noemde van staatswege, en verder naar mate zij, of door de schatkist, of uil de provinciale- of gemeente-kas worden onderhouden, of alleen bescherming of cenige tegemoetkoming genieten, aan een gewijzigd toezigt der overheid onderworpen zijn. De voorwaarden ter oprigting zijn dat de gemeente het noodige materieel verschaffe en onderhoude: en dat de school een waarborg oplevere van een nuttig en duurzaam onderwijs, dat volledig is voor den aard der inrigling waartoe de school behoort. De Bedienaren van de Godsdienst zullen verzocht worden om voor het Gods dienstig onderwijs te waken. De aanstelling bij de scholen der eerste klasse geschiedt van staatswege; die bij de anderen door de gemeente. Voorts zullen er Inspecleuren worden aangesteld. Het onderwijs op de Athenaea zal zooveel mogelijk in tween gesplitst zijn, voor den geleerden stand en voor het maatschappelijk leven. Het eerstgenoemde zal bestaan1°. in Rhetoriea, Dichtkunst, Fransch Griekscn Latijn, en Vlaamsch of Hoog- duitseh, waar die talen in gebruik zijn. 2°. Zal het de Rekenkunst en de be ginselen der Wiskundige Wetenschappen tot zekere hoogte bevatten. Voorts 3°. Oude-, Nieuwe-, en Belgische Geschiedenis, Oude en Nieuwe Aardrijks kunde en bijzonder die van België. 4°. De studie der nieuwe talen, als Ne- derlandschHoogduitsch en Engelscli. 5°. De beginselen der Schoone Kun sten. Bij de andere afdeeling wordt alleen in de nieuwere talen onderrigt gegeven, en dat iri de Wiskunstige wetenschappen verder uitgebreid, en de Natuur-, Schei-, Werktuig- en Sterrekunde daaraan toegevoegd, alsmede het Boekhouden, Handelsrogt en de Staatshuishoudkunde. Den 14den was er te Morialmé eene schuur in brand gestoken. De ei genaar zekere Demanet, is door den brand weder in het bezit gekomen van zijn verstand, dat bij sints 14 jaren miste. Die man woog meer dan 400 I£', kwam nimmer uit zijn kamer, ontvlugtte niet alleen vreemdelingen maar zelfs zijne kinderen; overigens sprak hij zelden en alleen dan wanneer hij zich over iets te beklagen had. Bij liet zien der vlammen is hij zoodanig ontsteld, dat bij dadelijk weder zijn verstand terug heeft gekregen. Thans eet hij aan dezelfde tafel als zijne kinderen en doet ben vaak eenige vragen als iemand die uit eenen langen slaap ontwaakt. FR Aft MR IJK. PARIJS, 19 Februarij. In de zitting der volksvertegenwoordigers van gisteren heeft zich bij de voortzetting van de beraadslagingen over de wet op het openbaar onderwijs eene belangrijke scheuring in de meerderheid geopenbaard. Het gold de vraag van de benoeming der Inspecleuren-Generaalwelke, naar het voorstel der Commissie door den Minister zou geschieden uit eene lijst van drie door den Iloogen Raad van onderwijs voor te dragen Candidaten terwijl de Regering eene geheel vrije keus verlangde. Over dat punt hadden zeer levendige be raadslagingen plaats, waaraan hoofdzakelijk de Minister Parieu en de lieer Thiers deel namen, en die daarmede eindigden, dat het voorstel der Rege ring met 300 tegen 266 stemmen werd aangenomen, hebbende de geheele linker zijde er zich mede vereenigd. De uitslag dezer stemming beeft in de vergadering een diepen indruk gemaakt. In den verderen loop der zitting heeft zij met 343 tegen 241 stemmen een amendement verworpen volgens hetwelk de inspectie, wat betreft de zoogenaamde vrije inrigtingen van on derwijs zich niet enkel tot de zedelijkheid en eerbiediging der staatsregeling en der wetten bepalen, maar zich ook tot het onderwijs zelf en deschooltucbt