LEYDSCHE COURANT. i 84!). N°. 11 MAANDAG, 24 SEPTEMBER. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zatvrdag avond. De Prijs der Courant is f 13 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 C'exte afgegeven. BNJNEiNL 4H DSCHE BERSliTEjN. l.EYOEN22 September. Wij herinneren onze Lezers dal de Algemeene Tentoonstelling der Ilollandsche Maatschappij van Landbouw, van den 27slen tot den 30stcn dezer alhier gehouden zal worden in den Doelen, en eenen schat van bezienwaardige voorwerpen bevatten zal. Men verneemt uit 's llage flat er ten aanzien van bet ministeriële vraag stuk nog niets stellig bekend is. Gelijk gewoonlijk, in dergelijke omstandig heden, hebben er vele con teren tien plaats. Zoo beeft, naar inen verzekert, de lieer Denker G'uitius bijeenkomsten gehouden met de Heeren Thorbecke en Storm; met den lieer van Hall; met den Minister van Finantiëu den Heer van Bosse, enz. Het is echter de vraag, in hoeverre die conferentiën dadelijk betrekking behbrn lot de zaïnenstelling van bet nieuwe Ministerie? Men wilde heden welen, dal aan den Heer Thorbecke eenc portefeuille zou zijn aange boden, en dat de lieer de Keinpenaer builen de ministeriele combinatie zou blijven. Er worden wel eenige namen genoemd van hen, die in het nieuwe Kabinet zouden optreden, doch met geene genoegzame zekerheid, om ze voor alsnog te vermelden. [Dat aftreden der Ministers is naar ons inzien, bij lang na geen blijde tijding voor Nederland. Moge ook bel Ministerie een en ander, ja, in 'toog van die stuurlieden, die de Leste zijn omdat ze aan land zitten, zeer veei te wenschen overig laten, als we iederen Minister op ziel) zeiven beschouwen, zijn bet dan geen mannen van veelzijdige verdienstenen ware bet niet wensclielijkcr voor bet waarachtig heil des Vaderlands, dat Koningen Ministerie en Kamers zicli verstonden, in plaats dat bet tusschcn die magten toegaat, alsof niet bet welzijn van den Staat, maar cene tot hatelijkheid leidende waakzaamheid tegen uitbrei ding van gezag bun hoofddoel ware? Is liet dan een vereischte dat zij in vij andige houding tegen over elkander staan? En zoo bet Ministerie, moedeloos door miskenning en tegenwerking, af treedt, waar vindt men onder liet, in ons kleine land toch niet zoo groot aantal bruikbare lieden, dezulken die bij gelijke begaafdheden, niet alleen moeds genoeg hebben om op te treden, maar geduld genoeg om in weerwil van al wat hun op 'l staatkundig tooneel bezwarends, onaangenaams, grievends ontmoet, vol te houden. Zoo treedt er dan weder een nieuw Ministerie op. om welligl na korter dienst dan 'l vorige, andermaal voor een ander plaats te maken. Wat is daarvan andeis te verwachten dan stremming, verwarring en schade in bet beheer van 's bands belangen. O dat jagen naar het volmaakte, door ben die immers 't algemeen menscbelijk lot van eigene onvolkomenheid niet kunnen ontgaan; die harde en scherpe hcoordeeling van 't geen men ver keerd acht, dat gemis aan welwillendheid en toegefelijkheid, kan wel nergens nut stichten, maar veel, zeer veel bederven! fvlogt er nog mogelijkheid be staan dat wedcrzijdsche bemiddeling ten gncdc werkte en dat liet Vaderland zich verblijden mogt in de goede verstandhouding tusschcn Z. M., liet Minis terie en de Kamers]. Sten verneemt dat de plegtige installatie des Bescbermlieers den lieer Graal' van Limburg Stirum, voorliet II and boogschutters-Gezelschap Willem Teil, op den Burg alhier, vast is bepaald op den 27stc" September, des namiddags circa 12 ure; na wplks afloop tevens liet jaarlijkse!) Koning- en Riddersebieten zul plaats hebben. 's GHAVENIIAGE22 September. Z. M. beeft benoemd tot Bidders der Orde van den Ned. Leeuw, F. C. van der Puit, lslcn Luitenant bij bet Depart, van Oorlogen L. Herbet, voormalig Consul van Frankrijk te Rotterdam. Naar men verneemt, zon de Koningin-Weduwe eerst eenc reis naar Italië doen, en zich vervolgens met der woon in Rusland vestigen. De plegtige installatie van den lieer Mr. J. H. van der Sinde, als Raads heer in bet Prov. Geregtshof in Zuid-Holland, zal plaats hebben op aanstaanden Dingsdag, des namiddags ten half 2 ure. Van Schevrningen zijn dit jaar 53 hommen ter sleur -haringvangst, uit gerust reeds zijn eenige afgevaren. Tweede Baarnet' der Sttiten-fdeiieraai. In de zitting van gisteren, die door al de Ministers werd bijgewoond, beeft de Minister van Finantiën, de Heer van Bosse, medcdeeling gedaan, welke