ring zoo doende nimmer meer den eigendom aan de opgezetenen zon kunnen
overdoenwaartegen de Heer S. die i nog wil verminderen, en den verkoop
tot een uitgifte in erfpacht voor 50 of 100 jaren veranderen, en besluit na
nog uitgebreide redenering, zoo ter staving van zijn gevoelen als ter wederleg
ging des Ministers, dat alleen verkoop van gronden, ons de middelen kan
bezorgen tot herstel van het muntwezen en verscheidene andere verbeteringen
zoo op Java als hier te land, en den Javaan voorbereiden tot eene meer
ontwikkelde maatschappijen tol hechtere banden tusschen de kolonie en het
moederland en hoopt dat de regering omtrent dit belangrijk purit een voor-
loopig onderzoek in Indic zal willen doen plaats hebben, onder voorlichting
van ambtenaren, maar tevens ook van brave en kundige particulierenen
'eindigt met het verlangen, dat zoodra de wet op de enquête zal gereed zijn,
de Kamer alsdan van dat regt van onderzoekter vaststelling van het be
ginsel van bevoegdheid tot landverkoop op Java, gebruik zal maken.
De nota Van den Heer van Hoëvell bevat eene korte ontwikkeling van
een der argumenten voor de volstrekte nookzakelijkheidom het vermoede
lijk overschot der koloniale inkomsten niet onder de gewone middelen op te
nemen, maar het werkelijk batig saldo tot amortisatie der schuld aan te
Wenden, of slechts tot dekking der jaarlijksche uitgaven van den Staat te
bestemmen, nadat die werkelijke baten zijn geconstateerd, omdat in de
laatste jaren de belangrijkste verbeteringen in Indië, die hoogst noodzakelijk
zijn, en groole geldelijke voordeelen aan den Staat beloven, worden nagela
ten, oindat het eenmaal op de begrooting geraamde batig saldo niet zou
verkregen worden, indien men de voor zulke verbeteringen vereischte sommen
daarvoor besteedde; zoodat letterlijk de toekomst aan het tegenwoordige wordt
opgeofferd; of, nog erger, dat men aan de kolonie de noodige levenssap
pen ontneemt, om zelve in welvaart en kracht toe te nemen, nog vrucht
baarder voor het moederland te worden en dit op den duur te blijven.
De Heer van Hoëvell geeft als voorheelden op: 1°. de onregelmatige heffing
der landrenten omdat de ambtenaren niet bekend zijn met de uitgestrekt
heid rn den aard der velden, noch met het cijler der bevolking, is het
hun onmogelijk de aanslag anders dan bij gissing of raming te doen. De
Indische Regering heeft dit zelve erkend in eene circulaire aan de residenten,
van 20 Junij 1344, en draagt hun op om naauwkeurige opname te doen.
Maar dit is eene onmogelijkheid de uitkomst heeft geleerd dat zulk eene
opdragt tot niets geleid heeft. Voor een dergelijk werk is een afzonderlijk
personeel, en dus eene vrij aanzienlijke uitgave noodigwelke echter spoedig
door eene nog veel aanzienlijker stijging der landrente zal gedekt worden. In
eene missive van den Resident van Bantam aan de Indische Regering, van
22 April 1845, zegt deze: »Dezc middelen" (die hij bij dat verslag op
noemt, en die voor Bantam eene meerdere uitgave van ongeveer 40,000
'sjaars zouden veroorzaken) «gegeven zijnde, zal men in tien jaren tijds,
zonder bezwaar, zonder hotsing, met regtmatigheid de jaarlijksche opbrengst
aan landrenten (alleen in de residentie Bantam) op één millioen guldens heb
ben gebragtdat is ongeveer 4 tonnen gouds meer dan thans.
2°. Het invoeren van verbeteringen in bet zoul-fabricaat op Java (een mo
nopolie van de Regering) vooral het vestigen van zoutpannen aan de Zuidkust
van Java en liet oprigten van meer verkooppakhuizen zou niet alleen voor
den Javaan dit monopolie minder drukkend makenmaar ook op de ver
meerdering der opbrengsten van dit middel een zeer gunstigen invloed uit
oefenen.
3°. Vele publieke werken van algemeen nut worden achterwege gelaten,
of daargesteld door den gedwongen arbeid der Javanen, tegen geen of een
onevenredig karig loon.
