20 September. Naar men verneemt, vertrekt Z. M. ilc Koning beden avond ten 8 nre naar bet Loo. II. K. tl. Mevrouw Prinses Frederik met hare dochters en gevolg zijn beden met den spoortrein van hier naar Berlijn afgereisd. De plegtige installatie bij den Iloogen Raad van het nieuw benoemde lid, Jhr. Mr. G. A. Melort, bij dat collegie, zal op aanstaanden Zaturdag des namiddags ten half twee nre plaats hebben. Tweede Kamer dee Staten-tteneraal* In de Zitting van heden wordt voorlezing gedaan van een Koninklijk besluit houdende benoeming van den Iieer Mr. J. K. Baron van Goltstein, tot Voor zitter. De tijdelijke Voorzitter wenseht den nieuw benoemde geluk en drukt de hoop uitdat de werkzaamheden der Kameronder zijne leiding zullen strekken tot welzijn des Vaderlands. De lieer van Goltstein neemt daarop zitting en zegt het volgende: Voor de tweede maal door deze aanzienlijke Vergadering voor het bekleeden van het Voorzitterschap aangewezen en door 's Konings gunstige beschikking daartoe geroepenvoldoe ik aan de inspraak van mijn hart door aan U mijn gevoel van erkentelijkheid voor dit hernieuwd blijk van Uw vertrouwen nit te drukken. sik zal trachten mij deze eervolle onderscheiding waardig te maken door bij Uwe beraadslagingen overeenkomstig de voorschriften van het Reglement van Orde die regelmatigheid te doen heerschen, welke voor het welslagen der- zelve een onmisbaar vereischle is. ut/we welwillende ondersteuning, welke gedurende de afgeloopene Zitting de vervulling mijner pligten zoo zeer verligtte, moge mij ook thans door U niet worden ontzegd. Ik reken op haar, ten einde eene gewenschtc uitkomst Uwe beraadslagingen kunne ten deel vallen. Reeds heeft Uwe onvermoeide inspanning in het volvoeren der moeijelijke taak, welke aan U werd opgedragen, den weg aangewezen, die behoort inge slagen te worden, ten einde de wijzigingen in de Grondwet opgenomen in werking te brengen en aan de Natie het genot der regtcn te verschalken die aan baar bij deze hernieuwde Giondwet zijn toegezegd. De zaraenstemniing der Regering met deze Vergadering ten opzigte der beginselendie ten grondslage dezer verordeningen moeten worden gelegd kan alleen het uitzigt openen, dut de billijke verwachting der Natie hierin niet zal worden beschaamd. Laten wij vertrouwen, dat deze eenstemmigheid niet achterwege zal blij ven en daardoor worden aangespoord om met onbezweken ijver de werkzaam heden weder op te vatten, die wij in de vorige Zitting niet mogten ten einde brengen en de nieuwe aanvaardentot welke wij geroepen zullen worden. 2) Ik verklaar bet Voorzitterschap dezer Vergadering op mij te nemen." De Voorzitters en tweede Voorzitters der afdeelingen zijn de Hceren lsle afd. de Monchy en Storm 2||C al'd. Duymaer van Twist en Backer3de afd. Thorbecke en Groen van Prinstcrer4de afd. Alharda en van Rosenthal; 5de afd. Donker Curtius en van Zuylen van Nyevclt. Tot de Commissie voor het adres van antwoord, de Ilcercn: Engelen, Bac ker, Thorbecke, Dullert en de Man. Tot de Commissie voor de verzoekschriften, de Hceren, Fokker, van Eek, van Heiden Reinestcin, Meeuwssen en Dommer van Poldersveldt. Bij het verkiezen van twee leden voor de Huishoudelijko Commissie zijn de Heeren G. IV. Verwey-Mejan en Mr. IV. Wintgens herkozen. Daarna wordt de Zitting opgeheven. De Ministers de Kcmpcnaer, Heemstra, Voet, MutsaersLightenvclt en van Bosse, waren in de Vergadering tegenwoordig. Kerste Kamer