-root 15 millioen. Ook heeft zij een credict toegestaan voor de onkosten der
begrafenis van het stoffelijk overschot van wijlen Koning Karei Albert.
pe Begering heeft verklaard dat de buitengewone uitgaven voor het
departement van oorlog zullen verminderd worden.
PRUISSBN.
BERLIJN5 October.
De Eerste Kamer heeftna het beginsel van vrijheid der godsdienst aange
nomen te hebben, daarbij gevoegd de bepaling, dat de kerkgenootschappen,
voor de openbare uitoefening der godsdienst, de medewerking van den staat
en het burgerlijk bestuur behoeven, ofschoon de leden der Kamer die de
Roomsche Godsdienst zijn toegedaanzich daartegen verzetten. Ook is als be
ginsel aangenomen, dat het huwelijk voor de burgerlijke overheid moet vol
trokken worden.
Kr zouden onderhandelingen gevoerd worden om de rijksvloot aan de
eene of andere Mogendheid te verkoopenzij bestaat uit 7 schepen die zee
kunnen houwen, 2 die moeten hersteld worden en 1 die nog op stapel staat,
en heeft 4 milloen thl. gekost, van welke nog slechts 120,000 till, moeten
betaald worden.
De Beijersche regering heeft door haren gezant in Baden en den Beijer-
schen bevelhebber der troepen in de Palts, alle Beijerschendie zich wegens
deelname aan den Badensch-Paltzischen opstand in de Baderssche gevangenis
bevinden, laten opeischen, ten einde ze door Beijersche regtbanken te doen
vonnissen. Ten aanzien dergenen die reeds in Baden gevonnisd zijn, behoudt
de Koning van Beijeren zich het verleenen van amnestie voor.
In de nota, waarin Wurtemberg verklaart, niet toe te treden tot het
Drie-Koningen-Verbond, wordt als voornaamste grond daarvoor opgegeven,
dat Oostenrijk en Beijeren niet toetredenterwijl tevens eenige punten van j
de kieswet en de constitutie worden aangehaald, welke de weigering regtvaar- j
digen. Zoodra deze hinderpalen zijn uit den weg geruimd zal Wurtemberg
toetreden. Vermits men echter stellig weet dat Oostenrijk nooit toe zal tre
den, zoo is deze verklaring van Wurtemberg als eene definitieve weigering
te beschouwen.
Eenige personen, die in het vorige jaar, tijdens den opstand hier ter
stede, zich met gewapende benden bij de opstandelingen hadden willen voegen
doch gearresteerd waren, stonden gisteren voor het Hof van Assises te Darm
stadt teregtdoch werden volkomen vrijgesproken.
LUXE!IB1JR«.
4 October.
Eergisteren heeft Z. K. H. Prins Hendrik de Stenden-Vergadering geopend,
als daartoe door Z. M. gemagtigd. Naast den troon was een leuningstoel met
fluweel en goud geplaatst, voor Z. K. II. Prins Hendrik bestemd. Aan de
overzijde van den Troonboven den zetel des Voorzitters stond het borstbeeld
van Z. M. Willcin II. Op het voetstuk las men de volgende zinsnedeuit
de door Z. M. uitgesproken rede, bij het afleggen van den eed op de staats
regeling: »De genegenheid der Luxemburgers zal nimmer uit mijn geheugen
gewischt worden en de mijne zal daaraan beantwoorden. Van verre of nabij
zal de Groothertog hen niet vergeten. '10 Julij 1848."
Door eene Commissie der Kamer ontvangen trad Z. K. II. de zaal in te
midden van een talrijk en juichend publiek. Z. K. II. sprak vervolgens,
zittende en met ontblooten hoofde, de volgende rede uit:
«Mijne Heerer de Afgevaardigden'
«Het zou Z. M. den Koning-Groothertog aangenaam geweest zijn, zich
naar Luxemburg te begeventen einde in persoon de gewone zitting van de
Kamer der Afgevaardigden van Zijn Groothertogdom te openen, maar gebie
dende en onvoorziene omstandigheden houden Hem op dit oogenblik in Zijne
Residentie, te 'sGravenhage. Z. M. heeft mij belast, Mijne Heeren Hem in
zijn prerogatief te vervangen, en de Zitting der Kamer in Zijn' Naam te
openen.
«Mijne Ileeren! het is met eene levendige belangstelling, dat ik mij te
midden dezer goede Luxemburgsche bevolking bevinden ik acht mij geluk
kig, de tolk van den Souverein te zijn, wanneer ik u woorden van welwil
lendheid en genegenheid overhrenge.
«De gewigtige gebeurtenissen, welke verleden jaar een groot gedeelte van
Europa ten onderstboven hebben gekeerdhebben het Groothertogdom buiten
dien schok gehouden, dank zij de gematigdheid zijner inwoners, en dank zij
de hooge en grootmoedige wijsheid van wijlen 7.. M. den Koning-Groothertog,
Mijn' dierbaren Vader, omtrent wicn het Mij aangenaam is te zien, dat het
geheele Groothertogdom eene zoo erkentelijke nagedachtenis bewaart.
»Z. M. zal al het belang, dat Luxemburg bij zijne betrekkingen met
Duitschland beeft, niet uit het oog verliezen. Wakende voor de handhaving
van Zijne Souvereiniteils-regten en de Luxemburgsche nationaliteit, op den
grondslag der bestaande verdragen wil Z. M. het pand, door de regten van
Zijne geboorte en van de Constitutie, welke hij bezworen heeft, in Zijne
handen geplaatst, ongeschonden bewaren.