in baar geheel in de Staats-Cour. van lieden voorkomt, doch die wij uit plaats- eri tijdgebrek, lot ons leedwezen bier alleen bij wijze van uit treksel kunnen medcdeelen. De Minister treedt eerst in eenige algemeene beschouwingen. Hij herinnert boe in Febiuarij 1848, het dreigend aanzien van Europa versterking van de le- germagt vorderde, boe stilstand van zaken en achteruitgang van alle waarde, onverkoopbaarheid der O. I. voortbrengselen, dit alles dubbel nadeelig op de schatkist terugwerkte, bij de grootste spaarzaamheid, geldelijke behoefte deed ontstaan, die men, om dien nood niet op de toekomst te schuiven, door bui tengewone belasting wilde vinden, doch waartoe de Kamer ongenegen zijnde, men 8 millioen schatkistbiljetten plaatste. Het te kort over 1848 zal onge veer 10 millioen bedragen. Het jaar 1849 leverde in 't begin nog dezelfde bezwaren op, waartegen men weder de buitengewone belasting voorstelde. Inmiddels verbeterde de toestand zoo zeer dat de regering dit ontwerp vooreerst terug nain. Ik heb gemeend, zegt vourts Z. Exc. u den loop dezer gebeurtenissen kor tel ijk te mogen herinneren niet om daaruit af te leiden dal de aanvan kelijke verbetering van onzen toestand aan de bijzondere voorzigtiglicid of zorg der Regering is toe te schrijvenintegendeelzij is de eerste om te erkennen dat bel bestuur van llooger Magt alleen in staat was om ook in dit opzigt veel en groot onheil van Nederland af te wenden, en een helderder verschiet te openen. Maar de Regering meende de tegenwoordige gelegenheid te baal te moeten nemen om de algemeene aandacht te vestigen op liet duis tere tijdperk dat wij doorgeworsteld hebben en oin een gevoel van warme dankbaarheid op te wekken voor het voorregt dat ons land ook ten dezen opzigte ten deel viel. De Ministers, Mijne Heeren, zoo velen hunner van den aanvang af de moeijdijke taak hebben gedragen, die ik straks bedoelde, wenschen zich alleen geluk dat hunne pogingen met niet geheel ongunstigen uitslag zijn bekroond. Zij achten zieli gelukkig dat zij in den aanvang van bet jaar 1848 niet aan bet behoud des Vaderlands hebben gewanhoopt, en dat zij zieli liever vele onaangenaamhedenonafgebroken en inoeijelijken ar beid, onbillijke beoordeeling zells van hunne pogingen hebben getroost, dan zich te onttrekken aan hetgeen 's Lands belang ieder hunner ten pligt stelde. De geldelijke toestand is thans gunstig. De bezuiniging zal niet onaanzien lijk meer zijn dan de vroeger opgegeven som van 986,900. Voorts is bet te voorzien dat dit jaar een batig slot van 2 a 3 millioen zal opleveren dat tot aanvankelijke dekking van het te kort van 1848 zal kunnen dienen. Na de ontvouwing der begrooting in hare, naar aanleiding van art. 121 der Grondwet gewijzigde inrigling, deelt de Minister mede, dat de uitgaven ge raamd zijn op nagenoeg 70 millioenruim 1,800,000 minder dan voor 1848, en de inkomsten op ruim 71 millioen, en alzoo een batig slot ople verende van ruim 1,198,000. Na opheldering omtrent eenige bijzonderheden deswegens, zegt dc Minister: dat bet geene verwondering zal baren, dat er geen verder gevolg aan de wij- ziging van liet belastingstelsel is gegeven, noch ecnig voorstel tot verdere dek king van liet te kort over 1848. De omstandigheid dat bet Ministerie gemeend beeft aan Zijne Majesteit onzen geëerbiedigden Koning zijn ontslag te moeten vragen, zal door u gewis als cene voldoende reden aan die handelwijze worden beschouwd. Het ministerie beeft geineend, dat liet in dit opzigt in goenen dcclc bet gevoelen van de toekomstige raadslieden der kroon mogt vooruitloopen ol aan ecriige banden leggen. Hoewel de raming, door de beslissing die bel belangrijke vraagstuk om trent behoud of wijziging van liet accijns-stelsel zal moeten verkrijgen, maar ook nog in punten van meer ondergeschikt belang, voor wijziging vatbaar is, bepaaldelijk ten gevolge van de beslissing die inen nemen zal ten aanzien van het postwezen eri van de verandering van ons stelsel van scheepvaart en door voer, zoo beeft dc Regering gemeend dat zij geenerlei wijziging in bel be slaande mogt voordragen. De raming zelve is opgemaakt met liet oog op de verkregen ondervindingop de bestaande omstandigheden die nog in dit jaar baren schadelijken invloed hebben doen gevoelen maar bepaald ook met bel. oog op de merkbare verbetering die in de laatste maanden is waargenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1