aanhangers van Kossuth gestookt was. Het volk, gebruik makende van hel
oogenblik dat liet grootste deel van het garnizoen was uitgerukt, om aan het
gevecht van Waitzen deel te nemen beeft de poorten gesloten en talrijke
versperring! n opgerigt, om zich daarachter te verdedigen. Na een kort maar
hevig gevechthebben de Oostenrijkers de orde hersteld.
Meer belangrijk dan uil het Noorden zijn de berigten van het oorlogstooneel
in het Zuiden. Bern is aldaar verschenen met 50,000 man; het bevestigt
zich, dat Pelerwardein door hem ontzet is. De Ranus bevindt zich in een
hoogst gevaarlijken toestand; hij heeft het hoofd te bieden aan eene vijande
lijke magt van niet minder dan 100,000 man.
O O T - IN DI E.
BATAVIA 2G Mei.
Alhier had men den 13<len Mei de treurige tijding ontvangen van het over
lijden van Z. M. Koning Willem II, van welk droevig berigt den volgenden
dag door cene buitengewone Jatasche Cour. kennis werd gegeven aan de Ite-
volking, en tevens van de troonsbeklimming van Z. M. Koning Willem III.
De volgende dagen is door de verschillende troepen te land en Ier zee de eed
van trouw aan den nieuwen Koning afgelegd.
KEHKNIËVIVS.
Door den Kerkcraad der Hervormde Gemeente van het dorp Zvvijndreeht is
tot Predikant beroepen l)s, Gann Dun, van Ylissingen, welke dat beroep
heeft aangenomen.
Den 24s,en zou door den Bereden Kerkcraad der Waalsch-Hervormde
Gemeente te 's Hage geformeerd worden een negental, ten einde te voorzien
in de ontstane vacature door liet vertrek naar Amsterdam van den Wcl-Errvv.
Heer D3. Dompière de G'haufepié, doch de verkiezing is drie weken verdaagd.
Te Middelburg is door de Doopsgezinde Gemeente lot tweeden Predikant
beroepen de Candidaat Pekelharing, die dat beroep zal opvolgen.
KONINKLIJK NED ERLA.N DSCH INSTITUUT.
In de Vergadering der Derde Klasse van het Koninkl. Nederl. Instituut
van 30 April 11., las de Heer C. G. Coliet eene Latijnsche verhandeling de fide
et auctorilate codicum Graecorumten helooge, dat men doorgaans ten
onregte hij het interpreteren der Grieksehe classici zich verlaat op liet gezag
der oude handschriften en veel te veel vertrouwt op hun eenparig getuigenis,
terwijl zij alle, zelfs de oudste en beste, op eene menigte plaatsen zoo jam
merlijk verminkt en bedorven zijn, dat men, op hunne lezingen afgaande,
gedwongen is, zijn oordeel geweld aan te doen en een gevestigd spraakgebruik
en vaste taalregels te verkrachten. Hij verklaart den oorsprong van dit al
gemeen bederf en wijst de trapsgewijze uitbreiding er van aan; hij zet uil
een, tot welke hoofdklassen men de afdwalingen der overschrijvers en der
correclores kan brengen, en geeft hij ieder van die punten in voorbeelden
het bewijs, hoe men die feilen, eenmaal erkend en ontdekt, met volkomen
zekerheid kan verbeteren.