«Het land is gelukkig, zoo veel zulks de omstandigheden veroorloven,
welke overal den eigendom, den handel en de nijverheid gedrukt hebben.
«De Luxemburgers hebben, door hunnen geest van orde en zuinigheid, er
de uitwerkselen minder rampspoedig van weten te maken, dan zulks in andere
landen het geval geweest is.
«De staat der finantiën is voldoende. De openbare dienst is verzekerd door
de gewone middelenwelke zonder moeite worden geïnd. Die dienst loopt
regelmatig, onder den indruk van een bestuur, dat de belangen des lands
behartigt.
«De grootc middelen van gemeenschap, tegenwoordig onvermijdelijk voor
de volkeren, welke willen bloeijcn, naderen van alle zijden de grenzen van
het Groothertogdom. Luxemburg kan hopen, dat het weldra gebruik zal
maken van de voordeelen, welke de ijzeren spoorwegen aan de landen ver
schaffen, welke het geluk hebben ze te bezitten.
«De Zitting openende, is het mij een genoegen, u te kennen te geven,
dat de beginselen van orde, wettigheid, onpartijdigheid, behoud en eer, on
veranderlijk den grondslag uitmaken der staatkunde van uwen Koning-Groot
hertog en van de Regering, aan welke de ondersteuning des Souvereins op
dien weg niet zal falen. Z. M. is overtnigd, dat, tot handhaving dezer be-
beginselenHij en Zijne Regering in de Kamer eene rondborstige en loyale
medewerking zullen vinden.
«Aldus, en in die beginselen volhardende, welke Luxemburg tot nu toe
gevolgd heeft, is het geoorloofd een' voorspoed te hopen, waarvan Z. M. zich
gelukkig zal gevoelen, getuige te zijn, wanneer de omstandigheden Hem
zullen veroorlovenzich te midden der Luxemburgers te begeven.
In naam van Z. M. den Koning-Groothertog verklaar ik de gewone Zit
ting van de Kamer der Afgevaardigden te zijn geopend.''
Z. K. 11. werd op dezelfde wijs als bij zijne komst uitgeleid.
Na zijn vertrek werd de zitting hervat. Tot Voorzitter der Kamer is voor
de derdemaal de Heer Ch. Metz benoemd.
Ten 6 ure dineerden al de leden der Kamer bij Z. K. II. Een eerste toast
werd door den Prins toegebragt aan den Koning. De Voorzitter verzocht
hebbende een toast in te stellen op den voorspoed van Luxemburg, gafZ. K. II.
te kennen, dat hij dien toast wenschte uit te brengen, hetgeen toen ook door
hem, zoo namens den Koning als voor zich zeiven, in de meest welwillende
bewoordingen geschiedde.
Z. K. II. heeft zich den volgenden dag naar YValferdange begeven. Hij zou
Vrijdag te Luxemburg het bnitengewoon boogschieten, door het genootschap
der boogschutters bijwonen.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 4 October.
Er is bevel gezonden aan alle krijgsgerigten in Hongarye, oin bij het vellen
der vonnissen iedere verschoonende omstandigheid in aanmerking te nemen,
en geen doodvonnis uit te voeren, voor die aan de goedkeuring des Keizers is
onderworpen.
Bijzondere berigten uit Bucharest melden dat BernDembinski en een
twintigtal andere Poolsche officieren tot het Islamismus zijn overgegacn dat
een groot aantal met hen naar Turkije uitgeweken Poolsche soldaten dit voor
beeld schijnen te willen volgen en dat omstreeks 5000 man Uongaarsche sol
daten besloten hebben van het Turksche gebied naar hun vaderland terug te
koeren en zich aan de Oostcnrijksclie regering te onderwerpen.
STA 89* BEKIGT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN herinneren bij
deze, naar aanleiding van Art. 19 der YVet van den 13Ucn Augustus dezes
jaars (Staatsblad N°. 39), alle vreemdelingen, welke ingevolge Art. 8. N°. 2.
van het Burgerlijk Wetboek, na gedurende zes of meer jaren binnen deze
Gemeente hunne woonplaats te hebben behouden het voornemen hebben om
zich binnen het Koningrijk te blijven vestigen, dat daarvan de vcreischte ver
klaring ter Secretarie dezer Stad behoort te worden gedaan.
DU RIEU,
Leyden8 October 1849. Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
AKABËMIE -WIE UW*.
PROMOTIE AAN DE GRONINGSCHE IIOOGESCIIOOL.
Den Si1"1 October de lieer C. W. Wierdsinavan Leeuwardenin de Reg
ten, met Theses.
KERKNIEUWS.
Uit het opgegeven drietal heeft de Kerkeraad der Hervormde Gemeente te
Vlissingcn beroepen: IIs. G. Barger Jz., te Vreeland.
2O9a0 Staats-Liotcrij.
Trekking der Tweede Klasse.
iste Trekking. Nos. 255 en 5024 ieder een prijs van ƒ1,250. Nos. 11859
en 17968 ieder een prijs van ƒ1,000.
2de Nos. 2601 een prijs van ƒ20,000. Nos. 5631, 6648, 7490,
10532 en 13831, ieder een prijs van ƒ1000.
AIITEKTENTIEN.
Heden beviel voorspoedig van een welgeschapen ZOON, Vrouwe M. J.
DILLIE, teedergeliefde Echtgenoote van
J. J. C. SCHELTEMA.
Letden, 6 October 1849.