LEYDSCHE
COURAN
N°.
VRIJDAG, S FEBRUARIJ.
BIJYNEJNL AJNDSCÜE BERIGTEN.
De Courant wordt Maandag, Woeiu-dag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers werden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN7 Februarij.
De Minister van Justitie belast met bet Depart, der Hervormde, en de Mi
nister van Binnenl. Zaken belast met bet Depart, der K. K. Eeredienslheb
ben aan de Gouverneurs eene circulaire gezonden, bevattende bet verlangen
van Z. M., dat de Leeraars der onderscheiden Gezindheden zijnen geboortedag
den 19lico Februarij, indien die invalt op cenen Zondag, op dien dag iel ven
gedenken, en anders op den naastvolgenden Zondag.
Op den Hollandschen Spoorweg zijn in Januarij vervoerd 49,609 perso
nen en is ƒ59,421 ontvangen.
lit Alexandriê wordt gemeld, dat Prinses Marianne den lldf Januarij
met eene oorlogstoombootbaar door den Pacha van Egypte ter beschikking
gesteld, naar Jaffa vertrokken was.
Het getal Studenten aan de Klinische school te Amsterdam bedraagt 64,
aan die te Rotterdam 31 tc Middelburg 21, te Haarlem 14 en te lleorn 10;
te zamen 140.
De Noord- -en Zuid- Hollandsche Redding-Maatschappij beeft in De
cember II. baar 25-jarig bestaan gevierd, en daarvan een verslag doen druk
ken waaruit wij bet volgende ontlecnenr
De Oprigters en eerste Bestuurders der Maatschappij waren de Hceren Jhr.
II. J. Orlt, Joan Ilodshon, Abraham Fock, 15. van Spreekens en Mr. A. de
Bruine, van welke thans de Heer A. Fock, Voorzitter en Penningmeester, de
ecnige riog overgeblevene is der oprigters, bestaande voorts het bestuur thans
uit de HH. P. Huidekoper, Mr. D. A. Portielje, Secr.A. Huidekoper en
Jhr. S. Dedel.
Het getal geredden van 26 Dec. 1824 tot 8 Oct. 1849 bedroeg 756 in
123 strandingen.
Ook de finantiële toestand der Maatschappij is zeer gunstig. Eerst over
schreden de kosten der oprigting de ontvangene bijdragenhoewel die uit
verschillende oorden maar vooral uit Amsterdam ongeveer ƒ17,000 bedroe
genmet 520 eene som die als buitengewone bijdrage door de oprigters
iel ven aan de maatschappij werd geschonken voor welke som van ter Heide
af langs de gansclie kust tot Ameland toe op 14 dorpen (naderhand met nog
5 vermeerderd) een reddingsboot met toebehooren en 12 scaphanders of drijf-
toestellcn voor menschen werden gereed gehouden. Later vermeerderden de
bijdragen, en ten gevolge van schenkingen en van gemaakte overwinsten
beeft de maatschappij, gedurende haar 25-jarig bestaan een inkomen van on
geveer 4850 vaste rente, terwijl de uitgaven, bij raming gemiddeld op
3800 'sjaars zijn te berekenen.
Met bet oog op die balans en gedachtig aan de groote iffers, die in onze
dagen overal gevorderd worden en aan de veelvuldige gelegenheden om liefde
gaven doelmatig aan te wenden, vonden bestuurderen er bezwaren in, om
voortdurend de jaarlijksche bijdrage te blijven innen en stelden derhalve aan
de leden voor: die niet meer te inrien, zoo lang veranderde omstandigheden
geene nieuwe aanvragen weder noodzakelijk maakten. Leden der maatschappij
blijven die het thans zijn, hoewel ophoudende jaarlijksche contributie te ge
ven, en ieder wordt lid als hij voor eens, minstens 10 aan de maatschappij
schenkt. Van deze gelegenheid om levenslang lid dezer zoo nuttige inrigting
te worden, zal wel door menigeen, die hij de vele maatschappijen, tegen
meerdere jaarlijksche bijdragen opziet, worden gebruikt gemaakt. Men
kan er zich hier ter stede toe aanmelden hij den Heer G. J. Uoilandetop
-den Ouden Singel.
Volgens officiële opgaaf ten gevolge der volkstelling, bevat de provincie
Groningen 92,159 mannelijke en 96.291 vrouwelijke inwoners, te zamen
188,450. De stad Groningen alleen telt 33,695 zielen.
De Gron. Cour. meldt, dat bet onlangs medegedeelde, dal 25 men
schen in de Eems zouden verdronken zijn, geheel onwaar is.
De Drentsche Cour. mrldtKaar men verneemt is voor den bouw van
eene kerk en pastorij voor de Hervormden in het Hollandschc Veld, gemeente
Hoogevcen aan wie de toevoeging van een Predikant met Lands traclement
is toegezegd, buiten bezwaar van 's Rijks kas, voorbanden eene som van
10,469.541, en wordt, om dien bouw te verwezenlijken eene som van
13,000 gevorderd. Wij wcnschen van harte dat dit ontbrekende, betrek- j
kelijk geringe bedrag door welwillende bijdragen moge worden aangevuld,
opdat daardoor in de sedert lang beslaande en door hooger bestuur erkende
behoefte aan meer godsdienstig onderwijs voor de bewoners der veenkolonie
'l Hollandscbe Veld, kunne worden voorzien.