De Heer P. J. Veth deelde der Vergadering van den IJ)110" Mei 1849 een
overzigt mede van de opkomst en de gevoelens van de sekte der Padries op
Sumatra, welker oorsprong van het jaar 1803 dagteckenten van de oorlo
gen, waartoe tie pogingen om hare leerstellingen met geweld uit te breiden,
aanleiding hebben gegeven tot aan den val van Bondjol den 16Je" Augustus
1837. De Padries zijn volgelingen van de strenge leerstellingen der AA'eliahie-
tcn, door ecnige Hadji's of bedevaartgangers naar Mekka, uil Arahië naar
den Indischen Archipel overgehragt. Hun naam aanvankelijk alleen aan de
voorgangers of Priesters eigen, is eigenlijk het Portugeesch PadieVader
ook elders nog in den Archipel gebruikelijk. In het algemeen werden zij ook
Orang-peetch (witte menschcn) genoemd, naar de witte kleeding, die zij als
ondcrseheidingstceken hadden aangenomen. Hunne hervormingen waren vooral
gekant legen hanengevechten en hazardspelen, het gebruik van opium, ta
bak, betel en bedwelmende dranken; tegen de onder de Maltijers beslaande
inrigtingen, die met de wet des Korans in strijd zijn, zoo als het erfregt
dat op de kinderen der zusier overgaat enz. Voorts drongen zij aan op beta
melijke kleeding bij de heide seksen en op strenge inachtneming der voorge
schreven gebeden en reinigingen en voerden den heiligen krijg tot voortplan
ting hunner leeringen met het grootste fanatismus, niet slechts tegen de
volstrekt ongeloovigengelijk de Batta, maar evenzeer tegen hunne minder
strenge geloolsgenooten wier slechts oppervlakkige en uitwendige inachtne
ming der Koran-leer zij niet als het ware geloof beschouwden. Met den
dood werden gestraft degenen, die, eenmaal aan hun gezag onderworpen
zich niet aan alle voorschriften hunner leer onderwierpen.
De Heer Veth stond voorts stil bij het ombrengen of verdiijven der Me-
nangkabangsche vorsten; hij het vestigen van het gezag der Padries, met
verdringing van liet soekoe- of geslachtshesluur in Tana-datar en Agam
vooral bij de stichting en den toenemenden invloed van Bondjol, en bij de
verrigtingen van het berucht opperhoofd dezer plaats Toewankoe Iman. Over
gaande tot de beschouwing van de inmenging der Europesche regeringen,
eerst der Engelschen, naderhand der Nederlanders (sedert de teruggave van
Padang in 1819), gaf de Heer Veth zijn gevoelen te kennen, dat tegenover
de Padries alleen eene krachtige defensive houding, met vreedzame pogingen
tot uitbreiding van invloed, geraden was, dewijl de Padries in weerwil van
hun woest fanatismus, toch werkelijk in vele opzigten het goede wilden en
vele zedeverpestende misbruiken bestreden bij de Malcischc bevolking in zwang.
HÜ meende daarom zijne goedkeuring te mogen hechten aan het stelsel van
gewapende neutraliteit en van pogingen tot vreedzame onderhandelingen
eerst door den Engelschen Gonvcrneur ter Westkust van Sumatra Sir T. S.
halïles, daarna van 18241829 door den Ncderlandscheu Resident, Colonel
de Stuers gevolgd en toonde aan dat de aanvallende oorlogeneerst door
den Luilenant-Colonel RaalT, later door den Luilenant-Colonel Elout en zijne
opvolgers tegen hen gevoerd en door de verovering van Bondjolna eene
tweejarige belegering, onder bevel van den Generaal Cochins in 1837 zoo
goed als geëindigd, oneindig veel Moed en schatten gekost heeft, terwijl de
opofferingen, die zich het Gouvernement daarvoor heeft getroost, niet worden
vergoed door het voordeel, dat de uitbreiding van grondgebied, daardoor
verkregen, heelt opgeleverd; dewijl Sumatra, hij gebrek aan handel weinig
tot de welvaart van particulieren bijdraagt en de administratie, ofschoon in
de laatste jaren door vooruitgang gekenmerkt, nog altijd aanzienlijke tekorten
oplevert.
Ontvangen hij de Sub Commissie voor de Cholera, als:
Bij den Heer du Rieu: van een Dienstknecht een Bankbillet kf 25, »uit
medelijden en dankbaarheid dat hij tot hiertoe nog gespaard is."
Bij den Heer van Hoorn f 17.50. Gilt bijeenverzameld op de school van
den Heer Eichinann, waartoe allen welwillend hebben hijgedragen."
