§TA©§ BERICHTEN.
KENNISGEVING.
BEKENDMAKING.
co re ss esjp o a» eutie.
Tol lslcn Commies bij bet parket tan den Procureur-Generaal bij bet Hoog
Gcreglsliof van Nederl. Indië, Mr. T. FI. der Kinderen, tevens benoemd tot
Amanuensis van de Commissie tot bet ontwerpen der bepalingen tot regeling
van het regtswezen in de bezittingen buiten Java en Madura.
Tot lstcn Onderwijzer bij 's Rijks tweede lagere school te Soerabaija, FI. W.
C. de Roockthans tweede Onderwijzer aldaar.
Tot Procureur-Generaal bij het Hoog Geregtshof in Nederl. Indiëtevens
Advocaat-Fiscaal voor de Land- en Zeemagt in Ned. Indië, Mr. P. Mijer, thans
Vice-President van het Hoog Geregtshof van Ned. Indië.
Tot Vice-President van het Hoog Geregtshof van Nederl. Indië, Mr. J. O.
Wijnmalen, thans Raadsheer in gemeld Hof.
Tot Luitenant-Colonel bij het 13Je bataillon Infanterie, de Majoor F. J.
Sorg, van het bataillon.
De bij Koninkl. besluit van 5 Julij benoemde President van liet Hoog
Geregtshof, Mr. C. Bultman beeft op den 30steB Augustus in eene openbare
zitting plegtig zijne waardigheid aanvaard, bij welke gelegenheid de Vice-
President van het Hoog Geregtshof, en de Advocaat-Generaal Mr. J. A. A.
Leemans hem op de vereerendste wijze hebben toegesproken.
De President heeft in eene zitting van het Hoog Militair Geregtshof, het
Voorzitterschap van den waarnemenden President, Mr. P. Mijer, overgenomen.
A1L, GE IS, SE,
De Franschc legermagt is thans bezig met het dempen van eenen opstand
in de provincie van Constantino, en heeft hiertoe Zaatscha moeten belegeren.
Dit Zaatscha is een weinig beteekenend vlek der woestijnomgeven door
een hoogen muur met schietgaten en door eene modderige grachtmaar ver
duurt reeds veertien dagen lang eeri regelmatig beleg, en heeft bereids tot
tweemaal toe het stormloopen der Fransche troepen afgeslagen.
Het ligt in eene der Oasen of vruchtbare plekken der woestijn van deSahara,
die zich ten zuiden van die van Teil uitstrektwelke Teil de streek der
granen, en Sahara die der dadel-palmen is.
Het zuidelijk Algerië verdeelt zich natuurlijk in drie streken. Die der
hoogten, tusschen Teil en de Sahara gelegen, bevat eenige bouw- en wei
landen, over een uitgestrekt dor grondgebied verspreid. Van daar afloopt
de grond afhollend en hebben al de watcrloopcn een zuidwaartsche rigting,
in plaats van eene noordwaartschezoo als in het Telsche. Deze streek der
hoogten leunt tegen eene lange reeks van bergen en van heuvelen.
Rij de tweede streek begint de Algerijnsche Sahara met een aantal Oasen,
door groote afstanden van verschrikkelijke dorheid gescheidengewoonlijk de
kleine woestijn genaamd, zij bevat een honderdtal zulke versterkte dorpen
als Zaatscha. Hel rondom gelegen gedeelte der Oasis is verdeeld in een aantal
door van klei gebouwde muren omheinde tuinen. Achter deze tuinen be
vindt zich een bosch van dadelboomen. De geheele Oasis wordt bewaterd door
kunstig aangelegde greppels; maar waar men geen water kon aanbrengen,
en is het enkel woestijn, of hei, in den regentijd grasachtig genoeg om er
vee op te weiden. Ossen heeft men er nietmaar kameelenschapen en
ezels des te meer, en de inwoners maken zeer veel werk van oorlogspaarden.
