LEYDSGHE COURANT, MAANDAG, 25 FEBRUARIJ. B1NNENLANDSCHE BER1GTEJN. De Courant wordt MaandagtVoensdag cn Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. 5 f v v Be Prijs der Courant is f 12 in liet jaar de afzonderlijke nornmers werden tegen 10 Centen afgegeven LEYDEN23 Februarij. De Prov. Gron. Courant meldt: Met leedwezen verneemt men, dat de Wel-Ëerw. Heer V. II. Guye de beroeping als Predikant bij de Waalsetie ge meente te Amsterdam beeft aangenomen. De gemeente alhier, die sedert zijne komst te Groningen scbeen te believen, verliest in hem een zeer waar dig en welsprekend leeraar. Dc Synode der Hervormde Kerk zal tegen 4 April eene buitengewone bijeenkomst houden, tot vaststelling der ontworpen wijzigingen in het alge meen reglement en van de artikelen van overgang, zullende tevens eene mededecling worden gedaan omtrent de gezindheid der regering tot losmaking van den band tusschcn Kerk en Staat. Van Tollens Dichtstuk: Goeden Placht van de Armen aan de Rijken is thans het achtste duizendtal ter perse. Gedurende den springlijd zullen er te Sasscnheim twee dekhengsten uit de Koninkl. stoeterij aanwezig zijn. De nieuwgebouwde kerk der Hervormde gemeente te Domburg (de vo rige was den 10den October 1848 afgebrand) is den 17dcn dezer ingewijd. In den avond van den 2t)st®" is de diligence van Gend en Loos, op den weg naar Utrechtnabij Vianen op den Havendijk omgeslagen en in de I.ek gestortzij had een zwaren bovenlastbeslaande vooral uit tien kisten be hangpapier op doek waarvan het verlies eene schade van verscheiden duizend guldens zou veroorzaken. Passagiers waren gelukkig niet in de diligence eene uitzakking van den dijk, schijnt mede aanleiding tot het ongeluk te hebben gegeven. De bevolking van de provincie Gelderland bedroeg op 19 November 11. 372,086 zielen. 's GRAVENIIAGE, 23 Febrnarij. Z. M. beeft benoemd tot Procureur-Generaal bij het Prov. Gereglshof in Zeeland, Mr. M. Verbrugge, thans Advocaat-Generaal bij dat Hof; tot Presi dent bij de Arr.-Reglbank te Hoorn, Jhr. Mr. L. van Styrnm, thans Rogier; cn tot Regtcr in de Arr. Regtbank te Nijmegen Mr. S. J. E. Rau, thans Sub stituut-Officier. TTtveetle Siaisiev tiet' Staten-tleneraal, Zitting van Vrijdag 22 Februarij. In deze zitting zijn drie verzoekschriften ingekomen, als: 1°. (lat van zee handelaren enz. te Amsterdam, nopens de afschaffing van het tonnegeld op zeeschepen; 2°. dat van ingezetenen van Amsterdam, wegens de Maatschappij van AFeldadigheiden 3°. dat van ingezetenen van Leeuwarden, nopens de personele belasting. Verzending aan de daartoe bestemde Commissie. De Commissie tot de verzoekschriften heeft verslag gedaan op verscheidene stukken die ter griffie zullen worden nedergelegd. Door de afdeelingen zijn Rapporteurs benoemd: voor het ontwerp van reglement nopens bet openbaar maken van bet verhandelde in dc beide Ka mers; en voordat nopens het beffen van de provinciale belasting in Friesland. Aan de orde van den dag is het rigten van vragen door den Heer Engelen aan de Ministers, wegens de betrekkingen van den Staat tot de Maatschappij van Weldadigheid. Spr. vangt aan met eene korte ontwikkeling van den lof, die van verscheidene zijden, over het nut dier stichting uitgaat. De Maat schappij heeft een drieledig nuttig doel voor oogen gehad: de armoede tegen te gaan, den lediggang te weren en heidegronden vruchtbaar te maken. De inrigling op zich zelve is boven zijnen lof verbeven, en zelfs onontbeerlijk geworden. Hij wil bier alleen baren finantiëlen toestand onderzoeken. Zeker is bet, dat de achteruitgang harer finantiën zich reeds weinige jaren na hare stichting heeft geopenbaard, en dat het nu zoo ver is gekomen, dat zij in een genoegzaam volkomen staat van kennelijk onvermogen schijnt te verkee- ren. Spr. herinnert nu de verschillende negotiatiënwaarvan na Julij 1848 zelfs geene rentebetaling meer heeft plaats gehad, en gewaagt van de ongele genheid waarin de renteheffers en het met deze operatiën belaste handelshuis daardoor geraakt zijn. Spr. behandelt alsnu een tweede punt. Hij heeft hooren beweren, dat de Maats, eene schuldvordering ten laste van den Staat heeft ten bedrage van 68,000. Het is hem onbekend, en hij wcnschte ook daaromtrent gaarne inlichting te ontvangen. Ten laatste spreekt hij over de bezwaren die er moeten voortvloeijen