, op behoorlijk zegel, met hijvoeging van de noodige bewijsstukken, vrachtvrij aan te melden hij den Heer Dr. M. G. Timmers Verhoeven, Presi dent der voornoemde Commissie. Bij den Heer Burgemeester dezer Stad zijn alsnog ingekomen de vol gende giften, om geveegd te worden bij de Algemeene Collecte, gehouden ten behoeve vau de door watersnood geteisterde Provinciën als onder Lelts. V. E. W. L. ƒ5.en uit het kerkzakje in de Walsche Kerk 11. Zondag 1.50. De Collecte voor de Noodlijdenden door den Watersnood heeft onder anderen: te Schiedam 1,704, te Amersfoort ruim 1,100, te Breda ruim ƒ1.000, te Middelburg ƒ2,512 Alkmaar 1,017Zutphen ƒ1,303, Yelp f 1,275 en te Maastricht bijna ƒ1,200 opgebragt. Op den Hollandschen Spoorweg zijn in Februarij vervoerd 54,668 rei zigers en is 60,913 ontvangen. Op den Rhijn-Spoorweg zijn in Februarij vervoerd 21,696 reizigers en is ƒ36,603 ontvangen. •sGRAVENHAGE, 5 Maart. De acte van toetreding van Z. M. den Koning voor Limburg tot de overeenkomst tusschen Oostenrijk en Pruissen te Wecnen den 30sltD Sept. 1. 1. gesloten, is bevat in eenen brief van onzen Minister van Bniteniandsche Zaken aan de Gezanten van voornoemde Mogendheden, waarin men onder anderen het volgende leest: «Alhoewel de Koning zich niet heeft kunnen ontveinzen, dat do tusschen de Regeringen van Oostenrijk en Pruisen gesloten overeenkomst, niet overeenstemt met de organieke bepalingen van den Duitschen bonden dat zij niet geheel op deze bepalingen gegrond is, is het niettemin met groote voldoening, dat Z. M. heeft gezien, dat de beide Regeringen zich verstaan hebben, hunne krachten te vereenigen, ten einde te trachten een einde te maken aan den tegenwoordigen anormalen en ingewikkeldcn staat van zaken, en dat zij welin overweging vooral van den herhaaldelijk door Z. K. H. den Aartshertog Rijksbestuurder uilgedrukten wenscli, om zijne hooge waardigheid neder te leggen zich in naam der bondsstaten hebben willen belasten met het voorloopig centraal bestuur van den Duitschen bond, met het doel, om in afwachting dat deze bond zal worden eene vereeuiging van Duitsche Vor sten en vrije stedente handhaven het behoud van de onafhankelijkheid en onschendbaarheid hunner staten, die deel van den bond uitmaken, alsmede de verdediging van de inwendige en buitenlandsche vrijheid van Duitschland. De Koning treedt dan ook, voor het hertogdom Limburg, geheel toe tot de genoemde overeenkomst van 30 Sept., onder het voorbehoud evenwel, ge lijk zulks overigens de zin der overeenkomst schijnt te zijn, dat de oefening van het voorloopig centraal bestuur zich slechts zal uitstrekken tot de zaken, welke, krachtens de bonds-wettenonderworpen worden aan de gewone ver gadering van den bond, en zulks in de, door die wetten vastgestelde grenzen dat elke verbindtenis, uit deze tegenwoordige toetreding voortspruitende, reeds van zelve op den eersten Mei e. k. zal ophouden, en dat de bondsacte van 1815, de Weencr slotacte van 1820, de door den Duitschen hond, krachlens zijne bevoegdheid genomen besluiten, alsmede de bestaande tractaten, in af wachting van derzelver wettelijke wijziging, in volle kracht zullen blijven." Men verneemt dat hij Koninklijk besluit is bepaald, dat het verslag der Commissie, die onderzoek moest doen, welke wetten en verordeningen van vroegeren oorsprong, hier te lande van kracht, reeds dadelijk zouden belmo ren te worden afgeschaft, welke behouden of gewijzigd, enz., met de daartoe behoorende stukken, ingevolge het verzoek der Commissie, zullen worden ge drukt en voor het algemeen verkrijgbaar gesteld. De Arrondissements-Regtbank te 's