Al de dorpen zijn, even als Zaatscha, door eenen hoogen ringmuur en eene
gracht omgeven. Die versterkte plaatsen dragen den naam van Ksar, meer
voudig Ksour. Ieder stam, of ook wel een paar te zamen, hebben hun eigen
Ksar, voor hunne koopmanschappen, wol en granen, die zij in Teil opkoo-
pen. De inwoners der Ksour oefenen velerlei bedrijven en houden winkels
voor de buitenlieden.
De derde streek, meer zuidwaarts, telt veel minder Oasen en Ksour, maar
in de weinige, die er zijn, zijn de daarin gelegen steden veel grooter. Ach
ter die streek begint de groote woestijntot aan het land der negers en tot
welks doortrekken de karavanen vijftig dagen besteden.
De gansche streek staat onder Fransch gezag, dat er de hoofden benoemt.
De derde, meer zuidelijke is nog onbezet. De meest achterwaarts gelegene
Oasis, die van Meiheli, ligt op 250 mijlen afstands van Algiers.
Bijaldien de stammen van de hoogten niet beteugeld werden, zonden ze
al spoedig het eigenlijk gezegd Algerië komen verwoesten. Daarom heeft men
aan de zuidelijke grenzen, verschanste kampen opgcrigtdie van lieverlede
zoo vele steden worden, en een blijvend garnizoen te Biskara gevestigd,
hoofdplaats der Oasis Zebay, waartoe Zaatscha behoort.
Nog om eene andere reden wordt het onder bedwang houden van het aan
grenzend Sahara vereischtnamelijk om den wel niet regtstreekschenmaar
toch zeer belangrijken handel van Algerië met het Soudan en het verdere van
Midden-Afrikamet Haoussa en Tombuctoo hetwelk, slechts eenen dag rei-
zens van den Djoliba (den rivier de Niger) gelegen is. Sakatou, de hoofdstad
van bet Soudan, is onder den Meridiaan van Constantine en Tombuctoo onder
dien van Oran gelegen. De handel over de groote woestijn moet zich daarom
op Algerië rigtenwant in het zuiden van het Algerijnsch Sahara worden in
groote bemuurde steden, zoo als Tuggurt, OuareglaGardija en Metlihs,
de naar het binnenland van Afrika bestemde karavanen uitgerust.
Tusschen de steden van Algerië en de talrijke bevolking der beide eerste
streken van den woestijn, wordt ook nog een uitgebreide handel gedreven:
maar toon, gedurende de worsteling met Abd-el-Kader oorlog en regering
loosheid Algerië teisterden, verlegden de kooplieden hunne toglen naar Tunis
en Marokko. Sedert de Fransche heerschappij zijn de karavanen weder ver
schenen. Ter verdere ontwikkeling van dien handel moet men rust en veilig
heid in dc streken der Oasis handhaven.
De togt tegen Zaatcha betreft dus niet een enkel oproerig dorp, maar een
uitgestrekt handels-belang want moest die opstand zegevieren zoo zou hij
van stam tot stam overslaanen de handel van Algerië vernietigen.
De BURGEMEESTER der Stad LEYDEN, ontvangen hebbende eene dis
positie van HH. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van den 16(lcn de