4°. De rijst is in de laatste jaren verdubbeld en verdriedubbeld in prijs;
in 1846 en 1847 heeft een hongersnood in vele streken geheerscht, en deze
rjmp dreigt nu weder in sommige oorden. Het graven van waterleidingen
en het brengen van slroomend water over de veldenis een der voornaamste
middelen om den rijstbouw te bevorderen. Maar dat alles wordt nagelaten
om voor het tegenwoordige de batige saldo's niet te verminderen.
Rij de voordragt der wet voor de begrooting van het pensioen-fonds van
1850 worden de uitgaven geraamd op ƒ86,500 waarvan ƒ8,200 aan
tractemcnten ƒ1000 aan pensioenen en ƒ76,700 tot aankoop van rentegc-
vende nationale schuld.
Onder de middelen, tot dekking dezer uitgaven, komen voor ƒ70,000 van
afloopende kortingen, ƒ5,000 van doorloopende kortingen, ƒ6,500 van reeds
verkregen renten, en ƒ5,000 van subsidie uit de schatkist, tot tegemoetko
ming in de kosten van beheer.
De afloopende kortingen voor 1848 op 28,000 geraamd, hebben slechts
ƒ23,000 bedragen; die voor 1848, op 20,000 begroot, kunnen niet
booger dan ƒ10,000 worden geschat, en dit levert reeds een maatstaf ter
beoordecling van de aanzienlijke besparingen welke door het niet vervullen
of opheffen van opengevallen posten is verkregen. Dit bedrag wordt voor
1850, op niet hooger dan ƒ5,000 geraamd.
In het vorig jaar is ernstig aangedrongen op een meer eenvoudig beheer
van dit fonds. De Regering heeft destijds eene herziening der wet op dit stuk
toegezegd. Deze toezegging is geenszins uit het oog verloren. Daar is een
Ontwerp tot wijziging van de wet van 1846 in gereedheid gebragt, 't welk
echter om verschillende redenen nog niet als voorstel van wet heeft kunnen
worden voorgedragen, doch thans bij de Regering in overweging is genomen.
Mogten de aanhangige beraadslagingen tot eerte andere rigting van het beheer
van dit fonds leidendan behoeft hetnaar het oordeel van Z. E. den Mi
nister van Finantiënwelke de-anemorie van toelichting heeft ingediend
geen betoog, dat de op de bcgrooting uitgetrokken sommen niet verder zul
len worden uitgegeven dan de dienst zal vorderen.
Heden middag ten 1 ure zal de Tweede Kamer eene zitting houden
na afloop waarvan al de afdeelingen zullen bijeenkomen om het ontwerp van
wet betreffende het Pensioenfonds te onderzoeken.
ROTTERDAM, 4 December.
Met het schip Menado is van Java aangebragt een exemplaar van eene der
schoonste tijgersoorten, welke door vele liefhebbers wordt bewonderd. Dit
schip, hetwelk bij de expeditie op Bali is gebruikt geworden, en in 14 maan
den de uit en t'huisreis heelt volbragt, heeft eene bijzonder gelukkige reis
gehad. Kapitein Rijke vertrok met 30 man equipage en circa 200 man
troepen naar Java, en arriveerde aldaar zonder dooden of zieken aan boord.
Op zijnen bodem werden ruim 500 man ingescheept, deze deden den heen-
en wedertogt mede zonder ziekenhet schip kwam terug van Java naar Ne
derland eD op de geheele reis was slechts een jongen vermist, die vermoe
delijk des nachts is over boord gevallen.
AMSTERDAM, 5 December.
HH. KK. HH. Prins Hendrik en de Erfgroothertogin van Saksen- Weimar-
Eisenach, hebben gisteren alhier de tentoonstelling van Chinesche voorwerpen
in de Garnalen-Doelen bezigtigd en zijn daarop naar den huize Biljoen ver
trokken, waar ook eerdaags de Groothertog van Saksen-Wcimar-Eisenach ver
wacht wordt.
Vóór weinige weken werd door onbekenden aan de armen der Evange-
lisch-Lutherscbe gemeente alhier gezonden ƒ5,000en thans hebben de Dia
ken der Ned. Hervormde armen van ecu onbekende 4,000 ontvangen.