Gravenhage heeftin zake de nala tenschap van wijlen Koning Willem II, aan de erfgenamen, op hun daartoe strekkend verzoekmagtiging verleend om de renten van de ten laste der nalatenschap bestaande hypothecaire schulden, die gedurende het beraad ver schenen zijn of verder zullen verschijnen, te mogen voldoen. Uit Leyden verneemt men, dat de ondcrwijzers-zangvereeniging aldaar voornemens is, op Zaturdag den 23stcD Maart aanstaande, des avonds ten ze ven urein de Groote zaal op de Brcedestraat eene openbare oefening te hon den, tot welker bijwoning den onderwijzers van Zuidholland, die zulks mog- ten verlangen toegang zal worden verleend. (De Wekker) Tweede 3£timet- der> Staten-Generaal. Men verneemt, dat de Tweede Kamer, na de behandeling van de wet over de brieven-posterijhare werkzaamheden tot na Paaschen zal schorsen, in afwachting van het antwoord der Regering op de bedenkingenten aan zien van de ingediende voordragt op de scheepvaartsregten. Heden morgen is de Commissie van Rapporteurs over de Wets-ontwer- pen betrekkelijk de scheepvaartsregtenwederom bijeengekomen. Zitting van Maandag 4 Maart. In deze zitting heeft de Commissie tot de verzoekschriften, bij monde van den Heer v. Heyden Reynestein weder verslag gedaan op onderscheidene, in hare handen gestelde stukken. Daarna zijn in beraadslaging gebragt, doch achtervolgcns, zonder discussie, met algemeene stemmen, aangenomen: 1°. de voordragt tot verhooging der Staatsbegrooting van 1849 wegens de renten der schatkistbiljetten, en 2°. de tot verhooging der begrooting van de fondsen voor kwade posten, van 1843 1848. Verzonden aan de Eerste Kamer. Aan de orde van den dag is het rigten van vragen door den Heer Sloet tot Oldhuis aan den Minister van Koloniën, betrekkelijk de ooi-zaken van,het ge brek in de Gouvernements-landen op Java heerschende. De Heer Sloet tot Oldhuis is de eerste spreker, en houdt een zeer uitvoerige rede, die nagenoeg een uur duurde, als inleiding op zijne te doene vragen aan den Minister. Na deze lange inleiding, in welke hij verklaarde dat hij de verarming der Javanen aan de te hooge landregten, te zware heerediensten en bazargel- den en knevelarijen der Chinezen meende te moeten wijten, zeide de Spre ker, ik zou er u verschooning voor vragen, als ik niet de volle overtui ging had, dal bij U allen het lot van die millioenen Javanen even zwaar weegt, als bij mij, en dat gij bij het verband tusschen het geldwezen vau Indië en dat van het moederland, met mij de noodzakelijkheid inziet, om zoo juist mogelijk omtrent het Indische geldwezen ingelicht te worden en ik geloof, dat de Minister de vragen, die gij mij vergunt hebt te doen, zoude willen beantwoorden, door ons mede te deelen omtrent de eerste vraag: Welke berigten zijn er bij het Ministerie van Koloniën ingekomen over de sterfte der Javanen in de aldeelingen Damak en Grobogan? Hoe groot is het getal dat van daar is opgebroken om zich elders te ver spreiden Hoe groot het getal dat te Samarang is aangekomen? Worden er in de residentie Bagelen en elders dezelfde voorteekenen van eenen gelijken aanwezenden nood onder dcinlandsche bevolking waargenomen Over welke gedeelten hebben zich de Epidemische ziekten verspreid? Omtrent de tweede vraag Welke zijn de oorzaken waaraan in de Staats-Courant die ramp gedeeltelijk toegeschreven wordt, maar welke oorzaak aldaar niet gemeld zijn? Omtrent de derde vraag: Welke middelen zijn bereids aangewend om de ellende der Javanen in Da- mok en Grobogan Ie verzachten en welke middelen zullen daartoe aangewend I worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1