als de Staat aan de Maatschappij riict te hulp komt. En nu vraagt hij: hoe danig is in het algemeen de betrekking tuseohen de Maatschappij en den Staat? Is de Regering van oordeel, dat ep haarde wettelijke of zedelijke verpligling rust, ol dat het belang van den Staat haar ten pligt stelt, om, in liet uiterste geval, in de aangelegenheden der Maatschappij tusschenbeide te treden Daarna voert nog de Heer Backer het woord, die onder anderen aanmerkt dat nu de armen zouden verpleegd worden, ten koste der schuMeischers van de Maatschappij. De Minister van Rinnenl. Zaken wijst er vooreerst op, dat sedert het con tract van 1843, tusschcn de Regering en de Maats., en sedert dc bekendwor ding der Memorie van Toelichting, gevoegd hij de wet van 1848, houdende toekenning van een nieuw subsidie aan de Maatschappij, dat er sedert dien tijd geene duisterheid omtrent de wederzijdsche betrekkingen geacht kan worden te heerschen. Na dit verder te hebben toegelicht, beantwoordt de Minister de opmerking van den Ileer Backer, en zegt dat die verpleging is eene contractuele ver- hindtcnis, tegenover welke dc Staat jegens de Maatschappij mede verpliglin- gen heeft op zich genomen en aan welke door den Staat steeds naar behoa- ren is voldaan, 'tgecn de Minister nader uit de stukken betoogt. Daarna voeren nog de Heeren Verwey-Mejan en Backer het woerd ten «p- zigte van den waarliorg die door den Staat zou zijn toegezegd. De Heer Engelen zegt dat het antwoord des Ministers hem bevestigt in zijne meening, dat de Maatschappij, met een edel doel gesticht, zich, tot bereiking daarvan, van onedele, hoogst laakbare middelen heeft bediend en wenschte dat de Regering in plaats van zich er als 't ware buiten te houden, zorgde dat de Nederl. trouw in eere bleef. De Minister acht het niet onbelangrijk, dat hij deze gelegenheid in het openbaar uitkome (en dit strekt ook ter beantwoording van hetgeen door vo rige sprekers is in het midden gebragt), dat de Staat in allen opzigte aan al de verpligtingendie op hem rustten, jegens de Maatschappij heeft vol daan; de Regering meent, dat het uiterste geval, hij het contract van 1843 voorzien waarop zij zich de belangen der Maatschappij zou moeten aantrekken, nog niet gekomen is. Hij gelooft, dat de vroegere Ministericn steeds, hoe zeer dan ook met tegenzin, geëindigd zijn, buitengewone subsidiën voorde Maatschappij aan te vragen. Hij beschouwt dien weg als leidende al meer en meer tot achternitgang van de zaken der Maatschappij. Het is zoowel in haar belang als in dat van hare crediteuren, dat, wanneer cr zich uiterste gevallen mogten voordoen, cr beslissende maatregelen worden genomen, en dat men niet steeds rckerie op de toegevendheid en den voortdurenden buiten gewonen geldclijken hijstand van de Regering. Dc beraadslagingen zij» daarna geëindigd en hadden geen verder gevolg. De Commissie van Rapporteurs is gereed haar algemeen verslag uil te bren gen over het reglement tot het openhaar maken van liet verhandelde in de heide Kamers. Wordt (na voorlezing) besloten, dat reglement bij wijze van proefneming gedurende eene zitting vast te stellen, zoodat de bepalingen, voor zoo verre zij daarvoor vatbaar zijn, dadelijk in werking zullen treden. Da Heer Bareel vraagt nog aan den Minister van Bnitenl. Zaken om de acte van toetreding door Nederland tot het den 30ilen September tusschcn Oos tenrijk en Pruissen gesloten verdrag aan de Kamers mede te deelen. De Minister antwoordt dat de stukken, die gereed zijn, zoo spoedig mo gelijk aan de Kamer zullen worden medegedeeld. Hierna is de zitting opigclieven. GOUDA 20 Februarij. Uit een berigt vari daar aan de Pi. Rotterd. Courantblijkt dat het besluit van den Raad, omtrent liet ongrondwettige van het ontslag des Burgemeesters (zie ons nommer van 20 dezer) in eene vergadering van elf Leden, met 4 tegen 7 stemmen is doorgegaan, terwijl het Raadslid Kemper die afwezig geweest was, den Gouverneur heelt herigl, dat hij zijne stem niet zou heb ben gegeven; zoodat de vermelding onjuist is, dat dit besluit met bijna een parigheid van stemmen zou zijn genomen. LEEUWARDEN, 20 Februarij. De Beurtman die Donderdag 11. voor het eerst in dit saizocn van Ilarlingen naar Amsterdam is vertrokken, heeft duor het onstuimige weder eene zeer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1