Vrijdag 11. werd alhier gehouden, onder voorzitterschap van den Gouver
neur der provincie, de algemeene vergadering van de Maatschappij ter be
vordering van Landbouw en Landontginning in Nederland. Het hoofd be
stuur bragt bij die gelegenheid een verslag uit van den staat en de verrig-
tingen der Maatschappij sedert de laatst gehouden algemeene vergadering, uit
welk verslag de bloeijende toestand bleek dier nieuwe inrigting welke thans
reeds, behalve te Amsterdam, in werking is te Haarlem, Kampen, Zaan
dam, Zaandijk, Koog aan de Zaan, Helder, Nieuwer-Amstel en IVcesp, en
spoedig op nog andere plaatsen zal worden uitgebreid. De vergadering had
voorts ten doel, den termijn tot plaatsing van de ontbrekende aandeden te
verlengen, aangezien tot heden geene behoefte aan vermeerdering van kapi
taal heeft bestaanovereenkomstig waarmede ook werd besloten.
UTRECHT, 3 December.
Heden aanvaardde de Meer L. C. van Goudoever het buitengewoon floog-
leeraarsambt in de Geneeskundige faculteit aan onze Hoogesehool met het
houden eener plegtige redevoering in de groote gehoorzaal der Akademie de
cliirurgicae et obstetriciae disciplinae in Academia Kheno-Trajectina ad-
miniculis eorumque amplificatione optabilid. i.over de hulpmiddelen
voor het heel- en verloskundige onderwijs aan de Utrechtschc Hoogesehool
en over het wenschelijke van hunne uitbreiding.
De Heer Arago heeft in de Fransche Akademie van weienschappen aan
gekondigd, dat de Heer Roche d'Hericourt uit Abyssinië eene planl heeft
medegehragtwelker wortel het geneesmiddel tegen den dollenhonds beet be
vat. De geneeskracht bevindt zich onder de bast. De geneeskundigen in
Nederland zullen zich natuurlijk aan die ontdekking gelegen laten liggen en
de zaak nader onderzoeken.
De plannen van den Ingenieur van Diggelen, om de Zuiderzee, de
Friesche Wadden en de Lauwerzee in te polderen, zijn, op last der Ilooge
regering, onderzocht. De Commissie, met dat onderzoek belast, heeft des
wege zeer gunstig geadviseerd.
ZWOLLE, 3 December.
Even als bij den vorigen zullen ook dezen winter eenige dragonders alhier
de dienst als marechaussées verrigten.
Algemeen wordt het erkend, dat aan de omstreken van Zwolle, geen groo-
ter dienst zou kunnen bewezen wordeu daar de landloopers cn daaronder de
groote scharen of benden ledigloopers zoodoende worden afgeschrikt en geweerd.
Het is toch in Zwoller-Kerspel dikwijls bij het weigeren van giften niet bij
een stil henen gaan gebleven allerlei bedreigingen worden er uitgebraakt.
Een welgesteld landman betaalt den cijns aan de landloopers en gewone
bedelaars gewoonlijk met ƒ100 kontanten en eene dito som, of dikwijls
ineer, aan levensmiddelen in een jaar, en dat in eenen tijd nu de aardap
pelen van 90 tot 130 cents het mud kosten en de rogge en boekweit ƒ4
het mud.
HOOGEVEEN, 30 November.
Nadat zeker persoon, welke vroeger voor een oppassend en braaf ingezeten
bekend stondbij herhaling zich in de laatste jaren schuldig maakte aan
het misbruiken van sterken drank, en hierdoor gedurig oneenigheden tus
schen hem en zijne vrouw ontstonden, heeft deze eindelijk door den voor
het menschdom zoo verpestenden drank [zijn leven verloren, als zijnde, na
eerst gister en vervolgens dezen morgen ettelijke glazen weder hiervan te
hebben gebruikt, heden in eene zoogenaamde jenever eroerte gebleven.
GRONINGEN, 3 December.
De HH. Studenten aan de Hoogesehool alhier zijn voornemens om bij de
plegtige inwijding van het Academie-gebouw eene Maskerade te houden, voor
stellende den intogt van Prins Maurits en Willem Lodeivijk van Nassau
op den 24slen Julij 1594 binnen Groningen.