zer maand, N°. 2 brengt bij deze ter kennis van de kicsgeregtigden in het
1 Hoofddistrict der Provincie Zuid-Holland, dat door de benoeming van Mr.
J. R. Taorbecke tot Minister van Binnenlandsche Zakenvolgens het laatste
lid van art. 91 der Grondwet, eene vacature is ontslaan als Lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaaldat op grond van art. 32 van het voor-
loopig Kiesreglement door HH. Gedeputeerde Staten is bepaald, dat de Kiezers-
Vergadering in de Hoofdplaats van het I kiesdistrict Leyden bestemd tot het
inleveren der stembilletten ter vervulling der bovengemelde vacature, zal
gehouden worden op Vrijdag den zevenden December aanstaandeen dat
op den volgenden dag, zijnde den 8stCB dier maand zal worden overgegaan
tot het ontzegelen en openen der Stembus, het openen der stembilletten, het
opmaken van het Proces Verbaal en de verdere werkzaamheden behooreride tot
de stemopneming en voorgeschreven bij art. 20 en 21 van het voorloopig
Kiesreglement, en dat voorts de oproepingsbrieven met de stembilletten ten
spoedigste aan de kiesgeregtigden in de gemeenten LeydenSoetertvoude en
Voorschoten zullen worden rondgezonden met herinnering om de stembillet
ten behoorlijk ingevuld, dc namen en voornamen duidelijk uitdrukkende, op
ecrstgemelden dag van 's morgens tien tot 's namiddags drie ure in persoon
te bezorgen in de Stads-Gehoorzaal te Leydenalwaar op den volgenden
dag mede ten tien ure 's morgens de verdere voorgeschrevcne verrigtingen
zullen aanvangen.
De Burgemeester voornoemd,
Leyden20 November 1849, DU RIEU.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN,
Gehad hebbende het verzoek van Hendrik Dee, Vleeschhouwcr wonende
binnen deze Stadin de Kraaijerstraatstrekkende tot bekoming der ver-
eischtc vergunning, om een bouwvallig Huis en Erve staande en gelegen al
hier in de Wieleninakerstraal, Wijk III. N°. 532, den adressant in eigendom
toebehoorendeuithoofde hetzelve niet meer als woonhnis kan gebruikt wor
den, voor zoo veel noodig te mogen doen afbreken en tot een Veestal en
Bergplaats in te rigten.
Gelet op Z1'. M». besluit van den 31sten Januarij 1824, rakende vergun
ningen ter oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken;
Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbendendat tot het
hooren der Eigenaars en Bewoners van de naastbijgelegene en belendende Pan
den, ten opzigte der Inlormatiën de Commodo et Incommododoor Burge
meester en Wethouders zal worden gevaceerd op Maandag den 26stcn Novem
ber aanstaande, des middags ten twaalf ure; zullende de belanghebbenden
verpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemeld verzoek op dien tijd in te
brengen, terwijl bij verzuim daarvan zij gehouden zullen worden, zich le
gen de inwilliging van hetzelve niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DU RIEU.
Leyden22 November 1849. Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMF.R.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Leiden brengen, uit naam
van den Heer Staatsraad, Gouverneur der Provincie Zuid-Holland, ter kennis
van alle belanghebbenden, dat bij resolutie van Z. Exc. den Minister van
Finantiën van 22 November 1849, bepaald zijn de prijzen, het opgeld daar
onder begrepenwaarvoor de Collecteurs, Splitters en Debitantcn der Staats-
Loterij, de loten en gedeelten daarvan, voor de tweede week der trekking
van de laatste klasse der 209lIc Loterij, zullen mogen uitgeven, te weten:
Bij Verkoop.
Geheele Lotenƒ74.00.
Halve- 37.00.
Vijlde14.80.
Tiende7.40.
Twintigste- 3.70.
Bij Verhuring.
Geheele Loten ƒ28.00.
Halve - 14.00.
Vijfde. - 5.60.
Tiende - 2.80.
Twintigste - 1.40.
Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd, dat, bij art. 3 van
Zr. M\ besluit van 6 Januarij 1831, n°. 68 Staatsblad m°. 2), uitdrukkelijk
is vastgesteld, dat de Collecteurs, Splitters en Debitanten gehouden zijn, om
zich naar die prijsbepaling te regelen, en dezelve gedurig ter inzage voor het
publick beschikbaar te hebben.
DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
Leyden23 November 1849.
Het stuk waarvan oris de plaatsing is verzocht, zijnde een beklag van
eene Vereeniging, een verzuim van eene andere betreflende, is uit zijnen
aard ongeschikt om als nieuws te worden opgenomenen kan niet anders
dan als Advertentie worden geplaatst.