der Staten-fZeneraal. In de zitting van gisteren heeft de Voorzitter kennis gegeven van de be noeming der Voorzitters en Ondervoorzitters der Afdeelingen. Het zijn, lc Afd. de Ilecren Gevers en Martens van Sevcnhoven; 2C Groeninx van Zoelen en Cost Jordens3e Rengers en Borski4e Hoffman en Blankenheym. Men gaat vervolgens over tot de verkiezing van de leden der huishoudelijke Commission. Bij de eerste stemming wordt het aftredend lid, de lieer Ge vers van Endegeest, herkozen met 24 van de 30 stemmen. Ook het tweede aftredend lid de Heer Hoflinan wordt herkozen met 25 van de 30 stemmen. De twee vroeger ingekomen ontwerpen van wet, als: 1°. nopens het open baar maken van het verhandelde in de Kamers en 2° nopens de uitbetaling van pensioenen op 's Rijkswervenworden naar de afdeelingen verzonden. De Commissie, belast met het opstellen van een ontwerp adres, in antwoord op de Troonrede, beeft haar verslag ter tafel gebragt. liet is gedrukt, aan de leden rondgedeelden het wordt mede naar de afdeelingen verzonden. Daarna is de Zitting opgeheven. In de Zitting van heden geeft de Voorzitter kennis, dat tot leden der Commissie voor het Ontwcrp-Adresin antwoord op de Troonrede zijn geko zen de Heeren: de Jonge van Ellemect, Pbilipsc, van Meurs en van Beeck Vollenhoven. Voorts wordt kennis gegevendat tot Rapporteurs zijn benoemd 1°. voor het wetsontwerp tot verhooging der begrooting van uitgaven voor het spoedige mededeelen der handelingen van de Staten-Generaalde Heeren: Gevers van EndegeestGroeninx van SoelenBosch en van Swinderen 2°. voor dat om trent pensioenen aan ambtenaren van 'sRijks werven, de Heeren: Martens van SevcnhovenGroeninx van Soelen Bosch en van Swinderen. De Commissie voor het Adres in antwoord op de Troonrede heeft na ont vangen te hebben de opmerkingen der afdeelingen een gewijzigd ontwerp Adres vastgesteld en deswege rapport uitgebragt. De beraadslagingen wor den bepaald op Vrijdag ten 11 ure. Daarna is de Zitting opgeheven. Bovengemeld gewijzigd ontwerp-adres luidt als volgt: Sire 1. De Eerste Kamer mogt bet voorregt genieten, Uwe Majesteit voor het eerst eene zitting van de Staten-Generaal te hooren openen als wettigen Op volger van Hem, die van dezelfde plaats gewoon was hun de dierbaarste be langen van het Vaderland jaarlijks aan te bevelen. Ook Uwe roepstem, Sire! om die belangen verder met U te behartigen en mitsdien de grondwettige voorschriften volledig toe te passen vindt hij deze Kamer den gereedsten weerklank. 2. Welkom zal het der Natie geweest zijnUwe Koninklijke verzekering bekomen te hebben, dat onze uit- en inwendige aangelegenheden zich gunstig voordoen. In het vriendschappelijk verkeer, dat wij met alle Staten onder houden, vermeenen wij het gevolg te mogen zien eener staatkunde, die, alle inmenging vermijdende in hetgeen elders geschiedtzich beperkt tot het doen eerbiedigen van eigene regten. Met Uwe Majesteit deelen wij dan ook het vooruitzigt, dat de vroeger ge vreesde verwikkelingen ten aanzien van Limburg, onder de besehermin" der tractaten, afgewend zullen blijven. 3. Wanneer wij met U, Sire, het oog op onze Oveizeesche Bezittingen vestigen en daarbij hulde toebrengen aan de dapperheid onzer land- en zee- magt, op het wcórspannig Bali betoond, gevoelen wij ons niettemin diep getroffen bij de herinnering aan den duren prijs, waarvoor de zege is ge kocht: het verlies van den voortreffelijken aanvoerder, van zoo vele ver dienstelijke strijders, heeft aller harten met weemoed vervuld; hunne nagedachtenis blijve bij den landgenoot in cere en waarborge alzoo de erken telijkheid van Neêrlands ingezetenen voor de loffelijke wijze, waarop de marine en het leger hunne pligten allerwege vervullen. 