Bij den lieer van Slirum: van de Israëlitische Vereeniging Gemileth gesa-
dim oehikoer golim te Leyden 10.
lie Vereeniging voor Cholera.lij tiers heeft sedert hare
laatste opgave onder anderen ontvangen
Ten behoeve der nagelatene Weduwen en Weezen 2 Coupons, ééno a
ƒ22 64 en ëéue a ƒ9.80; van de Beurs de Leydsche Geregtigheid
ƒ2.50; van P. Pi. ƒ2.50; van K. 6 Kinderhemden; van Lett.
Sp ƒ5; van D3. S ƒ4.95; van 1.235 van het Muzijk-
Gezelschap de Harmonie f 42; van een klein Godsdienstig Jufvrouwen
Gezelschap, onder het motto: uit dankbaarheid aan Godƒ10; - van
de Leerlingen van de School van den Onderwijzer Eichrnan ƒ17.50; van
het Leesgezelschap U 6; van H. H. 5; van P. Q. L. L. 2.97.
Zij gaat voort met op dezelfde wijze de liefdegiften te ontvangen en uit te
deelenen beveelt zich hij voortduring der milddadigheid aan, die haar in
staat gesteld heeft uitreiking te doen van meer dan 100 Matrassen, 100
Dekens, 50 Hemden, rene groote hoeveelheid Stroo, Rijst, Grutten en Broe
den, alsmede ruime geldelijke bijdrage.
Leyden26 Jul ij 1849.
C. C. tan der HOEK, Breedestraat. II. P. STOFFELS, Rapenburg.
P. J. ZUURDEEG Jz.Oude Vest. II. ZAALBERG, Meérerigracht.
A. tan der BURCII, Breedestraat. II. R. de BREUK, Pieterskerkhof.
W. AVOI.I ERS, Haven. G. AV. A. PLAAT, Boommarkt.
3l,e Trekking.
4de j,
208s,° Staats-Loterij.
Trekking der Vijfde Klasse.
N°. 16689 een prijs van ƒ1,500.
N°. 19194 een prijs van ƒ1,000.
A19 VERTENTIEN.
Bevallen van eenen ZOON, Vrouwe C. F. STOETENIIOFF, geliefde Echt
genoot van
C. OVERDIJK.
Batavia, 4 Mei 1849.
Heden verloste van een' ZOON, J. M. EIGEMAN, geliefde Echtgcnoote
Leyden, 21 Julij 1849.
J. J. HOOGEBOOM, Jr.
Het behaagde den Allerhoogste heden van mijne zijde door den dood tot
zich te nemen, mijnen hartelijk beminden Echtgenoot den lieer JACOBUS
PLANJEB in den leeftijd van ruim 58 jaren, na eene gelukkige F.chlvcr-
hindtenis van ruim 325 jaren. Eene kortstondige doch hevige ziekte maakte
een einde aan zijn voor mij zoo dierbaar leven.
AVat ik, mijne Kinderen en Behuwd-Kindcrcn hierdoor verliezen, kunnen
zij gevoelen die den ons waaiden Overledene in zijne stille, nederige deugden
van nabij kenden.
Leyden, D. van LU1N,
22 Julij 1849. AA'cd. J. Pianjer.
Vrienden en bekenden gelieven deze ahjemeene als een bijzon
dere kennisgeving aan te nemen.
Den 23,l0D Julij 1819 is te Leyden in den ouderdom van bijna 85 jaren
overleden, Vrouwe FRANCISCA MARIA JOSEPHEA PKTRONELLE de IIEY-
DER AA'eduwc den AA'el Edelen Heer G. AA', ten Sande.
lieden overleed tot onze diepe droefheid, aan eene lievige doch kortston
dige ziekte, mijne geliefde Echtgcnoote CORNELIA YICTOIRE STEGER-
HOEK, in den nog jeugdigen leeftijd van ruim 26 jaren.
AVat ik in haar, na een gelukkig huwelijk van ruim 4 jaren, met mijne
twee nog zeer jonge Kinderen verlies, is alleen Hem bekend, die mij, ook
in mijnen nog zeer zwakken toestand sterken kan.
Leyden, 24 Julij 1849. AA'. F. van AVYK Je