LEYDSCHE 1849. YRIJDAG, 21 DECEMBER. BINJNEjNLAJNDSCRE BERIGTEIN. Dc Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt I.EYDEN, 20 December. De groote jagt zal in onze provincie den 31slcn dezer, en die op ganzen, eenden en wateisnippen den 28ite" Februrij 1850 gesloten «orden. Te Muiden is in de Consistorie-kamer der Hervormde Kerk, de kist opengebroken en de opbrengt der collecte ten behoeve der Kerk van bijna een geheel jaar gestolen. De Prov. Gron. Courant meldt, dat ter«ijl de vorige Ontvanger van GrijpskerLe dezer dage is vrijgesproken van zich aan 's Lands gelden vergrepen te hebben, zijn opvolger zich nu uit de voeten heeft gemaakt, een tekort in de kas van bijna ƒ8,000 achterlatende. Met genoegen namen wij inzage van een prospectus, geltckrnd door de Ileeren Gebr. Heemskerk, J. C. S. Kncgt en M. Weiinar ten Cate, te Am sterdam, betreffende eene op te rigten Reederij en ten doel hebbende het daarstellen eener Handels- en Zedelijke gemeenschap tusschen Nederland en de Nedetlandsche emigranten der kolonie de Kaap de Goede Hoop thans gevestigd in het binnenland der Portugeesche bezittingenaan de Oostkust van AJrika. Dat prospi'ctus schetst eerst de rijke Irezittingen der Portugeezen en levens de weinige belangstelling die zij daaraan schenken en spreekt daarna over de emigratie, die in 1835 uit de kolonie de Kaap de Goede Hoop, noordwaarts door het binnenland van Afrika, naar dcszelfs Oostkust begon en sedert tot in de Portugeesche kolonie Mozambique gevolgd is. De F.ngelschen noemden deze gebeurtenis te regt »eenig in de geschiedenis" en gewis bekwam de Portugeesche kolonie gemakkelijk en kosteloos cene nijvere, vreedzame en ge- acclimateerde bevolking. Die deze daad ten uitvoer bragten waren Nederlanders van afkomst. Zij zetten zich in de straks genoemde Portugeesche bezitting neder, weinige dagreizen van de kast, en kunnen over de Lagoabaai (dc schoonste haven van geheel dc Afrikaansche kust) en langs de rivier, hunnen handel drijven. De Portugeezen verwaarloozen.de voordeden, hier voor hen te erlan gen; alleen de Engelsche en Noord-Ainerikaansche schepen drijven onder eigen vlag handel op de hoofdplaats Mozambique, doch worden in de subalterne ha vens niet toegelaten. Portugal zendt om de twee jaren of tweemaal in de drie jaren een schip naar die streken. Ziedaar de eenige gelegenheid voor den Europeschen handi 1 op die oorden, behalve ecne geregelde vaart met Bombay door middel van koloniale schepen, tot plaatsing der uitvoeren van ivoor, barnsteenschildpad, amher-grijs, Columbo-wortel, was, huiden, gomsoor- len en China's appels. Ook voorzien de terugkeerende schepen in dc benoo- digdheden der Kolonie. Men gevoelt dat bij cene geregelde gemeenschap met Europa, aldaar goede zaken zouden te doen zijn; vooral thans, nu er zich in het vruchtbaar bin nenland, eenige houderden huisgezinnen der Kaapsche kolonisten hebben ne dergezet, die behoeften hebben aan voorwerpen van Europesche nijverheid en zich voorzeker met ijver zouden toeleggen op het inzamelen en aankweeken van die artikelen welke in Europa grree Ie koopers vinden. Voegt men daarbij de bekende welwillende gezindheid der Kaapsche Erni granten jegens dc Nederlanders, dan is het ontwijfelbaar, dat onze handelaars zich al zeer gemakkelijk met hen in aanraking kunnen stellen echter onder ééne voorwaarde, deze namelijk: dien handel te drijven onder Portugee sche vlag. De ondervinding heelt bewezen, dat daardoor alleen op gun- stigen uitslag is te hopen, en het is daarom, dat te Lissabon de zekerheid gezocht en verkregen is, dat hieraan gcene hinderpalen in den weg zullen worden gesteld. De geachte onderteekenaren van het Prospectus willen alsnu beproeven, of er genoegzame deelneming te vinden isten einde cene handels-expeditie onder Portugeesche vlag naar de hiervoren omschreven oorden uit te zenden, ten einde er wederkeerig voordeel gevende betrekkingen aan te knoopen, en tevens ook aan de zedelijke belangen der Emigranten nuttig te zijn. Geen particulier winstbejag schiep het plan tot deze onderneming; de ont werpers bewijzen dit, door af te slaan van alle corninissiënwelke naar usanlie in den handel voor hunne hemocijingen te berekenen zouden zijn Dc onkoslin echter, uit die bemoeijing'-n voortspruitende, blijven natuurlijk ten laste der Reederij. Zes weken na het vertrek der Expeditie (waartoe slechts 50,000 noodig is) zal er rekening en verantwoording tot dien datumen zes weken na de terugkomst der Expeditie, een behoorlijk verslag aan de deelnemers worden gedaan, in geval de realisatie van retouren niet binnen dien termijn mogt hebben kunnen geschieden en waarna de finale afrekening zoo spoedig moge lijk volgt. Zucht om langs legitimen weg onze geestkrachtvolle stamgenooten in de ontwikkeling hunner handels- en zedelijke aangelegenheden be hulpzaam en daardoor tevens onzen eigen Handel en Nijverheid tot nut en voordeel te zijn j' zou zulk een doel de belangstelling en deelne ming van den Nederlandschen handel niet opwekken? Spoedig hopen wij den gewcnschten uitslag te kunnen mededeelen. AmstCour.) 'sGRAVENRAGE, 19 December. Prinses Marianne heeft aan boord van de Engelsche stoomboot Indusden 211011 dezer Messina verlaten en is naar het Heilige Land vertrokken. De Regering zou de bataillons infanterie van 4 op 5 coinpagnien bren gen. Ook zou het voornemen heslaan om Burgemeesters ten platten lande niet boven de 70 jaren in betrekking te laten. De Minister van Binnenl. Zaken heeft, hij besluit van den 18df" dezer, den Heer II. J. Lion, op het daartoe door hein gedaan verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking als stenograaph, waartoe hij bij besluit van den 12den dezer benoemd was. Eergisteren is een half uur noordwaarts van Schevcningen, gestrand de te Groningen te huis behoorende, van Koningsbergen terugkeerende en thans naar Gcnd bestemde kof Margrita, Kapt. K. J. Scholten, geladen met raap koeken. Op liet vernemen van dit ongevalis de reddingsboot van de N. en Z.-Hollandsche redding-maatschappij dadelijk in zee gestoken; doch, ten ge volge van het breken eener lijnkon men het schip niet dadelijk naderen en de manschap der boot kwam hierdoor zelf in groot levensgevaar. Niet tegenstaande het reeds donker was geworden, werden ontniddelijk eenige an dere red dings-middelen beproefd na welker vruchleloozen uitslag, 6 vis- schers ten derde male eene proef met de reddingsboot hebben gewaagd. Na een kort tijdsverloop, werd echter bespeurd, dat de lijn op nieuw was ge- gebroken, en werd de ledige boot, dobberende op de onstuimige baren, gezien. Daarop waagden zich eenige kloeke zwemmers, ten einde te beproeven om hunne medgezellen en de equipage van het gestrande schip hulp toe te bren gen, toen met levensgevaar, een met paarden bespannen wagen tot op eeni- gen afstand van het gestrande vaartuig werd gevoerd. Men is er in geslaagd de wakkere visschers met vijf schipbreukelingen behouden aan het strand te brengen. De geheele equipage bestond cit 7 personen, doch twee zoons van den Kapitein zijn over boord geslagen. De Kapitein was genoodzaakt geweest, wegens een bekomen lek, het schip op strand te zetten. Tureede Hamer tier Staten-Generaal. Zitting van Dingsdag 18 December. In deze Zitting zijn na de aanneming van Hoofdstuk IX A, Finantiën de beraadslagingen gevoerd over Hoofdstuk IX B. Dit Hoofdstuk geeft geene aanleiding tot algemeene beschouwingen. Bij art. 26 heeft de fleer van Rijckcvorsel herhaald, het meermalen geuite dringend verlangen naar eene veranderde wetgeving, op liet stuk van den waarborg der gouden en zilveren werken. De Minister van Finantiën heeft te kennnen gegeven dat art. 174 der Grondwet bepaalt, dat het gewigtde gehalte en de waarde der muntspe ciën worden geregeld door de wet. De zamenstelling dezer wet dient vooraf te gaan de nader wettelijke bepalingen nopens den waarborg. Die eerstge noemde wet is reeds aanhangig hij den Raad van State; zoodra ze door de wetgevende magt zal zijn vastgesteld, tal de wet op den waarborg worden aangeboden, en daardoor voldaan zijn in eene behoefte, waarvan de Minister met den Spr. uit Rotterdam de dringende noodzakelijkheid erkent. Over art. 29, kosten van de sleepdienst tusschen Rotterdam cn Lobith, voeten dc Ileeren de Man en Donker Curtius het woord, waarop de Minister van Finantiën een bevredigend antwoord geeft. Hierna is art. 29 bij hij hoofdelijke stemming aangenomen met 54 tegen 4 stemmen, zijnde de Heeren Lom de Rerg, Dullert, de Man en Reinders. Bij de 10'lc afdeeling van dit Hoofdstuk, namelijk kosten van administratie De Prijs der Courant is 12 in het de afzonderlijke nommers worden tegen Centen afgegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1