4. Ofschoon met dankbaarheid het goede in onzen binnenlandschen toe stand erkennende, mogen wij echter het beslaan van armoede en gebrek aan arbeid niet onopgemerkt laten. Het zij dus het doel der Regering, te streven naar meerdere ontwikkeling van landbouw, handel en fabriekmatige nijver heid. Met verlangen zien wij dan ook naar de voorstellen uit, ons ter ver betering van volkswelvaart door Uwe Majesteit toegezegd. 5. Wij verheugden onste vernemendat 's Lands geldmiddelen de voor deden ondervonden van meerder vertier, en, bij de hoogerc prijzen die de markt van onze koloniale voortbrengselen opleverde, ook verbetering erlang den door aanvankelijke bezuinigingen in het Staatsbestuur. Wij vleijen ons in de begrooting over het volgend jaar de bewijzen te zullen vindendat met de laatste stelselmatig wordt voortgegaan. C. Ook bij ons heeft het gedeeltelijk mislukken van een onzer veldgewas sen bekommering verwekt. Doch grooter was de zorg, uit het ontstaan eener ziekte geboren, waardoor menigvuldige menschenlevens plotseling bedreigd en afgesneden werden. Wij bopendat de Voorzienigheid die ramp, welke bereids schijnt te verminderenverder leenige en daarvan ons Vaderland be vrijde. 7. Bij de herinnering aan het gunstige, dat het Vaderland in den afgc- loopcn tijdkring te beurt vielwees Uwe Majesteit ons op de behoeften van het oogenblikop de eischen van de toekomst. Wij gevoelen betSire, boe vele en hoe gewigtigc werkzaamheden ons in deze Zitting der Staten-Generaal verbeiden. Hetzij die betrekking hebben op de ontwikkeling onzer grond wettige instellingen, betzij op andere onderwerpen, waaraan 's Lands welvaart ten naauwsle verknocht is, Uwe Majesteit zal ons steeds bereid vinden, om, met de meeste zorgvuldigheid en met het oog op de voorschriften der Grond wet, alle voorstellen te onderzoeken, die ons zullen aangeboden worden. 8. Zal echter het geluk en de voorspoed van ons Volk werkelijk bevorderd wordendan wordt vooral innige overeenstemming tusschen de verschillende takken der wetgevende magt vereischt. De Albestuurder zegene daartoe onze eendragtige pogingen, BU1TEJN L AINDSC li E BE l\ lTEN ENGELANII, LONDEN, 17 September. II. M. de Koningin is voornemens om den 26stcD de terugreis uit Ierland aan te nemen. Van den li*10™ tot beden zijn hier 272 choleragevallen voorgekomen, het getal dooden bedroeg 234. In het kwartier Spafields, de verblijfplaats der zijde-wevers, op een bin nen die ruimte gelegen kerkhof, lang 72 en breed mede 72 voeten, zijn, in zeer korten tijd 3000 lijken begraven Door het ineenstampen der kisten hadden de doodgravers 7 a 8 kisten op elkander kunnen plaatsen en men berekent dat er in dit klein bestek onge veer 50,000 lijken liggen. Op de klagten hierover zijn er nu 5 a 6 kerk hoven in de naauwste en meest bevolkte wijken gesloten. Ll. Zaturdag, zijn 1400 kistjes, waarin stofgoud en andere met het schip Calypso uit California en Valparaiso aangekomene metalen ter waarde van 7^ milliocn guldens, van de Londensche brug naar de bank gebragt, door 17 wagens en 85 paardenen vergezeld van eene politie-magt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2