uitstrekken zou. De Afgevaardigden Wallon en Coquerel hebben gewild, dal het toezigt ook bij de wet zou worden uitgebreid tot het onderwijs zelf. De Heer Coquerel heeft dit denkbeeld in bet brcede toegelicht, en verklaard, dat hij, zoo sterk als iemand, ijverde voor het vrije onderwijs, maar dat alles openlijk moest geschieden en niemand in bet geheim moest werkendat Frankrijk moest weten, wat er in de scholen werd onderwezen. Volgens dien Protes- tantschen vertegenwoordiger, bestond het beste middel, om slecht onderwijs te weren, in de openbaarheid. «Ons land (dus heeft bij gezegd) heeft se dert zestig jaren zware beproevingen ondergaan; maar nog nooit is in het zelve de proef genomen van de vrijheid voor al de partijen; nog nooit heb ben de partijen openhartig gezegd, wat zij eigenlijk wilden. Het is noodig dat zij thans daarvoor uitkomen. Als de partijen haar laatste woord zullen hebben gezegd, dan eerst zal Frankrijk in staat zijn, om zijn laatste woord uit te spreken." Hij besloot zijne rede met de volgende woorden: «Frankrijk van 1789 heeft zijne regten naauwkeurig bepaald en zich in het bezit der- zelve gesteld; het zal die weten te handhaven. Neen, Frankrijk van 1789 zal van die regten geen afstand doenzelfs niet tegenover de Jesuiten." De President der Republiek beeft 200 fr. gegeven aan bet fonds der vereeniging tot aanmoediging van het lager onderwijs der Protestanten. De Minister voor het Onderwijs Parieu heeft den Hoogleeraar aan het collegie van Lodewijk XIV., Deschanel, voorloopig geschorst, ter oorzake van een artikel in het geschrift: de vrijheid van denhenwelk artikel, zegt het besluit, verscheidene aanvallen bevatte tegen de godsdienst, en de Katho- lijke geestelijkheid, en belijdenis inhoudende van socialisme. De verkoop van eenige nog overgebleven paarden, aan Lodewijk Philips tocbehoorende, heeft dezer dagen opgebragt bijna ƒ25,000. In hooge mate trekt thans de aandacht van het publiek een werkje van zekeren Schoenmaker, Chenu, de zamenzweerdersdie in Februarij 1848 een werkdadig deel aan de omwenteling had genomen en toen benoemd was tot Kapitein bij de Republikeinsche lijfwacht van Caussidière. Hij verhaalt in genoc-md werk zijne levensgeschiedeniszegt: deel te heb ben genomen aan al de aanslagen tot omverwerping der maatschappelijke orde van zakenbekend te zijn met al de personen die daartoe hebben medege werkt en thans te zijn overgpgaan oin die meer van nabij in liet openbaar Ie doen kennen. Hij ontveinst niet, dat hij zeer teleurgesteld is, vermits hij te laat heeft bespeurd, dat bij, in plaats van inet weldenkende mannen om te gaan, met laaghartige en zelfzuchtige lieden te doen heeft gehad, en zelfs met personen, die om vuig gewin zich niet ontzagen om zich aan de politie te verkoopen en hnnne broeders te verradenzoo als Caussidière, BarbèsRaspail, Ledru RollinPil hésLouis Blanc, Albert, Marrasl Crémieux enz. Chenu eindigt aldus: «Ik heb hiermede mijne taak volbragt, en ik ver nieuw den eeddien ik heb afgelegdom voortaan te leven van de vruchten van mijn arbeid, ver van de staatkundige worstelingen, welke mijne schoon ste levensjaren zoozeer hebben verontrust. Ingeval mijn voorbeeld tot les kan strekken aan eenige onvoorzigtigendie men inogt willen verleiden om hun lot te verbinden met dat van zamenzweerderszal ik mij gelukkig achten deze gedenkschriften openbaar te hebben gemaakt." De eerste druk was binnen 14 uren uitverkocht en er werd dadelijk een tweede druk opgelegd, die