De Maas voor Piotterdain is thans genoegzaam vrij van ijs; gisteren
morgen zijn reeds verscheidene schepen van Hcllevoelsluis bier opgekomen.
Volgens berigten van de Ncderlandsche rivieren waren de Roven-Rijn en de
Waal thans overal open en met drijfijs bedekt. Men verwachtte wel het ijs
van den Duitscben Rijn, doch zonder ongerustheid, sedert de Waal is los
gegaan.
Op den Neder-Rijn en Lek bestond tusschen Eek en Wie! en Manrik nog
eene ijsverstopping het hooger afkomende ijs en water dreef zijdelings langs
de verstopping door. Langs gemelde rivier benedenwaarts bestond weinig
dnjfijs meer; op sommige punten bad men zelfs blank water, waarvan de
stand algemeen dalende bleef. De Bommelerwaard is den 4den dezer ingeloo-
pen, beneden den Meidijk, ter plaatse van de herstelde doorbraak van 1849.
De IJssel was, met uitzondering van den mond dier rivier, bij een langzaam
wassenden waterstand, geheel vrij van ijs. Bovenwaarts had men overal
blank water.
Op de Noordbrabanlsclie Maas was liet ijs overal losgegaan, en werd gere
geld opgeruimd bij sterk wassenden waterstand.
Van de killen waren vooral de Bakkers Kil de Bruine Kil en het Steor-
gat nog digt met ijs bezet.
De Independence vermeldde gisteren dat drie vierde der stad Luik
door de Maas was overstroomd en bier en in de omstreken bet water groote
schade aanrigtteeen ijzeren brug is ingestort en de spoorweg heeft zoo ge
leden dat men rekent zts weken tot herstel te behoeven. Bij het ter perse
leggen dezer, is de Belgische post nog niet aangekomen.
•sGRAVENUAGE, 7 Februarij.
De gewone audiëntie van den Minister van Binnenl. Zaken zal op aanstaan
den Zaturdag den 9den dezer geen plaats hebben.
Naar men verneemt is er in den verloopen nacht, ten gevolge van den
hevigen storm, te 's Gravezande een Engelsch scheepje gestrand, in lading
hebbende tarwe en bemand met vijf koppen, die het vaartuig hebben verla
ten cn behouden aan wal zijn gekomendoch waarvan er een naar men ver
zekertin bedenkelijken toestand verkeert.
AMELAND, 4 Februarij.
Op den 26slc" der vorige maand beproefde de lieer Westers, R. K. Pastoor,
vergezeld van twee zonen van den Heer Havcrsclimidt en een van den Heer van
der Weiff, alle drie van Dokkurn, doch hier geplaatst om les in de zeevaart
kunde te ontvangen, om van Holwerd over het ijs dit eiland te hereiken.
Daar, ten gevolge van den een paar dagen vroeger ingevallen dooi, het ijs reeds
opgebroken was, kon deze overtogt niet anders dan gevaarlijk en gewaagd
genoemd worden, te meer daar het dien dag vrij mistig was. Door bet
noodzakelijk inakcn van omwegen en dikken ruist van den regten weg ge
raakt, dreven zij met het ijs been. Eerst den 29,teD, na reeds bet zee-
gaal gedeeltelijk te zijn uitgedreven geweest, dreven zij tegen bet noordslrand
van dit eiland bij Hollum aan, en kwamen aldaar in een beklagenswaardigere
toestand aan wal. Ware de wind dien nacht niet noordelijk geworden, als
dan zouden zij gewis op zee gedreven en allen omgekomen zijn. Allen be
vinden zich thans vrij wel, doch men vreest zeer dat de voeten of handen
cenigermale door de vorst zijn aangedaan.
GRONINGEN, 4 Februarij.
Hebben wij in den vorigen zoiner gemelddat hier pogingen werden aan
gewend om eene instelling ter eere van Wcsscl Ganzevoort [uitstekend God
geleerde geb. in 1419, overt. 1489] te vestigen, wij kunnen nu berigten,
dat zij, blijkens de eerste jaarlijksche vergadering der leden, den 30ston bier
gebonden, als nu bepaaldelijk is gevestigd.
Zij wil de nagedachtenis van onzen grooten land- en stadgenoot, die eens
het Licht der Wereld werd genoemd, vereeren door eene instelling, welke
zijnen naam draagt. En die instelling zal, in zijnen geest, bovenal werk
zaam zijn, om beursen te verlecnen aan veelbelovende, maar minvermogende
studenten in de godgeleerdheid. Vele groote mannen werden ontwikkeld,
en Wcssel Ganzevoort zelf, de wrrehlberoemde geleerde, alleen daardoor, dat