ook na weinige ure wederom was uitverkocht; de derde uitgaaf wordt gereed gemaakt. Er is hein 30,000 fr. voor het copie- regt aangeboden. De bijzondere bijval aan het werk te beurt gevallen, beeft de dramatische schrijvers bet plan doen vormen een drama van dien zelfden titel te schrijven, waarin hoofdpersonen zullen zijn Caussidière, Criémieux Lamartine. Louis-Blanc enz. Het Théalre de la Porte Saint-Martin zal het stuk d grand spectacle monteren. ITALIË, ROME, 10 Februarij. Gisteren werd op het einde van den Corsoeen ruiker Camelia's waar tus- sehen een glazen granaat verborgen was, geworpen in het rijtuig van den Prins van Mussignano, zoon van Lucien Bonaparte, Prins van Canino. De Prins wilde die ruiker aan zijne zuster aanbieden; doch terwijl deze zich naar de zijde had gewend, sprong de granaat, en bezeerde hem aan de hand en aan de dij. De Prinses is ligt gewond aan het been en de zijde, en is lang in eene flaauwte gebleven. PRIJ I§§E1S. BERLIJN, 18 Februarij. Aan de Kamers is een wetsontwerp ingediend, waarbij een buitengewoon crediet voor het departement van Oorlog, groot 18 millioen thalcrs, wordt ge opendom in de buitengewone behoefte van de militaire dienst te voorzien. In de daarbij gevoegde memorie van toelichting wordt de waarschijnlijkheid te kennen gegeven, dat Pruisen in dit jaar hel leger boven den gewonen voet van vrede zal moeten brengen, namelijk boven de 124,000 man. De staat kundige toestand van Duitscldand doet het wenschelijk en zelfs noodzakelijk voorkomen, om de maatregelen te laten bestaan, welke genomen zijn, teu einde, in geval van nood, het leger spoedig ie kunnen vermeerderen, en hiertoe zijn buitengewone geldmiddelen noodig. De regering geeft echter de verzekering, dat de hiertoe bij voorzorg verstrekte geldenzonder toestemming der kamers, tot geene andere doeleinden zullen worden.gebruikt. LIXEIBIJRCi. 8 Februarij. Z. M. de Koning-Groothertog heeft bij besluit van den 5Jonden Heer J. J. M. Willmar benoemd tot algemeen Bestuurder van Buitenlandsche Zaken, Justitie en Eeredienst, en Voorzitter van bet Bestuur van het Groot- Hertogdom, welke betrekking luj tot hieitoe voorloopig vervulde. BEIJEREX. MUNCHEN, 8 Februarij. Het Ministerie van Finantiën beeft bekend gemaakt, dat de leening van 7 millioen vol teekend is. Wegens den altijd orizekcren staat van zaken in Duitschland, worden er bij ons leger groote toerustingen gemaakt, om in geval van nood, steeds te kunnen gereed zijn. De staal van beleg van Baden isniettegenstaande men het tegendeel verwachtte, weder voor 4 weken verlengd. OOST F R 1.1 K. WEENEN, 16 Februarij. In vele streken van Neder-Oostenrijk wordt door de landlieden van het teelen van aardappelen afgezienen zij leggen zich meer toe op het verbouwen van maïs. Eene vreeselijke veeziekte heerscht thans in bet Temescher Comitaat. l)E\EIilKEE\. KOPENHAGEN, 13 Februarij. Volgens het heden uitgegeven bulletin omtrent de ziekte des Konings, is Z. M. nog in dezelfde, hoewel niet gevaarlijke omstandigheid. De Minister heelt in de zitting van de Kamer verklaard: dat er in de diplomatische kringen wel sprake was geweestvan eene verlenging van den wapenstilstand, maar dat de onderhandelingen over die zaak nog geene plaats hadden gehad. De Commandant Garde en de Kapiteins ter Zee Paludan en Meijer, welke bij de expeditie tegen Eckernförde in het vorige jaar zijn tegenwoordig geweestzijn voor ccnen krijgsraad geroepen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2